Portret van de kievit
2016 uitgeroepen tot het Jaar van de Kievit:
Het gaat niet goed met één van de bekendste weidevogels in Nederland, de kievit. Vanaf halverwege de jaren 90 neemt het aantal kieviten snel af. Waarschijnlijk overleven te weinig jonge kieviten de eerste weken. Reden voor Vogelbescherming Nederland en Sovon om 2016 tot het Jaar van de Kievit uit te roepen.
De hele wereld kent kieviten, maar de soort die in Nederland voorkomt, de Vanellus vanellus, bestrijkt het grootste deel van Europa.
Het gaat niet goed met één van de bekendste weidevogels in Nederland, de kievit. Vanaf halverwege de jaren 90 neemt het aantal kieviten snel af. Waarschijnlijk overleven te weinig jonge kieviten de eerste weken. Reden voor Vogelbescherming Nederland en Sovon om 2016 tot het Jaar van de Kievit uit te roepen.
De hele wereld kent kieviten, maar de soort die in Nederland voorkomt, de Vanellus vanellus, bestrijkt het grootste deel van Europa.
Portret kievit
De lucht kan er op mooie dagen in het voorjaar van vervuld zijn: ‘Tjoewiet’, de kreet van de kievit die zijn eigen naam roept. De spectaculaire buitelende capriolen, het elegante pak en de kuif als een lange veer op de hoed verschaffen de kievit een gracieus voorkomen. Kieviten broedden oorspronkelijk op grassteppen in gematigd Europa en Azië. Deze habitat werd echter al snel door de mens in gebruik genomen om vee te weiden en gewassen te verbouwen. De kievit heeft zich hieraan goed aangepast en het is één van de weinige soorten die zich goed in stand kan houden op akkers en weilanden in Nederland. Tegenwoordig broedt de kievit in allerlei grote open terreinen langs de kust en in het binnenland, meestal op (maïs)akkers en op, bij voorkeur, vochtige weilanden. Open gebieden met een rijke bodemfauna zijn voor de kievit het ideale biotoop. Kieviten zoeken hun voedsel, zoals torretjes, spinnetjes en regenwormen, vooral tussen de vegetatie en op de bodem. Kieviten hebben grote ogen, het zijn echte oogjagers. Ze lopen een paar stapjes en kijken dan goed naar de grond of ze iets zien bewegen. Ze trommelen met hun poten als het ware de regenwormen uit de grond.
De lucht kan er op mooie dagen in het voorjaar van vervuld zijn: ‘Tjoewiet’, de kreet van de kievit die zijn eigen naam roept. De spectaculaire buitelende capriolen, het elegante pak en de kuif als een lange veer op de hoed verschaffen de kievit een gracieus voorkomen. Kieviten broedden oorspronkelijk op grassteppen in gematigd Europa en Azië. Deze habitat werd echter al snel door de mens in gebruik genomen om vee te weiden en gewassen te verbouwen. De kievit heeft zich hieraan goed aangepast en het is één van de weinige soorten die zich goed in stand kan houden op akkers en weilanden in Nederland. Tegenwoordig broedt de kievit in allerlei grote open terreinen langs de kust en in het binnenland, meestal op (maïs)akkers en op, bij voorkeur, vochtige weilanden. Open gebieden met een rijke bodemfauna zijn voor de kievit het ideale biotoop. Kieviten zoeken hun voedsel, zoals torretjes, spinnetjes en regenwormen, vooral tussen de vegetatie en op de bodem. Kieviten hebben grote ogen, het zijn echte oogjagers. Ze lopen een paar stapjes en kijken dan goed naar de grond of ze iets zien bewegen. Ze trommelen met hun poten als het ware de regenwormen uit de grond.
Het verschil tussen man en vrouw is klein. In de broedtijd hebben het mannetje en het vrouwtje een zwarte borst, alleen het vrouwtje heeft boven in de zwarte borst een witte gevlekte keel. Ook heeft zijn meer wit rond de snavel en aan het voorhoofd. Bij het mannetje is alles zwart, vanaf de kruin tot de borst. Er is nog een duidelijk verschil, in de broedtijd heeft het mannetje een langere kuif dan het vrouwtje, welke na de broedtijd weer verdwijnt.
In de winter vormen kieviten grote groepen en trekken ze over korte afstanden naar het zuiden. Bij strenge vorst verplaatsen de kieviten zich ongeveer met de vorstgrens over Europa mee, om toch voldoende voedsel te kunnen blijven vinden. In zachte winters blijven ook grote aantallen in Nederland en worden deze groepen aangevuld met vogels uit het noorden van Europa. In het vroege voorjaar keert de kievit terug naar het broedgebied. Kieviten zijn plaatstrouw. Het zal dus ook vaak voorkomen dat het hele schouwspel van verdediging van territorium, versieren van vrouwtjes en het kiezen van de juiste nestplaats zich op het zelfde weiland afspeelt als in voorgaande jaren.
In de winter vormen kieviten grote groepen en trekken ze over korte afstanden naar het zuiden. Bij strenge vorst verplaatsen de kieviten zich ongeveer met de vorstgrens over Europa mee, om toch voldoende voedsel te kunnen blijven vinden. In zachte winters blijven ook grote aantallen in Nederland en worden deze groepen aangevuld met vogels uit het noorden van Europa. In het vroege voorjaar keert de kievit terug naar het broedgebied. Kieviten zijn plaatstrouw. Het zal dus ook vaak voorkomen dat het hele schouwspel van verdediging van territorium, versieren van vrouwtjes en het kiezen van de juiste nestplaats zich op het zelfde weiland afspeelt als in voorgaande jaren.
Voortplanting
In de broedtijd bouwt het mannetje enkele onopvallende nesten, waarvan het vrouwtje er één uitkiest om er ongeveer vier eieren in te leggen. De kievit staat bekend om het vroege broeden. Al in maart kunnen kieviten een nest beginnen. Als gevolg van de warmere voorjaren vindt de eileg steeds eerder plaats. Kieviten broeden zelden alleen, meestal hebben meerdere kievitparen een nest in de directe omgeving. Zowel het mannetje als het vrouwtje bebroeden de eieren. Het duurt ongeveer 28 dagen voordat de kuikens allemaal uit het ei zijn gekropen. Zodra het dons is opgedroogd, verlaten ze het nest om er niet meer terug te keren. Ze gaan aan de wandel en trekken ze de wijde wereld in met alle gevaren van dien, zoals onderkoeling, landbouwwerkzaamheden of predatoren. De ouders hebben het er maar druk mee om hun kinderen voor al die gevaren te beschermen.
De kuikens zoeken zelf hun voedsel en daarom is het belangrijk dat er voldoende insecten te vinden zijn. Met de ouders zoeken ze dan vaak kruidenrijke graslanden op of weilanden met koeienvlaaien.
Ze eten de eerste weken vooral spinnetjes, kevertjes en insectenlarven. Later, als hun snavel sterk genoeg is, zullen ze ook regenwormen uit de grond proberen te krijgen.
Na ongeveer 4 a 5 weken, als de jongen inmiddels vliegvlug zijn, zullen de kievitgezinnen uit elkaar vallen. De kieviten, zullen zich in grote groepen, volwassen en jongen vogels, verzamelen en zich gaan ophouden op weilanden en akkers waar ook in het najaar en in de winter nog voldoende voedsel te vinden is. De jonge kievitskuikens zijn in staat al na het eerste levensjaar voor nageslacht te zorgen.
In de broedtijd bouwt het mannetje enkele onopvallende nesten, waarvan het vrouwtje er één uitkiest om er ongeveer vier eieren in te leggen. De kievit staat bekend om het vroege broeden. Al in maart kunnen kieviten een nest beginnen. Als gevolg van de warmere voorjaren vindt de eileg steeds eerder plaats. Kieviten broeden zelden alleen, meestal hebben meerdere kievitparen een nest in de directe omgeving. Zowel het mannetje als het vrouwtje bebroeden de eieren. Het duurt ongeveer 28 dagen voordat de kuikens allemaal uit het ei zijn gekropen. Zodra het dons is opgedroogd, verlaten ze het nest om er niet meer terug te keren. Ze gaan aan de wandel en trekken ze de wijde wereld in met alle gevaren van dien, zoals onderkoeling, landbouwwerkzaamheden of predatoren. De ouders hebben het er maar druk mee om hun kinderen voor al die gevaren te beschermen.
De kuikens zoeken zelf hun voedsel en daarom is het belangrijk dat er voldoende insecten te vinden zijn. Met de ouders zoeken ze dan vaak kruidenrijke graslanden op of weilanden met koeienvlaaien.
Ze eten de eerste weken vooral spinnetjes, kevertjes en insectenlarven. Later, als hun snavel sterk genoeg is, zullen ze ook regenwormen uit de grond proberen te krijgen.
Na ongeveer 4 a 5 weken, als de jongen inmiddels vliegvlug zijn, zullen de kievitgezinnen uit elkaar vallen. De kieviten, zullen zich in grote groepen, volwassen en jongen vogels, verzamelen en zich gaan ophouden op weilanden en akkers waar ook in het najaar en in de winter nog voldoende voedsel te vinden is. De jonge kievitskuikens zijn in staat al na het eerste levensjaar voor nageslacht te zorgen.
Aantalsontwikkeling
De kievit is een algemene soort in het agrarisch gebied. Tot in de jaren tachtig nam de broedpopulatie van de kievit in Nederland toe, maar daar is rond 1990 duidelijk een verandering in gekomen. In 2013 was nog ongeveer de helft van de broedaantallen van 1990 aanwezig. In Nederland broeden volgens de laatste schatting (2013) tussen de 145.000 en 216.000 paren. De provincies Friesland, Noord-Brabant, Overijssel, Noord-Holland en Gelderland herbergen de meeste kieviten. Jaarlijks krimpt de broedpopulatie in Nederland met gemiddeld meer dan 5 procent. De kievit gaat daarmee de andere weidevogels zoals de grutto en de scholekster achterna. Er zijn sterke aanwijzingen dat jaarlijks te weinig jonge kieviten groot worden. Door intensivering van de landbouw, de daarmee samenhangende verdroging en toenemende predatiedruk zijn hun overlevingskansen laag. Daar komt bij dat met uitbreiding van het stedelijk gebied het leefgebied van de kievit is gekrompen. De soort heeft recent de status ‘near threatened’ op de Europese Rode Lijst (IUCN) gekregen.
Ook in het werkgebied van onze vereniging, Natuur- en vogelwerkgroep De Grutto, gaat het niet goed met de kievit. Al sinds de oprichting van onze vereniging in 1983 houden diverse vrijwilligers zich zeer actief bezig met de bescherming van de weidevogels. Met lede ogen hebben we moeten toezien dat ook het aantal kievitparen in ons werkgebied drastisch is afgenomen.
De kievit is een algemene soort in het agrarisch gebied. Tot in de jaren tachtig nam de broedpopulatie van de kievit in Nederland toe, maar daar is rond 1990 duidelijk een verandering in gekomen. In 2013 was nog ongeveer de helft van de broedaantallen van 1990 aanwezig. In Nederland broeden volgens de laatste schatting (2013) tussen de 145.000 en 216.000 paren. De provincies Friesland, Noord-Brabant, Overijssel, Noord-Holland en Gelderland herbergen de meeste kieviten. Jaarlijks krimpt de broedpopulatie in Nederland met gemiddeld meer dan 5 procent. De kievit gaat daarmee de andere weidevogels zoals de grutto en de scholekster achterna. Er zijn sterke aanwijzingen dat jaarlijks te weinig jonge kieviten groot worden. Door intensivering van de landbouw, de daarmee samenhangende verdroging en toenemende predatiedruk zijn hun overlevingskansen laag. Daar komt bij dat met uitbreiding van het stedelijk gebied het leefgebied van de kievit is gekrompen. De soort heeft recent de status ‘near threatened’ op de Europese Rode Lijst (IUCN) gekregen.
Ook in het werkgebied van onze vereniging, Natuur- en vogelwerkgroep De Grutto, gaat het niet goed met de kievit. Al sinds de oprichting van onze vereniging in 1983 houden diverse vrijwilligers zich zeer actief bezig met de bescherming van de weidevogels. Met lede ogen hebben we moeten toezien dat ook het aantal kievitparen in ons werkgebied drastisch is afgenomen.
Onderzoek naar overlevingskansen:
Waarom neemt de kievit tegenwoordig met ruim 5% per jaar af? Er zijn sterke aanwijzingen dat steevast te weinig kieviten hun eerste weken overleven. Daarom slaan in het Jaar van de Kievit de natuurorganisaties Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland de handen ineen. Zij gaan, in samenwerking met bij het Vogeltrekstation aangesloten ringers en LandschappenNL, dit jaar uitgebreid onderzoek doen naar de overlevingskansen van de kievitkuikens.
Om te kijken wat de overlevingskansen van jonge kieviten zijn, gaan onderzoekers en vrijwilligers op verschillende plekken in het land vooral jonge kieviten ringen en volgen. Kieviten broeden in zowel grasland als op akkers en daarom kijken de onderzoekers in beide typen gebieden. Daarbij letten ze ook op de effectiviteit van beschermingsmaatregelen, hoeveel eieren er per gebied uitkomen en analyseren welk type gebied de beste overlevingskansen biedt. Met hulp van vrijwilligers gaan ze de kansen van een kuiken nauwkeurig vastleggen.
Laten we hopen dat deze onderzoeken leiden tot die maatregelen, die de overlevingskansen van de jonge kievitskuikens vergroten. Is er een lente denkbaar zonder de kievit, grutto, tureluur of wulp
Waarom neemt de kievit tegenwoordig met ruim 5% per jaar af? Er zijn sterke aanwijzingen dat steevast te weinig kieviten hun eerste weken overleven. Daarom slaan in het Jaar van de Kievit de natuurorganisaties Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland de handen ineen. Zij gaan, in samenwerking met bij het Vogeltrekstation aangesloten ringers en LandschappenNL, dit jaar uitgebreid onderzoek doen naar de overlevingskansen van de kievitkuikens.
Om te kijken wat de overlevingskansen van jonge kieviten zijn, gaan onderzoekers en vrijwilligers op verschillende plekken in het land vooral jonge kieviten ringen en volgen. Kieviten broeden in zowel grasland als op akkers en daarom kijken de onderzoekers in beide typen gebieden. Daarbij letten ze ook op de effectiviteit van beschermingsmaatregelen, hoeveel eieren er per gebied uitkomen en analyseren welk type gebied de beste overlevingskansen biedt. Met hulp van vrijwilligers gaan ze de kansen van een kuiken nauwkeurig vastleggen.
Laten we hopen dat deze onderzoeken leiden tot die maatregelen, die de overlevingskansen van de jonge kievitskuikens vergroten. Is er een lente denkbaar zonder de kievit, grutto, tureluur of wulp
Weidevogels horen bij ons landschap! Auteur Henk Schepers