reigers, ooievaars en lepelaars
In deze fotorubriek zijn drie afzonderlijke vogelgroepen samengevoegd, namelijk die van de reigers, de ooievaars en de lepelaar. We behandelen uitsluitend soorten, die we in ons land of in Europees verband kunnen tegenkomen.
Reigers zijn in feite onder te verdelen in dag- en nachtreigers. De meest bekende reigers in ons land zijn blauwe reiger, grote- en kleine zilverreiger en purperreiger. Naast deze vier reigers zijn er nog vijf soorten die we hier tegen kunnen komen. Dat zijn achtereenvolgens roerdomp, kwak, woudaap, ralreiger en koereiger. De eerste drie worden ook wel aangeduid als nachtreigers. Alle overige reigers zijn aan te merken als dagreigers. Kenmerkend voor alle reigers is dat ze met ingetrokken hals vliegen en de poten naar achteren houden.
Ooievaars en lepelaars vliegen daarentegen met gestrekte hals en gestrekte poten. In ons land kunnen we twee soorten ooievaars aantreffen, namelijk de (witte) ooievaar en de zwarte ooievaar. De meest bekende is de gewone (witte) ooievaar, die het momenteel weer uitstekend doet als broedvogel in ons land. De zwarte ooievaar broedt hier weliswaar nog niet, maar wordt steeds vaker in de (na)zomer in geschikt biotoop in ons land gezien.
Net als bij de gewone ooievaar kan er dankzij allerlei beschermingsmaatregelen bij de lepelaar eveneens gesproken worden van een successtory. Hun aantal neemt namelijk gestaag toe. Lepelaars zijn onmiddellijk herkenbaar aan hun spatelvormig verbrede zwarte snavel, die aan de voorzijde geel is.
Bij de foto’s wordt zo veel mogelijk aandacht besteed aan allerlei aspecten van een bepaalde soort. Hierbij valt te denken aan het vliegbeeld, gedrags- en geslachtskenmerken, koptekeningen etc.