NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Aktiviteiten
    • Landschapsonderhoud
    • Jaarprogramma
    • Excursie verslagen
    • Ringaktiviteiten
    • Vogeltrektellingen >
      • Vogeltrektelling 10 september 2022
    • Waarnemingen
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender september 2020

Dankzij vele dagen met volop nazomerweer werd september een warme, vrij droge en zeer zonnige maand. Met landelijk 201 zonuren tegen 143 normaal was het zelfs de op vier na zonnigste september maand ooit gemeten. Bovendien was het nog nooit zo heet in september. Tussen 09 en 23 september was het bijzonder zonnig. De temperatuur liep al snel op tot ruim 25 graden. Twee dagen werd het zelfs tropisch warm, waarbij het kwik opliep tot over de 30 ° C. Aan het eind van de maand deed de herfst toch nog voorzichtig zijn intrede. Dit voorkwam dat september kurkdroog eindigde. 

Dit keer in de kalender weer meer vogels; in totaal 7 soorten. Het betreft achtereenvolgens: havik, middelste bonte specht, groene specht, drieteenstrandloper, bonte strandloper, watersnip en goudplevier. Niet de minste om het maar zo te zeggen. Uit de bonte wereld van de  paddenstoelen laten we u opnames zien van: bisschopsmuts, gewoon eekhoorntjesbrood, dennenvoetzwam, zwartwordende wasplaat, groen viltmatje en kleverig koraalzwammetje.

De vlinderwereld dunt langzaam wat uit. Gefotografeerd werden nochtans: bleek blauwtje en de rups van een veelvraat. Uit de insectenwereld stellen we u voor aan: goudoogje, breedbandgroefbij, Europese hoornaar en knollenbladwesp. Verder hebben we 2 amfibieënsoorten weten te “scoren”, te weten: boomkikker en gewone pad.  De resterende 2 slotopnames zijn landschapsopnames op Texel van konikpaarden en een zonsondergang, gemaakt op het strand bij de Noordzee. 

Vrijwel elke maand lukt het ons wel om opnames te maken van bijzondere soorten. We hebben deze keer enkele zeldzame dan wel vrij zeldzame soorten voor u in petto. Het betreft deze keer onder meer bisschopsmuts,  breedbandgroefbij en bleek blauwtje. Daarover straks meer. 
​
Nu eerst maar eens een aantal vogelfoto’s.
Foto
Havik ~ juveniele vogel ~ 14-09-2020 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Bij de natuurkalender van augustus hebben we u kennis laten maken met zowel een havikmannetje als een havikvrouwtje. Om de cyclus te completeren kunnen we deze keer ook een juveniele Havik (Accipiter gentilis) laten zien. Daar waar bij volwassen vogels op buik en borst de dwarsbandering opvalt, zie je bij jonge haviken als het ware een verticale vlektekening. Verder heeft deze jonge vogel net zo’n strenge blik als z’n ouders, waarbij de donkere achtergrond voor een mystiek beeld zorgt. Zoals te zien op de foto houdt het beestje, na een bad te hebben genomen, zijn vleugels gespreid om te drogen, zoals je dat ook zo vaak ziet bij aalscholvers. Jonge haviken worden als takkeling nog zo'n 3 tot 4 weken gevoerd. Daarna verlaten ze het territorium van de oudervogels en zijn na tien maanden geslachtsrijp.
Vanuit dezelfde fotografielocatie kon ook deze juveniele Groene Specht (Picus viridis) worden vereeuwigd. De vogel is vrijwel geheel op kleur. Alleen aan de koptekening is te zien dat de volledige tekening nog moet ontstaan. Wel is duidelijk dat het een vrouwtje is. Dat is te zien aan de zwarte “snor”- tekening wat bij het mannetje rood is met een zwarte rand. Groene spechten zitten veelvuldig op de grond. Hun voedsel bestaat namelijk uit grote (vooral rode) bosmieren, die meestal op de grond worden “verzameld”. Na de grote bonte specht is deze “lachende” miereneter de meest voorkomende specht van ons land. Het gaat goed met ze. Groene spechten zijn niet zelden ook te zien in steden en dorpen waar ze de gazons “afstropen”.
Foto
Groene specht ~ juveniel vrouwtje ~ 21-09-2020 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Foto
Middelste bonte specht 18-09-2020 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Ook met de Middelste Bonte Specht (Leiopicus medius) gaat het goed. Vooral Twente is al jaren een bolwerk voor deze ietwat kleinere neef van de grote bonte specht. De rode kruin en de niet doorlopende baardstreep zijn de meest kenmerkende verschillen tussen beide soorten. Er kan evenwel verwarring ontstaan met de jongen van de grote bonte specht, die aanvankelijk ook een geheel rode kruin hebben. Let bij deze foto ook eens op de kleur van de anaalstreek. Bij de grote bonte specht is deze fel rood van kleur en bij de “mibo”, zoals we ‘m in vogelaarskringen noemen, roze-achtig met strepen.  De middelste bonte specht heeft een voorkeur voor loofbossen of singels met oude eiken, haagbeuken en dood of aangetast hout.
Van het bos nu naar het water; in dit geval naar de Noordzee, waar altijd wel groepjes dribbelende Drieteenstrandlopers (Calidris alba) te vinden zijn. Je hebt ze vast wel eens gezien; kleine vlugge dribbelaars die tijdens een strandwandeling steeds een eindje voor je uit vliegen. Het zijn koddige beestjes, die leuk zijn om te bekijken en met wat geduld ook best goed te fotograferen. In  tegenstelling tot veel andere strandlopers tref je drieteenstrandlopers eigenlijk alleen maar aan langs de vloedlijn van de zee. Het groepje op de foto is dan ook geportretteerd aan het Noordzeestrand op Texel.  
Foto
Drieteenstrandlopers 02-09-2020 Texel foto Laurents ten Voorde
Foto
Bonte strandlopers ~ foeragerend ~ 04-09-2020 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Bij de Oelemars zijn ook vaak Watersnippen (Gallinago gallinago) te zien. De aantallen zijn in de herfst het hoogst van half september tot half november en in het voorjaar van maart tot begin april. Doortrekkende watersnippen zijn afkomstig uit een gebied dat tot diep in Rusland reikt. Een deel van de populatie overwintert bij ons. De meeste trekken evenwel door naar de Britse Eilanden en naar Zuidwest-Europa. Watersnippen laten zich zien in gebieden met ondiep water, drassig terrein en modderplekken. Ze vinden het ook prettig om wat dekking te hebben, zodat ze niet al te snel opvallen. Het badderende exemplaar op de foto laat mooi zijn rossige gebandeerde staart zien, afgewisseld met wat zwartwit tekening
De Bonte Strandloper (Calidris alpina) daarentegen tref je veel meer aan langs de wadkant, maar ook in het binnenland kom je ze tegen. Zoals hier bij de Oelemars in Losser, waar ze zich geregeld laten zien. In het zomerkleed zijn ze met hun zwarte buik onmiskenbaar, maar buiten de broedtijd kunnen ze toch gemakkelijk verward worden met andere strandlopers. Gelukkig is er bij deze twee foeragerende beestjes nog een beetje zwart op de buik te ontdekken. Het is veruit de meest algemene strandloper van ons land. In en langs de Waddenzee zijn ze niet zelden met honderdduizenden te zien. In het verre verleden hebben ze ooit wel eens in Nederland gebroed.
Foto
Watersnip ~ badderend ~ 24-09-2020 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Foto
Goudplevieren 03-09-2020 Texel foto Laurents ten Voorde
Ook kunnen we u deze maand een opname laten zien van de Goudplevier (Pluvialis apricaria). Het is een geweldig gezicht als je ze in zulke grote groepen in de lucht ziet vliegen. Ze danken hun naam aan het verenkleed, die goudkleurige spikkels heeft. Ze zitten vaak samen met kieviten in de grond te wroeten naar wormen. Het zijn niet voor niets neven van elkaar. De goudplevier is al sinds de 30-tiger jaren als broedvogel uit ons land verdwenen. Dit heeft alles te maken met de ontginning van onze voormalige hoogveengebieden. In zomerkleed is de goudplevier op z’n mooist. Dan hebben met name de mannetjes een diepzwarte buik en een goudgele rug. 
Van de vogels nu naar de paddenstoelen. Bijna dertig jaar lang werd gedacht dat de Bisschopsmuts (Gyromitra infula) niet meer voorkwam in ons land. Recentelijk dook deze uitgestorven gewaande paddenstoel echter op in natuurgebied de Lonnekerberg; op een steenworp van ons vandaan. Er werden zelfs twee exemplaren gevonden. De één zat op een rottende berkenstam en de ander op een omgewaaide boswilg. Bijgaande opname kon worden gemaakt onder dankzegging aan broer René. De bisschopsmuts heeft een opmerkelijk gevormde geelbruine tot roodbruine geplooide hoedvorm. Het is nu niet bepaald moeders mooiste, maar dat doet niets af aan de zeldzaamheid. Dat de soort als ernstig bedreigd op de rode lijst staat laat zich dan ook raden. De bisschopsmuts behoort tot de zogeheten kluifzwammen en is giftig. Mooi dat d’ie terug is. Hopelijk weet hij zich te handhaven en wellicht zich uit te breiden.
Foto
Bisschopsmuts 21-09-2020 Lonnekerberg foto Leo Wijering
Foto
Gewoon eekhoorntjesbrood 15-09-2020 Hoge Boekel Enschede foto Rinus Baaijens
Ook eetbaar, maar er niet smakelijk uitziend, is de Dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii). Zoals de naam al aangeeft groeit deze onder aan de stam van naaldbomen. Vooral de douglasspar moet het vaak ontgelden. De zwam veroorzaakt namelijk bruinrot. De kleuren zijn divers, namelijk van bruin oranje tot geel of roodbruin. Verse vruchtlichamen zijn te herkennen aan de gele groeiranden. Dit exemplaar is zo te zien al een eindje op weg. Hoe ouder ze worden, hoe donkerder ze er uit komen te zien. Ze kunnen tot wel 30 cm breed worden. Het is een buisjeszwam, die met name in het oostelijk deel van ons land voorkomt. 
Foto
Zwartwordende wasplaat 05-09-2020 Arboretum de Lutte foto Leo Wijering
Van een heel andere orde is het Gewoon Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis). Deze paddenstoel komt namelijk algemeen in ons land voor. Het zijn kastanjebruine boleten met een breed uitlopende steel, die er op deze foto prachtig uitspringt in zijn omgeving. Omdat men graag wilde weten waar de soort zoal voorkomt, is deze soort vijf jaar geleden uitgeroepen tot paddenstoel van het jaar. Na de vliegenzwam is het dan ook de bekendste paddenstoel in ons land, temeer omdat het een uitgesproken consumptiepaddenstoel is, die veel en vaak wordt gegeten. Vermeld zij dat wij als natuurfotografen het plukken van paddenstoelen uit de vrije natuur echter niet voor staan. Gewoon laten staan dus, zodat iedereen er van kan genieten.
Foto
Dennenvoetzwam 23-09-2020 Enschede foto Rinus Baaijens
De volgende paddenstoel is de Zwartwordende Wasplaat (Hygrocybe conica). Zoals u aan de kleur kunt zien doet dit exemplaar z’n naam absoluut nog geen eer aan. Het is echter wel de gemakkelijkst te herkennen wasplaat. Zodra je ook maar de kleinste zwarte verkleuring ziet op de hoed of de steel, zoals op de foto, kun je er vanuit gaan dat het er één is. De hoed is aanvankelijk puntig en de kleur geel, oranje of rood. Het afgebeelde exemplaar heeft zich al “gespreid” en is mooi oranje van kleur. Ze zijn veelal te vinden in schrale, droge en oude graslanden. Mede daardoor zijn wasplaten niet bepaald algemeen, alhoewel de zwartwordende wasplaat de uitzondering op de regel is.
Hoe verschillend van kleur en vorm paddenstoelen kunnen zijn, is mooi te zien aan dit groene myceliumpakketje. Het kon worden gedetermineerd als het Groen Viltmatje (Trichoderma viride), een groene schimmel, die voorkomt op de bodem, op planten, rottende plantenresten, zwammen of hout. Het is een vrij nieuwe ascomyceet, die nog nauwelijks beschreven staat in de literatuur. Zelfs bij de Nederlandse Mycologische Vereniging is over deze zakjeszwam nog niets te vinden. Wel goed om te weten is dat zakjeszwammen een belangrijke rol spelen bij veel ecosystemen.
Foto
Kleverig koraalzwammetje 24-09-2020 Lange Maten Reutum foto Wim Wijering
Foto
Groen viltmatje 11-09-2020 omgeving Grote Rietplas Emmen foto Leo Wijering
Nog zo’n kleurige schimmel is het Kleverig Koraalzwammetje (Calocera viscosa). Ze zijn eenvoudig te herkennen aan hun felle kleur. Deze kan variëren van geel tot fel oranje. Als ze uitgedroogd zijn kleuren ze zelfs naar rood. Het is een zogeheten saprofiet, hetgeen eenvoudigweg wil zeggen dat ze leven van dood materiaal; in dit geval van dood naaldhout. Het is een soort, die weliswaar klein is, maar zeer algemeen voorkomt in ons land. De vertakkingen van het zwammetje zijn buigzaam, voelen rubberachtig aan en zien er koraalvormig uit. Soms echter ook geweivormig. Het oppervlak voelt verder glad en kleverig aan. Het kleverig koraalzwammetje heeft hieraan zijn naam te danken.
Weet je waar de naam paddenstoel vandaan komt? Gewoon; van een pad op een stoel, zoals op bijgaande opname. Kabouterspillebeen zat gewoontegetrouw op die andre, je weet wel, die grote rode met witte stippen. Best wel geinig zo’n Gewone Pad (Bufo bufo) op een paddenstoel. Zoals op de foto te zien heeft deze paddensoort een gedrongen wratachtig lichaam met een stompe kop. Ze zijn verder herkenbaar aan de oranje iris. Het afgebeelde exemplaar is waarschijnlijk een heel donker mannetje; bijna bij zwart af. Naast de bruine kikker en de boomkikker is het één van de bekendste kikkers van Europa. Bekend is de paddentrek in het voorjaar, waarbij vaak veel slachtoffers vallen.
Foto
Boomkikker 04-09-2020 Enschede foto Rinus Baaijens
Foto
Gewone pad 04-09-2020 Enschede foto Rinus Baaijens
De naam is al genoemd; de Boomkikker (Hyla-arborea); een glanzend grasgroen kikkertje, die het heerlijk vindt om te zonnen. Dat doen ze vooral op braamstruiken. In een kleinschalig en nat landschap voelt deze amfibiesoort zich thuis. Met name Twente is bekend om de boomkikker, alhoewel de aantallen niet al te groot zijn. Het is maar een klein beestje, zo’n pakweg 4½ tot 5 cm. Ze hebben lange tenen en vingers met op de toppen “hechtschijfjes”, waarmee ze goed kunnen klimmen. Ze verplaatsen zich hiermee gemakkelijk langs takken en bladeren. Het zijn echter wel herrieschoppers; het kekkerende geluid wat ze maken is soms op kilometers afstand te horen. 
Met de daling van de temperatuur zie je langzaamaan een afname van de dagvlinders. Het Bleek Blauwtje (Polyommatus coridon), wat u op de foto ziet, kon evenwel nog worden geportretteerd in de warme periode van september. Het is een voor Nederlandse begrippen zeldzaam vlindertje. Dat komt omdat de waardplant van deze soort (paardenhoefklaver) vrijwel niet in Nederland voorkomt. Daardoor is dit blauwtje simpelweg niet in staat zich hier voort te planten. De opname is dan ook niet in ons land, maar in Duitsland gemaakt. Eén der onzen maakt namelijk graag een “Ausflug” naar onze oosterburen. 
Foto
Veelvraat 20-09-2020 Leenderbos Hamo nt-Achel Belgiƫ foto Jaimey Wilbers
Foto
Bleek blauwtje ~ vrouwtje zijaanzicht ~ 22-09-2020 Trendelburg Duitsland foto Gerard Benerink
Als je het over een veelvraat hebt, kun je daar meerdere betekenissen over vinden. Bijvoorbeeld een schrokop als je het over mensen hebt of één van de grootste marterachtigen, die deze naam draagt. In dit geval hebben we het echter over een nachtvlinder, oftewel de rups van de Veelvraat (Macrothylacia rubi). De vlinder zelf is een grote diklijvige en dagactieve nachtvlinder. Het is een zogeheten spinnersoort, waarvan de mannetjes overdag vliegen. Ze zijn vrij algemeen en komen verspreid in ons land voor. De rups is fluweelzwart van kleur en heeft op de rug een dichte, roodachtig bruine beharing, die behoorlijke jeuk kan veroorzaken. 
Net als de vorige soort is ook de maker van dit Goudoogje (Chrysoperla carnea) onze 14-jarige Jaimey, de jongste natuurfotograaf in ons gezelschap. Zeg nou zelf. Dat heeft d’ie toch maar mooi gedaan, want het scherp vastleggen van deze groene gaasvlieg is zo gemakkelijk nog niet. De soort behoort - ondanks z’n naam - niet tot de vliegen, maar tot de orde van de netvleugeligen. Al erg lang wordt gedetailleerd onderzoek gedaan naar deze familie, vanwege de belangrijke rol die deze kunnen spelen in de biologische bestrijding van bladluizen. Er komen in ons land verschillende groene gaasvliegen voor, die veel op elkaar lijken.
Foto
Breedbandgroefbij 20-09-2020 Dulder Saasveld foto Wim Wijering
Foto
Goudoogje 12-09-2020 Weerterbergen foto Jaimey Wilbers
Na de bisschopsmuts en het bleek blauwtje kunnen we u nog een vrij zeldzame soort in ons land offreren, te weten de Breedbandgroefbij (Halictus scabiosae). Tot voor enkele jaren geleden was deze bijensoort alleen maar bekend uit Limburg. Het lijkt er op dat deze warmteminnende soort steeds meer noordwaarts oprukt. Het was dan ook een verrassing om deze soort nu al aan te treffen in Saasveld. Er vlogen er tenminste 3, die zich tegoed deden aan de nectar van beemdkroon. De breedbandgroefbij is een grote, opvallende bijensoort met dubbele haarbanden op het achterlijf, wat meteen opvalt als je ‘m ziet. 
Thuis bezitten we een pergola wie we hebben laten begroeien met 3 verschillende soorten klimop. In september komen deze volledig in bloei en dan duurt het doorgaans niet lang of het is er een gegons van jewelste. Niet alleen komen er vlinders op de nectar af, maar ook volop bijen, (zweef)vliegen, wespen en wat dies meer zij. Het is elk jaar weer een feest om van deze rijkdom, zo dicht bij huis, te genieten. Iedereen, die de natuur een warm hart toedraagt, is de aanwezigheid van klimop in de tuin aan te bevelen. En natuurlijk zijn er dan ook mooie opnames te maken. In dit geval van een Europese Hoornaar (Vespa crabro). Hoezo gevaarlijk?
Foto
Europese hoornaar 22-09-2020 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Foto
Knollenbladwesp (rechts) en Gewone wesp (links) 11-09-2020 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Met het oog op de nieuw te vullen insectenrubriek is de aandacht op het vele leven in en op de klimop een lust voor het oog. Bovendien kun je naar hartelust (mag tegenwoordig ook met een n) fotograferen. Het zit er soms zo vol dat je vaak meer dan één soort in one shot te pakken hebt. Dat is in dit geval de Gewone Wesp (Vespula vulgaris) en de Knollenbladwesp (Athalia rosae). Voor alle duidelijkheid: de laatste staat rechts op de foto. Deze bladwesp behoort tot het geslacht Athalia, waarvan 9 soorten in ons land voorkomen, die ontzettend veel op elkaar lijken. Gelukkig is de knollenbladwesp de enige met zwarte schouderstukjes, die wel wat weg hebben van wiebertjes. Het is overigens een zeer algemene soort met een enorm verspreidingsgebied (4 continenten). 
De florawereld mag natuurlijk evenmin ontbreken in de natuurkalender van september. Deze keer aandacht voor de Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata). Deze plant komt van nature voor in Eurazië. De alleenstaande, blauwe bloemen groeien aan de top van de stengels. Ze zijn 2½ - 5 cm en lang gesteeld. De bloemen zijn gespleten in vier lange, rondom “gefranjerde” slippen. Ze zijn te vinden op zonnige plaatsen, daar waar de grond voedselarm en kalkrijk is. In ons land is de franjegentiaan zeer zeldzaam. Je moet er voor naar Zuid Limburg om ze te kunnen vinden. Het laat zich raden dat de opname dus niet in Nederland, maar in Duitsland is gemaakt.
Foto
Stijve ogentroost (Euphrasia stricta s.l. ) 22-09-2020 Trendelburg Duitsland foto Gerard Benerink
Foto
Franjegentiaan (Gentianopsis ciliata) 14-09-2020 Lengerich Duitsland foto Gerard Benerink
Tot de zogeheten bremrapen behoort Stijve Ogentroost (Euphrasia stricta). Het is maar een klein plantje en voor het vereeuwigen van de bloempjes moet je echt naar de grond. De bloemen groeien in de oksels van de bovenste bladeren en lijken wel wat op kleine akkerviooltjes. Het is een heilzaam plantje, zoals de naam al doet vermoeden. Al heel lang is bekend dat ogentroost verlichting kan brengen bij verschillende aandoeningen van de ogen. De naamgeving is dus heel goed gekozen. Stijve ogentroost houdt net als de vorige soort van een kalkachtige bodem. Ze hebben witte bloempjes met  een gele keelvlek en paarse aderen in de boven - en onderlip. Het is een algemene soort in ons land.
De twee laatste foto’s van deze natuurkalender zijn beide gemaakt op Texel. Allereerst dit  landschapsplaatje met Koniks (Equus ferus caballus), een van oorsprong in Polen en Wit-Rusland voorkomend paardenras. De naam is afgeleid van het Poolse Koń en konik betekent eenvoudigweg paardje. Er is veel te doen (geweest) over de koniks op Texel. Ze zijn namelijk afkomstig uit de kuddes van de Oostvaardersplassen. Daar waren ze overcompleet en de slacht dreigde. Als oplossing zijn ze  uitgezet in de buurt van de Slufter en na een jaar op proef te zijn geweest had Staatsbosbeheer de dieren elders willen “slijten”. Dat is evenwel na de nodige protesten niet gelukt, dus de koniki mogen nu, als we goed geïnformeerd zijn, blijven.
Foto
Koniks 01-09-2020 Texel foto Laurents ten Voorde
Foto
Zonsondergang Noordzee 02-09-2020 Texel foto Laurents ten Voorde
De laatste foto van de maand is voorbehouden aan een fraaie zonsondergang, gemaakt op het Noorzeestrand op Texel, ter hoogte van de Slufter. Hiervan zijn door de fotograaf in kwestie zes foto’s gemaakt, die uiteindelijk zijn samengevoegd tot één grote panoramafoto. Inmiddels is hiervan een immense afdruk gemaakt met een breedte van maar liefst 4 meter en een hoogte van 60 cm. Het is nog even passen en meten hoe deze op te hangen, maar het gaat lukken, is ons verzekerd. Hiermee zijn we aanbeland aan het slot van deze kalendersessie.
Samenstelling:     Wim Wijering        E-mail: wimwijering@hotmail.com           Tel. 06.46202123 
​
Foto’s:     Fons, Leo en Wim Wijering, Jaimey Wilbers, Laurents ten Voorde, Rinus Baaijens en Gerard Benerink
Uiteraard hebben we in deze maand nog veel meer foto’s gemaakt, dan we in deze natuurkalender hebben weergegeven. Wij willen u deze opnames niet onthouden, omdat hier ook veel mooi materiaal bij zit. Oordeelt u echter zelf door hier te klikken. De foto’s kunt u vergroten, net als bij de natuurkalender, door er op te klikken. 
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​