NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Aktiviteiten
    • Landschapsonderhoud
    • Jaarprogramma
    • Excursie verslagen
    • Ringaktiviteiten
    • Vogeltrektellingen >
      • Vogeltrektelling 10 september 2022
    • Waarnemingen
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender mei 2016

Een natuurtrip naar Portugal (zie een aantal opnames)  kende qua weersomstandigheden een aantal uitersten. We vetrokken op 28 april ’s nachts, terwijl het kwik rond het vriespunt schommelde en we nota bene te maken kregen met natte sneeuw. Toen we op 07 mei daaraanvolgend op Nederlandse bodem terugkeerden, was het bloedheet en was de temperatuur opgelopen tot een slordige 26 ° C. Hoezo wisselvallig! Zo sterk schommelde het weerbeeld overigens niet in deze kalendermaand, maar toch  kende mei een redelijk fluctuerend weertype. Het was voor ons - als natuurfotografen - echter wel een prachtige en natuurbelevingsvolle maand. Er was van alles te zien en te fotograferen, zodat de camera’s niet zelden overuren maakten. We bleven bovendien niet altijd dichtbij huis, waardoor de diversiteit deze keer behoorlijk groot is.
Voor de verandering eens geen groot vogelgehalte, maar meer een 40 : 60 verdeling. Nochtans hebben we een aantal bijzondere vogelsoorten kunnen “verschalken”. Wat dacht u van: Temmincks strandloper, scharrelaar, zwarte wouw en kemphaan, met daarnaast leuke soorten als: bonte vliegenvanger, boompieper, bruine kiekendief, gekraagde roodstaart, holenduif, oeverzwaluw en sperwer. Verder hebben we in mei behoorlijk wat vliegende insecten op de gevoelige plaat weten vast te leggen. In de categorie vlinders en libellen zijn dat achtereenvolgens: aardbeivlinder, grote vos, plasrombout, Noordse witsnuitlibel en grote roodoogjuffer. Andere vliegende insecten, die gefotografeerd zijn, betreffen: meikever en houtlangpootmug. In de categorie flora zijn opnames gemaakt van een 3-tal orchideeën, te weten : vliegenorchis, soldaatje en vogelnestje met daarnaast kleine pimpernel en trilgras. De sessie wordt gecompleteerd met een macrofoto van gewoon haarmos en als afsluiting  een mooie landschapsfoto van het Molenven in Saasveld. 
Vergeet niet om ook onze overige in mei gemaakte natuurfoto’s (zonder toelichting) te bekijken, die vanaf nu direct aan de natuurkalender gekoppeld zijn. Aan het einde van deze natuurkalender vindt u de link naar deze overige foto’s. Dan pas ziet u hoe productief we de afgelopen maand zijn geweest. Trouwens, al onze foto’s zijn vergroot te bekijken door er simpelweg op te klikken. Wij wensen u als steeds veel kijk- en leesplezier toe.
Bonte vliegenvangerBonte Vliegenvanger ~ vrouw ~ 04-05-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Nog maar enkele tientallen jaren geleden kwam de Bonte Vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) hier bijna niet voor. Dankzij de plaatsing van nestkasten heeft deze vliegenvangersoort zich enorm kunnen uitbreiden. Vooral in het oosten van het land is deze Afrikaganger op heel veel plaatsen te vinden. Hoge concentraties zijn te vinden op de Veluwe en in Drenthe. Echter in onze contreien komt waarschijnlijk de grootste concentratie voor, dankzij onze nestkastenbouwer Hennie Kaptein, die ons helaas recentelijk is ontvallen. De mannetjes keren vanuit hun winterverblijf medio april weer als eerste terug. Met hun zang proberen ze de  iets later komende vrouwtjes aan zich te binden. Op de foto ziet u een dergelijk mannetje. Niet zelden houden ze er meerdere vrouwtjes op na (polygamie). 

BoompieperBoompieper 10-05-2016 omgeving Lochem foto Leo Wijering
De uiterlijke verschillen tussen een aantal piepersoorten is vaak maar heel gering. Zo ook de Boompieper (Anthus trivialis) en de graspieper. In tegenstelling tot graspiepers gaan boompiepers echter vaak in een boom zitten. Ook zit er verschil in de zang. De zangvlucht van de boompieper is heel kenmerkend. Niet zelden vanuit een boomtopje vliegt de vogel omhoog om vervolgens als een parachuutje weer terug te keren naar hetzelfde boomtopje. Ze zijn onvermoeibaar en kunnen de gehele dag door wel zingen. Als ze in de buurt van water komen om te drinken of te baden zijn ze heel behoedzaam, zoals op de foto te zien. Dit exemplaar was wel heel erg dichtbij.

HolenduifHolenduif 12-05-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
De Engelse benaming van de Holenduif (Columba oenas) is Stock Dove. Fonetisch klinkt het alsof ze stokdoof zijn, maar niets is minder waar. Ze zijn juist heel alert; bijna bij het schuwe af. Misschien komt dat ook wel omdat de holenduif door zijn weinig opvallende leefwijze een stuk minder in het oog springt dan zijn grotere broer, de houtduif en zijn neef, de Turkse tortel. In onze agrarische omgeving met zijn vele landbouwgronden is de holenduif geregeld te zien. Ze zijn redelijk honkvast en trekken eigenlijk niet. Als je in de gelegenheid bent om een close-up van een dergelijke vogel te kunnen maken, betekent dat in veel gevallen dat de foto vanuit een schuilgelegenheid is genomen. ​

Gekraagde roodstaartGekraagde Roodstaart ~ man badend ~ 10-05-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Ook deze opname van een badende  Gekraagde Roodstaart (Phoenicurus phoenicurus) is vanuit een vogelobservatiehut gemaakt. Het fotograferen vanuit een schuilhut heeft meerdere voordelen. Het belangrijkste is dat je de vogels naar je toe laat komen; wat resulteert in veel natuurlijker opnames. Door de geringere afstand kunnen daarnaast veel scherpere foto’s worden gemaakt. Een ander voordeel is dat de vogels niet het gevoel krijgen dat ze worden opgejaagd. Velen worden dan ook gefotografeerd in hun "normale doen en laten” en in hun eigen leefomgeving. Met wat water in de directe omgeving zet je ze bovendien aan tot drinken of tot baden. Het gedrag van vogels  kan zo ook mooi worden bestudeerd, waarop je vervolgens weer prima kunt anticiperen bij het maken van foto’s.  Eén der onzen bezit zo’n prachtige schuilhut, van waaruit al zo’n 60 verschillende vogels op de gevoelige plaat zijn vastgelegd.

OeverzwaluwOeverzwaluw ~ rustend op zand ~ 11-05-2016 omgeving Oelemars Losser foto Leo Wijering
Dertien jaar geleden is er op de Oelemars te Losser een zwaluwwand aangelegd. De vogelwerkgroep Losser onderhoudt elk jaar deze broedlocatie voor de kleinste zwaluwsoort in Nederland; de  Oeverzwaluw (Riparia riparia). Alhoewel er jaarlijks nogal wat fluctuaties kunnen zijn, schommelt het aantal broedgevallen gemiddeld tussen de 100 en de 150.  Vanuit de observatiehut kan men met de benodigde optische apparatuur de verrichtingen van deze zwaluw nauwgezet gadeslaan. Oeverzwaluwen graven met hun tere pootjes nestgangen, die wel anderhalve meter diep kunnen zijn. Dat je hier uiteraard behoorlijk moe van kunt worden, bewijst dit exemplaar, die even de tijd nam om op het zand een rustpauze in te lassen.

Temmincks strandloperTemmincks strandloper 09-05-2016 Ezumakeeg foto Laurents ten Voorde
Soms ben je bij natuurfotografie zo druk bezig om dichtbij het onderwerp te komen en de juiste positie te kiezen, dat je eigenlijk niet in de gaten hebt om welke soort het gaat. Dat het in dit geval om een klein formaat strandloper ging, was gauw genoeg duidelijk. De eerste focus  lag toch vooral om de vogel zo optimaal mogelijk in beeld te krijgen. Als dat gelukt is, het liefst na het maken van meerdere opnames, kijk je vooral naar de kwaliteit van de opname. Niet zelden komt daarna pas het besef: “wat heb ik nu eigenlijk gefotografeerd?” Was het een kleine strandloper, of misschien toch een andere soort? Een soort goed  op naam brengen hoort uiteraard ook bij fotografie. In dit geval betrof het geen kleine Strandloper, zoals aanvankelijk gedacht, maar een heuse Temmincks strandloper (Calidris temminckii). De vogel mist namelijk de bekende V op de rug (als van een kleine strandloper) en de poten zijn geelachtig van kleur (die van de kleine strandloper zijn zwart).

HoutlangpootmugHoutlangpootmug ~ vrouwtje ~ 26-05-2016 Molenven Saasveld foto Laurents ten Voorde
Als we het over langpootmuggen hebben, dan hebben we het vooral over het geslacht Tipula. Deze langpootmuggen komen namelijk algemeen in ons land voor.  Veel minder bekend zijn de twee soorten houtlangpootmuggen uit het geslacht Tanyptera, die ook in Nederland voorkomen. Omdat het zogeheten zwarte dijbandje bij de afgebeelde soort ontbreekt, hebben we in dit geval  te maken met de Houtlangpootmug, luisterend naar de wetenschappelijke naam:  (Tanyptera atrata). De andere soort is de (Tanyptera nigricornis). De vrouwtjes van beide soorten leggen met behulp van hun legboor hun eieren diep in vermolmd hout, waarin op enig moment de larven zich kunnen ontwikkelen.

MeikeverMeikever ~ opvliegend ~ 21-05-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
In de kalendermaand mei mag een soort als de Meikever ook wel Gewone Meikever (Melolontha melolontha) genoemd, natuurlijk niet ontbreken. In Twente noemen we ‘m ekkelbrommer.  D’r worden wel eens grapjes gemaakt over deze keversoort, die dan in relatie wordt gebracht met andere maanden van het jaar. Veel mensen weten evenwel niet dat er ook daadwerkelijk junikevers en zelfs julikevers bestaan. Het is maar dat u het weet. De geplaatste foto vonden we wel geinig, omdat dit exemplaar (een vrouwtje) op het punt stond om weg te vliegen. Bij een mannetje zie je zogenaamde “handjes” aan de antenne. Die ontbreken bij dit exemplaar.

Grote roodoogjufferGrote roodoogjuffer 27-05-2016 Natuurpark Lelystad foto Laurents ten Voorde
Een grote vijver met drijvende waterplanten bleek eind mei het domein van de Grote roodoogjuffer (Erythromma najas). Deze juffersoort is soms zelfs al in april te zien. Het mannetje is goed te herkennen aan zijn felrode ogen. De “grote roodoog” is meestal een maand eerder dan de kleine roodoogjuffer, die weliswaar wat kleiner is, maar er vrijwel identiek uitziet. Deze laatste soort kun je niet eerder dan medio juni verwachten. Een lastige determinatie kon daardoor in dit geval achterwege blijven. De mannetjes van de grote roodoogjuffer rusten vaak op de bladeren van de witte waterlelie en de gele plomp. Ze blijven nooit lang zitten, omdat ze regelmatig met andere mannetjes in de clinch liggen. Het is dan ook een lastige soort om te fotograferen.

PlasromboutPlasrombout ~ man ~ 28-05-2016 Tecklenburg Duitsland foto Wim Wijering
Tijdens een excursie naar een kalksteenplateau in Tecklenburg (Duitsland) kon deze Plasrombout (Gomphus pulchellus) op de gevoelige plaat worden vastgelegd. De vliegtijd van deze romboutsoort ligt tussen begin mei en half augustus met een piek in juni. Dat klopt dus aardig. Bij veel libellen zitten de ogen dicht bij elkaar; bij rombouten zitten deze juist ver uit elkaar. Dit is bovendien zo’n soort, die je vaak niet bij het water aantreft, maar op allerlei andere plekken, zoals heidevelden, open plekken in het bos, in weilanden, op paden etc.  Ze zitten niet zelden op de grond te zonnen en vallen pas op als ze opvliegen. Het duurt overigens meestal niet lang voordat ze weer gaan zitten. Dat was ook in de onderhavige situatie het geval. 

Noordse witsnuitlibelNoordse witsnuitlibel ~ man ~ 13-05-2016 Bargerveen foto Leo Wijering
Om het drieluik met betrekking tot de libellen en de juffers te vervolmaken laten we u in deze maand ook kennismaken met het mannetje van de Noordse witsnuitlibel (Leucorrhinia rubicunda).  Uitgekleurde mannetjes zijn zwart met een rij rode vlekjes op het achterlijf. De Noordse witsnuit vertoont veel gelijkenis met de venwitsnuitlibel. Gewoonlijk vliegt deze laatste soort wat later en ook de vlektekening op de rug is minder rood. Kenmerkend bij beide soorten is uiteraard het witte gezicht en het contrasterende donkere lichaam. De vrouwtjes lijken met hun geelzwarte tekening in de verste verte niet op de mannetjes.

VogelnestjeVogelnestje ~ bloeivorm ~ 28-05-2016 Tecklenburg Duitsland foto Wim Wijering
Het vogelnestje (Neottia nidus-avis) behoort tot de orchideeën en is in ons land zeer sterk in aantal afgenomen. De soort staat dan ook niet voor niets op de Rode lijst.  Het lijkt er op dat deze bladloze orchidee in Nederland waarschijnlijk alleen nog maar in Limburg te vinden is. Je moet ze zoeken in kalkrijke bossen, waar ze vooral in de buurt van beuken te vinden zijn. Het vogelnestje wordt dan ook met recht gerekend tot de bosflora. De maanden mei en juni is de beste tijd om ze te vinden. De naam heeft de orchidee te danken aan de wortelstok, die wel wat weg heeft van een vogelnestje. Als je ze van afstand ziet staan, lijkt het vaak alsof ze zijn uitgebloeid. Pas van dichtbij is de fraaie bloeivorm te zien. De opname is gemaakt op de bekende Silberberg  (omgeving Tecklenburg – Duitsland).

SoldaatjeSoldaatje 28-05-2016 Tecklenburg Duitsland foto Wim Wijering
Nog een orchidee, die het moet hebben van een kalkrijke omgeving, is het  Soldaatje (Orchis militaris). De witpaarse  bloemen lijken wel wat op mannetjes met een helmpje op.  In Duitsland heten ze dan ook: Helm-Knabenkraut. Op de foto lijken de “mannetjes” welhaast te lachen. In ons eigen land is deze orchideeënsoort inmiddels het lachen vergaan, want bij ons is het soldaatje ontzettend zeldzaam geworden. Eigenlijk vind je ze alleen nog maar in Zuid Limburg. Soorten die er veel op lijken zijn Aapjesorchis en Purperorchis. Soldaatjes staan onder andere bekend om hun lekkere geur.

VliegenorchisVliegenorchis ~ bloeivorm ~ 28-05-2016 Tecklenburg Duitsland foto Wim Wijering
Met een close-up van de Vliegenorchis (Ophrys insectifera) maken we ook de drieluik van de orchideeën vol. De Nederlandse naam wordt ontleend aan het feit dat de bloem (met wat fantasie) op een vlieg lijkt. Op de foto ziet u een close-up van de “vliegachtige “ bloemen. Net als veel andere Ophrys-soorten wordt de vliegenorchis bestoven door mannelijke graafwespen. Is het u trouwens wel eens opgevallen dat verschillende orchideeën zijn vernoemd naar insecten? Denk maar eens aan de Grote Keverorchis, de Moeraswespenorchis, de Bijenorchis en de Hommelorchis.

Kleine pimpernelKleine pimpernel 28-05-2016 Brochterbeck Duitsland foto Laurents ten Voorde
In het zelfde gebied was ook op veel plaatsen de Kleine Pimpernel (Sanguisorba minor) aanwezig. Vooral op de kalkrijke berghelling bij een kalkzandsteengroeve in Brochterbeck stond het er vol mee. De plant staat ook wel bekend als Klein sorbenkruid en als Bloedkruid. De laatste naam heeft de plant te danken aan het feit dat deze een bloedstelpende werking bezit.  De plant is van oudsher afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, maar komt thans in alle gematigde streken van Europa voor. Van het bolronde bloeihoofdje is een mooie close-up gemaakt.

AardbeivlinderAardbeivlinder ~ zijaanzicht ~ 13-05-2016 Bargerveen foto Leo Wijering
De Aardbeivlinder (Pyrgus malvae) vliegt vooral in de maand mei en is te herkennen aan het witte ‘kiesje’ op de achtervleugel wat op de foto overigens niet te zien is. De foto is gemaakt in het Bargerveen; één van de weinige plekken in Nederland waar dit dikkopje nog te vinden is. De soort wordt vaak gefotografeerd met volledig geopende vleugels. Het leek ons daarom leuk om  ook eens een zijaanzichtfoto te plaatsen. Want zo zie je ze niet al te vaak. Als je er naar op zoek bent, let dan vooral op de aanwezigheid van tormentil. Dit is namelijk de waardplant voor de aardbeivlinder. Hier zet dit vlindertje in de meeste gevallen de eitjes op af. 

Grote vosGrote vos 03-05-2016 Torgal Portugal foto Wim Wijering
Een natuurtrip naar Portugal leverde eindelijk een Grote Vos (Nymphalis polychloros) op. Deze vlinder stond al heel lang op het verlanglijstje. In Nederland wordt de soort ernstig bedreigd, alhoewel er met name in 2012 en 2013 weer enkele tientallen zijn gezien in ons land. Het is een vroeg vliegende vlinder, die je al in april kunt tegenkomen. Dat is mogelijk omdat ze als vlinder overwinteren. Je moet ze in die tijd zoeken in holle bomen, schuurtjes, bunkers of zolders. Net als het Vliegend hert zit een Grote vos graag op bomen, die “bloeden”’, oftewel een wond hebben. Er zijn veel gelijkenissen met de Kleine vos, maar toch is de soort redelijk gemakkelijk te herkennen.

TrilgrasTrilgras 06-05-2016 Alentejo Portugal foto Wim Wijering
Toen samensteller dezes in Portugal voor het eerst kennis maakte met Trilgras (Briza media) dacht ik meteen aan versierselen, die je in een kerstboom hangt. De bungelende platte aartjes van deze alleraardigste grassoort lijken er namelijk wel wat op. Het zijn net kleine koffertjes. Als de wind ermee speelt, lijkt het of ze trillen, vandaar waarschijnlijk de naamgeving. Ze zijn in ieder geval geinig om te zien. Op onze uitvalsbasis in Santiago do Cacem zag je deze leuke grassoort overal staan. Het was er bovendien één grote bloemenweelde; iets waar je in Nederland jaloers op zou worden.

ScharrelaarScharrelaar 04-05-2016 Entradas Portugal foto Wim Wijering
Onze reisbestemming in Zuid Europa leverde ook deze fraaie Scharrelaar (Coracias garrulus) op.  Als je deze vogels ziet vliegen valt pas echt goed op hoe helder lichtblauw het verenkleed er uit ziet. Jammer genoeg is het aantal scharrelaars in Europa de laatste decennia sterk afgenomen. Volgens onze gastheer hebben ze in 2015, althans in Portugal, een goed broedseizoen achter de rug. Nu maar hopen dat het met de soort geleidelijk weer de goede kant op gaat. Ze broeden, net als Kleine torenvalken, graag in of bij ruïnes van oude gebouwen; het liefst ver weg van de bewoonde wereld.  Dit exemplaar kon op zo’n karakteristieke plek worden vereeuwigd.

Zwarte wouw met ooievaarZwarte wouw met ooievaar op nest 01-05-2016 Steppengebied Portugal foto Wim Wijering
Terwijl we in de steppegebieden van Portugal in de vroege ochtenduren op zoek gingen naar zowel de Grote- als de Kleine trap, viel ons oog op een solitaire boom in het landschap, waarin meerdere ooievaars zaten te broeden. Tot onze verrassing ontdekten we tussen dit gezelschap een zwarte wouw  (Milvus migrans). Een mooie shot in het vroege ochtendlicht was toen al snel gemaakt. Wat we toen nog niet wisten was dat de zwarte wouw één van de ongebruikte ooievaarsnesten zelf als broedplek in bezit had genomen. Heel vredelievend allemaal. Ook andere soorten, zoals geoorde fuut en zwartkopmeeuw maken graag gebruik van de koloniebeschermingsvorm.

SperwerSperwer ~ man ~ 01-05-2016 tuin Lochem foto Fons Wijering
Veel dichter bij huis en wel in de achtertuin kon een andere roofvogel worden geportretteerd; in dit geval een Sperwermannetje (Accipiter nisus). Alhoewel de vogel op de foto aan de grote kant lijkt, zijn de mannetjes niet veel groter dan hooguit 30 cm. Het vrouwtje is zeker 10 cm groter en veel minder kleurrijk. Sperwers zijn echte vogelvangers. Heel vaak moeten kool- en pimpelmezen, spreeuwen, vinken, roodborstjes e.d. het ontgelden. Het vrouwtje pakt in de regel wat grotere prooien, zoals zanglijsters, merels en Turkse tortels. Sperwers kunnen langdurig vanuit de dekking hun prooi observeren om dan plotseling vanuit de dekking tevoorschijn te komen en de niets vermoedende prooi te “slaan”. Omdat er in de buitengebieden steeds minder prooien te halen zijn, zie je ze steeds vaker jagen in de bewoonde kernen.

Bruine kiekendiefBruine kiekendief ~ man in de vlucht ~ 09-05-2016 Lauwersmeergebied foto Rinus Baaijens
Roofvogels  betekenen voor veel natuurfotografen en vogelaars vooral fascinatie.  Het fotograferen van roofvogels in de vlucht schenkt zo mogelijk nog meer voldoening, tenminste als de  opname goed gelukt is en de vogel dicht genoeg bij. Dat laatste heb je overigens nooit in de hand. Een dosis geluk heb je er natuurlijk ook bij nodig. Bij het vastleggen van dit mannetje Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in de vlucht zat alles mee. Voor de fotografieliefhebber: Vluchtfotografie doe je doorgaans zoveel mogelijk vanuit de AV stand (diafragmavoorkeuze). Gebruik daarnaast AI-Servo of continue focus. Selecteer verder een zo hoog mogelijke ISO-waarde, maar pas wel op voor (teveel) ruis. Dat gaat namelijk ten koste van de kwaliteit en de scherpte.  In dit geval is er gefotografeerd met een Nikon D750, bedroeg de belichtingstijd 1/3200 sec en de ISO snelheid 250. Er is verder 0.7 stop overbelicht. Doe er uw voordeel mee.

KemphanenKemphanen ~ in de vlucht ~ 09-05-2016 Lauwersmeergebied foto Rinus Baaijens
We kunnen dan weliswaar niet tippen aan “Een vlucht regenwulpen”, geschreven door Maarten ’t Hart; het boek wat meer dan een miljoen keer is verkocht en nadien zelfs verfilmd, maar wel hebben we speciaal voor u een vlucht Kemphanen (Philomachus pugnax) op de gevoelige plaat weten vast te leggen. Ook niet verkeerd, toch! In de vlucht hebben kemphanen wel iets weg van miniatuur goudplevieren; ze zijn echter een stuk zwijgzamer. Als je goed kijkt kun je er zo wat mannetjes “uitplukken” met hun bijzondere kraag. Dat kan zowel zwart, wit, rossig of blond zijn. De mannetjes zijn groter dan de vrij onopvallend getekende vrouwtjes, maar dat is op de foto niet of nauwelijks te zien. Als broedvogel zijn ze zo goed als verdwenen uit ons land, maar op doortrek zijn ze gelukkig nog veelvuldig te zien.

Gewoon haarmosGewoon haarmos vermoedelijk ~ sporenkapsel ~ 24-05-2016 Achterhoek foto Fons Wijering
Voordat we aan de slotfoto van deze maand toekomen, eerst nog maar eens een macrofoto van het sporenkapsel van Gewoon Haarmos (Polytrichum commune) . Het minieme kapsel is vastgelegd in een “zee” van gele bloemen, waardoor de mos-soort zelf niet meer te zien is. Gewoon haarmos, ook wel sterretjesmos genoemd, komt over de gehele wereld voor in allerlei biotopen; zelfs tussen de stoeptegels. Vaak hebben we hier helemaal geen oog voor, terwijl het oh zo boeiend kan zijn. Sporenkapsels zijn vaak kenmerkend voor een bepaalde soort, zoals je ook veel planten herkent aan hun bloemen. Het vastleggen van één zo’n kapsel vindt plaats met een speciale lens en noemen we macrofotografie. Het is één van de moeilijkst uit te voeren vormen van fotografie, maar heel erg mooi om te doen. Er gaat bovendien een gehele nieuwe wereld voor je open.

Molenven't Molenven 26-05-2016 Saasveld foto Laurents ten Voorde
Het Molenven in Saasveld, eigendom van Landschap Overijssel, is met zijn 44 ha weliswaar geen groot natuurbeschermingsgebied, maar wel een bijzondere. De afgelopen 100 – 150 jaar heeft de natuur er namelijk ongestoord zijn gang mogen gaan. Zoals de naam al doet vermoeden ligt er in het gebied, zowel een groot als klein ven; beiden relicten uit de laatste ijstijd. Vorig jaar heeft men deze plassen weer volop licht gegeven en zijn deze volledig opgeschoond. Het ven wordt omsloten door een zeer gemêleerd bos met onder meer: wilg, berk, kastanje, eik, lariks en grove den. Zelfs gagel komt er voor. De rijkdom aan planten en insecten is groot. Vooral juffers en libellen komen er in grote getale voor. Dat geldt in mindere mate voor de vogelpopulatie, alhoewel in het verleden zelfs de hop er heeft gebroed. Met veel bloeiende gele lis op de voorgrond ziet het Molenven er in het voorjaar prachtig uit. Dat leek ons een passend slot voor deze natuurkalender. 

Uiteraard hebben we in deze maand nog veel meer foto’s gemaakt, dan we in deze natuurkalender hebben weergegeven. Wij willen u deze opnames niet onthouden, omdat hier ook veel mooi materiaal bij zit. Oordeelt u echter zelf door hier te klikken. De foto’s kunt u vergroten, net als bij de natuurkalender, door er op te klikken. 
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​