weekend excursie ameland 2022
Woord vooraf:
Het is bijna een traditie dat we jaarlijks voor onze weekendexcursie de oversteek maken naar het eiland Schiermonnikoog. Een enkele keer is echter gekozen voor een weekendtrip naar één van de andere Waddeneilanden, zoals Texel en Terschelling. Op Ameland, waar we dit jaar ons oog op hebben laten vallen, waren we nog niet eerder. Dit Friese eiland heeft vier idyllische dorpjes, te weten: Hollum, Ballum, Nes en Buren. Er wonen zo'n 3.700 mensen. Het eiland zelf is 25 km lang en maximaal 5 km breed. Op vrijdag 07 oktober moeten we vroeg uit de veren. We willen op tijd vertrekken om de oversteek met de veerboot naar Ameland te kunnen maken. We mikken op de boot van half 10. Dan heb je nog iets aan de dag. Onderweg horen we dat één van de gebroeders Lansink zich verslapen heeft en dat Jim met deze heren een boot later komt. Ook de gebroeders Hesselink komen een boot later. De andere 19 ontmoeten elkaar tijdig in Holwerd. Van daaruit is het circa 50 minuten varen naar Nes. Tussen het gezelschap zitten als steeds weer heel wat oudgedienden en de begroeting is allerhartelijkst.
|
Vrijdag 7 oktober:
Wanneer je met de boot de oversteek maakt naar de eilanden, vaar je nooit in een rechte lijn. Je moet immers van vaargeulen gebruik maken. De vaargeul naar Ameland is door allerlei “natuurlijke processen” al een tijdlang aan het verzanden. Er is intussen een nieuwe vaargeul ontstaan, die wel eerst dieper en breder moet worden gemaakt. Dat zal intussen zijn beslag hebben gekregen. Onderweg komen we uit tegenovergestelde richting de veerboot “Oerd” tegen, genoemd naar het bekende natuurgebied ’t Oerdt. Qua vogels is er vanaf het dek nog niet al te veel te zien. Wat zilver- en stormmeeuwen en een groepje eiders is de eerste oogst.
Het is bijna kwart voor tien als we aanmeren in Nes. Naar het fietsverhuurbedrijf is het een flink eind sjouwen met de bagage. Gelukkig wordt er links en rechts geholpen door deelnemers, die van huis uit een fiets hebben meegenomen. Als iedereen op het stalen ros zit, verlaten we de haven via de wadkant. Omdat het hoog water is, maken we meteen al kennis met een grote groep scholeksters met daartussen enkele bonte- en drieteenstrandlopers. Dat zijn alvast geen verkeerde soorten. Ook foerageren er diverse rotganzen en krakeenden op het wad.
Het is ongeveer 20 minuten fietsen naar ons verblijfadres; de Kienstra Hoeve. Deze groepsaccommodatie bevindt zich in het plaatsje Buren, waar we ons inkwartieren. We maken gebruik van het hoofdgebouw. Er is plek zat voor ieder van ons. De hoeve ligt nota bene aan de Willibrordusstraat. Schrijver dezes draagt al vanaf zijn geboorte deze voornaam. Hoe bijzonder is dat!
|
Onze vaste inkoopploeg is al snel op weg voor het inslaan van de benodigde boodschappen. De rest kijkt alvast in de buurt rond wat er zoal te zien valt. Ons oog valt al snel op een grote groep goudplevieren in één van de weilanden en in de verte zijn wulpen te horen. Daarna volgen een aantal huis-, tuin en keukensoorten.
Het waait weliswaar behoorlijk, maar het is zonnig. Het duurt niet lang voordat we buiten in de luwte gaan zitten voor het nuttigen van een heerlijk kopje koffie of thee. Nog voordat we aan onze oriënteringstocht beginnen, wordt door Theo en Jan N. onze Verenigingsvlag gehesen. Dat gebeurt deze keer geïmproviseerd, omdat er geen vlaggenmast beschikbaar is. Jim en de zijnen zijn intussen ook gearriveerd. Wat blijkt: Hij heeft zijn bagage laten liggen bij het fietsverhuurbedrijf. Tja, dat wordt “terugkachelen”. Wij hoeven echter niet op hem te wachten.
Onze eerste gezamenlijke stop is aan de wadkant. Dat is pakweg 500 meter van onze uitvalsbasis. We staan versteld hoeveel bergeenden er hier zijn. Overal waar je langs het water fietst vliegen ze op.
|
Bij de eerstvolgende stop valt ons oog op 2 kanoeten. Dat is niet bepaald een alledaagse soort. Ook een groenpoortruiter en 2 rosse grutto’s laten zich mooi bekijken. Verder zien we kleine groepjes bonte strandlopers, veel steenlopers, diverse wulpen en enkele tureluurs. Aan de kant zit een zilverplevier met een misvormde snavel. Natuurlijk worden links en rechts foto’s van deze soorten gemaakt. Een eindje verder zien we een juveniele lepelaar (te herkennen aan z’n roze snavel). Ook dat is geen dagelijkse kost.
We fietsen aanvankelijk oostwaarts en worden op enig moment geconfronteerd met vrij lopende en galopperende paarden. Best wel geinig om te zien. Bij een splitsing valt de groep uiteen; een aantal wil graag naar de visboer. Da’s nog best een eindje. Een ander deel fietst door over niet al te best berijdbare zandwegen. Onderweg komen we veel grote parasolzwammen tegen. Het aantal vogels hier, is marginaal. We horen een veldleeuwerik, zien graspiepers en koperwieken opkomen en er zijn wat kieviten te zien in de buurt van Nieuwlandsreid. Ook kan er nog een watersnip worden aangekruist.
Een veeboer omzeilt op een terreinmotor wat slenken en kijkt hoe het met het aanwezige vee is gesteld. We besluiten dwars door en over de duinen terug te fietsen richting Buren. Dat wordt uiteindelijk een pittige veldrit.
|
Eenmaal terug op de verharde weg worden gelukkig weer wat meer vogelsoorten gespot, zoals buizerd, torenvalk, tapuit, kneu, fazant, brandgans, knobbelzwaan en wederom veel goudplevieren. Wat opvalt is het grote aantal grauwe ganzen wat er overal te zien is. Ook vliegen er zo hier en daar nog boerenzwaluwen.
|
Langs de wadkant zitten logischerwijs veel scholeksters en op het wad zelf worden smienten, slobeenden, wintertalingen en pijlstaarten gespot. Het rijwielpad langs het wad ligt op sommige plekken bezaaid met kapotte schelpen. Dat is het werk van zilvermeeuwen, die het kunstje hebben geleerd om oesters al vliegend kapot te laten vallen op het wegdek om vervolgens de inhoud op te peuzelen. Dat hebben ze vast en zeker afgekeken van lammergieren. Een enkeling weet ook een krab buit te maken.
|
Pal tegen de wind in fietsen we aansluitend vele kilometers langs het water richting Ballum. Dat is zo hier en daar toch afzien. Her en der zijn nog meer zilverplevieren te zien, evenals de bekende steltlopertjes, waartoe deze keer ook bontbekplevieren. De gebruikelijke meeuwensoorten zijn hier echter in de meerderheid. Onderweg komen we - niet onverwacht - ook oeverpiepers tegen. Een rosse grutto staat er aan de wadkant zieltogend bij en overal vliegen wulpen op.
Na zeker 10 kilometer tegen de wind in te hebben gefietst en er geen zijweggetjes te bekennen zijn, klimmen we met fiets en al over een hek om aan de andere kant van de dijk op de binnendijkse route weer uit te komen. We fietsen - nu met de wind in de rug - terug richting Nes. Onderweg komen we ettelijke meerkoeten tegen. Langs de weg wordt opeens een vers dode Jan van Gent ontdekt. Het is een juveniel beestje, wat gezien de verdraaiing van de kop kennelijk gestorven is aan vogelgriep. Vlak bij de haven zijn verder meerdere groepjes witte kwikstaarten te zien.
|
Een poosje later zijn we terug bij ons verblijf en wordt alvast een dorstig voorschot genomen op de avond. Zo te zien is er ruim voldoende ingekocht. Daardoor duurt het niet lang voordat de tongriemen los raken. We horen onder andere dat Joop bij het beklimmen van een duin van de fiets is geduveld. Dat lag volgens hem overduidelijk niet aan vermoeidheid, maar aan de fiets. Helemaal bijzonder wordt het als ter sprake wordt gebracht dat iemand een vlieger voor een blauwe kiekendief heeft aangezien. En dan was er ook nog Marcel, die het bordje drijfzand negeerde om dichterbij een regenboog te komen!?!
Natuurlijk wordt de bekende koelkastlijst met de waargenomen soorten onder de loep genomen en aangevuld. Er blijkt een paapje te zijn gezien en ook is er een zwarte zee-eend gespot. Opvallend zijn opgemerkte soorten als groene- en zwarte specht. Er wordt zelfs een ijsgors gemeld, maar uit de gemaakte foto blijkt dat het om een sneeuwgors gaat. Ook geen verkeerde soort trouwens.
Na de warme maaltijd is er dan nog de terugtocht op de fiets. Het is maar goed dat we een aantal eilandkenners in de gelederen hebben, want anders zouden er een aantal compleet zijn verdwaald. Er volgt nog een lange nazit, waarbij de verhalen steeds sterker beginnen te worden. Een aantal is verstandig genoeg om op tijd te gaan slapen, maar de die-hearts zijn toch nog tot na enen opgebleven. Resteert nog de scorelijst van vandaag. Die eindigt op 72 soorten, waartoe ook deze tapuit.
|
‘s Avonds in Nes wordt ons een heerlijk buffet voorgeschoteld. Dat heeft Annemarie mooi voor ons geregeld. Het is best handig als er familie op het eiland woont. Na een dagje in de buitenlucht smaakt het bovendien - uiteraard samen met de andere geneugten des levens – extra lekker. Het wordt een gezellige boel en er wordt regelmatig geproost aan tafel.
|
Zaterdag 8 oktober:
Het merendeel van het gezelschap is al weer vroeg uit de veren. Een (te) korte nachtrust deert niet in een dergelijk weekend. Je kunt merken dat de meesten het ochtendritueel door en door kennen. De ontbijtspulletjes staan mooi op tafel uitgestald en iedereen kan pakken wat hij / zij wil. In de keuken staan de koekenpannen op het vuur en er worden heel wat eitjes gebakken, niet zelden gegarneerd met spek en of kaas. Ook wordt het fruit, de yoghurt en uiteraard koffie, thee en melk niet vergeten.
Vandaag staat een vogelexcursie op het programma onder leiding van Jan de Jong, een geboren en getogen Amelander, die al zijn hele leven verknocht is aan vogels. Zo monitort en observeert hij samen met collega-vogelaars al tientallen jaren de weidevogels op het eiland. In die hoedanigheid heeft hij o.a. meegewerkt aan de natuurfilm “Grutto”. Hoe passend is dat bij onze vereniging!
Klokslag 09.00 uur komt hij op de fiets “aangesjeesd”. Iedereen staat buiten reeds startklaar. Ook een neef van Annemarie sluit zich bij ons aan. Een huismus kijkt van de dakgoot op het 25-koppige gezelschap neer en in de verte is een regenboog te zien. Het miezert een beetje. Na te hebben kennis gemaakt, vertrekt het voltallige gezelschap. Onze eerste stop is de wadkant, waarbij heel even een licht buitje op ons neerdaalt. De regenkleding hoeft evenwel (nog) niet aan.
|
Jan de Jong krijgt boven op de dijk een spervuur aan vragen over zich heen. We willen immers graag iets meer weten over zijn weidevogelervaringen op het eiland. Hij verhaald desgevraagd over de gruttofilm, zijn nauwe band met Theunis Piersma (hoogleraar trekvogelecologie), het ringen van weidevogels en zijn dagelijkse fietstochtjes, waarbij alle aandacht gericht is op het vogelleven op het eiland. Weidevogels is zijn lust en zijn leven; Jan is kortom een gepassioneerd (weide)vogelaar.
We fietsen gezamenlijk naar de haven bij Nes, waar toch - zij het voor even - de regenjassen aan moeten. Het hagelt zelfs een beetje. Net als een dag eerder zijn hier wederom veel scholeksters te zien. Ook een aantal bonte- en drieteenstrandlopers foerageren er. En of het zo moet zijn, wordt ook een “gewone” grutto ontdekt. Zo laat nog in het seizoen; dat kan alleen maar een achterblijver zijn.
|
De regenkleding kan even later weer uit en met “de kop in de wind” vervolgen we onze fietstocht langs de wadkant. Het is stevig doortrappen, want nog altijd is het windkracht 5 / 6. Onderweg signaleren we weer bekende soorten als kok- storm- en zilvermeeuw, steenloper, wulp, scholekster, tureluur, zilverplevier, etc. etc. Zelfs een bruine kiekendief ontsnapt niet aan de aandacht.
|
Er doet zich een leuk moment voor als we het KNRM reddingsstation naderen. Twee zeehonden vinden dat langgerekte fietsgezelschap kennelijk zodanig leuk dat ze naar ons toe komen zwemmen. Eén ervan is nog een jonkie, die zich op nog geen 2 meter afstand laat portretteren. Het diertje laat zich van alle kanten gewillig op de gevoelige plaat vastleggen. Na dit amusante voorval parkeren we onze tweewielers bij het reddingsstation, komen de boterhammen tevoorschijn en worden enkele telescopen opgesteld. Ook hier zijn weer dezelfde soorten te zien als voorheen, aangevuld met een aantal eiders en een middelste zaagbek (mannetje in eclipskleed). Heel even laat ook een kleine strandloper zich zien.
|
Verder gaat het richting eindpunt van het eiland. Op de dijk is een kunstwerk aangebracht van twee reddingwerkers, die met een touw met elkaar zijn verbonden. De beelden zijn geplaatst in het kader van de eindoplevering van het laatste dijkvak op Ameland dat op Deltahoogte is gebracht. We bevinden ons intussen ter hoogte van Ballum.
Enkele kilometers verder worden de fietsen voor wat langere tijd gestald. We kijken uit op de zogeheten Feugelpôlle; een kwelder aan de zuidwestkust van Ameland. Het is een gebied aan zee dat bijna nooit overstroomt. Het is een belangrijke hoogwatervluchtplaats en tevens foerageer- en broedgebied voor duizenden vogels. Er valt hier dan ook van alles te zien. Wat te denken van: grote aantallen bergeenden, tureluurs, bonte strandlopers, scholeksters met daartussen onder meer 10-tallen lepelaars. Ook zien we diverse pijlstaarten, slobeenden, wintertalingen, smienten, rosse grutto’s, aalscholvers etc. etc. We hebben het aantal niet geteld, maar het waren er met elkaar enkele duizenden.
|
In de buurt van Hollum ronden we het eiland en fietsen aan de andere kant van het eiland terug richting Ballum. Onze natuurgids wil ons daar nog het Groene Strand laten zien. Het is een heel eind kachelen om er te komen. Onderweg worden er maar zeer weinig vogels opgemerkt. Zo hier en daar vang je het geluid op van een roodborst of een heggenmus en zie je wat zwarte kraaien, spreeuwen of meeuwen vliegen, maar dat is het dan wel.
Menigeen heeft zadelpijn als we aankomen bij het strandpaviljoen in Ballum. Daar stallen we onze fietsen en nemen we afscheid van Jan de Jong. Annemarie zegt hem hartelijk dank voor zijn rondleiding over het eiland en alle kennis die hij met ons wilde delen.
|
Bij het strandpaviljoen bevindt zich het Groene Strand, waar je een mooi uitzicht hebt op de kust en de duinen. In de jaren ‘90 zorgde een veranderende stroming in de Noordzee voor een transformatie in het gebied, wat geleid heeft tot een vruchtbare omgeving, waarbij flora en fauna hoogtij vieren. In het kader van Natura 2000 is dit deel thans aangewezen als een dynamiek natuurgebied. In het voorjaar en in de zomer zal het natuurhartje er ongetwijfeld harder gaan kloppen; nu echter was er op wat drieteenstrandlopers na, niet al te veel te zien. Wel konden we wederom die dag genieten van een heuse regenboog.
Zoals gebruikelijk valt de groep geleidelijk uiteen. Een aantal wandelt een eindje het gebied in, andere prefereren een terrasbezoek bij het strandpaviljoen en de rest stijgt wederom op het stalen ros om het eiland verder te gaan verkennen. Samensteller dezes komt er dan pas achter dat hij een lekke band heeft. Na een belletje met het fietsverhuurbedrijf wordt er al snel een nieuwe fiets gebracht. Wat een service!
Ieder van ons trekt er gaandeweg op uit en - net als op Schiermonnikoog - kom je elkaar ergens op het eiland vanzelf weer tegen. Zo ook nu. Zelf fietst ondergetekende terug naar de wadkant, waar op vogelgebied veel meer te beleven valt. Samen met nog enkele excursieleden noteren we ook nu weer de nodige steltlopers, waaronder kleine strandloper en bontbekplevier. Ook kleine zilverreigers worden er op het wad gespot.
Tussen een aantal basaltblokken treffen we een grote mantelmeeuw aan met een volledig bebloede kop. Het duurt even tot het tot ons doordringt dat deze grote meeuwensoort met kop en oren van een vers kadaver zit te vreten. Na van afstand wat foto’s te hebben gemaakt, hebben we het beestje met rust gelaten bij zijn bloederige maaltijd.
|
Terug op het “thuishonk” vernemen we onder het genot van een welverdiend drankje dat Theo aanvankelijk in visrestaurant Metz zijn bestelde kibbeling niet had gekregen. Toen dit duidelijk werd kreeg hij een K.B. 2.0, oftewel een dubbele portie kibbeling. Verder heeft een aantal van ons ‘s middags een visarend gespot bij de forellenvisvijvers “T Nijlân”. Door Johan zijn er foto’s van gemaakt. Henk laat weten dat er voor de liefhebbers, die het beestje hadden gemist, zondag om exact 09.00 uur een herkansing is op dezelfde locatie.
|
Serieuzer zijn de verdere aanvullingen op onze “koelkastlijst”, zoals dodaars, tafeleend, kuifeend, rietgors, zanglijster, holenduif, heggenmus en boomkruiper. Daarmee komt onze scorelijst op dag 2 op 89 soorten. Het is weliswaar wat magertjes, maar toch . . . . .
Tegen zessen zijn we weer uitgebreid wezen tafelen bij restaurant De Jong, waar we een dag eerder ook waren. Ook nu weer worden we onthaald op een heerlijk buffet met ijs na. Met de nodige drank erbij is het er minstens zo gezellig als op de vrijdag.
Al vele jaren achtereen wordt door samensteller dezes op de zaterdagavond een powerpoint verzorgd met een terugblik op onze weekendervaringen van een jaar eerder. Met de onontbeerlijke hapjes en de drankjes en niet te vergeten de eigen inbreng, wordt het een meer dan gezellige avond. De ingebouwde natuurquiz, die tussen onze coryfeeën Jan N. en Johan D. wordt gehouden, wordt uiteindelijk nipt beslist in het voordeel van eerstgenoemde. Een typisch Amelandse likeurtje (Nobel) valt ondergetekende ten deel.
Langzaam taaien de meesten daarna af, terwijl de die-hearts nog lang hebben zitten nagenieten. Ook wordt er veel gelachen. Men zegt immers dat dat gezond is
Zondag 9 oktober:
Hermie en Joop zijn dit keer, zoals vaker, het vroegst uit de veren. Zij zorgen ervoor dat het ontbijt kant en klaar op tafel staat. Alleen de eitjes moeten (nog) zelf worden gebakken. De 2 laatsten krijgen de “hond in de pot”, want alle brood blijkt op te zijn. Wellicht een puntje voor volgend jaar?! Met wat overgebleven spulletjes van een dag eerder komt alles uiteindelijk toch nog goed.
Annemarie, die het eiland goed kent, gaat met een grote groep wandelaars naar “de Eendenkooi”; een klein stukje buiten Buren. Het is de enige nog overgebleven en in werking zijnde eendenkooi op het eiland. De eendenkooi stamt uit 1705. Het wordt een mooie wandeling, waarbij onder meer koperwieken worden gezien, een veldleeuwerik wordt gehoord en een slechtvalk en een grote zilverreiger acte de présence geven. Ook wordt er even later nog een bokje gespot. Dat zijn allerminst verkeerde soorten.
|
Natuurlijk mag een koffiebezoek aan het restaurant “’t KoaikersHuus” niet ontbreken. Lekker in het zonnetje; wie doet je wat! Ook nu weer splitst de groep zich op; iets wat door iedereen op prijs wordt gesteld. Ieder kan en mag het weekend immers naar eigen inzicht en behoefte beleven.
Jos verkeert nog in het oefenstadium met zijn nieuwe camera. Waar mogelijk worden er dan ook foto’s gemaakt. In de onderhavige situatie zijn parasolzwammen het lijdende voorwerp. Het is mooi om te zien dat hij zich vol overgave op zijn nieuwe hobby stort.
|
Marcel en Rob lopen als het ware een buizerd tegen het lijf. Van de 100 buizerds, die je op deze manier tegenkomt gaan er meteen 99 op de wieken. Deze blijft echter rustig zitten en laat zich doodgemoedereerd van dichtbij fotograferen.
Jan G. en Johan zijn al snel met de telescopen aan de wadkant te vinden. Al die steltlopertjes op het wad kunnen ze nu eenmaal niet weerstaan. Zo kan ook de kluut als nieuwe lijstsoort worden genoteerd.
|
Zelf trekt ondergetekende er in het begin alleen op uit. Voor volgend jaar moet er natuurlijk wel weer een nieuwe presentatie worden gemaakt. In Nes wordt op een hoekwoning een bijzonder plaatje gemaakt van een heel regiment Turkse tortels. Aan de wadkant gebeurt hetzelfde, maar dan met scholeksters. Samen met steenlopers barricaderen ze als het ware het wegdek. Voorzichtig er langs fietsen zonder ze te storen, lukt helaas niet (helemaal).
Terug bij ons verblijf is Hannie aan het breien. Ze heeft een lekker bruin kleurtje. Dat is te danken aan een bezoekje aan het Noordzeestrand. Lekker uitwaaien en genieten van de zon. Langzaamaan komt iedereen binnen, wordt het verblijf netjes achtergelaten, wordt de bagage opgehaald en leveren we onze huurfietsen in. We zijn aan de vroege kant; het is dus nog even wachten op de veerboot. Weliswaar verscholen achter de zonnebril doet Sylvia intussen een klein dutje. Het is immers een intensief weekend geweest. Het heerlijke zonnetje van dat moment draagt daar waarschijnlijk ook aan bij.
|
En dan zit daar opeens een prachtig mannetje eider, die zich aan de wadkant mooi laat portretteren. Met een lange lens is er soms toch veel mogelijk. Het beestje laat zich de aandacht van een 3-tal excursieleden zonder problemen welgevallen. Bij de haven volgt aansluitend nog een ontmoeting met onze natuurgids van een dag eerder. Het is leuk om informatie uit te wisselen met elkaar. Onderwijl wordt ter plekke nog een putter en een witte kwik op de gevoelige plaat vastgelegd.
|
Op de terugweg naar Holwerd is ieder van ons op het buitendek te vinden. Het weer is voortreffelijk. Het is mooi om te zien hoe de meeuwen bij elke golfslag zitten te wachten om vis buit te maken. Halverwege de terugreis zien we zelfs van dichtbij hoe een zeehond over een zandplaat schuifelt. Natuurlijk laten de fotografen dit tafereeltje niet zomaar aan zich voorbij gaan. Vanwege het lage water duurt de tocht bijna een kwartier langer dan normaal en worden we nog net door de snelboot ingehaald.
|
Hiermee komt een eind aan een mooi weekend, waarbij we van alles hebben meegemaakt en kunnen we er mogelijk weer een jaartje tegen. We nemen hartelijk afscheid van elkaar. Oh ja; we hebben net de 100 soorten niet gehaald. De scorelijst bleef uiteindelijk namelijk steken op 98!
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Rob Zonder, Sylvia Schepers, Johan Drop en Wim Wijering Nawoord:
Geheel onverwacht is één van onze vaste excursiegangers naar de Waddeneilanden, te weten Alphons Leus, ons zeer recent op 78-jarige leeftijd ontvallen. Een laatste groet en een laatste foto vanuit Ameland voor jou Ceciel. Heel veel sterkte gewenst bij dit zware verlies.
|