vogelexcursie engbertsdijksvenen2021
Zondag 24 april staan 32 personen om 9.00 uur klaar om vanuit Weerselo naar Kloosterhaar, de Engbertsdijksvenen, te vertrekken. Er hangt een verwachtingsvolle spanning. De verrekijkers en fototoestellen zijn omgehangen of op de schouders gelegd. Het is droog en bewolkt; de wind is stevig.
We gaan het gebied binnen via boerderij ’t Huisken van Staatsbosbeheer.
De excursie wordt geleid door Peter van den Akker. Peter kent het gebied goed. Hij heeft vele jaren broedvogelonderzoek en vogeltellingen gedaan. De komende jaren zal hij onderzoek doen naar de blauwe kiekendief. Vorig jaar winter zijn 50 kiekendieven geteld; afgelopen winter waren het er 25. De blauwe kiekendief is een grondslaper en komt alleen naar dit gebied om te slapen op de Kern. Dit stukje hoogveen wordt door hen kennelijk als veilig beschouwd.
De excursie wordt geleid door Peter van den Akker. Peter kent het gebied goed. Hij heeft vele jaren broedvogelonderzoek en vogeltellingen gedaan. De komende jaren zal hij onderzoek doen naar de blauwe kiekendief. Vorig jaar winter zijn 50 kiekendieven geteld; afgelopen winter waren het er 25. De blauwe kiekendief is een grondslaper en komt alleen naar dit gebied om te slapen op de Kern. Dit stukje hoogveen wordt door hen kennelijk als veilig beschouwd.
Meteen bij de start maakt Peter ons attent op de zang van de zwartkop. We zien het vogeltje niet. Het geluid lijkt een beetje op dat van de roodborst. Het verschil zit voornamelijk in de laatste tonen van het lied. Terwijl we aandachtig luisteren trekt de grote bonte specht de aandacht met zijn kenmerkende golvende vlucht
We wandelen verder over de dijk die de hoogveenkern scheidt van het afgegraven deel. Links het afgegraven deel, waterrijk met onder andere bies, wollegras en riet; rechts het oorspronkelijke hoogveengebied met pijpenstrootje en gagel.
Dit is een van de weinige hoogveengebieden die Nederland nog kent. Het ontstond 10.000 jaren geleden toen het ijs smolt, de grondwaterstand hoog werd en de temperatuur steeg.
Sinds 1953 is dit gebied in beheer van Staatsbosbeheer. Waar nu pijpenstrootje staat werd voorheen boekweit geteeld.
Staatsbosbeheer en de Provincie Overijssel hebben, in het kader van Natura 2000 waartoe dit gebied ook is aangewezen, een plan ontwikkeld om de grondwaterstand te verhogen, zodat het hoogveen weer levend veen wordt en aangroeit. Daarmee verdwijnt het pijpenstrootje en komen de bij het hoogveen behorende beplanting terug.
Sinds 1953 is dit gebied in beheer van Staatsbosbeheer. Waar nu pijpenstrootje staat werd voorheen boekweit geteeld.
Staatsbosbeheer en de Provincie Overijssel hebben, in het kader van Natura 2000 waartoe dit gebied ook is aangewezen, een plan ontwikkeld om de grondwaterstand te verhogen, zodat het hoogveen weer levend veen wordt en aangroeit. Daarmee verdwijnt het pijpenstrootje en komen de bij het hoogveen behorende beplanting terug.
In het linkerdeel is in 2020 begonnen met het verwijderen van boomopslag, zodat dit gebied dat vooral in de 19e eeuw voor turfwinning is afgegraven, meer open wordt voor watervogels en weidevogels. Laatstgenoemde zijn in het omringende land vrijwel verdwenen door intensieve landbouw. Onderdeel van het ontwikkelingsplan is ook om de grondwaterstand in het gebied eromheen te verhogen. Dit betekent een samenwerking met veel actoren, zoals boeren, burgers, gemeenten, waterschap, natuur- en milieuorganisaties. Daarmee zal het plan een lange ontwikkeling kennen
Onderweg wijst Peter ons op de rietgors en de graspieper. In de linker berm staat de eerste keverorchis in knop.
|
Hoog boven onze hoofden scheren de boerenzwaluwen. Een buizerd cirkelt op de thermiek. Hier en daar steken oren van reeën boven de pijpenstrootjes uit. Als we op onze weg een hek vinden waar we onder toezicht van Peter overheen mogen, horen we dat er drie paartjes kraanvogels gesignaleerd zijn, waarvan er een waarschijnlijk broedt. Op het water dobberen, links in de verte, wilde eenden, kokmeeuwen en wintertalingen. Bij onze voeten zien we sporen van wilde zwijnen. Iemand roept: ik zie een blauwborst. Alle verrekijkers wijzen opeens een kant op
|
We passeren een plas met grauwe ganzen en dan kunnen we een tijdje van dichtbij een biddende boomvalk bekijken. Wat een vliegkunst. Als we omkijken zit daar, redelijk dichtbij, een gele kwikstaart op een paal. Door de verrekijker van Jan ziet de kwik er prachtig uit. Je ziet dat hij z’n best moet doen om op de paal te blijven zitten. De wind blaast zijn veren deels omhoog.
De stevige wind, zo horen we, is de reden dat we minder vogels zien dan er normaal te zien zouden zijn. Een teleurstelling is dat niet. Elke vogel wordt met enthousiasme begroet, bekeken en besproken.
Verder lopend komen we in het gebied dat het walhalla van de vogels wordt genoemd. Heide met bomengroepen. Rechts graast een kleine kudde geiten. Ook jonge eikenblaadjes staan op het menu.
De stevige wind, zo horen we, is de reden dat we minder vogels zien dan er normaal te zien zouden zijn. Een teleurstelling is dat niet. Elke vogel wordt met enthousiasme begroet, bekeken en besproken.
Verder lopend komen we in het gebied dat het walhalla van de vogels wordt genoemd. Heide met bomengroepen. Rechts graast een kleine kudde geiten. Ook jonge eikenblaadjes staan op het menu.
In een gagelstruik wordt een roodborsttapuit gespot. Een opvallend geluid blijkt van de boomleeuwerik te zijn. We zien het vogeltje vanuit de boom al kwinkelerend lijnrecht en hoog de lucht in vliegen.
Even verderop, is het enthousiasme groot als het paapje, de kneu en de geelgors zich laten zien in het struweel.
Uit diverse hoeken klinken kreten als: kijk….de boompieper, de fitis, grasmus, oh het is een koolmees, merel natuurlijk, tjiftjaf hoor je, een vink……
Uit diverse hoeken klinken kreten als: kijk….de boompieper, de fitis, grasmus, oh het is een koolmees, merel natuurlijk, tjiftjaf hoor je, een vink……
Iets meer bij de bodem wordt de citroenvlinder en het groentje waargenomen en vastgelegd
Na al dit moois lopen we langzaam terug naar het startpunt, ’t Huisken, waar we onze auto’s of fietsen op zoeken, afscheid nemen en voldaan huiswaarts keren.
Voordat we in de auto ‘s stappen worden nog wat foto’s uitgewisseld en bekeken.
Het blijkt dat er met 36 soorten ook op ooghoogte heel wat kleurrijks wiekte. Gezien de wind een bijzonderheid maar zeer de moeite waard om hier nog even te delen.
Voordat we in de auto ‘s stappen worden nog wat foto’s uitgewisseld en bekeken.
Het blijkt dat er met 36 soorten ook op ooghoogte heel wat kleurrijks wiekte. Gezien de wind een bijzonderheid maar zeer de moeite waard om hier nog even te delen.
Tekst: Mieke van Teeffelen
Foto’s: Rob Zonder, Johan Drop, Mieke van Teeffelen.
Foto’s: Rob Zonder, Johan Drop, Mieke van Teeffelen.