bijlage b
Waar dient o.a. rekening mee te worden gehouden
Welke inzaailocatie?
- openbaar groen in of bij de bebouwde kom, zoals wegbermen, rotondes, parken, plantsoenen en wadi’s;
- semi-openbaar groen bij bedrijfsterreinen, speelterreinen en wooncomplexen;
- kleine of grote particuliere tuinen;
- bebouwde kommen of juist het buitengebied;
- agrarisch landschap met akkerranden, ruigtes en kruidenrijk graslanden
Welk type locatie?
- een éénjarige bloemenweide of bloemstrook, die jaarlijks op de schop gaat;
- een meerjarige bloemenweide of strook, die een paar jaar meekan;
- een meerjarig bloemrijk grasland dat vele jaren meekan;
- onderbegroeiing op een schaduwrijke plek;
- Welke grondsoort en groeiomstandigheden?
- bodemsoort klei, veen, zand, leem of een mengsel hiervan;
- schraal, voedselrijk of iets ertussenin;
- overwegend droog, nat of iets ertussenin;
- zon, halfschaduw of schaduw
Welk doel heb ik met de bloemstrook of bloemenweide?
|
Zijn er problemen die ik beter eerst kan oplossen?
- (te) veel wortelonkruiden zoals kweek en ridderzuring in de grond;
- veel graszaden in de grond;
- is de grond zéér voedselrijk;
- is er sprake van een slechte bodem ( bijvoorbeeld verzuring, verdroging of verdichting);
- te weinig tijd en budget voor een goede aanleg.
Tekst: Wim Wijering
Foto’s: Wim Wijering
Foto’s: Wim Wijering