Schoolproject
“Red de vlinder en de bij”
Hoe het allemaal begon:
De gemeente Dinkelland is begin maart 2016 een plan de campagne gestart met als doel meerdere organisaties / werkgroepen (vooral groenverenigingen) te interesseren voor samenwerking op het gebied van jeugd en natuur. Zelf houden we ons binnen onze Vereniging al meerdere jaren op kleine schaal bezig met dit onderwerp, maar tot dusverre nimmer in een samenwerkingsvorm met anderen organisaties in de gemeente Dinkelland. Onze ondernomen activiteiten op dit vlak bestonden tot dusverre uit deelname aan het zogeheten MOP- programma (Milieu Ontmoetingsprogramma voor de jeugd), het timmeren en controleren van nestkasten met scholieren uit onder meer de gemeente Tubbergen en diverse jeugdactiviteiten met onze eigen jeugdnatuurgroep. Over samenwerkingsvormen in geheel Noordoost Twente is wel eens gesproken, maar dat heeft tot dusverre niet geleid tot een concrete aanpak.
Voor samenwerking op het gebied van Jeugd en natuur zijn in de nabije toekomst wellicht subsidiemogelijkheden aanwezig bij de Provincie Overijssel, tenminste als er goede uitvoerplannen op tafel verschijnen. Daartoe is recentelijk een eerste brainstormsessie in gang gezet met vertegenwoordigers van onder meer de gemeente Dinkelland, het Wonderryck (v.m. Natura Docet), de LTO, wildbeheereenheden, Heemkunde Denekamp, Stichting Natuur en Milieu Ootmarsum en onze Vereniging.
De gemeente Dinkelland is begin maart 2016 een plan de campagne gestart met als doel meerdere organisaties / werkgroepen (vooral groenverenigingen) te interesseren voor samenwerking op het gebied van jeugd en natuur. Zelf houden we ons binnen onze Vereniging al meerdere jaren op kleine schaal bezig met dit onderwerp, maar tot dusverre nimmer in een samenwerkingsvorm met anderen organisaties in de gemeente Dinkelland. Onze ondernomen activiteiten op dit vlak bestonden tot dusverre uit deelname aan het zogeheten MOP- programma (Milieu Ontmoetingsprogramma voor de jeugd), het timmeren en controleren van nestkasten met scholieren uit onder meer de gemeente Tubbergen en diverse jeugdactiviteiten met onze eigen jeugdnatuurgroep. Over samenwerkingsvormen in geheel Noordoost Twente is wel eens gesproken, maar dat heeft tot dusverre niet geleid tot een concrete aanpak.
Voor samenwerking op het gebied van Jeugd en natuur zijn in de nabije toekomst wellicht subsidiemogelijkheden aanwezig bij de Provincie Overijssel, tenminste als er goede uitvoerplannen op tafel verschijnen. Daartoe is recentelijk een eerste brainstormsessie in gang gezet met vertegenwoordigers van onder meer de gemeente Dinkelland, het Wonderryck (v.m. Natura Docet), de LTO, wildbeheereenheden, Heemkunde Denekamp, Stichting Natuur en Milieu Ootmarsum en onze Vereniging.
Na een eerste praatsessie heeft het bestuur mij gevraagd om ten aanzien van dit onderdeel als representant van onze Vereniging op te treden. Na hiermee akkoord te zijn gegaan ontstond spontaan het idee om een schoolproject op te zetten, met als actueel onderwerp: “Red de vlinder en de bij”. De aanleiding hiertoe vormde een artikel in de krant, getiteld: "Losser wil overal veldbloemen". Van meet af aan leek dit in alle opzichten een goed, uitvoerbaar en laagdrempelig plan; reden waarom dat kort geleden in ons verenigingsgebied in gang is gezet, samen met de schooljeugd.
De reden voor dit alles is de sterke achteruitgang van wilde bijen, het verdwijnen van steeds meer veld- en akkerbloemen en de teloorgang van tal van weide- en akkervogels. Om hieraan in eigen omgeving tegemoet te komen leek het passend om meteen dit voorjaar al met kinderen een aantal "geschikte" bermen, akkerranden, stroken langs wandel- en fietspaden, braak liggende stroken op industrieterreinen e.d. (weer) in te zaaien en bloemrijk te maken.
De reden voor dit alles is de sterke achteruitgang van wilde bijen, het verdwijnen van steeds meer veld- en akkerbloemen en de teloorgang van tal van weide- en akkervogels. Om hieraan in eigen omgeving tegemoet te komen leek het passend om meteen dit voorjaar al met kinderen een aantal "geschikte" bermen, akkerranden, stroken langs wandel- en fietspaden, braak liggende stroken op industrieterreinen e.d. (weer) in te zaaien en bloemrijk te maken.
Het doel was en is nog steeds tweeledig, namelijk: a. de jeugd via scholen (basis) in contact brengen met de natuur en b. de natuur (in dit geval nuttige insecten i.v.m. bestuiving) een extra steuntje in de rug te geven. In het achterhoofd speelt mee om dit onderdeel gaandeweg uit te breiden, zodat er een soort sneeuwbaleffect gaat ontstaan. Een eerste bezoek aan Landschap Overijssel leverde meteen al veel goodwill op met daarnaast de nodige adviezen, maar zelfs zaaigoed voor circa 700 m2 akkerrand. Het begin was er.
Van de planvorming werd een powerpointpresentatie vervaardigd, die begin april binnen de gespreksgroep werd getoond en letterlijk en figuurlijk in goede aarde viel. Sterker nog: Ter tafel verscheen tegelijkertijd een positief bekrachtigde motie van de raad van de gemeente Dinkelland (d.d. 22 maart 2016), waarbij het college van B & W werd opgedragen om:
Van de planvorming werd een powerpointpresentatie vervaardigd, die begin april binnen de gespreksgroep werd getoond en letterlijk en figuurlijk in goede aarde viel. Sterker nog: Ter tafel verscheen tegelijkertijd een positief bekrachtigde motie van de raad van de gemeente Dinkelland (d.d. 22 maart 2016), waarbij het college van B & W werd opgedragen om:
- een inventarisatie te maken van geschikt braakliggend terrein, groenstroken, wegbermen en akkerranden;
- er voor zorg te dragen dat op deze gronden jaarlijks wilde bloemen gezaaid gaan worden;
- de inwoners van de gemeente Dinkelland attent te maken op de noodzaak hiervan;
- gebruik te maken van de mogelijkheden, die Landschap Overijssel daarvoor aanbiedt.
De aanpak:
Om een passende woordspeling te gebruiken; we hebben er sindsdien geen gras over laten groeien. We kregen van meet af aan veel medewerking van de gemeente Dinkelland, met name van Alfons Hottenhuis (Naoberkracht Dinkelland / Tubbergen), die zich – om nog maar eens een woordspeling te gebruiken - de afgelopen tijd heeft ontpopt als een enorme prettige “bezige bij” met wie er heel goed samen te werken viel. Samen of onafhankelijk van elkaar is er voor gezorgd dat er sindsdien:
Om een passende woordspeling te gebruiken; we hebben er sindsdien geen gras over laten groeien. We kregen van meet af aan veel medewerking van de gemeente Dinkelland, met name van Alfons Hottenhuis (Naoberkracht Dinkelland / Tubbergen), die zich – om nog maar eens een woordspeling te gebruiken - de afgelopen tijd heeft ontpopt als een enorme prettige “bezige bij” met wie er heel goed samen te werken viel. Samen of onafhankelijk van elkaar is er voor gezorgd dat er sindsdien:
- contacten zijn gelegd met een aantal scholen (o.a Aloysiusschool te Weerselo en de Bernardusschool te Saasveld) om scholieren bij het project te betrekken;
- een informatieavond is belegd binnen onze Vereniging waar verschillende leden en donateurs van onze Vereniging zijn bijgepraat over de plannen, hetgeen meteen de nodige aanbod aan praktische hulp opleverde;
- al bijna 30 geschikte inzaailocaties in zowel Weerselo (3), Saasveld (4), Rossum (4), Agelo (1), Vasse (1), Ootmarsum (4), Tilligte (1), Denekamp (7), Albergen (1) en Tubbergen (3) zijn “opgespoord”;
- al deze locaties intussen (laatste week april 2016) zijn ingezaaid of binnenkort nog worden ingezaaid met allerhande bloemmengsels;
- ruim 100 kinderen hun steentje hebben bijgedragen aan het schoolproject “Red de vlinder en de bij”;
- de kinderen op deze manier op een leuke en leerzame manier kennis hebben gemaakt met de natuur;
- de SNMO (Stichting Natuur en Milieu Ootmarsum) en de Heemkunde Denekamp na de eerste initiatieven van onze kant ook het schoolproject hebben “geadopteerd” en omarmd;
- de Twentsche Courant de Tubantia en Dinkelvisie meerdere artikelen hebben gepubliceerd over de geschetste problematiek en dit bij een breed publiek onder de aandacht hebben gebracht;
- zich naar aanleiding hiervan diverse particulieren en enkele agrariërs hebben gemeld, die aan het inzaaiproject wilden deelnemen, hetgeen meteen is gehonoreerd;
- van meet af aan de gemeente Dinkelland heel veel stroken zaaiklaar heeft laten maken, voordat er kon worden ingezaaid;
- zij de kosten voor zowel het zaaigoed als een groot deel van de grondbewerking voor haar rekening heeft genomen;
- Laurents ten Voorde enkele mooie powerpointpresentaties heeft samengesteld, waarmee de kinderen en andere betrokkenen volledig konden worden geïnformeerd en geïnstrueerd;
- contacten zijn gelegd met het Waterschap Vechtstromen in hoeverre zij iets met ons kunnen betekenen ter realisatie van een zogeheten vlinderidylle;
- het museum de Twentse Welle contact met ons heeft gezocht en dat we binnenkort gaan praten over een aantal mogelijkheden op vlindergebied tot samenwerking;
- op meerdere plaatsen ook vanuit agrarisch natuurbeheer bloemrijke stroken worden aangelegd;
- van veel kanten hartverwarmende reacties zijn binnengekomen, wat een enorme stimulans betekent voor de nabije toekomst.
Waarom dit alles?
Het gaat ronduit slecht met de vlinders en de (wilde) bijen, niet alleen in ons land, maar in de gehele wereld. Ter verduidelijking maar eerst wat cijfermateriaal:
Met het inzaaien van wilde bloemen leveren we niet alleen een bijdrage aan een betere leefomgeving voor allerlei insecten en andere dieren, maar vooral ook voor onszelf. Kleurrijke bermen en groenstroken dragen namelijk, naast het voedselaanbod (groenten en fruit), ook bij aan ons eigen welzijn.
Het gaat ronduit slecht met de vlinders en de (wilde) bijen, niet alleen in ons land, maar in de gehele wereld. Ter verduidelijking maar eerst wat cijfermateriaal:
- Meer dan de helft van onze inheemse wilde bijen wordt met uitsterven bedreigd. Verder leven er nog 53 soorten dagvlinders in ons land. Het waren er ooit eens 70. Dertig andere soorten staan op de Rode lijst. We hebben derhalve nog maar 23 algemene tot vrij algemene dagvlinders over!
- Van onze traditionele veldbloemen zien we steeds minder soorten, vooral in de intensief beheerde weilanden. Zestien typische akkerplanten zijn intussen uitgestorven. Van de nog resterende veldplanten in Nederland worden er maar liefst 75 bedreigd. Rond 1960 kwamen er nog zo'n 120 plantensoorten regelmatig voor op de akkers in Nederland. Tegenwoordig zijn dat er nog maar 20!
- En wat te denken van onze weide- en akkervogels. Veldleeuwerik, grutto, patrijs, geelgors en zelfs kievit en ringmus gaan schrikbarend in aantal achteruit. Ook bij de gewone "boerenlandvogels” zijn de aantallen de afgelopen 30 jaar met maar liefst 30 % afgenomen. Tijd voor actie dus.
Met het inzaaien van wilde bloemen leveren we niet alleen een bijdrage aan een betere leefomgeving voor allerlei insecten en andere dieren, maar vooral ook voor onszelf. Kleurrijke bermen en groenstroken dragen namelijk, naast het voedselaanbod (groenten en fruit), ook bij aan ons eigen welzijn.
De afgelopen tijd is er in toenemende mate belangstelling voor de steeds verder afbrokkelende biodiversiteit. Berichten en bezorgdheid over bijensterfte en allerlei dieren, die op de Rode lijst verschijnen, zijn inmiddels doorgedrongen tot in alle lagen van de bevolking. Uiteraard ook binnen onze eigen vereniging. Vandaar het project “Red de vlinder en de bij”. Met wilde bloemen in het openbare groen, in de tuin of op andere plaatsen zal de leefomgeving er bovendien veel mooier en beter uitzien. De belangrijkste doelstelling is evenwel dat je met wilde bloemen volgende generaties inspireert om te zorgen dat niet nog meer diersoorten uitsterven door toedoen van de mens. Door de jeugd bij dit project te betrekken, komen ze, net als wij vroeger, in aanraking met de natuur en gaan er wellicht van houden. En waar je van houdt. . . . . !
We denken deze doelstelling te bereiken via inspiratie en informatie, maar vooral door gewoon de handen uit de mouwen te steken en te laten zien dat het kan, ook al is dat nu nog maar op kleine schaal. De hoop is gevestigd op een sneeuwbaleffect, nu ook Greenpeace en andere grote organisaties zich in de “strijd” hebben gemengd.
Buiten het agrarisch natuurbeheer zal het vooralsnog zeker niet lukken om potten te breken bij de hedendaagse grootschalige en intensieve landbouw. Reden waarom we op zoek zijn gegaan naar alternatieven met meer mogelijkheden. We hebben gemerkt, zoals ook elders in ons land gebeurt, dat je kunt investeren in het openbare groen, in tuinen, bij kuilvoerhopen, langs wandel- en fietspaden, wildakkers, braakliggende grond etc. etc. Het mooie is dat eenieder zo zijn eigen steentje kan bijdragen. En . . . .een goed voorbeeld doet in de regel goed volgen!
We denken deze doelstelling te bereiken via inspiratie en informatie, maar vooral door gewoon de handen uit de mouwen te steken en te laten zien dat het kan, ook al is dat nu nog maar op kleine schaal. De hoop is gevestigd op een sneeuwbaleffect, nu ook Greenpeace en andere grote organisaties zich in de “strijd” hebben gemengd.
Buiten het agrarisch natuurbeheer zal het vooralsnog zeker niet lukken om potten te breken bij de hedendaagse grootschalige en intensieve landbouw. Reden waarom we op zoek zijn gegaan naar alternatieven met meer mogelijkheden. We hebben gemerkt, zoals ook elders in ons land gebeurt, dat je kunt investeren in het openbare groen, in tuinen, bij kuilvoerhopen, langs wandel- en fietspaden, wildakkers, braakliggende grond etc. etc. Het mooie is dat eenieder zo zijn eigen steentje kan bijdragen. En . . . .een goed voorbeeld doet in de regel goed volgen!
De eerste resultaten met de jeugd:
Op 18 april j.l. kregen 70 kinderen van de Aloysiusschool op het “Echelpoel” te Weerselo een presentatie te zien over het belang van het schoolproject: “Red de vlinder en de bij”. Alle kinderen weten nu in elk geval wat biodiversiteit is, dat het slecht gaat met de vlinders en de bijen en dat een hommel ook gewoon een wilde bij is. Samen met 10 vrijwilligers van onze Vereniging en 2 leden van de Heemkunde Denekamp beten zij als eerste de spits af en zaaiden de eerste twee bloemstroken in (circa 900 m²). Hopelijk ontstaat hieruit t.z.t. een mooie bloemenpracht. Verder hopen we geleidelijk alle basisscholen mee te krijgen in de gemeente Dinkelland. De wethouders Eric Kleissen en Alfons Steggink gaven op genoemde datum het startsein. Dit alles onder het toeziend oog van een afgevaardigde van Landschap Overijssel.
Op 18 april j.l. kregen 70 kinderen van de Aloysiusschool op het “Echelpoel” te Weerselo een presentatie te zien over het belang van het schoolproject: “Red de vlinder en de bij”. Alle kinderen weten nu in elk geval wat biodiversiteit is, dat het slecht gaat met de vlinders en de bijen en dat een hommel ook gewoon een wilde bij is. Samen met 10 vrijwilligers van onze Vereniging en 2 leden van de Heemkunde Denekamp beten zij als eerste de spits af en zaaiden de eerste twee bloemstroken in (circa 900 m²). Hopelijk ontstaat hieruit t.z.t. een mooie bloemenpracht. Verder hopen we geleidelijk alle basisscholen mee te krijgen in de gemeente Dinkelland. De wethouders Eric Kleissen en Alfons Steggink gaven op genoemde datum het startsein. Dit alles onder het toeziend oog van een afgevaardigde van Landschap Overijssel.
Op 20 april daaraanvolgend hebben, na wederom een visuele inleiding op school, 20 kinderen van de Bernardusschool in Saasveld een strook van circa 400 m² ingezaaid bij de hr. Loohuis aan de Broekhuisweg te Saasveld, die hiervoor spontaan zijn grond beschikbaar heeft gesteld. Ook hierbij waren meerdere vrijwilligers van onze Vereniging als “inzaaicoach” aanwezig. De kinderen gedroegen zich voorbeeldig en waren oprecht geïnteresseerd. Na afloop was het even stoeien in het gras. Net als in Weerselo werd met hen de afspraak gemaakt dat we in de bloeitijd samen de resultaten gaan bekijken. De bewoonster aldaar is zelfs van plan om dan pannenkoeken voor de kids te gaan bakken! Misschien met een beetje honing erbij?
Op 25 april stond de 3e schooljeugdactie (dit keer in Rossum) op het programma. Hiervoor had de Scoutinggroep Weerselo zich spontaan aangemeld en gaven 15 kinderen op die dag - ondanks het koude en miezerige weer - acte de présence. Als steeds kregen ze in hun eigen blokhut een presentatie te zien over het hoe en waarom. Ook zij begrijpen nu wat biodiversiteit betekent. “Gewapend” met allerlei harken togen we vervolgens naar de Ootmarsumsedijk te Rossum, waar langs de schoolroute circa 1000 m2 grond werd ingezaaid met een mooi bijenmengsel. Een 8-tal leden van onze Vereniging was hierbij van de partij, evenals enkele begeleiders van de Scouting . Michael Kleissen, die de grond voor het goede doel beschikbaar stelde, was nog net op tijd om samen met het hele gezelschap op de gevoelige plaat te kunnen worden vastgelegd. Ook in dit geval is een afspraak gemaakt om in de bloeitijd de resultaten te gaan bekijken.
Akkerranden en wintervoedselakkers in het kader van Agrarisch natuurbeheer:
Niet alleen in het kader van het schoolproject “ Red de vlinder en de bij” is er aandacht voor het inzaaien van bloemrijke stroken. Ook in het agrarische landschap worden binnenkort op meerdere plaatsen bloemenweides, akkerranden en wintervoedselakkers aangelegd. Gelukkig ook in ons verenigingsgebied. Vooralsnog gaat het om circa 35 hectare. Ter verduidelijking: Vanaf 2016 maakt de overheid geen afspraken meer met individuele grondgebruikers, maar uitsluitend nog met een agrarisch collectief. In onze omgeving is dat de Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A., waar onze Vereniging deel van uit maakt. Onze eigen voorzitter (Jan Nijmeijer) zit in het bestuur van deze coöperatie. Een ander bestuurslid van onze Vereniging (Leonard Rouhof) is één van de gebiedscoördinatoren. Middels het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid wordt er sinds kort ruimte geboden voor subsidiëring van agrarisch natuur-, landschaps- en waterbeheer. Het Gebiedscollectief Noordoost Twente is actief in de gemeenten Losser, Dinkelland en Tubbergen. Hopelijk kunnen we het Gebiedscollectief inspireren tot het aanleggen van nog veel meer meerjarige bloemstroken in het buitengebied. Deze meerjarige stroken zijn vele malen meer stimulerend voor de biodiversiteit. Vele bijen, vlinders en andere insecten hebben een meerjarige stabiele situatie nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het zaadmengsel voor akkerranden wat binnenkort binnen het agrarisch natuurbeheer wordt ingezaaid, is een eenjarig mengsel voor nectar verzamelende insecten, zoals (wilde)bijen. Het mengsel is zo samengesteld, dat het een lange bloeitijd heeft. Het mengsel bestaat uit Alexandrijnse klaver, zonnebloemen, phacelia, Perzische klaver , boekweit en rettich. De boekweit en in wat minder mate zonnebloemen, leveren op hun beurt voedsel op voor doelsoorten als geelgors, ringmus en patrijs. Het zaadmengsel wat moet gaan dienen als wintervoedselkakker bestaat naast Alexandrijnse klaver, Phaceli, boekweit en zonnebloemen uit malva, komkommerkruid, goudsbloem en haver.
Niet alleen in het kader van het schoolproject “ Red de vlinder en de bij” is er aandacht voor het inzaaien van bloemrijke stroken. Ook in het agrarische landschap worden binnenkort op meerdere plaatsen bloemenweides, akkerranden en wintervoedselakkers aangelegd. Gelukkig ook in ons verenigingsgebied. Vooralsnog gaat het om circa 35 hectare. Ter verduidelijking: Vanaf 2016 maakt de overheid geen afspraken meer met individuele grondgebruikers, maar uitsluitend nog met een agrarisch collectief. In onze omgeving is dat de Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A., waar onze Vereniging deel van uit maakt. Onze eigen voorzitter (Jan Nijmeijer) zit in het bestuur van deze coöperatie. Een ander bestuurslid van onze Vereniging (Leonard Rouhof) is één van de gebiedscoördinatoren. Middels het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid wordt er sinds kort ruimte geboden voor subsidiëring van agrarisch natuur-, landschaps- en waterbeheer. Het Gebiedscollectief Noordoost Twente is actief in de gemeenten Losser, Dinkelland en Tubbergen. Hopelijk kunnen we het Gebiedscollectief inspireren tot het aanleggen van nog veel meer meerjarige bloemstroken in het buitengebied. Deze meerjarige stroken zijn vele malen meer stimulerend voor de biodiversiteit. Vele bijen, vlinders en andere insecten hebben een meerjarige stabiele situatie nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Het zaadmengsel voor akkerranden wat binnenkort binnen het agrarisch natuurbeheer wordt ingezaaid, is een eenjarig mengsel voor nectar verzamelende insecten, zoals (wilde)bijen. Het mengsel is zo samengesteld, dat het een lange bloeitijd heeft. Het mengsel bestaat uit Alexandrijnse klaver, zonnebloemen, phacelia, Perzische klaver , boekweit en rettich. De boekweit en in wat minder mate zonnebloemen, leveren op hun beurt voedsel op voor doelsoorten als geelgors, ringmus en patrijs. Het zaadmengsel wat moet gaan dienen als wintervoedselkakker bestaat naast Alexandrijnse klaver, Phaceli, boekweit en zonnebloemen uit malva, komkommerkruid, goudsbloem en haver.
De Vlinderfabriek:
Naar aanleiding van de berichtgeving over onze initiatieven heeft het museum Twentse Welle recentelijk contact met ons gezocht. Binnenkort gaan wij met elkaar aan tafel om te praten over een aantal mogelijkheden tot samenwerking. Bij de Twentse Welle staat namelijk een zomeractiviteit op het programma, getiteld: de “Vlinderfabriek”. De binnentuin van het museum wordt in de zomer omgetoverd tot een heuse vlindertuin. Cocons, rupsen, het kweekproces tot vlinder, geprepareerde vlinders; het komt allemaal voorbij. Het e.e.a. richt zo vooral op Europese vlinders. In de tuin staan speciekuipen met grote bloeiende vlinderplanten en waardplanten voor het afzetten van eitjes. In juni wordt er gestart met het opkweken van rupsen en de verdere activiteiten vinden plaats in juli en augustus met natuurlijk doe-activiteiten voor het gehele gezin. Voorts worden er een aantal workshops gehouden, zoals het determineren en fotograferen van vlinders, het bouwen van vlinderhuisjes etc. De achterliggende gedachte van dit alles is om mensen bewust te maken van het feit dat het ronduit slecht gaat met de vlinderstand in Nederland.
Naar aanleiding van de berichtgeving over onze initiatieven heeft het museum Twentse Welle recentelijk contact met ons gezocht. Binnenkort gaan wij met elkaar aan tafel om te praten over een aantal mogelijkheden tot samenwerking. Bij de Twentse Welle staat namelijk een zomeractiviteit op het programma, getiteld: de “Vlinderfabriek”. De binnentuin van het museum wordt in de zomer omgetoverd tot een heuse vlindertuin. Cocons, rupsen, het kweekproces tot vlinder, geprepareerde vlinders; het komt allemaal voorbij. Het e.e.a. richt zo vooral op Europese vlinders. In de tuin staan speciekuipen met grote bloeiende vlinderplanten en waardplanten voor het afzetten van eitjes. In juni wordt er gestart met het opkweken van rupsen en de verdere activiteiten vinden plaats in juli en augustus met natuurlijk doe-activiteiten voor het gehele gezin. Voorts worden er een aantal workshops gehouden, zoals het determineren en fotograferen van vlinders, het bouwen van vlinderhuisjes etc. De achterliggende gedachte van dit alles is om mensen bewust te maken van het feit dat het ronduit slecht gaat met de vlinderstand in Nederland.
Vlinderidylle:
Vlinders en bijen hebben bloemen nodig om nectar te kunnen vinden en daarmee te overleven. Helaas hebben vlinders en bijen het steeds moeilijker, omdat er nog maar zo weinig bloemrijke plekken (over) zijn. 98 % van de argusvlinder is bijvoorbeeld uit het boerenland verdwenen. Met een vlinderidylle kan hier verandering in worden gebracht. Een vlinderidylle is een grote bloemrijke plek in de stad, het dorp of het buitengebied waar men heerlijk kan wandelen en genieten. Ze worden aangelegd met behulp van vrijwilligers, terreinbeheerders en omwonenden. Aanmelding geschiedt via de Vlinderstichting, die daarvoor gelden beschikbaar heeft. De volgende voorwaarden worden daarbij gehanteerd:
Zoals u eerder hebt kunnen lezen is er een vraagstelling bij het Waterschap neergelegd voor het realiseren van een dergelijke vlinderidylle. Het verzoek daartoe is intussen in de organisatie gebracht. Nu maar hopen op een positieve reactie.
Vlinders en bijen hebben bloemen nodig om nectar te kunnen vinden en daarmee te overleven. Helaas hebben vlinders en bijen het steeds moeilijker, omdat er nog maar zo weinig bloemrijke plekken (over) zijn. 98 % van de argusvlinder is bijvoorbeeld uit het boerenland verdwenen. Met een vlinderidylle kan hier verandering in worden gebracht. Een vlinderidylle is een grote bloemrijke plek in de stad, het dorp of het buitengebied waar men heerlijk kan wandelen en genieten. Ze worden aangelegd met behulp van vrijwilligers, terreinbeheerders en omwonenden. Aanmelding geschiedt via de Vlinderstichting, die daarvoor gelden beschikbaar heeft. De volgende voorwaarden worden daarbij gehanteerd:
- De eigenaar van de grond moet actief mee willen werken en op de hoogte zijn van de aanvraag;
- De locatie voor een idylle moet ongeveer 0,5 tot 2 ha zijn. Een vlinderbaan / bijenlint moet minimaal 500 meter lang zijn;
- De locatie moet vrij toegankelijk zijn, zodat mensen er van kunnen genieten;
- De Vlinderstichting wil duurzaam inzaaien; de locatie moet dan ook minimaal 5 jaar beschikbaar zijn;
- Er moeten mensen / organisaties uit de omgeving betrokken zijn bij het ontwerp, de voorlichting, het onderhoud en / of de monitoring.
Zoals u eerder hebt kunnen lezen is er een vraagstelling bij het Waterschap neergelegd voor het realiseren van een dergelijke vlinderidylle. Het verzoek daartoe is intussen in de organisatie gebracht. Nu maar hopen op een positieve reactie.
Meerjarig programma:
De huidige gesprekgroep is het er over eens dat m.b.t. het item “ Jeugd en Natuur” er een meerjarig programma moet komen in de gehele gemeente Dinkelland en hopelijk in de nabije toekomst in geheel Noordoost Twente. Alles verkeert weliswaar nog in een prematuur stadium, maar de neuzen wijzen in ieder geval dezelfde kant op. We hebben voor ogen om de schooljeugd in de komende jaren meer dan eens met de natuur in aanraking te laten komen. Een eenmalig project heeft ons inziens weinig zin. Met het schoolproject “Red de vlinder en de bij” zullen we zeker doorgaan de komende jaren. Ook zijn er alvast wat andere onderwerpen bedacht, waarmee we weer wat biologie op school terug zouden willen en kunnen brengen, mits de schoolleiding zich hier positief over uitspreekt en er binnen bestaande lesprogramma’s voldoende mogelijkheden bestaan. Zelf denken we onder meer aan het timmeren en ophangen van nestkastjes, het uitpluizen van uilenballen, paddenstoelen zoeken, waterdiertjes bekijken in plas en sloot, een eenvoudige cursus over de natuur voor (groot) ouders en hun (klein) kinderen etc. etc. De toekomst zal uitwijzen of dit alles kans van slagen heeft. Rest mij eenieder, die tot dusverre aan het project hebben deelgenomen in welke hoedanigheid dan ook, hartelijk dank te zeggen voor de spontane medewerking.
De huidige gesprekgroep is het er over eens dat m.b.t. het item “ Jeugd en Natuur” er een meerjarig programma moet komen in de gehele gemeente Dinkelland en hopelijk in de nabije toekomst in geheel Noordoost Twente. Alles verkeert weliswaar nog in een prematuur stadium, maar de neuzen wijzen in ieder geval dezelfde kant op. We hebben voor ogen om de schooljeugd in de komende jaren meer dan eens met de natuur in aanraking te laten komen. Een eenmalig project heeft ons inziens weinig zin. Met het schoolproject “Red de vlinder en de bij” zullen we zeker doorgaan de komende jaren. Ook zijn er alvast wat andere onderwerpen bedacht, waarmee we weer wat biologie op school terug zouden willen en kunnen brengen, mits de schoolleiding zich hier positief over uitspreekt en er binnen bestaande lesprogramma’s voldoende mogelijkheden bestaan. Zelf denken we onder meer aan het timmeren en ophangen van nestkastjes, het uitpluizen van uilenballen, paddenstoelen zoeken, waterdiertjes bekijken in plas en sloot, een eenvoudige cursus over de natuur voor (groot) ouders en hun (klein) kinderen etc. etc. De toekomst zal uitwijzen of dit alles kans van slagen heeft. Rest mij eenieder, die tot dusverre aan het project hebben deelgenomen in welke hoedanigheid dan ook, hartelijk dank te zeggen voor de spontane medewerking.
Bijlagen:
A. Een aantal begrippen
B. Waar dient o.a. rekening mee te worden gehouden
C. Goede plekken voor wilde bloemen en bloemenweides
D. Natuurontwikkeling en buitengebied
E. Perspublicaties
A. Een aantal begrippen
B. Waar dient o.a. rekening mee te worden gehouden
C. Goede plekken voor wilde bloemen en bloemenweides
D. Natuurontwikkeling en buitengebied
E. Perspublicaties
Tekst: Wim Wijering
Foto’s: Rinus Baayens en Wim Wijering
Foto’s: Rinus Baayens en Wim Wijering