juffers en libellen
Ons land is rijk aan juffers en libellen. Dat komt vanwege het vele water wat we hebben. Hierbij valt te denken aan rivieren, kanalen, beken, sloten, meren en plassen (veen- en moerasgebieden). Ze leven vooral in de buurt van zoet water. Dat hebben ze nodig om zich te kunnen voortplanten. De beste tijd om juffers en libellen te kunnen waarnemen is midden op de dag, omdat ze dan - vooral bij warm weer - actief worden, net als vlinders. De belangstelling voor juffers en libellen is de laatste jaren sterk gegroeid. De mooie kleuren, de vliegprestaties en hun bijzondere levenswijze spreken bij veel mensen tot de verbeelding. Met name vogelaars houden zich tegenwoordig steeds meer bezig met deze gevleugelde juweeltjes. Door het digitale fototijdperk zijn deze gevleugelde insecten bovendien een geliefd onderwerp geworden voor veel natuurfotografen, net zoals binnen onze Vereniging.
Het verschil tussen juffers en libellen is mooi te zien aan de vleugelstand. De juffers houden in de rusthouding de vleugels min of meer gesloten op de rug. Bij de libellen zijn ze zijdelings gestrekt. Een uitzondering hierop vormen de pantserjuffers. Alle juffers en libellen zijn rovers; dat wil zeggen dat ze zich voeden met andere insecten, zoals muggen, vliegen, vlinders en overige insecten. In deze fotorubriek worden de echte libellen onderverdeeld in glazenmakers, korenbouten, rombouten en smaragdlibellen. Bij de glazenmakers valt de denken aan: blauwe glazenmaker, bruine glazenmaker, glassnijder, grote keizerlibel, paardenbijter en vroege glazenmaker. Bekende korenbouten zijn onder meer: bloedrode heidelibel, bruinrode heidelibel, gewone oeverlibel, noordse witsnuitlibel, platbuik, steenrode heidelibel, viervlek en zwarte heidelibel. Bij de rombouten zijn dat voor Nederlandse begrippen de plasrombout en de beekrombout. De laatste categorie bestaat onder andere uit metaalglanslibel en smaragdlibel.
De juffers worden onderverdeeld in beekjuffers, breedscheenjuffers, pantserjuffers en waterjuffers. Bij de beekjuffers is dat met name de weidebeekjuffer en bij de breedscheenjuffers de blauwe breedscheenjuffer. De meeste juffersoorten behoren tot de waterjuffers. Genoemd worden: azuurwaterjuffer, grote en kleine roodoogjuffer, koraaljuffer, lantaarntje, vuurjuffer, watersnuffel, etc. Tot de pantserjuffers worden gerekend: gewone pantserjuffer, houtpantserjuffer, tangpantserjuffer en de tengere panterjuffer. De vreemde eend in de bijt bij deze laatste categorie is de bruine winterjuffer. Veel meer informatie over juffers en libellen is te vinden op Libellennet.
De juffers worden onderverdeeld in beekjuffers, breedscheenjuffers, pantserjuffers en waterjuffers. Bij de beekjuffers is dat met name de weidebeekjuffer en bij de breedscheenjuffers de blauwe breedscheenjuffer. De meeste juffersoorten behoren tot de waterjuffers. Genoemd worden: azuurwaterjuffer, grote en kleine roodoogjuffer, koraaljuffer, lantaarntje, vuurjuffer, watersnuffel, etc. Tot de pantserjuffers worden gerekend: gewone pantserjuffer, houtpantserjuffer, tangpantserjuffer en de tengere panterjuffer. De vreemde eend in de bijt bij deze laatste categorie is de bruine winterjuffer. Veel meer informatie over juffers en libellen is te vinden op Libellennet.