natuurkalender mei 2016
Een natuurtrip naar Portugal (zie een aantal opnames) kende qua weersomstandigheden een aantal uitersten. We vetrokken op 28 april ’s nachts, terwijl het kwik rond het vriespunt schommelde en we nota bene te maken kregen met natte sneeuw. Toen we op 07 mei daaraanvolgend op Nederlandse bodem terugkeerden, was het bloedheet en was de temperatuur opgelopen tot een slordige 26 ° C. Hoezo wisselvallig! Zo sterk schommelde het weerbeeld overigens niet in deze kalendermaand, maar toch kende mei een redelijk fluctuerend weertype. Het was voor ons - als natuurfotografen - echter wel een prachtige en natuurbelevingsvolle maand. Er was van alles te zien en te fotograferen, zodat de camera’s niet zelden overuren maakten. We bleven bovendien niet altijd dichtbij huis, waardoor de diversiteit deze keer behoorlijk groot is.
Voor de verandering eens geen groot vogelgehalte, maar meer een 40 : 60 verdeling. Nochtans hebben we een aantal bijzondere vogelsoorten kunnen “verschalken”. Wat dacht u van: Temmincks strandloper, scharrelaar, zwarte wouw en kemphaan, met daarnaast leuke soorten als: bonte vliegenvanger, boompieper, bruine kiekendief, gekraagde roodstaart, holenduif, oeverzwaluw en sperwer. Verder hebben we in mei behoorlijk wat vliegende insecten op de gevoelige plaat weten vast te leggen. In de categorie vlinders en libellen zijn dat achtereenvolgens: aardbeivlinder, grote vos, plasrombout, Noordse witsnuitlibel en grote roodoogjuffer. Andere vliegende insecten, die gefotografeerd zijn, betreffen: meikever en houtlangpootmug. In de categorie flora zijn opnames gemaakt van een 3-tal orchideeën, te weten : vliegenorchis, soldaatje en vogelnestje met daarnaast kleine pimpernel en trilgras. De sessie wordt gecompleteerd met een macrofoto van gewoon haarmos en als afsluiting een mooie landschapsfoto van het Molenven in Saasveld.
Vergeet niet om ook onze overige in mei gemaakte natuurfoto’s (zonder toelichting) te bekijken, die vanaf nu direct aan de natuurkalender gekoppeld zijn. Aan het einde van deze natuurkalender vindt u de link naar deze overige foto’s. Dan pas ziet u hoe productief we de afgelopen maand zijn geweest. Trouwens, al onze foto’s zijn vergroot te bekijken door er simpelweg op te klikken. Wij wensen u als steeds veel kijk- en leesplezier toe.
Als we het over langpootmuggen hebben, dan hebben we het vooral over het geslacht Tipula. Deze langpootmuggen komen namelijk algemeen in ons land voor. Veel minder bekend zijn de twee soorten houtlangpootmuggen uit het geslacht Tanyptera, die ook in Nederland voorkomen. Omdat het zogeheten zwarte dijbandje bij de afgebeelde soort ontbreekt, hebben we in dit geval te maken met de Houtlangpootmug, luisterend naar de wetenschappelijke naam: (Tanyptera atrata). De andere soort is de (Tanyptera nigricornis). De vrouwtjes van beide soorten leggen met behulp van hun legboor hun eieren diep in vermolmd hout, waarin op enig moment de larven zich kunnen ontwikkelen.
In de kalendermaand mei mag een soort als de Meikever ook wel Gewone Meikever (Melolontha melolontha) genoemd, natuurlijk niet ontbreken. In Twente noemen we ‘m ekkelbrommer. D’r worden wel eens grapjes gemaakt over deze keversoort, die dan in relatie wordt gebracht met andere maanden van het jaar. Veel mensen weten evenwel niet dat er ook daadwerkelijk junikevers en zelfs julikevers bestaan. Het is maar dat u het weet. De geplaatste foto vonden we wel geinig, omdat dit exemplaar (een vrouwtje) op het punt stond om weg te vliegen. Bij een mannetje zie je zogenaamde “handjes” aan de antenne. Die ontbreken bij dit exemplaar.
Om het drieluik met betrekking tot de libellen en de juffers te vervolmaken laten we u in deze maand ook kennismaken met het mannetje van de Noordse witsnuitlibel (Leucorrhinia rubicunda). Uitgekleurde mannetjes zijn zwart met een rij rode vlekjes op het achterlijf. De Noordse witsnuit vertoont veel gelijkenis met de venwitsnuitlibel. Gewoonlijk vliegt deze laatste soort wat later en ook de vlektekening op de rug is minder rood. Kenmerkend bij beide soorten is uiteraard het witte gezicht en het contrasterende donkere lichaam. De vrouwtjes lijken met hun geelzwarte tekening in de verste verte niet op de mannetjes.
Toen samensteller dezes in Portugal voor het eerst kennis maakte met Trilgras (Briza media) dacht ik meteen aan versierselen, die je in een kerstboom hangt. De bungelende platte aartjes van deze alleraardigste grassoort lijken er namelijk wel wat op. Het zijn net kleine koffertjes. Als de wind ermee speelt, lijkt het of ze trillen, vandaar waarschijnlijk de naamgeving. Ze zijn in ieder geval geinig om te zien. Op onze uitvalsbasis in Santiago do Cacem zag je deze leuke grassoort overal staan. Het was er bovendien één grote bloemenweelde; iets waar je in Nederland jaloers op zou worden.
Het Molenven in Saasveld, eigendom van Landschap Overijssel, is met zijn 44 ha weliswaar geen groot natuurbeschermingsgebied, maar wel een bijzondere. De afgelopen 100 – 150 jaar heeft de natuur er namelijk ongestoord zijn gang mogen gaan. Zoals de naam al doet vermoeden ligt er in het gebied, zowel een groot als klein ven; beiden relicten uit de laatste ijstijd. Vorig jaar heeft men deze plassen weer volop licht gegeven en zijn deze volledig opgeschoond. Het ven wordt omsloten door een zeer gemêleerd bos met onder meer: wilg, berk, kastanje, eik, lariks en grove den. Zelfs gagel komt er voor. De rijkdom aan planten en insecten is groot. Vooral juffers en libellen komen er in grote getale voor. Dat geldt in mindere mate voor de vogelpopulatie, alhoewel in het verleden zelfs de hop er heeft gebroed. Met veel bloeiende gele lis op de voorgrond ziet het Molenven er in het voorjaar prachtig uit. Dat leek ons een passend slot voor deze natuurkalender.
Uiteraard hebben we in deze maand nog veel meer foto’s gemaakt, dan we in deze natuurkalender hebben weergegeven. Wij willen u deze opnames niet onthouden, omdat hier ook veel mooi materiaal bij zit. Oordeelt u echter zelf door hier te klikken. De foto’s kunt u vergroten, net als bij de natuurkalender, door er op te klikken.