tuinvogeltellimng 2022
1. Woord vooraf
De Nationale Tuinvogeltelling werd dit jaar voor de 19e keer in Nederland gehouden en wel in het weekend van 28 tot en met 30 januari j.l. De telling werd als te doen gebruikelijk georganiseerd door Vogelbescherming Nederland, samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. Dankzij deze landelijke telling, waaraan in principe iedereen, die dat leuk vindt, kan meedoen, komen we steeds meer te weten welke vogels en in welke aantallen er in de winter in Nederlandse tuinen voorkomen. Ook wordt steeds meer duidelijk op welke wijze de vogels heden ten dage van de vele voederplekken in tuinen - ten tijde van voedselschaarste - gebruik maken. Met al deze informatie kunnen vogels in al hun verscheidenheid beter worden geholpen en beschermd. |
Het is verheugend te constateren dat er heel veel geïnteresseerde mensen aan dit jaarlijks terugkerende vogelkijkfestijn meedoen. Dit jaar waren dat in het gehele land 170.408. Ten opzichte van een jaar eerder waren dat er overigens minder. Toen bleef de teller namelijk staan op 198.179. Twee jaar geleden deden er naar verluidt “maar” 90.264 deelnemers mee.
|
Het al geruime tijd ontbreken van winters weer zal, in combinatie met het geringere aantal tellers, ook het aantal getelde vogels hebben beïnvloed. Dit jaar stonden op de eindscorelijst 2.402.212 getelde vogels. Een jaar eerder leverde dat het enorme aantal van 2.759.139 vogels op! Jaargang 2020 was indertijd goed voor 1.581.156 gevleugelde vrienden. Het ene jaar is immers het andere niet. Als het beduidend kouder zou zijn geweest, zouden we ongetwijfeld meer wintergasten hebben mogen begroeten. Nu waren wintergasten als kramsvogel, koperwiek, sijs en keep slechts mondjesmaat aanwezig.
|
Ook dit jaar zullen de coronamaatregelen een rol hebben gespeeld bij de deelname(bereidheid. De aandacht voor de natuur en met name vogels staat kennelijk nog steeds op een hoog peil. Ter illustratie: In 2018 en 2019 deden er beduidend minder deelnemers mee. Respectievelijk 65.030 en 77.316 deelnemers, die achtereenvolgens goed waren voor 1.010.756 en 1.271.486 getelde vogels.
De deelnemers telden ook dit jaar weer vanuit huis of op zichtafstand van de woning. Het zal duidelijk zijn dat de gegevens uit stad en dorp danig kunnen verschillen met die van het platteland..
De deelnemers telden ook dit jaar weer vanuit huis of op zichtafstand van de woning. Het zal duidelijk zijn dat de gegevens uit stad en dorp danig kunnen verschillen met die van het platteland..
2. De landelijke top 25
Onderstaand het overzicht van de landelijke top 25. Ter vergelijking zijn de gegevens van 2021 en 2022 naast elkaar gezet.
Onderstaand het overzicht van de landelijke top 25. Ter vergelijking zijn de gegevens van 2021 en 2022 naast elkaar gezet.
Toelichting: Te zien is dat de merel, ten koste van de pimpelmees, is teruggekeerd in de top 3. Dat betekent een goed startmoment in het “Jaar van de Merel”. Wat verder opvalt is dat soorten als groenling, roodborst en staartmees een aantal plaatsjes op de ranglijst zijn gezakt. Bij de groenling kan de ziekte ‘het geel” een rol hebben gespeeld, zoals in het recente verleden het “usutuvirus” bij de merel. Voor de rest hebben zich geen al te grote verschuivingen voorgedaan.
3. Tellers, locatie en vogels in Noordoost Twente
Onderstaand allereerst de schema’s van alle 4 gemeenten in Noordoost Twente voor wat betreft het aantal tellers dat heeft meegedaan, het aantal tellocaties en het aantal vogels. Ter vergelijking zijn ook de gegevens uit 2021 vermeld. Bij de gemeentes Dinkelland en Tubbergen wordt per woonkern ook het aantal soorten aangegeven. |
Toelichting: Het aantal deelnemers liep in de gemeente Dinkelland terug met 51. Dat vertaalt zich ook naar het aantal locaties (- 32) en minder getelde vogels (- 82). Met name in Rossum werd een aanzienlijke veer gelaten, terwijl Agelo er beduidend op vooruitging.
Toelichting: Ook in Tubbergen liep het aantal tellers terug (- 60). Dat vertaalt zich ook naar het aantal locaties (- 20) en aanzienlijk minder getelde vogels (- 980). Dat laatste was met name het geval in Reutum, Harbrinkhoek en Mander.
Toelichting: Losser was dit jaar het heertje. Zowel het aantal tellers, locaties als vogels scoorden beter dan een jaar eerder. Vooral in Losser zelf deden er veel meer mensen mee wat meteen ook veel meer vogels opleverde.
Toelichting: Ook in Oldenzaal liepen de aantallen terug. Er werden hier 342 minder vogels geteld dan een jaar eerder.
4. Top 8 in Noordoost Twente:
We hebben er dit jaar - in tegenstelling tot de voorgaande twee jaren - niet voor gekozen om alle gegevens van Noordoost Twente tot in detail uit te werken. Het uitzoeken van de gegevens van alle tellocaties in Noordoost Twente is namelijk monnikenwerk. Het zou een stuk eenvoudiger zijn geweest als hiervoor een geschikt programma aanwezig zou zijn geweest. Wel kunnen we u de top 8 van de 4 gemeenten in Noordoost Twente laten zien. Dat ziet er als volgt uit: :
4. Top 8 in Noordoost Twente:
We hebben er dit jaar - in tegenstelling tot de voorgaande twee jaren - niet voor gekozen om alle gegevens van Noordoost Twente tot in detail uit te werken. Het uitzoeken van de gegevens van alle tellocaties in Noordoost Twente is namelijk monnikenwerk. Het zou een stuk eenvoudiger zijn geweest als hiervoor een geschikt programma aanwezig zou zijn geweest. Wel kunnen we u de top 8 van de 4 gemeenten in Noordoost Twente laten zien. Dat ziet er als volgt uit: :
Toelichting: Waarschijnlijk zouden de Turkse tortel en de ekster de top 10 hebben vervolmaakt, maar - zoals gezegd - is niet alles handmatig geteld. Alle genoemde soorten komen ook in de landelijke top 10 voor, met overal de huismus als onbetwiste koploper en de koolmees als een goede tweede .
5. De deelname vanuit de gemeenten Dinkelland en Tubbergen
We beperken ons dit jaar tot de gedetailleerde gegevens van alle 25 woonkernen in de gemeenten Dinkelland en Tubbergen. Veruit de meeste (jeugd)leden en donateurs van onze vereniging wonen hier immers.
In Dinkelland hebben in totaal 258 deelnemers / gezinnen meegedaan aan de landelijke telling Zij telden al met al 6674 vogels. In Tubbergen lagen die aantallen op 168 deelnemers en 3681 getelde vogels. Bij elkaar opgeteld waren dat derhalve 426 tellers en 10.355 vogels. Aan de oproep binnen de eigen gelederen om mee te doen is ongetwijfeld gehoor gegeven. Mooi om te vermelden is dat in Ootmarsum basisschool de Meander ook aan het televenement heeft meegedaan, net als de Willibrordschool in Noord Deurningen en de Alphonsusschool in Mariaparochie.
We beperken ons dit jaar tot de gedetailleerde gegevens van alle 25 woonkernen in de gemeenten Dinkelland en Tubbergen. Veruit de meeste (jeugd)leden en donateurs van onze vereniging wonen hier immers.
In Dinkelland hebben in totaal 258 deelnemers / gezinnen meegedaan aan de landelijke telling Zij telden al met al 6674 vogels. In Tubbergen lagen die aantallen op 168 deelnemers en 3681 getelde vogels. Bij elkaar opgeteld waren dat derhalve 426 tellers en 10.355 vogels. Aan de oproep binnen de eigen gelederen om mee te doen is ongetwijfeld gehoor gegeven. Mooi om te vermelden is dat in Ootmarsum basisschool de Meander ook aan het televenement heeft meegedaan, net als de Willibrordschool in Noord Deurningen en de Alphonsusschool in Mariaparochie.
Met het systeem van Vogelbescherming Nederland, waarbij ook meteen de afbeeldingen van de soorten te zien zijn, viel bij het invoeren van de telgegevens prima te werken. Prettig is ook dat men na invoering meteen kan zien wat er in de buurt zoal is waargenomen.
6. Top 25 Dinkelland en Tubbergen
A. Gemeente Dinkelland
De resultaten van de gemeente Dinkelland - voor wat betreft de soorten en de aantallen - zijn hieronder per kerkdorp, buurtschap of stad nader uitgewerkt. Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt:
Wlo = Weerselo, Ros = Rossum, Sv = Saasveld, Drn = Deurningen, Oot = Ootmarsum, Oo = Oud Ootmarsum, Dk = Denekamp, Ag = Agelo, Til = Tilligte, ND = Noord Deurningen, , L/B = Lattrop Breklenkamp, Nu = Nutter
A. Gemeente Dinkelland
De resultaten van de gemeente Dinkelland - voor wat betreft de soorten en de aantallen - zijn hieronder per kerkdorp, buurtschap of stad nader uitgewerkt. Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt:
Wlo = Weerselo, Ros = Rossum, Sv = Saasveld, Drn = Deurningen, Oot = Ootmarsum, Oo = Oud Ootmarsum, Dk = Denekamp, Ag = Agelo, Til = Tilligte, ND = Noord Deurningen, , L/B = Lattrop Breklenkamp, Nu = Nutter
Naast de top 25 soorten werden In de gemeente Dinkelland nog eens 32 andere soorten gespot. Het betrof achtereenvolgens:
Verder werden in Dinkelland 13 vogels niet herkend.
B. Gemeente Tubbergen
De resultaten van de gemeente Tubbergen - voor wat betreft de soorten en de aantallen - zijn hieronder per kerkdorp / buurtschap eveneens nader uitgewerkt. Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt: Afkortingslijst: Tb = Tubbergen, , Re = Reutum, Fl = Fleringen, Al =- Albergen, Hh = Harbrinkhoek, MP = Maria Parochie, Ge = Geesteren, , Lv = Langeveen, Mv = Manderveen, Ma = Mander, Vas = Vasse, HZ = Hezingen en Haa = Haarle |
Uiteraard werden er in Tubbergen ook allerlei andere soorten waargenomen; om precies te zijn 28. Dat lijstje zag er als volgt uit:
Bij de verwerking van de gegevens kwam duidelijk naar voren dat in verreweg de meeste tuinen soorten als koolmees, pimpelmees, roodborst, merel en heggenmus voorkomen. Dit zijn dan ook uitgesproken tuinvogels. Bij kool- en pimpelmees worden meesttijds meerdere exemplaren op één locatie geteld. Bij met name roodborst en heggenmus zie je daarentegen vaak slechts één exemplaar per locatie, terwijl merels en Turkse tortels geregeld met tweetallen worden waargenomen.
Het gaat bijzonder slecht met de ringmus; van origine een echte plattelandsvogel. In Tubbergen en Dinkelland werden er op 5 locaties slechts 27 gezien. Een jaar eerder waren er op 8 locaties nog 44 aanwezig. . Het is geen cultuurvolger, zoals ekster, gaai, kauw en houtduif dat gaandeweg wel zijn geworden. De sterke afname is overigens niet beperkt tot Nederland, maar lijkt zich over een groot deel van West- en Midden Europa uit te strekken. Voedselschaarste als gevolg van de intensivering in de landbouw speelt hierbij een belangrijke rol.
|
Verder werden in Tubbergen 20 vogels niet herkend.
7. Toelichting bij een aantal soorten in Dinkelland en Tubbergen:
De onbetwiste nummers 1 en 2 waren in beide gemeenten respectievelijk de huismus en de koolmees; exact als bij de landelijke gegevens. De merel verscheen daarentegen in Dinkelland en Tubbergen niet in de top 3. In Dinkelland kwam de soort zelfs niet verder dan plek 5 en in Tubbergen bleef de merel steken op plaats 4. Toch lijkt het landelijke beeld een licht herstel weer te geven, hetgeen ook geldt voor de huismus. Zelf heeft samensteller dezes op 2 dagen meegedaan op zowel het eigen woonadres in Weerselo als op tellocaties in Albergen, Agelo en Tilligte. Elk jaar wordt het door een aantal vogelliefhebbers namelijk op prijs gesteld om te helpen bij het tellen en de determinatie. Leuke soorten bij de laatste 3 locaties waren: 3 grote zilverreigers.in gezelschap van 2 blauwe reigers. 7 geelgorzen, 96 kramsvogels en 1 kerkuil.
Zowel in Dinkelland als Tubbergen staat het aantal in de tuin getelde pimpelmezen nog fier op plek 3. In onze omgeving hebben ze zich niet van de troon laten stoten door de merel. Het heeft er alle schijn van dat dit aandoenlijke meesje weer op de weg terug is. Het is daarnaast leuk om soorten als winterkoning, heggenmus en boomkruiper in de tuin te ontdekken. Door hun heimelijke gedrag vallen ze geen van alle erg op en kunnen zo maar over het hoofd zijn gezien. Nochtans konden er in Dinkelland en Tubbergen toch nog 261 heggenmussen, 70 winterkoningen en 35 boomkruipers op de presentielijstjes worden bijgeschreven.
|
Niet alleen in de winter maar ook jaarrond kun je soms grote groepen foeragerende roeken in weilanden, bermen en op akkers tegenkomen, niet zelden vergezeld van kauwen en in mindere mate zwarte kraaien. Dit jaar werden er maar 2 roeken aangevinkt. Het is maar zo mogelijk dat abusievelijk een aantal roeken voor zwarte kraaien zijn aangezien.
Omdat aan de telling ook minder ervaren tellers hebben deelgenomen, mogen er wat vraagtekens worden geplaatst bij de determinatie van een 6-tal matkoppen, een 9-tal zwarte mezen en een 11-tal glanskoppen. Vermeld zij dat matkoppen veel minder algemeen zijn dan glanskoppen en niet al te vaak in tuinen en bij voedertafels te zien zijn. Deze twee laatste soorten lijken qua uiterlijk ook nog eens als twee druppels water op elkaar. Het lichte vlekje op de bovensnavel is een goed kenmerk om een glanskop te determineren. Ook zwarte mees zal je niet gemakkelijk in de tuin of bij de voedertafel tegenkomen. Naast de vele kool- en pimpelmezen werden ook nog eens 36 staartmezen waargenomen. Dat brengt het totaal op 6 soorten mezen. Er werden “in dit genre” ook nog drie zwartkoppen gemeld. Van deze soort overwinteren er maar heel weinig in ons land. Dit is trouwens ook geen mees, maar wordt daar soms wel voor aangezien.
Een aantal uilensoorten houdt zich vaak op bij menselijke bewoning. Op een aantal uilenplekken werd gekeken of “de buren thuis” waren. Dat leverde tijdens deze telling al met al 5 kerkuilen, 3 steenuilen, 3 bosuilen en zelfs nog 2 ransuilen op. De roofvogels, die zich wat dichter bij de bewoonde wereld wagen, zijn met name sperwer en in mindere mate buizerd. In de buurt van de woning werden dit jaar 20 buizerds, 17 sperwers en ook nog en 4 torenvalken genoteerd. Vooral de sperwer heeft het niet zelden gemunt op vogels, die wat al te ijverig zijn bij de voedertafel.
|
Een broedvogelsoort als de spreeuw blijft relatief dicht bij huis en trekt in de winter niet verder weg dan naar België, Noordwest-Frankrijk en Zuid-Engeland. Normaliter wordt hun plek in de winter ingenomen door gasten uit noordelijke en oostelijke streken. De winters in ons land en in de ons omringende landen zijn evenwel langzaamaan zachter aan het worden. De behoefte om uit het eigen broedgebied weg te trekken is daardoor aanzienlijk afgenomen. Er werden in totaal 274 exemplaren waargenomen, waartoe 3 groepen van respectievelijk 40, 45 en 135 exemplaren
Bij de spechten is de grote bonte specht het meest algemeen. De soort werd in bijna elke woonkern waargenomen. Geturfd werden maar liefst 119 exemplaren. De groene specht is bij de spechten dit jaar een goede tweede. Deze “lachende “soort werd 37 keer aangekruist. De middelste bonte specht (6 waarnemingen) laat zich ook steeds vaker bij menselijke bewoning zien. Datzelfde geldt in mindere mate ook voor de kleine bonte specht (5 waarnemingen)..
|
Het aantal grote lijsters in ons land is helaas aan het afnemen. Het is zo’n soort, die er doorgaans al vroeg bij is. Vaak is hun zang al midden in de winter te horen. Dat was het geval op 5 verschillende plekken (6 exemplaren). Zanglijsters zijn meestal wat later terug, ook al zijn ze in de winter niet zeldzaam. Van deze soort werden er 16 genoteerd. Een minder goede soortenkennis zou bij het herkennen een rol kunnen hebben gespeeld. Door het milde weer lijkt het er op dat kramsvogels al weer op de terugweg zijn richting Scandinavië. Alhoewel er slechts 3 groepen van respectievelijk 24, 32 en 96 exemplaren werden geteld, waren er de afgelopen tijd veel meer te zien in het buitengebied. In Tubbergen werd voorts vanuit de woonkamer een groep van 52 koperwieken opgemerkt.
|
Op de lijst met de wat grotere soorten prijkten dit keer achtereenvolgens: 12 blauwe reigers (diverse locaties), 9 ooievaars (Lattrop), 7 grote Canadese ganzen (Denekamp), 8 knobbelzwanen (Saasveld en Denekamp), 7 grote zilverreigers (diverse locaties) en 2 Nijlganzen (Denekamp).
|
Van de vinkachtigen was alleen onze inheemse vink in behoorlijke aantallen aanwezig (577 exx.). De groenling wist ‘m nog een beetje te volgen met 67 exemplaren. Voor de rest was het maar magertjes met 11 putters, 10 sijzen, 7 kepen, 7 appelvinken en 3 kneutjes. Vooral de afwezigheid van kepen en sijzen laat zien dat het allesbehalve winterde eind januari. De duiven deden het daarentegen een stuk beter. Genoteerd werden maar liefst: 669 houtduiven, 356 Turkse tortels en 194 holenduiven, waarvan er een aantal op de gevoelige plaat kon worden vastgelegd.
|
- Tot slot:
- Veel vogelliefhebbers hebben in het weekend van 28 tot en met 30 januari weer volop kunnen genieten van hun “eigen tuinvogels”.
- Het heeft er alle schijn van dat menig lid, donateur en of jeugdlid van onze Vereniging aan deze 19e nationale vogeltelling heeft meegedaan; waarvoor dank.
- De schooljeugd uit Noord Deurningen en Mariaparochie heeft recentelijk meegedaan aan het schoolproject “Help vogels de winter door”. Ze deden dat met het maken van voederhuisjes, pindaslingers en vetbollen met afsluitend deelname aan de nationale tuinvogeltelling.
- Dit project is één van de vele, waarmee onze vereniging in samenwerking met de gemeente, probeert om de schooljeugd in de eigen leefomgeving te betrekken bij de natuur.
- Het tellen van tuinvogels is niet alleen leuk en leerzaam, maar het levert ook belangrijke informatie op; vooral als deze informatie met elkaar kan worden gedeeld.
- Uit alle verzamelde gegevens blijkt maar weer eens hoe belangrijk onze tuinen zijn voor veel van onze gevleugelde vrienden.
- Alhoewel er al geruime tijd geen sprake meer is van winterse omstandigheden, is met het bijvoeren van vogels in de tuin niets mis, zoals op bijgaande foto te zien is. Ook een vers bakje water blijft zinvol; niet alleen voor het drinken, maar zeker ook voor het badderen.
- Hopelijk doet u volgend jaar met z’n allen gewoon weer mee.
Ter info: veel gegevens zijn ontleend aan de statistieken van Vogelbescherming Nederland
Foto’s en tekst: Wim Wijering
Foto’s en tekst: Wim Wijering