NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Aktiviteiten
    • Landschapsonderhoud
    • Jaarprogramma
    • Excursie verslagen
    • Ringaktiviteiten
    • Vogeltrektellingen >
      • Vogeltrektelling 10 september 2022
    • Waarnemingen
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender oktober 2015

We zijn inmiddels al weer aanbeland in de maand oktober; de maand waarin de herfst zijn intrede doet. De kleur van de bladeren aan de bomen veranderen langzaam van groen naar geel, bruin of rood. Paddenstoelen in verschillende kleuren steken hun kopje boven de grond en zonsopkomsten en zonsondergangen zijn niet zelden spectaculair om te zien. Oktober is vooral dus een kleurrijke maand. Het weer kan in het najaar daarentegen tamelijk wispelturig zijn. Grote temperatuur-verschillen zijn namelijk kenmerkend voor de herfst. Het kan niet alleen veel regenen, maar ook al licht vriezen en er kunnen ook fraaie nazomerse dagen ontstaan. Zo nu en dan gaat het er zelfs stormachtig aan toe. Bovendien is de vogeltrek in volle gang. Kortom; een belevenisvolle maand waarop we uiteraard niet stil bij de warme kachel zijn blijven zitten, maar er geregeld op uit zijn getrokken. Soms zelfs een behoorlijk stuk van huis.  
De vogelwereld maakt ook deze keer weer meer dan de helft van al onze  opnames uit. Zo hebben we deze keer soorten kunnen vastleggen als: baardman, boomkruiper, gaai, goudhaan, groene specht, pimpelmees, sneeuwgors (2 x), spreeuw, steenloper, tureluur, tjiftjaf, toendrarietgans, zwarte mees en zwarte roodstaart.  In de categorie paddenstoelen komen deze keer bruin netpluimpje, sombere honingzwam, rechte koraalzwam en rupsendoder aan bod. De insectenwereld wordt in deze sessie vertegenwoordigd door de rups van de bastaardsatijnvlinder, een (late) wesp- dan wel tijgerspin, een cocon van deze laatste soort, een hoornaar en een groene stinkwants. Een rozenbottel, een herfstsfeerplaatje en een fraaie zonsopkomst completeren de oktobersessie. Wij hopen dat u ook nu weer de opnames met de toelichting weet te waarderen.
Herfstsfeer - 27-10-2015 - Haaksbergerveen (Siberiƫ) - foto Laurents ten VoordeHerfstsfeer - 27-10-2015 - Haaksbergerveen (Siberiƫ) - foto Laurents ten Voorde
Om in de herfststemming te komen beginnen we deze keer met een panoramashot van het Haaksbergerveen.  Uitkijken over en stil genieten van het veengebied is iets wat je tot je moet laten komen. Het prachtige gebied leent zich daarnaast  ook  ’s ochtends en in de late namiddag prima  voor het maken van alleraardigste foto opnames. We hebben geprobeerd de typische herfstsfeer met zijn kleurenpalet van bruin, geel, oranje, rood en groen in één shot voor u vast te leggen. Aan u is het om te beoordelen of we daarin geslaagd zijn.

Zonsopkomst 03-10-2015 Beneden Dinkeldal Lattrop Breklenkamp  foto Wim WijeringZonsopkomst 03-10-2015 Beneden Dinkeldal Lattrop Breklenkamp foto Wim Wijering
Bijgaande zonsopkomst in het Beneden Dinkeldal in Lattrop Brecklenkamp past eveneens bij de herfst met z’n bijzondere kleuren. De wolkenvelden kunnen in deze tijd van het jaar heel spectaculair zijn. Het is altijd een prachtig schouwspel om de kleuren in de lucht in no-time te zien veranderen. Eigenlijk verveelt het nooit, omdat het geen enkele keer hetzelfde is. Het licht kan in de ochtendstond een warme gloed verspreiden, die het landschap mooi kan accentueren. Kort na zonsopkomst is het licht vaak op zijn best en op zijn mooist.

Rozenbottel van de Hondsroos 20-10-2015 Lemselermaten foto Wim WijeringRozenbottel van de Hondsroos 20-10-2015 Lemselermaten foto Wim Wijering
Over kleuren gesproken.  Wat dacht u bijvoorbeeld van de rode kleur van deze Rozenbottel? Naast de rode kleur zijn er ook varianten, die oranje, purperkleurig of zelfs zwart zijn. De rozenbottel is in feite de vlezige vrucht van een roos, in dit geval de Hondsroos (Rosa canina). Afhankelijk van de roosvariëteit kan de vorm van de bottel zowel rond, langwerpig dan wel flesvormig zijn, zoals bij het onderhavige exemplaar. Rozenbottels zijn erg vitaminerijk. Er wordt dan ook veel jam en wijn van gemaakt. Zelf laten we ze liever staan voor de vogels, omdat het een belangrijke voedselbron is om de winter mee door te komen.

Bruin netpluimpje  02-10-2015 omgeving Bardel Duitsland  foto Leo WijeringBruin netpluimpje 02-10-2015 omgeving Bardel Duitsland foto Leo Wijering
Paddenstoelen staan synoniem met de komst van de herfst. Alhoewel die vlieger lang niet altijd opgaat, is deze periode van het jaar wel degelijk de paddenstoelentijd.  Als je er goed op let  is de vormenrijkdom in het schimmelrijk verbluffend. Wat dacht u bijvoorbeeld van dit Bruin netpluimpje (Stemonitis virginiensis).  Het lijkten wel twee waaiertjes.  De soort toont overigens veel gelijkenis met het Gebundeld Netpluimpje (Stemonitis fusca). Deze is echter kleiner en niet blijvend bruin. Het Bruin netpluimpje is tamelijk zeldzaam en moeilijk met zekerheid te determineren. Dit is alleen mogelijk na microscopisch onderzoek. Het blijft nochtans een paddenstoel met een hele bijzondere vorm.

Rechte koraalzwam  23-10-2015 Lonnekerberg  foto Leo WijeringRechte koraalzwam 23-10-2015 Lonnekerberg foto Leo Wijering
De Rechte Koraalzwam (Ramaria stricta) mag er qua vormgeving naar onze mening ook best zijn. De vertakkingen van deze zwam staan parallel aan elkaar en wijzen loodrecht omhoog. Deze steeltjeszwam, die veel weg heeft van koraal, is vrij algemeen in ons land.  De rechte koraalzwam komt voor op plantenresten, takken, houtsnippers en stronken van loofbomen. De soort is doorgaans oker- tot vleeskleurig.  Naarmate ze ouder worden, worden ze -  zoals bij veel paddenstoelen -  steeds bruiner.

Sombere honingzwam - 27-10-2015 - Twickel (Azelo) - foto Laurents ten VoordeSombere honingzwam - 27-10-2015 - Twickel (Azelo) - foto Laurents ten Voorde
De vorm van deze Sombere Honingzwam (Armillaria ostoyae) is die van een traditionele paddenstoel, compleet met hoed. Deze hoed is veelal vleeskleurig tot lichtbruin en bevat donkere, vezelige schubjes. De vlokkige steel is in de regel lichter van kleur en heeft meestal donkere vlokjes en een witte ring. Ook de onderkant van de ring bevat donkere vlokjes. Deze honingzwam groeit meestal in bundels, op zowel dood als levend loof- en naaldhout. De soort komt vooral voor op zandgrond. De aanwezigheid van de donkere vlokjes onderscheidt de soort van de Echte Honingzwam (Armillaria mellea).

Rupsendoder 26-10-2015 Zandbergen  Losser foto Leo Wijering_Rupsendoder 26-10-2015 Zandbergen Losser foto Leo Wijering_
De zogeheten Rupsendoder (Cordyceps militaris) ziet er ten opzichte van de andere drie soorten nóg weer heel anders uit. Het lijkt wel een oranje knotsje vol met kleine wratjes en bobbeltjes. Het is, wat men noemt, een parasitaire zwam, die leeft op in de grond begraven liggende vlinderpoppen. Vandaar de naamgeving. De pop dient aldus als voedsel voor de rupsendoder. Het zal duidelijk zijn dat hieruit nooit een vlinder tevoorschijn zal komen. In Nederland komen rupsendoders vrij algemeen voor. Enigszins verwarrend is dat een bepaalde graafwesp dezelfde naam draagt.

Bastaardsatijnvlinder ~ rups ~ 03-10-2015 omgeving Rietplas Emmen  foto Leo WijeringBastaardsatijnvlinder ~ rups ~ 03-10-2015 omgeving Rietplas Emmen foto Leo Wijering
De voorgaande foto vormt een mooie overgang naar de volgende opname, namelijk die van de Rups van de Bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea). De waardplanten voor deze rupsensoort zijn onder meer: eik, beuk, iep, braam, meidoorn, maar bovenal duindoorn.  In Nederland kun je deze vlindersoort dan ook met name tegenkomen langs de kust. Net als de eikenprocessierups heeft ook de bastaardsatijnrups de vervelende eigenschap dat ze gemakkelijk loslatende brandharen hebben, die heftige jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen kunnen veroorzaken.  Je kunt er dus maar beter afblijven en nog beter: uit de buurt blijven.

Groene stinkwants 20-10-2015 Lemselermaten  foto Wim WijeringGroene stinkwants 20-10-2015 Lemselermaten foto Wim Wijering
Van de Groene Stinkwants (Palomena prasina) kun je ook maar beter afblijven. Als je namelijk het diertje met de handen aanraakt, scheidt deze meteen een vieze smurrie af. Deze is afkomstig uit de klieren aan de zijkant van het borststuk. De onaangename geur kun je niet zomaar met water en zeep van je handen afwassen. Dus wees gewaarschuwd. De wants dankt verder zijn naam aan de groene gespikkelde kleur, waarmee hij opgaat in zijn omgeving (groene bladeren). Alleen de punten van de vleugels aan de achterzijde van het lichaam zijn bruin. Vlak voor de winterslaap kleurt de wants apart genoeg geheel bruin om daarna in de lente weer groen te worden.

Hoornaar - 25-10-2015 - Lattrop - foto Laurents ten VoordeHoornaar - 25-10-2015 - Lattrop - foto Laurents ten Voorde
Van een (gewone) wesp zijn wij, als mensen, niet erg gecharmeerd. Dat komt door de agressieve wijze waarop ze ons vaak belagen. Een Hoornaar (Vespa crabro) behoort weliswaar ook tot de wespachtigen, maar heeft in de regel weinig kwaad in de zin. Het is daarentegen wel een indrukwekkende verschijning, aangezien ze ruim twee keer zo groot zijn als hun kleinere achterneven. Een hoornaar komt  niet op allerlei zoetigheden af zoals de gewone wesp, maar vangt vooral andere insecten, zoals libellen, juffers en vlinders. Sterker nog; ook de gewone wesp staat op het menu! Nochtans kunnen ook hoornaren steken, maar dat gebeurt eigenlijk alleen maar in de buurt van het nest of als ze in het nauw worden gedreven. De steek kan overigens wel behoorlijk pijnlijk zijn. Wist u trouwens dat een hoornaar ook ‘s nachts jaagt?

Tijgerspin of Wespspin 20-10-2016 Lemselermaten  foto Wim WijeringTijgerspin of Wespspin 20-10-2016 Lemselermaten foto Wim Wijering
De kleuren geel-, wit en zwart passen niet alleen bij de hoornaar, maar ook bij de Wesp- of Tijgerspin (Argiope bruennichi). Deze opvallende spinnensoort is vanwege z’n kleurstelling, maar ook vanwege het  formaat (althans het wijfje) met geen enkele andere inheemse spin te verwarren. Kenmerkend is hun zogeheten wielweb met zigzagdraad. Als je de spin niet stoort zal ze meestal in het centrum van het web geduldig zitten te wachten tot er een prooi in belandt. Als je haar evenwel aanraakt  zal ze -  ter verdediging - hevig in het web beginnen te schudden. De wesp- of tijgerspin eet graag sprinkhanen. Ze “wikkelen” hun prooi snel in, waarna een gifbeet volgt. Mannetjes zijn doorgaans niet te benijden. Na de paring worden ze namelijk in heel veel gevallen door de veel grotere vrouwtjes opgegeten. Het is bijzonder dat er nog zo laat in het seizoen (20 oktober) een wesp- of tijgerspin kon worden gefotografeerd.

Tijgerspin of wespspin ~ cocon ~ 20-10-2015 Lemselermaten  foto Wim WijeringTijgerspin of wespspin ~ cocon ~ 20-10-2015 Lemselermaten foto Wim Wijering
Tegen het einde van de zomer spint het vrouwtje van de Wesp- of Tijgerspin (Argiope bruennichi) diverse papierachtige, (licht)bruine eicocons. Die hebben dikwijls de vorm van een kruik, zoals ook op de foto te zien. Het nestje is ongeveer zo groot als een kleine walnoot en bevat honderden eitjes. De pasgeboren spinnetjes zijn bijzonder klein. Binnen een dag vervellen de jonkies en verdwijnen uit hun geboorteomgeving door zich aan een spindraad mee te laten voeren door de wind. Het heeft wel iets weg van ballooning.

Baardmannetjes 15-10-2015 Lauwersmeergebied  foto Fons WijeringBaardmannetjes 15-10-2015 Lauwersmeergebied foto Fons Wijering
De overige opnames zijn alle voorbehouden aan onze gevederde vrienden, te beginnen met een drietal mezensoorten. Allereerst deze Baardmannetjes (Panurus biarmicus), die vroeger door het leven gingen als baardmezen. Het zijn prachtige oranjebruine vogels, die zich volledig thuis voelen in het riet, waar ze zich voeden met zaadpluizen. De mannetjes hebben, zoals u zelf kunt constateren, opvallende baardstrepen. Baardmannetjes kunnen zeer productief zijn. Een paartje kan jaarlijks wel 20 jongen grootbrengen. Erg winterhard zijn ze overigens niet. Tijdens een bezoek aan het Lauwersmeergebied hebben we op één en dezelfde dag vele tientallen foeragerende groepjes baardmannetjes mogen waarnemen. Dat heeft ons een “karrevracht” aan foto’s opgeleverd. 

Pimpelmees ~ kijkt naar veelkleurig lievbeheersbeestje ~ 25-10-2015 Lattrop Brecklenkamp foto Wim WijeringPimpelmees ~ kijkt naar veelkleurig lievbeheersbeestje ~ 25-10-2015 Lattrop Brecklenkamp foto Wim Wijering
De eerstvolgende opname is die van een Pimpelmees (Cyanistes caeruleus) druk op zoek naar een insectenrijke maaltijd. Op de bewuste locatie hielden zich ten tijde overal (Veelkleurige) Aziatische Lieveheersbeestjes (Harmonia axyridis) op. De afgebeelde pimpelmees keek er weliswaar met een schuin oog naar, maar bleef er opvallend genoeg van af. De “VAL”letjes zoals ze kortheids-halve ook wel worden genoemd, zijn de afgelopen decennia als biologische bestrijders van bladluizen ingevoerd. Naast dit voedsel doen deze lieveheersbeestjes zich echter ook tegoed aan de larven van onze inheemse lieveheersbeestjes. Daar moeten we dus niet blij mee zijn. Wist u trouwens dat onze  pimpelmezen in de herfst bezoek krijgen van soortgenomen elders uit Europa?

Zwarte mees 02-10-2015 omgeving Lochem  foto Fons WijeringZwarte mees 02-10-2015 omgeving Lochem foto Fons Wijering
De Zwarte Mees (Parus ater) is ongeveer even groot als de pimpelmees.  Ze lijken wel wat op kleine koolmezen, maar ze zijn veel bleker en missen de geelgroene kleur. Grijs, zwart en wit voeren de boventoon bij deze mezensoort. Nederlandse broedvogels zijn standvogels, die in de herfst gezelschap krijgen van oostelijke soortgenoten (vooral uit Rusland). In sommige jaren kan dat invasieachtige proporties aannemen. De zwarte mees zoekt zijn voedsel doorgaans in de bovenste lagen van naaldbomen, waar ze zich tegoed doen aan spinnen en insecten. In de winter schakelen ze over op zaden. Het is grotendeels een naaldhoutbewoner.

Tjiftjaf 25-10-2015 Lattrop Breklenkamp  foto Laurents ten VoordeTjiftjaf 25-10-2015 Lattrop Breklenkamp foto Laurents ten Voorde
Tijdens één van onze vogeltrektellingen scharrelden er tientallen Tjiftjafs (Phylloscopus collybita) aan onze telpost voorbij en dat nog wel eind oktober. Dat is overigens ook zo’n beetje het eind van de doortrektijd voor de meeste “Tjifs”. Het komt echter steeds vaker voor dat deze kleine zangertjes in milde winters in ons kikkerlandje blijven overwinteren. Ze trekken sowieso niet al te ver weg en zijn in maart al weer terug. Zelfs in oktober kun je ze nog zingend aantreffen. Erg schuw zijn ze overigens niet. Ze zijn niet zelden tot op enkele meters afstand benader- en fotografeerbaar . Zo nu en dan komt ~ ook in onze contreien ~ een ondersoort van de tjiftjaf voor, namelijk de Siberische tjiftjaf. Deze is wat donkerder en bruiner van kleur en ook de zang is anders.

Boomkruiper 05-10-2015 omgeving Lochem  foto Fons WijeringBoomkruiper 05-10-2015 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Met een lengte van amper 12,5 cm behoort de Boomkruiper (Certhia brachydactyla) eveneens tot de kleintjes in de vogelwereld. Net als een specht gebruikt deze weinig opvallende soort met zijn sikkelvormige snavel de staart als steun als hij tegen boomstammen omhoog kruipt. Qua kleurtekening is de boomkruiper uitstekend gecamoufleerd, hetgeen op bijgaande foto goed te zien is. Het voedsel van de boomkruiper bestaat uit insecten die met z’n aangepaste snavelvorm achter boomschors vandaan gepeuterd wordt. Tijdens het zoeken naar voedsel begint de boomkruiper steevast onderaan de stam van een boom en kruipt dan spiraalsgewijs naar boven.  In onze omgeving komt ook de Kortsnavelboomkruiper (Certhia familiaris macrodactyla) voor, zij het in geringe aantallen. Dit is een ondersoort van de Taigaboomkruiper, die nauwelijks te onderscheiden is van de boomkruiper. De zeer lastige herkenning zit ‘m in de wat wittere buik, een marginaal verschil in het duimvleugeltje en het iets afwijkende roepje.

Goudhaan ~ man ~ 17-10-2015 Robbenoort Lauwersoog   foto Fons WijeringGoudhaan ~ man ~ 17-10-2015 Robbenoort Lauwersoog foto Fons Wijering
Het kan altijd nog kleiner. Zie hier het Goudhaantje (Regulus regulus), die slechts 8,5 cm groot is en een gewicht heeft van maar enkele grammen. Daarmee behoort dit dwergje in de vogelwereld, samen met het nauw verwante vuurgoudhaantje, tot de kleinste Europese vogelsoort. Ze hebben dan ook veel energie (lees:  voedsel) nodig om op temperatuur te blijven. Veel jonge goudhaantjes sterven om die reden dan ook door kou en of voedselgebrek. Goudhaantjes zijn vaak zo intensief bezig met het zoeken naar voedsel, dat je ze haast kunt aanraken. Dat was ook in de onderhavige situatie het geval, waarbij dit mannetje met zijn kraaloogjes recht in de camera keek.

Zwarte roodsttaart ~ man ~14-10-2015 Lauwershaven  foto Wim WijeringZwarte roodsttaart ~ man ~14-10-2015 Lauwershaven foto Wim Wijering
In Lauwershaven kun je steevast in het najaar Zwarte Roodstaart en(Phoenicurus ochruros) aantreffen. Ze voelen zich thuis tussen de onderdelen van allerlei schepen, machines en wat dies meer zij. Ruigtes in de buurt zorgen kennelijk voor voldoende insectenrijk voedsel. Soms zijn ze er nog tot in november te vinden. Zo nu en dan overwinteren er wel eens enkele exemplaren in ons land. De meeste zwarte roodstaarten trekken echter weg naar Zuidwest-Europa en Noord-Afrika.  De mannetjes zijn, zoals op de foto te zien, zwartgrijs van kleur met een roetzwart masker. De witte vleugelvlekken en roestrode staart completeren het verenkleed. 

Spreeuw ~ winterkleed ~ 14-10-2015 Lauwershaven foto Wim WijeringSpreeuw ~ winterkleed ~ 14-10-2015 Lauwershaven foto Wim Wijering
De Spreeuw (Sturnus vulgaris) neigt qua kleur ook naar zwart. Glanzend zwart dan wel te verstaan, alhoewel je in de zon niet zelden ook de kleuren bronsgroen en purper zult ontdekken.  Naar de winter toe wordt het verenkleed meer en meer gestippeld, zoals ook bij de afgebeelde vogel goed te zien is. Zoals u elders op onze site kunt lezen staat de spreeuw heel vaak op de eerste plaats als het om trektellen gaat. De spreeuwen die hier de winter doorbrengen, komen vaak uit Scandinavische streken en zelfs uit Rusland. Onze “eigen” spreeuwen brengen de winter door in Frankrijk en Spanje en het zuidelijk deel van Engeland.

Gaai 09-10-2015 omgeving Lochem  foto Fons WijeringGaai 09-10-2015 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Door zijn opvallende uiterlijk springt de Gaai (Garrulus glandarius) onmiddellijk in het oog. Bovendien hoor je zijn geschreeuw al van ver. Nog steeds zijn er veel mensen, die ‘m betitelen als Vlaamse gaai. Op de grond zijn het echte “hippers”. Let er maar eens op. Door zijn waakzame en schuwe houding is een gaai een moeilijk te fotograferen soort. In dit geval bood de schuilhut evenwel uitkomst. Gaaien staan vooral bekend om het verzamelen en verstoppen van eikels als winterrant-soen. Zij hebben geen kelder, koel- of diepvrieskast nodig. Heel bijzonder is dat ze een groot deel van de verstopte eikels feilloos terug kunnen vinden. Het komende winterhalfjaar zal het ze aan niets ontbreken. Onze inheemse eiken hingen tot voor kort namelijk boordevol eikels.

Groene Specht ~ vrouw ~ 03-10-2015 omgeving Lochem  foto Fons WijeringGroene Specht ~ vrouw ~ 03-10-2015 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Ook deze Groene specht (Picus viridis) kon vanuit een schuilhut worden gefotografeerd. Het zwart onder het oog verraadt dat het een vrouwtje is. Bij mannetjes is dit rood en zwartomzoomd. Deze spechtensoort is goed te herkennen aan het olijfgroene verenkleed, rode kruin en zwarte gezichtsmasker, maar wordt wellicht nog vaker opgemerkt en herkend aan zijn luide “lach”. Je kunt ‘m geregeld op de grond als “miereneter” aantreffen. Mieren vormen namelijk het lievelingsvoedsel van deze vogel. Ze hebben een zeer lange tong met een kleverig uiteinde, waarmee ze de mieren en larven als het ware “oplikken”. In tegenstelling tot andere spechten roffelen groene spechten maar  heel weinig.

Toendrarietganzen 25-10-2015 Oelemars Losser  foto Leo WijeringToendrarietganzen 25-10-2015 Oelemars Losser foto Leo Wijering
We maken nu een uitstapje naar de waterkant, waar we na de vele grauwe, brand- en kolganzen eindelijk ook eens een tweetal Toendrarietganzen (Anser serrirostris) voor de lens hebben gekregen. En nog wel zwemmend ook. Ze zijn weliswaar niet zeldzaam, maar in de regel wel erg schuw. Toendrarietganzen zijn goed te herkennen aan de donkerbruine kop met een oranjezwarte snavel. De mannetjes zijn duidelijk groter dan de vrouwtjes. Op de foto is dit goed te zien. De soort is een vaste wintergast, waarvan er in oktober al heel veel zijn gearriveerd. Midden in de winter zijn de aantallen overwinterende toendrarietganzen hier over het algemeen het hoogst.

Tureluur ~ winterkleed ~ 14-10-2015 Lauwershaven  foto Wim WijeringTureluur ~ winterkleed ~ 14-10-2015 Lauwershaven foto Wim Wijering
De resterende 4 vogelfoto’s zijn gemaakt in Lauwershaven, te beginnen met deze Tureluur (Tringa totanus) in winterkleed.  Dit laatste is te zien aan de egaal grijsbruine bovendelen en  aan de kleur van de poten. In het broedseizoen zit er veel meer tekening in het verenkleed. De poten en een deel van de snavel zijn dan ook helder oranjerood. Het witte oogringetje is evenwel hetzelfde. Een beperkt aantal tureluurs overwintert aan onze kust. Deze zijn vooral afkomstig uit IJsland. De Nederlandse broedvogelpopulatie overwintert aan de kusten van Portugal, Spanje en Noordwest Afrika. Detail: Bij het maken van deze foto is er gewacht totdat er een schip binnenvoer en op de achtergrond een aanrollend golfje verscheen.

Steenloper ~ badderend ~ 14-10-2015 Lauwershaven  foto Fons WijeringSteenloper ~ badderend ~ 14-10-2015 Lauwershaven foto Fons Wijering
De Steenloper (Arenaria interpres) is wat je noemt een kosmopoliet. Deze typische kustvogel komt op bijna alle continenten voor. Alleen de tijd van het jaar varieert. Ze houden zich het liefst op in de buurt van zoute of brakke wateren. Het afgebeelde exemplaar werd vlak bij de visafslag geportretteerd, juist toen er na een smakelijk vishapje een bad moest worden genomen. Bij een  actiefoto als deze is het zaak om vooral het kop- ooggedeelte goed scherp te houden en meerdere opnames achter elkaar te maken. Dat daarna het merendeel  van de shots de prullenbak in kan, is een logisch gevolg. In dit geval is uiteraard de meest aansprekende foto bewaard gebleven. In de haven zat trouwens op dat moment een grote groep van zeker 100 steenlopers.

Sneeuwgors ~ vrouw ~ 13-10-2015 Lauwershaven   foto Leo WijeringSneeuwgors ~ vrouw ~ 13-10-2015 Lauwershaven foto Leo Wijering
Er bestaan gelukkig nog vogels, die absoluut niet schuw zijn, omdat ze gewoonweg geen mensen kennen. Dit Sneeuwgorsvrouwtje (Plectrophenax nivalis) foerageerde in d’r eentje op de pier in de haven van Lauwersoog en trok zich van onze aanwezigheid  totaalweg niets aan. We hadden gewoon naar de vogel toe kunnen lopen en dan nog was ze gewoon blijven zitten. In dit geval gingen we echter vroegtijdig liggen en “tijgerden” heel voorzichtig naar de vogel toe, steeds meer foto’s makend. Op enig moment kwam het beestje zelfs gewoon op ons toelopen. Dat leverde opnames op van de vogel binnen 2 meter. Hoe bestaat het! De mooiste compositie was deze van het beestje wat even op het touw van een visnet plaats nam.

Sneeuwgors ~ man ~ 17-10-2015 Lauwershaven   foto Leo WijeringSneeuwgors ~ man ~ 17-10-2015 Lauwershaven foto Leo Wijering
Door een meerdaags verblijf in het Lauwersmeergebied hadden we het geluk om ook een groepje van 3 Sneeuwgorzen(Plectrophenax nivalis) tegen te komen met daartussen dit mannetje.  Deze vogels waren weliswaar wat minder schuw, maar lieten zich ook redelijk eenvoudig benaderen. Uiteraard is ook dit exemplaar vanuit een laag standpunt op de gevoelige plaat vastgelegd. Het Waddengebied is sowieso een goede locatie om sneeuwgorzen te treffen en te fotograferen. De echte piek met doortrekkers is vaak in november en december. Sneeuwgorzen zijn ongeveer net zo groot als een huismus. We mogen ze hier overigens alleen maar als wintergast begroeten. Broeden doen ze tot vlakbij de Noordpool.  Met deze enerverende ervaring van sneeuwgorzen, waar we urenlang van hebben genoten, sluiten we deze kalendersessie af.

Auteur: Wim Wijering
Foto’s: Leo, Fons en Wim Wijering, alsmede Laurents ten Voorde ​
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​