NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Aktiviteiten
    • Landschapsonderhoud
    • Jaarprogramma
    • Excursie verslagen
    • Ringaktiviteiten
    • Vogeltrektellingen >
      • Vogeltrektelling 10 september 2022
    • Waarnemingen
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender oktober 2016

En weer ligt er een maand achter ons, waarbij we allerminst hebben stil gezeten, want buiten gebeurt het immers. Ook nu weer hebben we een aantal opmerkelijke foto´s voor u in petto. Omdat we met meerdere ons materiaal bundelen, is de kans op bijzondere foto’s een stuk groter. Het bevordert bovendien de diversiteit. Het zal u vast niet verbazen dat de herfst in deze oktobersessie een belangrijke rol speelt bij onze foto’s. Zo is er ook nu weer voor ieder wat wils.
Bijna de helft van de foto’s bestaat deze keer uit opnames van vogels. Er zijn bijzondere soorten bij, zoals: Indische gans, casarca, toendrarietgans, grote zilverreiger (ondersoort modesta?) kleine bonte specht, visarend en waterpieper. Daarnaast hebben we ook minder alledaagse soorten als: bosuil, bontbekplevier, ijsvogel, brandgans, kolgans en koperwiek. Alhoewel de insectenwereld nu vrijwel op zijn eind is, hebben we toch nog opmerkelijke opnames kunnen maken van clustervlieg en zelfs van een wespenkoningin. Natuurlijk mogen paddenstoelen in deze herfstsessie niet ontbreken. Dit keer hebben we zadelzwam (2 x), vliegenzwam en kale inktzwam voor u op de gevoelige plaat vastgelegd. Voorts is een ree van heel nabij gefotografeerd en kon een hazensprong worden vastgelegd. We sluiten de oktobermaand in stijl af met sfeeropnames van de herfst, als ook met zonsopkomst (2 x) en een sterrenhemel.
Wij verwijzen u verder graag naar de vele recente overige foto's (zonder verdere toelichting), die we eveneens de afgelopen maand hebben gemaakt. Ook daar zit weer mooi materiaal bij. Vergeet vooral niet om op de foto's te klikken voor een vergroting. Veel kijk- en leesplezier toegewenst. 

We beginnen deze keer voor de verandering eens met een vijftal opnames van ganzen.
KolganzenKolganzen ~ zwemmend ~ 07-10-2016 Oelemars Losser foto Wim Wijering
Alhoewel er vanaf 1980 in toenemende aantallen Kolganzen (Anser albifrons) in ons land tot broeden komen, kennen we deze ganzensoort toch vooral als overwinteraar. Ongeveer 80 % van de wereldpopulatie bivakkeert hier namelijk van oktober tot en met maart. Dat zijn circa 900.000 kolganzen! Merkwaardig genoeg hebben wetenschappers echter vastgesteld dat het broedsucces van de kolgans al sinds 1995 sterk daalt. Naar het schijnt zijn er ook dit najaar weer veel kolganzen zonder jongen uit de Russische toendra terug gekeerd. Dit vertaalt zich evenwel niet op deze foto, gemaakt bij de Oelemars in Losser, waarop een paartje kolganzen met maar liefst 6 jongen (voorgrond) te zien is.
te bewerken.

BrandgansBrandgans ~ overliegend ~ 14-10-2016 Schiermonnikoog foto Wim Wijering
De afgebeelde gans, die u hier ziet, wenst zich kennelijk keurig aan de (lucht)verkeersregels te houden. Het heeft er namelijk alle schijn van dat de vogel linksaf wil, getuige de “uitgestoken” linkervleugel. Gekkigheid natuurlijk, maar dit soort opnames maakt soms wel wat fantasie bij ons los. In werkelijkheid is dit een Brandgans (Branta leucopsis), die even tevoren op Schiermonnikoog is opgevlogen en aansluiting probeert te vinden bij een aantal soortgenoten. De brandgans is overigens hard op weg om de kolgans voorbij te streven als talrijkste overwinterende gans. De laatste jaren mogen we hier in de winter inmiddels al meer dan 800.000 exemplaren begroeten.


ToendrarietgansToendrarietgans 26-10-2016 Oelemars Losser foto Rinus Baayens
In oktober verschijnen de eerste groepjes Toendrarietganzen (Anser serrirostris) weer in Nederland om er te overwinteren. Zoals de naam al doet vermoeden, broeden ze in toendragebieden (West Siberië). Alhoewel er hier elk jaar tussen de 200 en 300.000 toendrarietganzen de winter door-brengen, worden ze lang niet altijd opgemerkt. Dat komt vooral omdat ze zich met name ophouden op grauwe uitgestrekte akkers en daardoor niet opvallen. Je zou ze dan ook met recht als echte akkervogels kunnen betitelen. Lange tijd dacht men dat ook de zeer veel op de toendrarietgans gelijkende Taigarietgans (Anser fabalis) hier in de winter in redelijke aantallen voorkwam, maar hierop is men inmiddels terug gekomen. Het gaat jaarlijks nog om hooguit 100-200 vogels, die vooral tussen december en februari worden gezien. Vanwege veranderde (determinatie)inzichten zijn (vrijwel) alle waargenomen taigarietganzen inmiddels uit de Twentse avifauna verwijderd.

CasarcaCasarca ~ adult vrouwtje ~ 14-10-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Nu over naar een tweetal ganzensoorten, die we eigenlijk niet tot onze inheemse broedvogelfauna mogen rekenen, maar wel met enige regelmaat in ons land zijn waar te nemen. Dat is in de eerste plaats deze afgebeelde Casarca (Tadorna ferruginea), die ook wel Roestgans wordt genoemd. Dit laatste is een afgeleide van de wetenschappelijke naam. De casarca’s, die in Nederland broeden, zijn waarschijnlijk allemaal nazaten van ontsnapte of vrijgelaten exemplaren. Vanaf de jaren negentig worden casarca’s van elders evenwel ook in toenemende mate in ons land gezien. Verschillende vogels zijn afkomstig uit Duitse broedgebieden. Men tast nog steeds in het duister of er ook vogels bij zijn uit de oorspronkelijke broedgebieden in Zuidoost-Europa.

Indische gansIndische gans ~ adult exemplaar ~ 06-10-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
De tweede gans met een “buitenlands paspoort” is de Indische gans (Anser indicus). Vanaf de 70 ‘er en 80 ‘er jaren broeden er steeds vaker Indische Ganzen in ons land. De aantallen schommelen om en nabij de 100 paar. Van een stormachtige toename, zoals bij verschillende andere ganzensoorten, is evenwel geen sprake. De exemplaren, die we hier tegenkomen, zijn nakomelingen van losgelaten of ontsnapte vogels. De Nederlandse “standvogels” krijgen in het winterhalfjaar gezelschap van vogels uit aangrenzende landen. De Indische gans broedt in Centraal-Azië en vliegt over de Himalaya om te kunnen overwinteren in India, Birma en Pakistan. Het is één van 's werelds hoogst vliegende vogels. De hoogst waargenomen vliegende gans, vloog op maar liefst 7290 m hoogte!

Gewone wespGewone wesp ~ koptekening ~ 24-10-2016 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Na deze ganzenintro is het de beurt aan een tweetal insecten, die hun vleugels net zo hard nodig hebben als vogels. We beginnen met het vooraanzicht van een heuse koningin; in dit geval de  koningin van de Gewone Wesp (Vespula vulgaris). Samen met de Duitse wesp (Vespula germanica) is dit de meest algemene wesp in ons land. Omdat beide soorten een sterke voorkeur hebben voor zoetigheid, worden ze ook wel limonadewespen genoemd. Ze komen naast elkaar voor in dezelfde gebieden. In tegenstelling tot de Duitse wesp heeft de gewone wesp een soort anker op de kop, terwijl de Duitse wesp getooid is met een drietal zwarte stippen. Let ook eens op de krachtige kaken. Om te overwinteren zoekt de koningin meestal een rustige plek op, waar ze zes maanden haar “winterslaap” overleeft dankzij opgebouwde vetreserves. Wespen, die bedreigd worden, kunnen herhaaldelijk steken. Niet teveel meppen dus.

ClustervliegClustervlieg 08-10-2016 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Na deze voor velen toch vervelende lastpak, laten we u ook kennis maken met de Clustervlieg (Pollenia rudis). Door de zomerse temperaturen van de afgelopen tijd hebben zich dit jaar twee tot vier keer zoveel meer clustervliegen ontwikkeld dan normaal. Daardoor hebben enorm veel mensen de afgelopen maand ongewild te maken gekregen met grote zwermen vliegen in hun woning; veelal warme zolderruimtes. Om die reden worden ze ook wel zoldervliegen genoemd. Clustervliegen houden eenvoudigweg niet van kou en zoeken in het najaar plekken op, waar ze behaaglijk warm en ongestoord kunnen overwinteren. Voor zover thans bekend, zijn ze niet schadelijk  voor de volksgezondheid, steken of bijten niet en brengen geen ziekteverwekkers met zich mee. Toch is het geen prettig gezicht; al die honderden vliegen tegen de zolderramen, die wekenlang massaal uit de spouwmuren tevoorschijn komen. Om die reden zijn ze dan ook op grote schaal bestreden. ​

ZadelzwamZadelzwam~26-10-2016 Lochem foto Fons Wijering
Tijd nu voor wat herfstbeelden. Als je het over dit jaargetijde hebt, denk je toch al gauw aan paddenstoelen en die willen we u in deze kalendersessie niet onthouden. Zadelzwammen (Polyporus squamosus), zoals te zien op bijgaande foto, is overigens geen paddenstoel, waar je alleen in het najaar naar op zoek hoeft. Deze buisjeszwam kun je eigenlijk een groot deel van het jaar in de natuur tegenkomen. Ze zijn behoorlijk fors en lijken inderdaad wel wat op een zadel. De hoed kan wel een doorsnede hebben van 60 centimeter. De steel is zijdelings geplaatst. Zadelzwammen stellen geen hoge eisen aan hun omgeving. Ze groeien op dood hout, waar ze witrot veroorzaken. Ze zijn vooral te vinden op es, maar ook op andere loofhoutsoorten als els, wilg, iep en beuk. De zadelzwam is één van de bekendste paddenstoelen van Nederland.

GuttatiedruppelsGuttatiedruppels onderkant Zadelzwam~26-10-2016 Lochem foto Fons Wijering
Voor het maken van bijgaande foto moet je doorgaans diep door de knieën. Wat u hier ziet zijn namelijk zogeheten guttatiedruppels. Ze lijken wel wat op regendruppels, maar dat is in de onderhavige situatie niet zo. Het zijn in feite “zweetdruppels”; in dit geval van dezelfde Zadelzwam (Polyporus squamosus).  In de groei zuigt de paddenstoel grote hoeveelheden vocht op. Op enig moment moet de zwam het overschot aan water kwijt. Het resultaat: “Grote druppels vocht aan de rand van de groeiende zwam”. Dit noemen ze guttatie. Bij sommige paddenstoelen kunnen de druppels zelfs bloedrood kleuren. Deze druppelvormige vochtuitscheiding komt ook voor bij sommige planten.

VliegenzwamVliegenzwam 25-10-2016 Arboretum de Lutte foto Laurents ten Voorde
De zadelzwam kan dan wel één van de bekendste paddenstoelen zijn in ons land, maar als onbetwiste nummer één is dat toch nog altijd de paddenstoel met de rood en witte stippen, oftewel, de Vliegenzwam (Amanita muscaria). Al van kinds af aan is ons geleerd om deze paddenstoel, hoe mooi ook, niet te eten vanwege de giftigheid. De realiteit is dat de ernst van de vergiftigingsverschijn-selen in de regel best mee valt.  Ergens valt te lezen dat het de spreeklust bevordert en je zin hebt om te fluiten, te zingen en te dansen. Daarmee suggereren we niet om het eten ervan toch maar eens uit te proberen. De vliegenzwam groeit overigens vooral in de buurt van berken.  

Kale inktzwam(Grote) kale inktzwam 26-10-2016 de Cloese Lochem foto Fons Wijering
Het is een wondertje op zich als je ziet hoe paddenstoelen zich als het ware boven de grond weten te worstelen, zoals in dit geval deze vermoedelijk (Grote) Kale Inktzwam (Coprinopsis atramentaria).  Omdat de afgebeelde kale inktzwam nog erg jong is, zou hieruit ook zo nog maar de Kleine kale inktzwam (Coprinopsis acuminata) dan wel de Bruine kale inktzwam (Coprinopsis romagnesiana) kunnen groeien. Het verschil is in het beginstadium (zonder microscopisch onderzoek) namelijk niet te zien. Er zijn overigens nog veel meer inktzwammen, zoals de spechtinktzwam, geschubde inktzwam, het plooirokje en het hazenpootje. Alleen al in Nederland komen bijna 100 soorten voor. Ze leven allemaal maar kort, zijn doorgaans erg teer en bij rijping verkleuren ze tot “inktzwarte” organismen.

Grote zilverreigerGrote zilverreiger ~ mogelijke ondersoort modesta ~ 06-10-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Terug naar de vogels. Er is in de eerste weken van oktober blijkbaar iets aan de hand geweest met het weer in het oosten. De stevige wind kwam namelijk langdurig uit die richting. Het is zeer wel mogelijk dat in die periode en onder dergelijke omstandigheden meer (bijzondere) vogels dan gebruikelijk westwaarts zijn afgedwaald. Dat was recentelijk onder meer het geval met de bergheggenmus (Prunella montanella). Plotseling doken er tientallen exemplaren van deze extreem zeldzame gast op in Europa en zelfs in Nederland (Maasvlakte) werd een exemplaar ontdekt. Genoemde soort hoort thuis in het oosten van Rusland en overwintert in Oost Azië. Op de Oelemars in Losser werd in diezelfde periode een opname gemaakt van deze Grote zilverreiger, die verdacht veel lijkt op de Oosterse Grote Zilverreiger (Ardea alba modesta), die bekend is uit Zuidoost Azië. Let maar eens op de zwarte snavel met de groene washuid en de rode poten. Heel bijzonder is verder dat de vogel “zijn bruiloftskleed” nog aan heeft. Alhoewel deze ondersoort  van de Grote zilverreiger tot dusverre niet als zodanig in de Nederlandse boeken voorkomt, dan wel is erkend (zie o.a. de berichtgeving hierover van natuurfotograaf Willem de Wolf), zou de kwestie over de bergheggenmus ook zo maar kunnen gelden voor de Oosterse grote zilverreiger.  Reacties hierop zijn overigens welkom.

WaterpieperWaterpieper 23-10-2016 Oelemars foto Leo Wijering
De vogeltrek om elders te overwinteren vindt, als te doen gebruikelijk, plaats van Noord naar Zuid. Een soort, die het evenwel in omgekeerde volgorde doet, is de Waterpieper (Anthus spinoletta). Deze vrij onopvallende piepersoort verlaat in de herfst en winter de hoge bergweiden in Midden Europa en trekt dan in behoorlijke aantallen noordwaarts. Van oktober tot eind maart kunnen er dan vele duizenden waterpiepers in ons land worden aangetroffen. Zo ook dit exemplaar wat eveneens bij de Oelemars in Losser op de gevoelige plaat kon worden vastgelegd. Het uiterlijke verschil met z’n tweelingbroertje, de graspieper (althans in de winter), zit ‘m in de gele ondersnavel, maar meer nog bij de rugstrepen. Die zijn (ook bij de afgebeelde vogel) slechts vaag te zien. Bij graspiepers is de “striping” op de rug veel donkerder en veel sterker geaccentueerd.

IJsvogelsIJsvogels ~ met territoriumgedrag ~ 20-10-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Nog veel meer dan waterpiepers zijn IJsvogels (Alcedo atthis)  aangewezen op water; schoon water dan wel te verstaan. Het is dit jaar een goed ijsvogeljaar geweest en dat is te merken aan de vele opnames, die van dit prachtige beekjuweeltje zijn gemaakt. De bekende vogelhut bij de Oelemars is de afgelopen maanden bijkans een bedevaartsoord voor ijsvogelgangers geworden. Menigeen heeft dan ook (eindelijk) zijn eerste ijsvogelfoto op deze locatie kunnen maken, want vrijwel dagelijks waren ze er te zien. Natuurlijk konden we moeilijk achterblijven en tonen u deze twee ijsvogeldames, die elkaars aanwezigheid niet bepaald waarderen.

VisarendVisarend ~ slaat snoek uit het water ~ 09-10-2016 omgeving Gees Drenthe foto Leo Wijering
Als je jezelf het predicaat “natuurfotograaf” wilt opspelden, dan zal je met enige regelmaat ook een aantal bijzondere opnames moeten laten zien. Dat is in dit geval naar onze mening goed gelukt bij deze Visarend (Pandion haliaetus), die een snoek uit het “water slaat”. Dat is vast en zeker een “lucky shot” geweest, zal menigeen wellicht denken, maar niets is minder waar. Aan het maken van deze opname is dagenlange observatie vooraf gegaan en dan ook nog eens vele vruchteloze uren van wachten en nog eens wachten. En dat onder een camouflagedeken op een potentieel geschikte plek of vanuit de auto. Tja en dan nog afdrukken op het moment suprême, terwijl deze viseter bij uitstek deze geweldige knoeperd uit het water trekt.  Zo, dat weet u nu dus ook.

BotbekplevierBontbekplevier ~ juveniele vogel ~14-10-2016 Jachthaven Schiermonnikoog foto Wim Wijering
Aan de waterkant is sowieso vaak van alles te beleven. Zo ook in de Jachthaven van Schiermonnikoog waar deze juveniele Bontbekplevier (Charadrius hiaticula) erg veel moeite moest doen om voedsel te vinden. Zoals op de foto te zien zakten z’n poten steeds diep(er) weg in het zachte en zuigende slib van de haven. Wie wel eens aan wadlopen heeft gedaan kent dat fenomeen. Verraderlijke zuiggaten, tot je knieën wegzakkend in de blubber en maar ploeteren om vooruit te komen. Als je iets aan je conditie wilt doen is wadlopen een echte aanrader.

Kleine bonte spechtKleine bonte specht ~ mannetje ~ 18-10-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Van de waterkant nu naar een meer begroeide omgeving, namelijk het bos. Daar kon deze Kleine bonte specht (Dendrocopos minor) op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Het is het klein duimpje onder de spechten, die je in de regel maar weinig te zien krijgt. Het is dan ook een zwijgzaam zwartwit spechtje, die niet veel groter is dan een mus. Het mannetje heeft een rood kapje dat bij het vrouwtje ontbreekt. Ze foerageren vaak in een wat nattere omgeving waar ze hun voedsel zoeken in en aan takken vlak bij de grond. Het afgebeelde exemplaar wilde voortdurend naar het water, maar werd steeds verjaagd door zijn grotere broer; de grote bonte specht. Gelukkig wachtte hij zijn beurt netjes af tegen de stam van een lariks, waardoor deze foto van een omkijkend mannetje kon worden geproduceerd.

KoperwiekKoperwiek~21-10- 2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Zoals de naam al verraadt, is de Bosuil (Strix aluco) eveneens een uitgesproken bosvogel. Ze zijn tamelijk algemeen in ons land, maar door hun nachtelijke levenswijze hoor je ze meer dan dat je ze te zien krijgt. Overdag houden de vogels zich schuil, waarbij ze niet zelden worden geplaagd door kleine(re) vogels. Vooral merels en vinken zijn hierin meesters. De soort heeft behoorlijk geprofiteerd van het ophangen van speciale bosuilkasten. Het is een echte standvogel, die erg trouw is aan zijn leefgebied. Dat het een echte nachtjager is, kun je vooral zien aan de inktzwarte ogen, alhoewel dat op deze foto niet helemaal uit de verf komt, omdat z’n ogen, zoals wij dat zeggen, op “half stok” staan. ​

BosuilBosuil 29-10-2016 Denekamperdijk Losser foto Leo Wijering
Ook deze Koperwiek (Turdus iliacus) was zo vriendelijk om zich in het bos te laten vereeuwigen. Het is in ons land een najaars-  en wintergast, die we hier vooral in oktober in grote aantallen vanuit Scandinavië mogen begroeten. Vaak zijn koperwieken in gezelschap van kramsvogels. Beide lijster-soorten leven in het najaar namelijk in veel gevallen groepsgewijs en storten zich vaak massaal op besdragende heesters en bomen. In relatief korte tijd kunnen ze deze behoorlijk kaal plukken. Qua formaat is de koperwiek ietsiepietsie kleiner dan de zanglijster, maar kan hier op afstand echter wel mee verward worden. Goede determinatiekenmerken zijn de opvallende wenkbrauwstreep en de roodbruine “oksels”.

ReeRee ~ koptekening ~ 04-10-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Een schuilhut in het bos levert niet zelden verrassende ontmoetingen op. Opeens stond er een Reegeit  (Capreolus capreolus) naast de hut. Het dier wilde water drinken uit de aanwezige poel. Het dier stond zo dichtbij, dat alleen een foto van de kop mogelijk was. Heel voorzichtig werd de camera op het oog gericht en afgedrukt, wat vervolgens deze opname opleverde. Ondanks de ingestelde “stille modus” schrok het dier jammer genoeg van de zachte cameraklik, liep weg om een eindje verder weer te blijven staan. Nochtans vertrouwde de reegeit het niet helemaal en liep aansluitend verder voorzichtig het bos in. Dit zijn natuurlijk wel hele bijzondere momenten voor een fotograaf. Op de foto is trouwens te zien dat het dier zijn roodbruine zomervacht aan het wisselen is met de grijsbruine wintervacht wat ook heel donker kan uitvallen. Wist u trouwens dat er zo heel nu en dan ook reegeiten voorkomen met een gewei? ​

HaasHaas ~ met sprong ~ 16-10-2016 Schiermonnikoog foto Wim Wijering
Een andere uitdaging was dit keer het vastleggen van een dier op volle snelheid. Dat is gepoogd bij deze Haas (Lepus europaeus) toen deze er plots van tussen ging en een machtige sprong  ten beste gaf. Critici zullen ongetwijfeld wat onvolkomenheden op de foto ontdekken, maar voor de fotograaf in kwestie is het toch maar mooi gelukt. En dat terwijl er geen tijd was om de camera van tevoren (goed) in te stellen. Bewegingsfotografie is vooral het volgen van het onderwerp; in dit geval de wegsprintende en springende haas. Als je voldoende voorbereidingstijd hebt, kun je vooraf rekening houden met de instelling van een (snelle) sluitertijd, het gebruik van Al Servo, het kiezen van het juiste ISO-getal en het benutten van de stabilisatie-instelling. ​

HerfsttintenHerfsttinten 25-10-2016 Arboretum de Lutte foto Laurents ten Voorde
Oktober is toch en vooral dé herfstmaand bij uitstek, althans als je houdt van mooie herfstkleuren.  In het najaar neemt namelijk de lichtintensiteit van de zon af, waardoor er gaandeweg bladverkleu-ring optreedt. De snelheid hiervan hangt mede af van de temperatuur en de (lucht)vochtigheid. Het is een fenomeen dat voorkomt bij tal van bladverliezende bomen en struiken. In een tijdsbestek van amper enkele weken verandert langzaam maar zeker de gebruikelijke groene kleur in een reeks van andere kleuren. Deze kunnen behoorlijk variëren; van geel tot oranje en rood, met daarnaast allerlei tinten bruin. Het slot van deze cyclus is natuurlijk de bladval. Het arboretum in de Lutte - met zijn vele verschillende bomen - leent zich uiteraard prima voor een shot met prachtige herfsttinten, zoals uzelf kunt constateren.

ZonsopkomstZonsopkomst ~ met laag hangende mist ~ 16-10-2016 omgeving Saasveld foto Selva Wilbers - Wijering
Voor een mooie zonsopkomst moet je weliswaar vroeg je bed uit, maar als de opname(s) geslaagd is / zijn geeft dat veel voldoening. Vanwege de temperatuurverschillen, wisselende wolkenpartijen en bijzondere lichtomstandigheden is de herfstperiode hiervoor uitermate geschikt. Niet zelden kun je dan ook wat laag hangende mist, ook wel grondmist genoemd, verwachten. Het is overigens goed om vooraf de weersvooruitzichten te raadplegen. Heel belangrijk is verder om vroegtijdig één of meer geschikte locaties uit te zoeken.En dan kun je zo’n prachtig Twents tafereeltje vastleggen, die we dan ook graag met u willen delen.

ZonsopkomstZonsopkomst 16-10-2016 Molenven Saasveld foto Selva Wilbers - Wijering
Op dezelfde ochtend kon bij het Molenven in Saasveld ook deze zonsopkomst met een vleugje mist - zoals dat zo mooi heet - voor het nageslacht worden vastgelegd. Een ietwat mistige omgeving zorgt altijd voor iets mysterieus en draagt er aan bij dat je ook een bepaalde sfeer aan een foto kunt meegeven. Mist vormt zich met name rond water en natte ondergronden, zoals weilanden en sloten. Het is een weersverschijnsel waarbij hele kleine waterdruppeltjes in de lucht blijven zweven, waardoor het zicht wordt beperkt. Niet zelden ontstaat dit door afkoeling tegen zonsopkomst of rond zonsondergang. Omdat we geen keuze konden maken tussen beide opnames, hebben we ze beide geplaatst.  ​

Sterrenhemel
Sterrenhemel 29-10-2016 Haaksbergerveen foto Laurents ten Voorde
De laatste foto van de maand is deze keer voorbehouden aan een nachtopname. Het was pers slot van rekening de nacht van de nacht. De bedoeling was om het melkwegstelsel te fotograferen. Gehoopt was op een hele heldere avond, maar dat werd het slechts gedeeltelijk. Nochtans werd tegen middernacht in het Haaksbergerveen de camera op statief gezet om voor de verandering de sterrenhemel eens voor u vast te leggen. Na de nodige voorbereiding is bijgaande opname gemaakt van de sterren, die op dat moment aan de hemel te zien waren. De belichtingstijd, die bij het maken van deze foto in acht moest worden genomen, bedroeg bijna een minuut met daarbij een ISO-getal van 3200. Dit laatste voor de geïnteresseerde liefhebber. Het is weliswaar niet de ultieme foto geworden vanwege de mistflarden, maar toch op z’n minst een hele bijzondere foto, waarmee we de oktobersessie ons inziens in stijl afsluiten.
Uiteraard hebben we in deze maand nog veel meer foto’s gemaakt, dan we in deze natuurkalender hebben weergegeven. Wij willen u deze opnames niet onthouden, omdat hier ook veel mooi materiaal bij zit. Oordeelt u echter zelf door hier te klikken. De foto’s kunt u vergroten, net als bij de natuurkalender, door er op te klikken. 
Auteur: Wim Wijering      (e-mail: wimwijering@hotmail.com) 
​

Foto's:   Leo, Fons en Wim Wijering, Laurents ten Voorde, Rinus Baayens en Selva Wilbers - Wijering
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​