Resutaat
Nationale tuinvogeltelling 2018
De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste CSP (Citizen Science Project) van Nederland. Dit jaar werd de telling voor de 15e keer in Nederland gehouden en wel in het weekend van 27 en 28 januari j.l. Vogelbescherming organiseert deze telling al jaren samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De telling levert een beeld op van de ontwikkelingen van de aantallen vogels, die in genoemd weekend in de Nederlandse tuinen aanwezig waren. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen krijgen we zicht op het feit hoe belangrijk tuinen in feite zijn voor vogels.
In het gehele land namen aan de telling maar liefst 65030 mensen deel. Zij telden ruim een miljoen (1.010756) vogels. Uit de resultaten van Vogelbescherming Nederland kwam naar voren dat aan de oproep om mee te doen ook 98 gezinnen uit de gemeenten Dinkelland en Tubbergen gehoor hebben gegeven. Menig gezin en menig kind, die bij onze gezamenlijke jeugdactiviteit aanwezig waren, heeft aan de telling meegedaan.
Top 10:
De 98 locaties in de beide Naoberkrachtgemeenten waren goed voor in totaal 2201 tuinvogels, verdeeld over 31 soorten. De top 10 zag er bij ons als volgt uit; tussen haakjes staan de landelijke aantallen: 1. Huismus 414 (166014) 6. Vink 164 (64958) 2. Koolmees 392 (128960) 7. Roodborst 94 (35174) 3. Pimpelmees 302 (80719) 8. Turkse tortel 73 (49657 4. Houtduif 192 (43977) 9. Kauw 64 (68593) 5. Merel 188 (67993) 10. Groenling 47 (19274) |
Evenals voorgaande jaren was de huismus weer veruit de meest getelde soort. Op de plekken twee en drie eindigden respectievelijk de koolmees en de pimpelmees. Deze top drie gold niet alleen voor onze contreien, maar ook landelijk was dit dezelfde volgorde. Bij deze top drie zijn overigens wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Alhoewel de huismus bovenaan het lijstje prijkt, gaat het met deze soort - in vergelijking tot decennia geleden - nog allesbehalve goed. De soort laat weliswaar enig herstel zien, maar heeft in de loop der tijd heel wat “veren moeten laten”. Ook het aantal in de tuin getelde pimpelmezen neemt al gedurende een aantal jaren langzaam af. Verder was een soort als de merel in het recente verleden steevast in de top 3 terug te vinden. Zowel landelijk als in onze regio duikelde deze vaste bewoner van onze tuinen naar de 5e plaats. De oorzaak van de achteruitgang is wellicht het Usutuvirus (zie hiertoe de toelichting in de natuurkalender van januari j.l.).
Bijgaand het uitgebreide overzicht van alle resultaten, alsmede de deelnemers in de diverse kerkdorpen in Dinkelland en Tubbergen.
Toelichting:
Ter verduidelijking: De afgekorte kerkdorpen (en één stadje) staan respectievelijk voor: Weerselo (Weers), Deurningen (Deur), Rossum (Ross), Saasveld (Saas), Reutum (Reut), Albergen (Albe), Agelo, Ootmarsum (Ootm), Tilligte en Lattrop (Till/Lat), Vasse en Nutter (Va/Nu), Tubbergen (Tubb), Manderveen en Langeveen (Ma/Lav), Geesteren, Harbrinkhoek en Mariaparochie (Ge/Ha/M) en Denekamp en Noord Deurningen (Den/ND). Met uitzondering van Fleringen en Mander is er in elk kerkdorp geteld.
Ter verduidelijking: De afgekorte kerkdorpen (en één stadje) staan respectievelijk voor: Weerselo (Weers), Deurningen (Deur), Rossum (Ross), Saasveld (Saas), Reutum (Reut), Albergen (Albe), Agelo, Ootmarsum (Ootm), Tilligte en Lattrop (Till/Lat), Vasse en Nutter (Va/Nu), Tubbergen (Tubb), Manderveen en Langeveen (Ma/Lav), Geesteren, Harbrinkhoek en Mariaparochie (Ge/Ha/M) en Denekamp en Noord Deurningen (Den/ND). Met uitzondering van Fleringen en Mander is er in elk kerkdorp geteld.
Op de (globale) totaallijst staan onder meer 27 kokmeeuwen, 20 kramsvogels, 19 spreeuwen, 19 staartmezen, 18 ringmussen, maar ook 7 matkoppen, 4 zwartkoppen, 4 fazanten, 3 grote zilverreigers, 3 sijsjes en 3 kuifmezen.
Het overzicht zal niet geheel compleet zijn, omdat Vogelbescherming qua informatieverstrekking uitsluitend de top tien per postcode heeft vermeld. In kleinere kernen waar maar weinig tellers actief waren, zullen de gegevens redelijk kloppen, maar in de grotere kernen (Ootmarsum, Denekamp en Tubbergen) ligt de nadruk vooral op de meest algemene soorten. Soorten met geringe(re) aantallen zijn helaas uit de gegevens van Vogelbescherming in deze kernen niet te herleiden. Minder in aantal voorkomende vogels, zoals heggenmus, winterkoning, groenling, boomklever, grote bonte specht, buizerd en gaai staan dan ook zeer waarschijnlijk te laag “geklasseerd”.
Het overzicht zal niet geheel compleet zijn, omdat Vogelbescherming qua informatieverstrekking uitsluitend de top tien per postcode heeft vermeld. In kleinere kernen waar maar weinig tellers actief waren, zullen de gegevens redelijk kloppen, maar in de grotere kernen (Ootmarsum, Denekamp en Tubbergen) ligt de nadruk vooral op de meest algemene soorten. Soorten met geringe(re) aantallen zijn helaas uit de gegevens van Vogelbescherming in deze kernen niet te herleiden. Minder in aantal voorkomende vogels, zoals heggenmus, winterkoning, groenling, boomklever, grote bonte specht, buizerd en gaai staan dan ook zeer waarschijnlijk te laag “geklasseerd”.
Omdat aan de telling ook minder ervaren tellers hebben deelgenomen, moet de determinatie van de mat- en zwartkop zo hier en daar met een korreltje zout worden genomen. In ons land overwinteren namelijk maar heel weinig zwartkoppen. Bovendien zie je matkoppen vrijwel nooit op voerplekken in de tuin en gaat deze soort bovendien met sprongen achteruit. De waarnemingen hebben waarschijnlijk in nagenoeg alle gevallen betrekking op glanskoppen. Laat die soort nu toevallig geen enkele keer zijn genoteerd! Ook verwisseling van huis- met ringmus kan bij deze of gene hebben plaats gevonden.
|
Opvallend genoeg zijn er in onze contreien geen barmsijzen in de tuin gezien. Elders in het land was dat wel het geval. Bij Vogelbescherming Nederland werd deze soort in behoorlijke aantallen gemeld. Het hoge aantal landelijke waarnemingen heeft te maken met een invasie van barmsijzen uit Noord-Europa.
|
Vogelvriendelijke tuin:
In een vogelvriendelijke tuin vinden vogels niet alleen voedsel, maar ook veiligheid en een plekje om zich voort te planten. Met wat vogelvoer, een vers bakje water, een nestkastje en een haag bent u al een eind op weg. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Bijvoorbeeld door op minder zichtbare plekken blad te laten liggen in de tuin. Lijsterachtigen, maar ook heggenmussen, roodborstjes en winterkoninkjes zullen u daar dankbaar voor zijn. Zij vinden hierin namelijk nog heel wat natuurlijk voedsel. Besdragende heesters, zoals vuurdoorn, lijsterbes, wilde kamperfoelie en klimop mogen als voedselbron voor merels en lijsters evenmin ontbreken. Op mooie, maar ook vogelvriendelijke beplanting zoals zonnebloemen en grote kaardebollen en vruchtbomen, komen met graagte mezen, vinken en putters af. Later in het seizoen zijn de zaden hiervan ook aantrekkelijk voor menige soort. Belangrijk is ook om uitgebloeide planten te laten staan tot in het voorjaar. Bedenk verder dat heesters en bomen in uw tuin voor nestelgelegenheid, maar ook voor extra voedsel kunnen zorgdragen. Wilt u meer weten over het inrichten van een vogelvriendelijk tuin, surf dan naar www.vogelbescherming.nl
In een vogelvriendelijke tuin vinden vogels niet alleen voedsel, maar ook veiligheid en een plekje om zich voort te planten. Met wat vogelvoer, een vers bakje water, een nestkastje en een haag bent u al een eind op weg. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Bijvoorbeeld door op minder zichtbare plekken blad te laten liggen in de tuin. Lijsterachtigen, maar ook heggenmussen, roodborstjes en winterkoninkjes zullen u daar dankbaar voor zijn. Zij vinden hierin namelijk nog heel wat natuurlijk voedsel. Besdragende heesters, zoals vuurdoorn, lijsterbes, wilde kamperfoelie en klimop mogen als voedselbron voor merels en lijsters evenmin ontbreken. Op mooie, maar ook vogelvriendelijke beplanting zoals zonnebloemen en grote kaardebollen en vruchtbomen, komen met graagte mezen, vinken en putters af. Later in het seizoen zijn de zaden hiervan ook aantrekkelijk voor menige soort. Belangrijk is ook om uitgebloeide planten te laten staan tot in het voorjaar. Bedenk verder dat heesters en bomen in uw tuin voor nestelgelegenheid, maar ook voor extra voedsel kunnen zorgdragen. Wilt u meer weten over het inrichten van een vogelvriendelijk tuin, surf dan naar www.vogelbescherming.nl
Tot slot:
Uit de cijfers komt wel degelijk naar voren hoe belangrijk onze tuinen zijn voor onze gevleugelde vrienden. Verder hebben weer vogelliefhebbers extra kunnen genieten van hun “eigen tuinvogels” en dat met anderen kunnen delen. De 16e tuinvogeltelling vindt in 2019 plaats op 26 en 27 januari. Die data kunt u alvast in uw agenda noteren. Hopelijk doen er dan nog veel meer mensen mee aan dit vogelkijkspektakel.
Bron: Vogelbescherming Nederland
Uit de cijfers komt wel degelijk naar voren hoe belangrijk onze tuinen zijn voor onze gevleugelde vrienden. Verder hebben weer vogelliefhebbers extra kunnen genieten van hun “eigen tuinvogels” en dat met anderen kunnen delen. De 16e tuinvogeltelling vindt in 2019 plaats op 26 en 27 januari. Die data kunt u alvast in uw agenda noteren. Hopelijk doen er dan nog veel meer mensen mee aan dit vogelkijkspektakel.
Bron: Vogelbescherming Nederland
Tekst en foto's: Wim Wijering