vinken
In deze fotorubriek beperken we ons tot de vinkachtigen, die in Europa voorkomen en waarvan foto’s voorradig zijn. Vinken zijn vaak kleine gedrongen vogels, die niet zelden in een golvende vlucht kunnen worden waargenomen. Een opvallend kenmerk van de vink is de snavel, welke geschikt is voor het voedsel wat ze eten, namelijk zaden. Vinken zijn dus echte zaadeters. Bij deze groep komen opmerkelijke snavelvormen voor. De appelvink bijvoorbeeld bezit een zware snavel, waarmee hij grote pitten kan kraken. De kruisbek daarentegen is uitgerust met een gekruiste snavel, waarmee hij kans ziet zaden uit dennenappels te peuteren. Het overgrote deel van de vinken heeft echter een snavelvorm, die geschikt is voor het consumeren van allerlei (kleine) zaden. Een aantal van deze snavelvormen komen goed tot hun recht op een aantal close-up foto’s. Dat is vooral goed te zien bij een aantal Scandinavische soorten, zoals de haakbek, de grote kruisbek en de witbandkruisbek.
Veel soorten trekken en foerageren in grote groepen, zoals sijzen, kepen en kneus. De vinken behoren tot de zangvogels. Bekende zangers in deze familie zijn vink, kneu en Europese kanarie. Diverse vinken hebben een weinig opvallend verenkleed, zoals de groenling. Aan de hand van de foto’s kunt u zelf beoordelen dat er ook zeer kleurrijke soorten bestaan, zoals de goudvink en zijn grotere broer, de Noordse goudvink. Meer dan de helft van de getoonde soorten zijn vogels, die in ons land broeden. In deze rubriek treft u ook de sneeuwvink aan, die niet tot de familie vinken behoort. De soort is nauw verwant aan de mussen. Nochtans hebben wij gemeend de sneeuwvink vanwege zijn naamgeving toch in deze rubriek op te nemen. Ook het Sint-Helenafazantje, van origine een tropische vogel, hoort in feite niet in deze rubriek thuis. Er leven van deze soort evenwel verwilderde populaties in Zuid Europa.