Portret van de wulp
De eerste wulpenparen zijn weer terug in hun broedgebieden. Een jodelende wulp die met trillende vleugels een glijvlucht maakt op een vroege voorjaarsochtend. Het is voor menigeen het ultieme voorjaarsgevoel, maar de balts van de wulp laat zich steeds minder horen en zien. Sinds halverwege jaren tachtig van de vorige eeuw is de wulp als broedvogel met bijna 50% afgenomen. Sovon Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming hebben 2019 uitgeroepen tot het Jaar van de Wulp. Jaarlijks broeden er ongeveer 4.300 paartjes in ons land, in open graslanden en akkers, heide, hoogveen en open duingebied.
De overwinteringsgebieden van de Nederlandse wulpen liggen in de kustgebieden van Zuidwest-Europa en Engeland waar ze onder meer foerageren op krabben en pieren. Na het broedseizoen trekken de wulpen uit onze omgeving weg terwijl de kustgebieden juist volstromen met wulpen, ook uit gebieden tot ver in Rusland. De aantallen in de winter zijn wat lager, maar een grote uittocht vindt alleen plaats bij langdurige strenge vorst. Vanaf januari of februari nemen de aantallen, deels door aankomst van de Nederlandse broedvogels weer wat toe waarna we de eerste wulpen eind februari begin maart weer mogen terugverwachten in onze omgeving.
|
Portret wulp
Wulpen zijn zwaargebouwde vogels met een lengte van 50 tot 60 cm, inclusief de snavel die tussen de 10 en 15cm lang is. Hiermee is het de grootste steltloper van Europa en makkelijk te herkennen aan de lange omlaag gebogen snavel en het zwartbruine gestreepte verenkleed. In de vlucht is het ook een opvallende vogel met een opvallende benedenrug en stuit. De broedgebieden bevonden zich in het verleden vooral in de duinen en in de veen- en heidegebieden op de droge zandgronden. Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw is de soort als broedvogel toegenomen door een succesvolle omschakeling naar de cultuurgronden. Op veel heidegebieden is de soort verdwenen. In ons werkgebied is de wulp nog te vinden in weidse vochtige graslanden met het liefst een houtwal in de buurt. Ook wordt soms het bouwland als locatie gekozen. |
Het geluid van de wulp is zeer kenmerkend en wie het eenmaal kent zal het niet snel vergeten. Dit aanzwellende geluid, dat bij stilte bijzonder ver kan dragen is meestal in een dalende vlucht te horen. Mannetjes en vrouwtjes zijn aan hun verenkleed nauwelijks te onderscheiden. Vrouwtjes zijn wat groter en zwaarder. Het beste onderscheid is de lengte van de snavel; bij de mannetjes is de snavel duidelijk korter en varieert van 9,5 tot 14 cm en lijkt bovendien ook wat rechter, de snavel van de vrouwtjes varieert van 14 tot 18,5 cm. Wulpen zoeken hun voedsel op het oog of door tasten in de bodem naar regenwormen en insectenlarven.
Voortplanting:
Wulpen arriveren vroeg in het voorjaar in hun broedgebied. Afhankelijk van het weer komen in februari de eerste paartjes in hun broedgebied waardoor ze een enkele keer worden overvallen door winterse omstandigheden. De wulp is een territoriale vogel en broedt niet zoals grutto en kievit in clusters. Meteen na aankomst bakent het mannetje in een golvende zangvlucht de omgeving van de toekomstige broedplaats af. |
De jodelende baltsroep van het mannetje is kenmerkend en verdragend. Al gauw maakt het mannetje in zijn broedterrein verschillende nestkuilen waarvan er één door het vrouwtje wordt gekozen. Het legsel bestaat gewoonlijk uit vier eieren. Beide vogels broeden, maar het vrouwtje neemt het grootste deel voor haar rekening. Op behoorlijke afstand van het nest lijkt het mannetje dan ogenschijnlijk te slapen. Maar deze schijn bedriegt en hij houdt de omgeving scherp in de gaten. Vaak ook bevindt het mannetje zich enkele graspercelen verderop waardoor het nest, ondanks dat deze soort een open nest heeft en vier grote eieren legt, heel moeilijk te vinden is.
|
De broedduur is 27 – 29 dagen en de jonge wulpen verlaten al enkele uren na het uitkomen het nest. Op een leeftijd van zo’n vijf weken zijn de jongen vliegvlug. Wulpen zijn gebiedstrouw. Wanneer een paar succesvol is geweest met het grootbrengen van de kuikens, dan keert het paar het volgende jaar weer terug in de directe omgeving van het oude nest.
Aantalsontwikkeling
Wulpen hebben, net als veel andere vogels, een overstap naar agrarisch gebied gemaakt. Lange tijd was dat een prima alternatief, maar de voortschrijdende intensivering van de landbouw maakt dat het daar nu ook slecht gaat. Tevens blijkt uit diverse studies dat de predatiedruk op jongen en eieren te hoog is om populaties op de been te houden. Wulpen zijn daarnaast erg gevoelig voor verstoring. In 2018 telden we 22 broedparen in het werkgebied van onze vereniging waarvan slechts ongeveer tien jongen vliegvlug zijn geworden. Om te kunnen blijven genieten van deze prachtige weidevogel moet de reproductie drastisch omhoog. Te vrezen valt echter dat het verval van deze grote steltloper de komende jaren verder zal gaan omdat de huidige broedparen wulpen niet meer terugkeren naar hun broedgebieden. Dit komt enerzijds door de jarenlange slechte broedresultaten en anderzijds door het verouderen van de populatie (sterfte). |
In het werkgebied van onze vereniging waren de jaren 1988 – 1992 de gloriejaren voor de wulp. In deze periode werd de hoogste dichtheid bereikt met 57 broedparen in 1990. In de jaren die daarop volgden kwam de wulp al behoorlijk in de verdrukking maar kon zich, zij het tijdelijk, redelijk herstellen met 37 broedparen in 1999. In de jaren daarna viel de stand scherp terug met als dieptepunt 19 broedparen in 2004. Na een opleving tot 30 broedparen in 2010 heeft er zich weer een geleidelijke daling van het aantal broedparten ingezet.
Maar ook elders in Europa gaat het niet goed. Terwijl er juist wel steeds meer wulpen in de Waddenzee overwinteren. Hoe zit dat? Ter gelegenheid van het Jaar van de wulp gaan beide vogelorganisaties in 2019 meer onderzoek doen. Zo organiseert Sovon extra tellingen om meer zicht te krijgen op bijv. de individuele verspreiding en de slaapplaatsen van grote groepen wulpen. Tegelijkertijd worden gegevens van de afgelopen decennia geanalyseerd. Dit om inzicht te krijgen hoe de populatie zich heeft ontwikkeld en welke factoren daarop van invloed zijn. Vogelbescherming gaat o.a. onderzoeken of er goede voedselplekken in het Waddengebied onderbenut blijven door gebrek aan rust.
|
Tekst: Johan Drop
Bronnen: Archief NVWG De Grutto
Sovon Vogelonderzoek Nederland
Vogelbescherming Nederland
Bronnen: Archief NVWG De Grutto
Sovon Vogelonderzoek Nederland
Vogelbescherming Nederland