vogeltrektelling 17 oktober 2020
Inleiding:
Vanwege het corona-virus heeft onze weekendexcursie naar Schiermonnikoog van 16 tot en met 18 oktober helaas geen doorgang kunnen vinden. Mede hierdoor ontstond spontaan het initiatief om hiervoor in de plaats een vogeltrektelling te houden en wel op zaterdag 17 oktober. Omdat ook wij ons aan de voorschriften willen houden, mochten hieraan jammer genoeg maar 4 verenigingsleden deelnemen. Noodgedwongen is hiervan dan ook geen verenigingsactiviteit gemaakt. Jan Nijmeijer, Marcel Grunder, Marianne oude Tijdhof en Wim Wijering deden er aan mee. Als vanouds betrof de tellocatie het uitkijkpunt bij de Sterrenwacht in Lattrop. Het tellen gebeurde van 07.30 tot 13.00 uur.
Vanwege het corona-virus heeft onze weekendexcursie naar Schiermonnikoog van 16 tot en met 18 oktober helaas geen doorgang kunnen vinden. Mede hierdoor ontstond spontaan het initiatief om hiervoor in de plaats een vogeltrektelling te houden en wel op zaterdag 17 oktober. Omdat ook wij ons aan de voorschriften willen houden, mochten hieraan jammer genoeg maar 4 verenigingsleden deelnemen. Noodgedwongen is hiervan dan ook geen verenigingsactiviteit gemaakt. Jan Nijmeijer, Marcel Grunder, Marianne oude Tijdhof en Wim Wijering deden er aan mee. Als vanouds betrof de tellocatie het uitkijkpunt bij de Sterrenwacht in Lattrop. Het tellen gebeurde van 07.30 tot 13.00 uur.
Afgaande op de telgegevens van onze Eurobirdwatchtelling op 03 oktober j.l. in Saasveld kan er in 2 weken tijd behoorlijk veel veranderen in het luchtruim. Toen voerde de spreeuw met grote groepen de lijst aan en werden er nog redelijk veel boerenzwaluwen op doortrek waargenomen. Deze laatste soort werd nu nog wel gezien, maar het betrof slechts enkele exemplaren. Deze keer was het de houtduif, die de gelederen aanvoerde en de spreeuw verdrong van de 1e naar de 2e plek, direct daarna gevolgd door de kolgans, die de week voorafgaand aan de telling nog massaal doortrok. Ook de eerste groepen koperwieken en kramsvogels lieten zich zien, maar nog niet in grote aantallen. Vanwege her rustige herfstweer “hingen” er echter ook verschillende vogelsoorten in de buurt rond.
De weersomstandigheden en de eerste soorten:
De eerste 3 tellers waren reeds voor “zonsopkomst” ter plaatse. Uiteraard werden er ook meteen opnames gemaakt. Vroege soorten als roodborst, winterkoning, merel, heggenmus, winterkoning en fazant konden meteen al op geluid worden gedetermineerd, even later gevolgd door vink, tjiftjaf, waterhoen, boomklever en blauwe reiger. Bij zonsopkomst vloog er zelfs een vleermuis voorbij. Het is aannemelijk dat het een watervleermuis betrof, omdat het beestje zich liet zien boven het water van de gekanaliseerde Dinkel. Geleidelijk kwamen ook de houtduiven, de kolganzen en de kauwtjes tevoorschijn, die langzaamaan grotere groepen begonnen te vormen. |
En dat alles bij aanvankelijk een zwaar bewolkte hemel en een temperatuur van om en nabij de 6 ° C. Hoewel deze temperatuur wat aan de lage kant was voor de tijd van het jaar, voelde het niet echt koud aan. Er was nauwelijks sprake van wind, die uit noordwestelijke richting kwam. De temperatuur liep die ochtend niet veel verder op dan tot 12 ° C, maar het voelde beduidend warmer toen de zon na verloop van tijd doorbrak. De jassen gingen op dat moment dan ook al snel uit. Niet zoals enkele dagen eerder, konden we echter op deze ochtend spreken van spectaculair trekweer.
Bij elke telling de laatste jaren valt steevast op dat er nogal wat blauwe reigers (we telden er 8) in de buurt rondzwerven. Het is duidelijk te merken dat deze soort wel vaart bij de zachte winters van de afgelopen jaren. Relatief vroeg werd ook de eerste grote zilverreiger waargenomen. Daarvan kregen we er in de loop van de ochtend in totaal 4 te zien.
|
De resultaten en de wetenswaardigheden:
Al met al telden we op de 17e oktober zo’n 2394 vogels, verdeeld over het niet onverdienstelijke aantal van 58 / 59 soorten. De hoogste aantallen werden – als te doen gebruikelijk – behaald in de eerste 3½ uur. Zoals gezegd werd de scorelijst aangevoerd door de houtduif, waarbij sprake was van zowel doortrek als rondzwervende groepen. Een soort als de vink sprokkelde met kleine aantallen uiteindelijk 111 exemplaren bij elkaar en eindigde op de 4e stek. In de regel hoort een dergelijke soort medio oktober thuis in de top drie. Spreeuw, niet geheel verrassend en kolgans gingen de vink deze keer evenwel voor. |
Van verwachte roofvogeltrek was op onze telplek niet echt sprake. Met 15 buizerds, 8 sperwers en 2 torenvalken was de “roofvogelkoek” gauw op, alhoewel aan het eind van de telling een “thermiekende” rode wouw met in z’n kielzog 4 buizerds, ons vogelhartje toch nog even wat sneller deed kloppen. In dit verband zij opgemerkt dat in de dagen hiervoor (met name in de periode van 14 tot en met 16 oktober) er sprake was van enorme buizerdtrek. Op 15 oktober j.l. werden ter illustratie bij de trektelpost van de Oelemars in Losser maar liefst 1793 overtrekkende buizerds geturfd! Ook vanuit de kustgebieden worden momenteel nog steeds veel overtrekkende buizerds gemeld.
Dat de noordelijke lijsterachtigen ons land weer aandoen, is aan de scorelijst eveneens te zien. Koperwiek en kramsvogel prijken namelijk beide op de “top 10 lijst” met respectievelijk de 8e en de 10e plaats. Zij nemen binnenkort de plaats in van zowel de zang- als de grote lijster, waarvan we er nog respectievelijk 19 en 4 konden noteren. Ook werden er 2 kepen gesignaleerd met waarschijnlijk een Scandinavische oorsprong. Dat laatste geldt in zeker zin ook voor de 9 roodborstjes, die we op locatie konden noteren. Geregeld lieten ze, net als de tjiftjaf, bovendien hun zang nog horen.
|
De locatie bij de Sterrenwacht is meestal ook goed voor één of meerdere ijsvogels. Dit keer werd er een exemplaar ontdekt door “Jan van het Groene spoor”, die er op “uitgestuurd” werd om aan weerszijden van onze uitkijkpost de watergangen te inspecteren.
De “KLM” kwam ook die ochtend nog enkele keren voorbij met in totaal 9 knobbelzwanen. Nochtans was het aantal watervogels op deze ochtend gering. Er konden slechts 16 wilde eenden worden aangekruist met daarnaast 6 waterhoentjes, 3 meerkoeten en 1 overvliegende watersnip. Een groep van 101 overvliegende kieviten deed ons weidevogelhartje evenwel goed. De hoop op massaal overtrekkende ganzen werd niet geheel bewaarheid, mede omdat er enkele dagen eerder sprake was van enorme ganzentrek. We telden evenwel toch nog 225 kolganzen, 32 grauwe ganzen en 9 rietganzen (waarschijnlijk toendrarietganzen). Daarnaast konden er vanwege de te grote afstand 105 ganzen niet op naam worden gebracht. Een juveniele kolgans, die zich geruime tijd bij de poel in het Beneden Dinkeldal ophield, liet zich mooi bekijken.
|
Onze kleine zangertjes maakten wederom driftig gebruik van hun geliefde trekroute; de bosschages onder en langs de gekanaliseerde Dinkel. Deze keer waren het met name tjiftjafs, alsmede pimpel- en koolmezen die onze teldrift danig op de proef stelden. Vooral de pimpel met 60 exemplaren scoorde hoog en eindigde daarmee op een verdienstelijke 9e plaats. Dit in tegenstelling tot de koolmees met “slechts” 42 getelde exemplaren. Er scharrelden verder ook zeker 22 tjiftjafs aan ons gezichtsveld voorbij.
|
Alhoewel we aanvankelijk dachten dat er in de buurt slechts een 3 tot 4-tal gaaien heen en weer vlogen, moesten we die mening uiteindelijk herzien en noteerden we al met al toch nog 16 gaaien. Qua gorzen was het wat magertjes deze keer. Het bleef bij 2 rietgorzen, alsmede een vrouwtje geelgors. Over de laatste soort, die zich een tijdje ophield in een kaal boompje, werd stevig gediscussieerd, omdat ook andere (zeldzame) soorten als mogelijkheid werden genoemd. Jammer genoeg hebben we het beestje niet fotografisch kunnen vastleggen om aan alle twijfel direct een eind te maken.
|
De locatie leent zich in de regel ook voor meerdere spechtensoorten. We telden deze keer 4 groene spechten, 8 grote bonte spechten en zelfs een zwarte specht. Naast de doortrek van de gewone vink hebben we ook kunnen genieten van andere vinkachtigen, zoals 90 sijzen, 43 putters, 5 kneutjes, 2 goudvinken en 2 groenlingen. Verder lijkt ons de waarneming van 5 late boerenzwaluwen en 4 witte kwikstaarten eveneens de moeite van het vermelden waard.
De soorten en aantallen:
Onderstaand overzicht maakt duidelijk wat er bij de Sterrenwacht gezien en gehoord werd.
Onderstaand overzicht maakt duidelijk wat er bij de Sterrenwacht gezien en gehoord werd.
Tot slot:
We kunnen terugzien op een redelijk geslaagde telochtend, waarbij we ons allesbehalve verveeld hebben. De ochtendtellingen worden namelijk ook graag benut voor het uitwisselen van natuurervaringen. De charme van het vogels kijken, gecombineerd met het even lekker bijkletsen, blijkt al jaren een goede “combi” te vormen. Rest nog de vermelding dat op locatie ook een kleine vuurvlinder en een hoornaar werden waargenomen. Dat zijn weliswaar geen vogels, maar vliegen doen ze wel.
We kunnen terugzien op een redelijk geslaagde telochtend, waarbij we ons allesbehalve verveeld hebben. De ochtendtellingen worden namelijk ook graag benut voor het uitwisselen van natuurervaringen. De charme van het vogels kijken, gecombineerd met het even lekker bijkletsen, blijkt al jaren een goede “combi” te vormen. Rest nog de vermelding dat op locatie ook een kleine vuurvlinder en een hoornaar werden waargenomen. Dat zijn weliswaar geen vogels, maar vliegen doen ze wel.
Tekst en foto’s Wim Wijering