zwaluwen
Zwaluwen spreken tot de verbeelding en mogen zich bij velen verheugen in een brede en warme belangstelling. De mens ziet de zwaluw vooral als de voorbode van de lente en de brenger van geluk. Het zijn echte insecteneters en komen over de hele wereld voor. Een uitzondering hierop vormen de poolgebieden. Zwaluwen zijn overigens voor hun voedsel wel sterk afhankelijk van geschikte (weers)omstandigheden. Ze moeten het namelijk hebben van vliegende insecten. Ze zijn namelijk, zoals veel andere vogelsoorten - die dat wel kunnen - niet in staat om insecten van een blad of een tak af te plukken.
Het spreekwoord: "Eén zwaluw maakt nog geen zomer", slaat op de vroege terugkeer van deze trekvogel in zijn broedgebied. Aanvankelijk zie je vaak eerst maar een enkeling, maar vaak is het dan nog veel te vroeg in het jaar en te koud. Het merendeel van de zwaluwen keert pas in april en mei terug en dan zijn we meestal al ver in het voorjaar.
Het spreekwoord: "Eén zwaluw maakt nog geen zomer", slaat op de vroege terugkeer van deze trekvogel in zijn broedgebied. Aanvankelijk zie je vaak eerst maar een enkeling, maar vaak is het dan nog veel te vroeg in het jaar en te koud. Het merendeel van de zwaluwen keert pas in april en mei terug en dan zijn we meestal al ver in het voorjaar.
In Europa komen vijf nauw met elkaar verwante zwaluwsoorten voor. Het verspreidingsgebied van de boerenzwaluw, oeverzwaluw en huiszwaluw, althans als broedvogel, beslaat vrijwel het gehele continent. De rotszwaluw en de roodstuitzwaluw komen alleen in landen voor rond de Middellandse Zee.
Overwinteren doen zwaluwen in Afrika; omdat ze in onze land in die tijd geen voedsel kunnen bemachtigen. Het zijn dan ook trekvogels pur sang. Zo vliegen ze hier tussen de koeien, de paarden en de schapen om enkele maanden later tussen de gnoes, de giraffes en de zebra’s hun maaltje bij elkaar te scharrelen.
Vanwege hun naamgeving hebben we aan deze groep ook de gierzwaluw en de nachtzwaluw toegevoegd. Deze beide soorten zijn evenwel niet verwant aan de echte zwaluwen. Ook onderling hebben ze geen verwantschap met elkaar. Wat ze, naast de naamgeving en de trekvogeldrang wel met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal zijn aangewezen op vliegende insecten. Dorstige zwaluwen scheren met geopende snavel laag over het water. Het zijn echte luchtacrobaten.
Bij de keuze van de zwaluwfoto’s wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de verschillende aspecten van de soort, zoals het vliegbeeld, gedrags- en geslachtskenmerken, juveniele vogels, koptekeningen etc.
Overwinteren doen zwaluwen in Afrika; omdat ze in onze land in die tijd geen voedsel kunnen bemachtigen. Het zijn dan ook trekvogels pur sang. Zo vliegen ze hier tussen de koeien, de paarden en de schapen om enkele maanden later tussen de gnoes, de giraffes en de zebra’s hun maaltje bij elkaar te scharrelen.
Vanwege hun naamgeving hebben we aan deze groep ook de gierzwaluw en de nachtzwaluw toegevoegd. Deze beide soorten zijn evenwel niet verwant aan de echte zwaluwen. Ook onderling hebben ze geen verwantschap met elkaar. Wat ze, naast de naamgeving en de trekvogeldrang wel met elkaar gemeen hebben, is dat ze allemaal zijn aangewezen op vliegende insecten. Dorstige zwaluwen scheren met geopende snavel laag over het water. Het zijn echte luchtacrobaten.
Bij de keuze van de zwaluwfoto’s wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de verschillende aspecten van de soort, zoals het vliegbeeld, gedrags- en geslachtskenmerken, juveniele vogels, koptekeningen etc.