ringresultaten 12 maart 2014
Locatie: Stevelink, te Agelo
Ringer: Ben Nijeboer
Al vele jaren worden er in de winterperiode (maanden januari / februari) in ons werkgebied vogels gevangen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Dit gebeurde in het recente verleden steevast bij onze leden Johan Stevelink en Alfons Hofstede. Door het overlijden van “good old Alfons” is diens locatie in Saasveld thans niet meer in gebruik. Wel echter nog onze locatie in Agelo.
Vanwege het uitblijven van winterse omstandigheden, werd de 1e ringdag steeds maar weer uitgesteld. Omdat de voederplaatsen volgens onze gastheer als van ouds druk bezet bleven, werden op 12 maart j.l., mede vanwege enkele voorafgaande relatief koude nachten, de netten alsnog opgezet. Op de gebruikelijke wijze trommelde Johan, naast ringer Ben Nijeboer, nog eens 7 nijvere Verenigingsleden en een geïnteresseerd familielid op om te komen helpen. Wat extra hulp is op een dergelijke dag onontbeerlijk, vanwege de doorgaans grote aantallen vogels, die in de netten “belanden”. Het is bovendien altijd “reünieachtig” gezellig. Tevens wordt er volop van de gelegenheid gebruik gemaakt om informatie uit het veld met elkaar uit te wisselen.
|
Het was in het begin behoorlijk aanpoten geblazen, want bij de eerste rondes geraken nu eenmaal de meeste vogels in het net. Er dient bovendien rekening te worden gehouden met het feit dat de vogels niet al te lang in de mistnetten mogen blijven “hangen”.
|
Op de Agelose ringlocatie werden op deze 1e ringdag in 2014 maar liefst 175 vogels gevangen, verdeeld over 15 soorten. De hoeveelheid vers gevangen vogels bedroeg 148. De 27 terugvangsten waren aan het begin van de middag goed voor een percentage van bijna 15 %. Als te doen gebruikelijk was het leeuwendeel hiervan voor de koolmees (56 vers en 13 retour), met - verrassenderwijs - de geelgors als een goede tweede (30 vers en 8 retour). De 3e plek was deze keer ingeruimd voor de pimpelmees (21 vers en 3 retour).
|
Deze 3 soorten waren gewoontegetrouw - vanwege hun geringe schuwheid - aan de lopende band in de netten
te vinden. De top drie zorgde voor een prima oogst van zegge en schrijve 131 gevangen vogels. Enkele al te enthousiaste deelnemers zijn ervan overtuigd dat er in de verre omtrek geen kool- en pimpelmees, noch geelgors meer rondvliegt zonder ring. Dat laatste is wat al te voorbarig, omdat onze ringer bij de laatste “ronde” knarsetandend moest toegeven dat hij te weinig B-ringen van huis had meegenomen. Zo kon het gebeuren dat 10 geelgorzen, 3 vinken, 1 ringmus en 1 boomklever ongeringd de vrijheid herkregen. Dat leverde Ben uiteraard een “forse gele kaart” op. Gelukkig voor hem kan hij uit het verleden bogen op een behoorlijk stukje krediet. |
Onze ringlocatie staat al jaren achtereen bekend om zijn behoorlijke aantallen geelgorzen. Dit keer was er sprake van 20 vers geringde en 8 terug gemelde geelgorzen.Om het er nog maar een beetje “in te wrijven’: Dat hadden 10 vers geringde
exemplaren meer kunnen opleveren! Voor Nederlandse begrippen mag op deze locatie worden gesproken van een alleszins redelijk aantal geelgorzen. Al jaren wordt de winterpopulatie van deze soort hier geschat op 30 tot 50 exemplaren. De betreffende geelgorspopulatie weet het tot dusverre op de ring- en voederplaats in Agelo dan ook zeer goed uit te houden.
exemplaren meer kunnen opleveren! Voor Nederlandse begrippen mag op deze locatie worden gesproken van een alleszins redelijk aantal geelgorzen. Al jaren wordt de winterpopulatie van deze soort hier geschat op 30 tot 50 exemplaren. De betreffende geelgorspopulatie weet het tot dusverre op de ring- en voederplaats in Agelo dan ook zeer goed uit te houden.
De laatste jaren was er in Agelo sprake van een duidelijke afname van het aantal ringmussen. Dit jaar was de oogst met
11 verse, 1 teruggemeld en 1 ongeringd exemplaar weer terug op het peil van een aantal jaren geleden.
11 verse, 1 teruggemeld en 1 ongeringd exemplaar weer terug op het peil van een aantal jaren geleden.
Soorten, die we in de echte wintermaanden, nooit of vrijwel nooit in de netten aantreffen, waren dit keer: zanglijster (2 x) en spreeuw (1 x). Het is een genot om een spreeuw van dichtbij in winterkleed te bewonderen. Onze hoffotograaf was er dan ook als de kippen bij om de koptekening van beide soorten in het zonnetje op de gevoelige plaat vast te leggen.
|
Vanwege de voorjaarswarmte van dit moment hadden we ook een soort als de tjiftjaf in de netten verwacht. Deze voorjaarsbode liet evenwel verstek gaan. De winterkoning was daarentegen wel present, gelukkig zelfs met 2 exemplaren. Dit is zo’n soort die in een strenge winter, ook al doet zijn naam anders vermoeden, grote verliezen kan lijden.
|
Net als alle voorgaande jaren duurde het een poos voordat de eerste grote bonte specht kon worden verschalkt. Uiteindelijk lukte het ons om in de laatste ronde 1 ongeringd exemplaar - al jammerend - uit de netten te halen.
Bij de terug gemelde vogels werd aan de hand van de kleurdofheid en de ringcode vastgesteld dat er enkele “oudjes” bij zaten. Dat was het geval bij 2 koolmezen, 1 pimpelmees, 1 glanskop en 1 vink. De ringadministratie zal binnenkort uitwijzen hoe lang deze soorten het inmiddels hebben volgehouden in de vrije natuur.
Onderstaand overzicht toont de hoeveelheid “vers geringde” en terug gevangen vogels op 12 maart 2014. Tussen haakjes
staat het aantal wat geringd had kunnen zijn.
staat het aantal wat geringd had kunnen zijn.
Tot slot:
De temperatuur lag die dag in de beginfase op 3 tot 4 ° C en liep gaandeweg op tot circa 14 ° C . Het was vrijwel onbewolkt weer en het zonnetje deed meer dan zijn best om ons en de vogels lekker op te warmen. Vanwege het heldere
weer en het feit dat het ook wat waaide, vielen de netten goed op en bewogen bij tijd en wijle heen en weer. Vooral de holenduiven hebben dit al heel snel door en laten zich (op één uitzondering na) niet gemakkelijk verschalken. Dit zal “de oogst” ongetwijfeld enigszins beïnvloed hebben, maar uiteindelijk waren we dik tevreden met de resultaten.
De temperatuur lag die dag in de beginfase op 3 tot 4 ° C en liep gaandeweg op tot circa 14 ° C . Het was vrijwel onbewolkt weer en het zonnetje deed meer dan zijn best om ons en de vogels lekker op te warmen. Vanwege het heldere
weer en het feit dat het ook wat waaide, vielen de netten goed op en bewogen bij tijd en wijle heen en weer. Vooral de holenduiven hebben dit al heel snel door en laten zich (op één uitzondering na) niet gemakkelijk verschalken. Dit zal “de oogst” ongetwijfeld enigszins beïnvloed hebben, maar uiteindelijk waren we dik tevreden met de resultaten.
Diverse soorten, zoals boomklever, grote bonte specht, spreeuw, grote lijster, vink, winterkoning, witte kwikstaart, heggenmus, groene specht en buizerd gaven met hun kenmerkende stamgeroffel, roep of gezang blijk van voorjaarskriebels.
Ook een eekhoorn paradeerde in het rond.
Tot slot willen we vanaf deze plaats onze gastheer Johan en gastvrouw Toos hartelijk dank zeggen voor hun gastvrijheid, koffie, thee en wat dies meer zij. Tevreden kunnen we met zijn allen terugzien op een intensieve ringochtend, waarbij het nuttige wederom met het aangename werd afgewisseld.
Samenstelling en foto’s: Wim Wijering
Ook een eekhoorn paradeerde in het rond.
Tot slot willen we vanaf deze plaats onze gastheer Johan en gastvrouw Toos hartelijk dank zeggen voor hun gastvrijheid, koffie, thee en wat dies meer zij. Tevreden kunnen we met zijn allen terugzien op een intensieve ringochtend, waarbij het nuttige wederom met het aangename werd afgewisseld.
Samenstelling en foto’s: Wim Wijering