natuurkalender november 2014
Nadat we er een jaartje uit zijn geweest in verband met de vernieuwing van de website, zijn we – op verzoek van menigeen - thans weer met de natuurkalender begonnen. Hopelijk kunnen we u weer volop laten meegenieten van onze meest recente natuurfoto’s. Uiteraard zullen we ook weer aandacht besteden aan een aantal wetenswaardigheden bij de foto’s / soorten. Zonder dat is het immers alleen maar “plaatjes kijken”. De nadruk ligt deze maand vooral op vogels en paddenstoelen. Geen ongebruikelijke combinatie voor november. Zoals u aan de locaties kunt zien, blijven we lang niet altijd dicht bij huis. Wij wensen u, net als een tijdje geleden, weer veel kijk- en leesplezier toe.
Herfsttinten. November is bij uitstek een herfstmaand. De dagen worden gaandeweg korter en de schaduwen langer. De bladeren van de bomen zijn al een tijdje verkleurd en zorgen als vanouds voor prachtige herfsttinten ( als op de foto te zien). Dat danken we vooral aan het bladerdek van beuk en Amerikaanse eik. Toch verliep het dit jaar anders dan voor-gaande jaren.
De verkleuring kwam dit jaar namelijk drie tot vier weken eerder dan normaal op gang; een vroege herfst dus. De lage temperaturen in augustus, gecombineerd met de zeer vroege start van het voorjaar zullen hier waarschijnlijk debet aan zijn geweest. De laatste jaren begon de herfst juist later dan normaal vanwege de hoge(re) temperaturen.
De verkleuring kwam dit jaar namelijk drie tot vier weken eerder dan normaal op gang; een vroege herfst dus. De lage temperaturen in augustus, gecombineerd met de zeer vroege start van het voorjaar zullen hier waarschijnlijk debet aan zijn geweest. De laatste jaren begon de herfst juist later dan normaal vanwege de hoge(re) temperaturen.
Hermelijn (Mustela erminea). Op de eerste dag van de maand gelukte het eindelijk eens om een Hermelijn voor de lens te krijgen. Jammer genoeg was deze marterachtige veel te ver weg om er mooie opnames van te maken. De (sterk gekropte) foto willen wij u evenwel niet onthouden. De mannetjes zijn veel groter dan de vrouwtjes. Beiden zijn zowel overdag als 's nachts actief. Ze jagen vooral op knaagdieren, zoals woelmuizen. Prooidieren, soms vele malen groter dan de hermelijn zelf, worden met een beet in de nek gedood. Verwarring met een andere marterachtige, de wezel, is mogelijk. Het grootteverschil, maar vooral de zwarte staartpluim van de hermelijn biedt veelal uitkomst. De soort heeft verder, in tegenstelling tot de wezel, een zomer- en een wintervacht.
Eekhoorn (Sciurus vulgaris). Omdat 2014 is uitgeroepen tot het jaar van de Eekhoorn mag dit koddige zoogdiertje in deze natuurkalender natuurlijk niet ontbreken. Tijdens een uitstapje in Limburg kon deze donker-
kleurige Eekhoorn foeragerend op de grond worden geportret-teerd. Hij doet dat vooral om hier de schubben van dennen-appels en sparrenkegels af te bijten. Op deze manier kan hij bij de zaden komen. De afgeknaagde kern blijft liggen. U hebt ze vast wel eens in de natuur zien liggen. Opnamedatum 06-11-2014. Locatie: Weerterbergen.
kleurige Eekhoorn foeragerend op de grond worden geportret-teerd. Hij doet dat vooral om hier de schubben van dennen-appels en sparrenkegels af te bijten. Op deze manier kan hij bij de zaden komen. De afgeknaagde kern blijft liggen. U hebt ze vast wel eens in de natuur zien liggen. Opnamedatum 06-11-2014. Locatie: Weerterbergen.
Sperwer (Accipiter nisus). Net als veel mensen nemen vogels graag een bad. Dat is vooral om zich te ontdoen van parasieten. Gezeten in een schuilhut is en blijft het een voorrecht om vogels te zien baden. Kleinere, minder schuwe vogels, maar vooral jonge vogels laten zich onder dit soort omstandigheden gemakkelijk fotograferen. Schuwere vogels zijn daarentegen, zeker als het roofvogels betreft, voortdurend op hun qui vive. Wil je die in actie op de gevoelige plaat vastleggen dan is het zaak om doodstil te blijven wachten totdat de vogel (in dit geval een jonge sperwerman) de omgeving volledig vertrouwt. Dat kan best een hele poos duren. Eenmaal gewend geven ze zich echter helemaal over aan het badderen. Pas dan kun je beginnen met het maken van (actie)foto’s. Je wilt ‘m immers niet verstoren. Zoals u zelf kunt zien is het vastleggen van dit tafereeltje aardig gelukt. Zelfs de uiteen spattende druppels zijn scherp op de foto.
Putter (Carduelis carduelis). Als je je ogen goed de kost geeft in de natuur, zie je vanuit de auto zo nu en dan kans om in het voorbijgaan Putters te zien foerageren in elzenbomen. Stilletjes zitten ze dan de voedzame zaden uit elzenproppen te peuteren. In vogelkweek-kringen worden (kleine) putters ook wel elzen-putters genoemd. Verder onderscheidt men in deze kringen ook de iets grotere bloemputter. Meer bekend echter is de naam distelvink. Deze naamgeving dankt de soort aan het feit dat ze ook graag de zaden van veel soorten distels tot zich nemen. Ook zaden van soorten als paarden- en teunisbloem worden niet versmaad. Met zijn opvallende rode masker en gele vleugelspiegel is de putter met geen andere vogel te verwarren.
Smienten (Mareca penelope). Hetzelfde fotodagje Groningen leverde bij mooi laat licht ook dit paartje smienten op in het Dol-lard-gebied. Het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje is goed te zien. Alhoewel een klein aantal in Nederland broedt, zijn smienten toch vooral in de winterperiode in de Nederlandse wateren te zien en niet zelden te horen. Het zijn namelijk echte fluiteenden. Recen-telijk kwam deze mooie eendensoort helaas negatief in het nieuws vanwege de vogelgriep.
Zanglijster (Turdus philomelos). De zanglijster doet in het vroege voorjaar zijn naam alle eer aan. Hij zingt dan dat het een lieve lust is. Het zingen van deze lijsterachtige is ook terug te vinden in de wetenschappelijke naam. Letterlijk vertaald betekent dit: “Hij die graag zingt”. Het verenkleed heeft wel wat weg van dat van de grote lijster. Nochtans is de grote lijster duidelijk groter. Zanglijsters hebben zowel aan de voorzijde, als aan de zijkanten (zoals op de foto te zien) pijlvormige vlekken op het verenkleed. Bij grote lijsters zijn deze vlekken rond. Een groot gedeelte van de zanglijsterpopulatie trekt in de winter naar het Middellandse Zeegebied. Slechts een heel klein deel blijft hier, zo pakweg januari / februari.
Merel (Turdus merula). Is het u de afgelopen tijd ook opgevallen dat er overal zoveel merels te zien zijn? En dan bedoelen we niet de zogeheten stadsmerels, maar meer de bosme-rels. We hebben waarschijnlijk momenteel veel broedvogels uit Noord- en Oost-Europa (Scandinavië West Rusland) te gast. Deze zijn ietsje groter dan onze (West Europese) broedvogels, wat overigens in het vrije veld vrijwel niet te zien is. Op de foto is een merelvrouwtje afgebeeld, wat maar zo een “Scandinavische of Russische merel” zou kunnen zijn.
Tekst: Wim Wijering
Foto’s: Leo Wijering (LW), Fons Wijering (FW) en Wim Wijering (WW)
Tekst: Wim Wijering
Foto’s: Leo Wijering (LW), Fons Wijering (FW) en Wim Wijering (WW)