nestkastenproject schooljeugd
Inleiding

Een nestkastje in de tuin, het park of in het bos zorgt voor veel meegeniet-plezier. Je krijgt op die manier immers de mogelijkheid om de bewoners (veelal vogels) van dichtbij te bekijken. Kijken is natuurlijk leuk, maar holenbroeders en halfopen holenbroeders worden met nestkasten natuurlijk ook direct geholpen met het zorgen voor nestgelegen-heid, waaraan tegenwoordig nogal eens gebrek eens. Steeds meer natuurlijke nestplaatsen verdwijnen immers, terwijl er vaak wel voldoende voedsel voorhanden is. Daardoor kan de stand van een aantal soorten behoorlijk in aantal afnemen. Oude bomen worden gekapt, kieren en gaten in gebouwen worden dicht gemaakt, kapotte dakpannen worden vervangen etc.
Mede om die reden wordt de schooljeugd al enkele jaren binnen onze Vereniging betrokken bij een aantal natuurprojecten. Enerzijds gebeurt dat bij onze eigen natuurjeugd, maar steeds vaker ook op school. Wij hopen dat kinderen daarmee een bredere kijk op hun eigen leefomgeving krijgen en later, net als wij, iets voor de natuur (willen) gaan betekenen.
Mede om die reden wordt de schooljeugd al enkele jaren binnen onze Vereniging betrokken bij een aantal natuurprojecten. Enerzijds gebeurt dat bij onze eigen natuurjeugd, maar steeds vaker ook op school. Wij hopen dat kinderen daarmee een bredere kijk op hun eigen leefomgeving krijgen en later, net als wij, iets voor de natuur (willen) gaan betekenen.
Bezoek school de Marke

Ter sprake kwam ook de grote hoeveelheid eieren, die sommige vogels kunnen leggen, zoals de pimpelmees. Aan de hand van percentages, waarbij de kinderen mochten meerekenen, werd duidelijk gemaakt dat deze grote legsels de talrijke verliezen onder de jongen moet compenseren. Uit de groep kwam ook de leuke, maar lastige vraag naar voren waarom vogels zoveel verschillende soorten eieren (qua kleur) leggen. Hoe leg je kinderen uit dat de kleur en de tekening van een ei vaak karakteristiek is voor een bepaalde vogelsoort. We hebben ons met het antwoord dan ook beperkt tot de uitleg over schutkleuren (passend in de omgeving) van bijvoorbeeld op de grond broedende vogels, zoals de kievit. Vogels, die bijvoorbeeld in nestkasten broeden, hebben vaak witte of witachtige eieren, daarvoor is geen schutkleur nodig.

Aan de hand van een filmpje konden de kinderen kennismaken met het ringen van vogels. In dit geval de bonte vliegenvanger en de vogeltrek naar West Afrika. Aan de hand van een geografische kaart met de trekroute(s) werd dit verduidelijkt. Er werd nadrukkelijk bij verteld dat dat alleen maar mensen mogen doen met een speciale vergunning. Vooral het op de juiste manier aanbrengen van ringen, om niet ergens achter te blijven haken, werd extra benadrukt. Het aanbrengen van geolocaters (minuscule zendertje) op de rug van gier- en boerenzwaluw sprak de kinderen erg aan. Zij worden immers grootgebracht in het huidige technologische tijdperk. Boeiend vonden ze het dat we hierdoor veel meer over zwaluwen te weten zijn gekomen en dat onze Vereniging hier ook aan meewerkt. Uit de zendergegevens kwam naar voren dat boerenzwaluwen soms weer een stukje terugvliegen, om aan zandstormen en extreme droogte in de sahara te ontkomen. Ook de enorme afstanden, die zwaluwen kunnen afleggen, sprak de kinderen aan.
Eén van de kinderen meende te weten dat zware vogels niet ver konden vliegen. Daar was vervolgens wel wat uitleg bij nodig over thermiek, glijvluchten en wat dies meer zij. Wel niet helemaal passend bij het onderwerp werd in aansluiting hierop ook het vliegen in V-vorm van bijvoorbeeld ganzen uit de doeken gedaan. De interactie met de kinderen was sowieso bijzonder leuk. Kinderen in deze leeftijdklasse zijn sowieso erg leergierig.
Eén van de kinderen meende te weten dat zware vogels niet ver konden vliegen. Daar was vervolgens wel wat uitleg bij nodig over thermiek, glijvluchten en wat dies meer zij. Wel niet helemaal passend bij het onderwerp werd in aansluiting hierop ook het vliegen in V-vorm van bijvoorbeeld ganzen uit de doeken gedaan. De interactie met de kinderen was sowieso bijzonder leuk. Kinderen in deze leeftijdklasse zijn sowieso erg leergierig.

Gerard nam het daarna weer over en liet de kinderen meerdere nestkasten zien. Op vragen kwam naar voren dat er thuis ook wel eens nestkasten werden gemaakt. Eén van de kinderen wist zelfs te vertellen over een vleermuiskast. Dat was een mooi bruggetje naar het tonen van een door een eekhoorn aangevreten nestkast om vogeljonkies uit een nestkast te roven. Dat laatste is zelfs bij veel volwassenen onbekend. Dat zal wel komen door het koppie met het grote aaibaarheidsgehalte. Zelfs in nestkastjes zijn broedvogels en hun jongen dus lang niet altijd veilig. Ook het aanbrengen van zitstokjes onder de invliegopening werd de kinderen om dezelfde redenen afgeraden. In dit verband werd ook het wegbrengen van de luierpakketjes (verpakte poepjes) uit een nest ter sprake gebracht. Deze worden door de oudervogels ver van het nest gedropt om predatoren niet op de bewoning van een nest attent te maken. Getoond werd verder een nestkastje, gemaakt van PVC buis. De kinderen werd duidelijk gemaakt dat een dergelijk kastje absoluut niet geschikt is als nestgelegenheid, omdat de warmte hierin bij zomers weer enorm op kan lopen met alle gevolgen van dien.

Eén van de kinderen viel het op dat een nestkastje was voorzien van een nummer. Ook dat was weer een goede vraag, want hierdoor konden we meteen ingaan op het controleren van nestkasten, wat we over een poosje met de kinderen uit groep 8 gaan doen. Zeg maar biologieles buiten. Daarbij kon mooi verteld worden dat de nestkasten genummerd moeten zijn om alle gegevens goed te kunnen bijhouden. Je kunt anders gemakkelijk in de war raken en dan kloppen de gegevens niet meer. De nestkasten worden namelijk 3 keer gecontroleerd om een goed beeld te krijgen van het aantal eieren of jongen, de soort in de nestkast, hoeveel er uitvliegen etc. Gerard deed voor hoe je bij zo’n controle even kort tegen de nestkast moet kloppen. Direct met een hand in een nestkast gaan, zo hield hij de kinderen voor, kan erg verstorend werken. De jufs en de kinderen luisterden daarbij geboeid toe.

Aansluitend toonde Jos een film van Vogelbescherming Nederland over basisschool- leerlingen in Friesland en in Burkina Faso, die in 2014 met elkaar in contact werden gebracht met betrekking tot de gekraagde roodstaart, een trekvogel en nestkast-bewoner. Bij ons broedt de gekraagde roodstaart en daar overwintert hij. De kinderen leerden op deze interessante manier elkaars wereld en dat van de gekraagde roodstaart beter kennen. Dit alles om ervoor te zorgen dat de natuur en de trekvogels in de toekomst beter beschermd worden.
Bij deze groep werd de 75 minuten durende uitleg over nestkasten en hun bewoners afgesloten met: a. een bijbels verhaal over hoe de roodborst aan zijn oranjerode borst is gekomen; b. hoe de winterkoning aan zijn naam is gekomen en c. het maken van een klassefoto. De namen van de kinderen op de foto zijn als volgt: Stijn, Mats, Romée, Bente, Bart, Daan, Niek, Mayke, Selena, Noëll, Jitske, Lotte en Indy. We namen daarna hartelijk afscheid van dit – in alle opzichten - leuke gezelschap.
Bij deze groep werd de 75 minuten durende uitleg over nestkasten en hun bewoners afgesloten met: a. een bijbels verhaal over hoe de roodborst aan zijn oranjerode borst is gekomen; b. hoe de winterkoning aan zijn naam is gekomen en c. het maken van een klassefoto. De namen van de kinderen op de foto zijn als volgt: Stijn, Mats, Romée, Bente, Bart, Daan, Niek, Mayke, Selena, Noëll, Jitske, Lotte en Indy. We namen daarna hartelijk afscheid van dit – in alle opzichten - leuke gezelschap.
Bezoek school de Wiekslag

Na een korte pauze hebben we op diezelfde ochtend de bakens verzet naar basisschool De Wiekslag, ook in Tubbergen. Daar werden we verwelkomd door Juffrouw Daphne van groep 7a. Haar groep was een stuk groter dan de leeftijdgenootjes van de Marke en bestond uit maar liefst 30 kinderen. Deze gingen er eens goed voor zitten en informeerden meteen of we iets kwamen vertellen over de “Terror”uil, oftewel de oehoe, waaraan het jeugdjournaal en de dagbladen de laatste tijd zoveel aandacht hebben besteed. Deze waarschijnlijk uit gevangenschap ontsnapte oehoe heeft de afgelopen weken voor veel commotie gezorgd in Purmerend door mensen aan te vallen. Dit vormde voor Gerard een mooi overstapje om over te schakelen op een andere uilensoort; de kerkuil, bij uitstek een nestkastbewoner annex muizenspecialist. Er werd kortstondig stil gestaan bij de muizenplaag, die vooral Zuidwest Friesland de afgelopen tijd heeft geteisterd, maar waar veel uilen en andere muizeneters juist erg veel baat bij hebben gehad. De kinderen vonden het zielig toen verteld dat in muizenarme jaren de sterkste jongen overblijven en dat de kleinsten en de zwaksten doodgaan of door hun grotere broers of zussen zelfs wel eens worden opgegeten. Zo zit de natuur nu eenmaal ook in elkaar.

Na ook hier onze Verenigingsactiviteiten te hebben toegelicht vertoonde Jos aansluitend wat beelden van het landgoed Baasdam waar op 5 locaties op het 80 ha grote landgoed – zoals gezegd - 100 nestkastjes van onze Vereniging hangen. Ook het boswachtershuisje wat tevens dienst doet als trouwlocatie en de hieraan gelegen vijver werden voor het voetlicht gebracht. Voorts werden beelden getoond van de kinderen uit groep 8, die samen met een ladder liepen te zeulen om de controle van de nestkasten mogelijk te maken. Natuurlijk werd wederom ingegaan op de nestkastbewoners, waarbij de kinderen vooral op de verschillen van kool- en pimpelmees werd gewezen. Dat zijn immers de soorten, die je het vaakst in nestkastjes kunt aantreffen. Hopelijk is het verhaal over het zwarte petje van de koolmees en het blauwe petje van de pimpelmees een beetje blijven hangen. Jos stak met een verhaal over poëziealbums niet onder stoelen of banken dat de pimpelmees zijn lievelingsvogel is. Wat “the kids” zeker niet meer zullen vergeten zijn de vele buitenlandse namen, die de koolmees heeft. Vooral de Italiaanse benaming Cincialegra, wat meerdere keren op een zangerige toon werd uitgesproken, zal menig kind zich nadien nog weten te herinneren. Velen van hen zijn namelijk al eens in Italië op vakantie geweest.

Ook in deze groep werd aandacht besteed aan eieren, schutkleuren en grote legsels met daarbij grote verliezen. Bij een foto met jonge mezen in een nestkast, die allemaal hun snavel open hadden, waren alle kinderen van mening dat ze voedsel kregen. Bij opengesperde bekjes met daarin de zichtbare rood en gele signaalkleuren, waar oudervogels onmogelijk weerstand aan kunnen bieden, is dat inderdaad zo, zo werd uitgelegd. In dit geval ging het echter om afkoelingsgedrag waarbij de open snavels voor ventilatie zorgen. Als wij het warm krijgen gaan we lekker in het water liggen of nemen een koud glas drinken werd de kinderen duidelijk gemaakt. Dat kunnen jonge vogels in een nestkast natuurlijk niet.
Ook de geolocator werd weer ter sprake gebracht in relatie tot de bijzonder lastige heen- en terugtocht van de boerenzwaluw van en naar Afrika. Het een en ander werd verduidelijkt met beelden uit de Sahara. Jos ontlokte de kinderen daarbij uitspraken over het gewicht van een boerenzwaluw, hetgeen begon met het noemen van enkele kilo’s tot uiteindelijk een halve kilo. Om ze op weg te helpen naar een meer voor de hand liggend gewicht, werd de boerenzwaluw vergeleken met een pak suiker (1 kilo). Zo zwaar kan een zwaluw toch nooit wegen hield hij de kinderen voor. Dat begrepen de kinderen ook wel, maar konden het daadwerkelijke gewicht van circa 22 gram toch niet helemaal plaatsen. Beter begrepen ze dat boerenzwaluwen bij hun trektochten soms wel meer dan 20 % van hun lichaamsgewicht verliezen. Dat vullen ze aan door in de lucht al vliegend insecten te vangen.
Ook de geolocator werd weer ter sprake gebracht in relatie tot de bijzonder lastige heen- en terugtocht van de boerenzwaluw van en naar Afrika. Het een en ander werd verduidelijkt met beelden uit de Sahara. Jos ontlokte de kinderen daarbij uitspraken over het gewicht van een boerenzwaluw, hetgeen begon met het noemen van enkele kilo’s tot uiteindelijk een halve kilo. Om ze op weg te helpen naar een meer voor de hand liggend gewicht, werd de boerenzwaluw vergeleken met een pak suiker (1 kilo). Zo zwaar kan een zwaluw toch nooit wegen hield hij de kinderen voor. Dat begrepen de kinderen ook wel, maar konden het daadwerkelijke gewicht van circa 22 gram toch niet helemaal plaatsen. Beter begrepen ze dat boerenzwaluwen bij hun trektochten soms wel meer dan 20 % van hun lichaamsgewicht verliezen. Dat vullen ze aan door in de lucht al vliegend insecten te vangen.

Aan het eind moest zo wat de halve klas worden verbouwd om nog een enigszins presentabele klassefoto te kunnen maken. Het moet gezegd dat iedereen zich keurig hield aan het “verbod” om toch vooral geen gekke bekken te trekken. Naast Juf Daphne en onze beide inleiders zijn op bijgaande foto vereeuwigd: Rick, Teun, Britt, Marle, Lotte, Anna, Niels, Marrit, Thijs, Ilva, Niek, Noor, Jelt, Marte, Lars L., Jochem, Sem, Lars N., Bart, Bente, Nena, Diede, Luc, Marieke, Luna, Renske, Sander, Veroni, Stan en Inge.
We kregen na afloop een warm applaus van de kinderen en de juf vond dat het een leerzame ochtend was geweest voor de kinderen.
’s Middags werd ook nog bij groep 7 B in de Wiekslag het nestkastenproject uitgedragen. Schrijver dezes was daar niet meer bij. Zijn plaats werd ingenomen door Jan Oude Engberink. Alles overziend hebben we, mede door de inhoudelijke ondersteuning van de leerkrachten, in de drie verschillende groepen opnieuw genoten van het enthousiasme en de interesse van leerlingen voor de natuur en in het bijzonder vogels. Kortom, we hebben in “Tubbig” natuurbeschermers in de dop ontmoet, waar vogels in de nabije toekomst hopelijk veel plezier van kunnen hebben.
We kregen na afloop een warm applaus van de kinderen en de juf vond dat het een leerzame ochtend was geweest voor de kinderen.
’s Middags werd ook nog bij groep 7 B in de Wiekslag het nestkastenproject uitgedragen. Schrijver dezes was daar niet meer bij. Zijn plaats werd ingenomen door Jan Oude Engberink. Alles overziend hebben we, mede door de inhoudelijke ondersteuning van de leerkrachten, in de drie verschillende groepen opnieuw genoten van het enthousiasme en de interesse van leerlingen voor de natuur en in het bijzonder vogels. Kortom, we hebben in “Tubbig” natuurbeschermers in de dop ontmoet, waar vogels in de nabije toekomst hopelijk veel plezier van kunnen hebben.
Tot slot:

Ook het MOP-Project (Milieu-ontmoetingsprogramma voor de jeugd) waar wij onlangs als Vereniging wederom aan hebben meegewerkt, is prima verlopen. Op twee basisscholen, in zowel Fleringen als Vasse, hebben leerlingen nestkastjes getimmerd. Dit gebeurde onder de bezielende leiding van onze leden: Gerard Boerrigter, Hein Boeve en Antoon Steggink.
Al deze schoolactiviteiten spreken zich al snel rond en zijn kennelijk bijzonder aangeslagen. Intussen ligt er namelijk al weer een nieuw verzoek van een basisschool uit Mariaparochie op de plank. In het kader van een aantal creatieve dagen willen ook zij graag nestkastjes gaan timmeren met de jeugd, gecombineerd met voorlichting. Zij trekken daar zelfs drie dagen voor uit. Ook hieraan zullen we onze bijdrage gaan leveren. En nu maar hopen dat uit al deze biologielessen en timmerklussen in de toekomst goede natuurbeschermers gaan groeien. Daar doen we het per slot van rekening voor.
Tekst en foto’s: Wim Wijering (29-03-2015)
Al deze schoolactiviteiten spreken zich al snel rond en zijn kennelijk bijzonder aangeslagen. Intussen ligt er namelijk al weer een nieuw verzoek van een basisschool uit Mariaparochie op de plank. In het kader van een aantal creatieve dagen willen ook zij graag nestkastjes gaan timmeren met de jeugd, gecombineerd met voorlichting. Zij trekken daar zelfs drie dagen voor uit. Ook hieraan zullen we onze bijdrage gaan leveren. En nu maar hopen dat uit al deze biologielessen en timmerklussen in de toekomst goede natuurbeschermers gaan groeien. Daar doen we het per slot van rekening voor.
Tekst en foto’s: Wim Wijering (29-03-2015)