NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Aktiviteiten
    • Landschapsonderhoud
    • Jaarprogramma
    • Excursie verslagen
    • Ringaktiviteiten
    • Vogeltrektellingen >
      • Vogeltrektelling 10 september 2022
    • Waarnemingen
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender juni 2021

Juni 2021 was nat, zonnig en in 132 jaar niet zo warm. Dat is kort en bondig hoe het weer in juni kan worden beschreven. We kijken al lang niet meer op van het zoveelste (warmte)record. 

Het weer heeft ons er in ieder geval niet van weerhouden om er heel vaak op uit te trekken wat uiteindelijk een recordaantal natuurfoto’s heeft opgeleverd. In deze rubriek worden er 25 behandeld, compleet met toelichting. Het overgrote deel is echter te vinden bij de rubriek “Recente foto’s”. 

Net als in mei is er deze maand wederom veel aandacht voor onze gevleugelde vrienden. Aan bod komen achtereenvolgens: boerenzwaluw, bruine kiekendief, grauwe klauwier, groene specht, grutto, grote bonte specht, kleine mantelmeeuw, rietzanger, tureluur, visdiefje, oeverzwaluw en een jonge wulp. 

De vlinderwereld is deze keer goed voor: groentje en wapendrager en met soorten als vliegend hert, bruine korenbout, glassnijder, roodpootroofvlieg, gewone kameleonspin en de zeldzame kleine sachembij is ook de overige insectenwereld goed bedeeld. Aandacht is er deze keer tevens voor twee reekalfjes, een levendbarende hagedis, een eekhoorn en de in Nederland vrijwel uitgestorven roggelelie. De kalendermaand juni wordt afgesloten met een foto en uitleg over hars. 
​
We gaan meteen maar van start met de vogelwereld. 
Voor de verandering beginnen we deze keer eens niet met een foto, maar met een filmpje. In dit geval van een zingende Rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus). De opname is niet in onze contreien gemaakt, omdat je rietzangers vooral moet zoeken in het noorden en het westen van ons land. Op de hogere zandgronden zul je ze in de regel tevergeefs zoeken. Het filmpje is dan ook gemaakt op Texel. Het gaat de soort al jaren voor de wind. Vanaf de tachtiger jaren is er een duidelijke stijgende lijn te zien. De soort is eenvoudig te herkennen aan de witte wenkbrauwstreep.   Zoals uzelf kunt beluisteren is de rietzanger een druktemaker van jewelste. De zang is vaak al van ver te horen. In het liedje zijn allerlei piepende, krakende en ratelende geluiden te horen. Ze zingen graag vanaf de top van een rietstengel, struik of plant.  Ze zijn bij ons te gast vanaf eind maart tot in september.
Rietzanger 09-06-2021 Texel  video Laurents ten Voorde
Op het boerenland ergens in Drenthe bevindt zich al enkele jaren in enkele zandbulten een kolonie Oeverzwaluwen (Riparia riparia). Het is elk jaar weer een genot om deze zwaluwsoort tijdens het uitgraven van de nesten een poosje te observeren. Het is verbazingwekkend om te zien hoe ze met die iele pootjes in staat zijn de nestgaten uit te graven. Menigmaal vliegt het zand de directe buurtjes om de oren, hetgeen ogenblikkelijk allerlei protesten oplevert. Hoe mooi is het om zonder verstoring de vogels af en aan te zien vliegen en met eigen ogen te zien hoe druk het er in een kolonie aan toe gaat. Het is tevens een mooie gelegenheid om deze kleine zwaluwsoort (amper 12 cm) met meerdere exemplaren in de vlucht vast te leggen. Wij kunnen u verzekeren dat dat zo 1,2,3 nog niet meevalt. 
Foto
Boerenzwaluw ~ man ~ 07-06-2021 Ottershagen Lattrop foto Johan Drop
Foto
Oeverzwaluwen ~ in de vlucht ~ 01-06-2021 omgeving Emmen foto Wim Wijering
De Boerenzwaluw (Hirundo rustica) keert veelal een stuk vroeger terug uit Afrika en lijkt op het oog een stuk forser (15-20 cm). Dat komt vooral door de buitenste staartpennen, die - met name bij de mannetjes - tamelijk lang zijn. De eerste boerenzwaluwen zijn al begin april en soms zelfs al eind maart terug in het broedgebied. Maar zoals het spreekwoord luidt: “Eén zwaluw maakt nog altijd geen zomer”. De “massa” arriveert dan ook pas in de 2e helft van april en begin mei. Binnen onze vereniging houden we ons al jaren bezig met de boerenzwaluw in het kader van het zogeheten RAS-project (Recapturing Adults for Survival), waarbij op vaste locaties boerenzwaluwen worden gevangen en geringd. Het doel van dit alles is om inzicht te krijgen in overleving, plaatstrouw, leeftijdsopbouw en dispersie (spreiding).  
Door afname van de hoeveelheid insecten en allerlei negatieve veranderingen in het landschap ging het in ons land lange tijd niet goed met de Grauwe Klauwier (Lanius collurio). Sinds 2010 gaat het echter langzaam weer de goede kant op. Vooral de warmere zomers van de afgelopen jaren hebben hier aan bijgedragen. Door de vele bloeminzaaiacties lijkt ook de insectenstand zich weer enigszins te herstellen. En daar is deze klauwierensoort toch geheel en al van afhankelijk. De jongen zijn deze maand net zo’n beetje uitgevlogen. Als we de gunstige berichtgeving van de afgelopen tijd mogen geloven dan kon 2021 wel weer eens uitlopen op een mooi grauwe klauwierenjaar. Ook uit onze contreien worden steeds vaker broedgevallen gemeld. Daar is dit mannetje - gefotografeerd in Saasveld -  het levende bewijs van.    
Foto
Grote Bonte Specht -man +juveniel ~16-06-2021~ omgeving Lochem foto Fons Wijering
Foto
Grauwe klauwier ~ man ~ 06-06-2021 omgeving Saasveld foto Johan Drop
Dat er deze maand overal jongen zijn uitgevlogen is ook te zien aan deze foto, waarop een mannetje van de Grote Bonte Specht  (Dendrocopos major) z’n hongerige jong op een boomstronk aan het voeren is. Dat de linkervogel een mannetje is, is te zien aan de rode nekvlek. Deze ontbreekt namelijk bij het vrouwtje. Het jong (rechtervogel) heeft een rood “petje” en lijkt daardoor veel op de middelste bonte specht. In de broedtijd is de grote bonte specht hoofdzakelijk afhankelijk van dierlijk voedsel, zoals insecten, hun larven en hun poppen. Ze voeden zich evenwel ook met kleine gewervelden. Niet zelden worden nesten van zangvogels en andere spechtensoorten gekraakt om zich te voeden met de eieren of de kuikens. Het zijn dus lang niet altijd de gaaien, eksters en kraaien die dat doen.  
Verstoppertje spelen doen spechten ook graag. Wat te denken van een foto van deze Groene Specht (Picus viridis), die zich verschuilt achter een oude boomstronk. Steeds als je een opname wilt maken, duikt d’íe weg, waarna je ‘m een tijdlang gewoon niet te zien krijgt. Dit kunnen ze behoorlijk lang volhouden; dus enig geduld is zeker aan te bevelen. Als natuurfotograaf moet je sowieso geduld kunnen opbrengen. Op enig moment lukt het dan toch en zien we aan de koptekening dat we het vrouwtje voor de lens hebben gekregen. Mannetjes hebben namelijk een rode vlek onder het oog. Deze ontbreekt bij het vrouwtje. Het voedsel bestaat voornamelijk uit grote mieren en worden in de meeste gevallen op de grond verzameld. De lachende roep van de groene specht is een bekend fenomeen.
Foto
Visdiefje ~ met baarsje ~ 15-06-2021 Grote Rietplas Emmen foto Leo Wijering
Foto
Groene specht 22-06-2021 Haaksbergerveen foto Rinus Baaijens
Visdiefjes (Sterna hirundo) zijn niet alleen aan de kust en boven zee aan te treffen. Deze sternsoort heeft zich ook aan het leven in het binnenland aangepast. Daar jagen ze vooral boven visrijke slootjes en grotere binnenwateren. Broeden doen ze voornamelijk in kolonieverband; het liefst op een eilandje om op die manier gevrijwaard te zijn van bodempredatoren. Ze maken daarnaast ook veelvuldig gebruik van de bescherming in andere kolonies, zoals die van kokmeeuwen. Dit adulte visdiefje kon op een vlonderpaaltje worden geportretteerd toen er een baarsje naar binnen moest worden gewerkt. Aan zee eten ze het liefst spiering; het lievelingsvoedsel van het visdiefje. Van de sierlijke houding, die we doorgaans te zien krijgen, was bij deze foto vanwege het “schrokgedrag” maar weinig over.  
Op hetzelfde binnenwater kon ook de Kleine Mantelmeeuw (Larus fuscus) worden geportretteerd, nadat ook deze “een vissie had verschalkt”. Nou ja, een vissie; een flink uit kluiten gewassen brasem kunnen we beter zeggen. Dat het even geduurd heeft voordat deze was opgepeuzeld, laat zich raden. Deze meeuwensoort is goed herkenbaar aan zijn gele poten en zijn donkergrijze “mantelpakje”, alhoewel dat met die gele poten lastig wordt als ze onder het wateroppervlak worden gehouden.   Klein is de kleine mantelmeeuw allerminst. In de vlucht is de spanwijdte toch nog zo’n slordige 140 cm. In Nederland kun je van deze soort drie verschillende ondersoorten tegenkomen, namelijk: L.f. graellsii, L.f. fuscus en L.f. intermedius. 
​
Foto
Grutto ~ alarmerend ~ 09-06-2021 omgeving Oostwoud NH foto Wim Wijering
Dat er binnen onze Vereniging uiteraard ook aan andere weidevogelsoorten aandacht wordt besteed, zal u niet verbazen. Vooral in de periode van april tot en met juni zijn diverse leden voortdurend in de weer om te redden wat er te redden valt. De intensieve landbouw en predatie zorgen namelijk jaarlijks voor veel slachtoffers. Hoe mooi is het dat door tal van inspanningen alleen al in Fleringen vijf jonge wulpen dit jaar het vliegvlugge stadium hebben bereikt. Zo ook bijgaande jonge Wulp (Numenius arquata), waarvan het gevaarlijkste stadium van zijn nog jonge leven nagenoeg voorbij is. Wulpen hebben een uitzonderlijk lange gebogen snavel. Uit onderzoek is gebleken dat ze hiermee in staat zijn om meer prooidieren te bemachtigen dan andere steltlopers.
Foto
Kleine mantelmeeuw ~ met brasem ~ 03-06-2021 Grote Rietplas Emmen foto Leo Wijering
Gelukkig hebben we in ons land toch nog plekken waar alle gunstige voorwaarden aanwezig zijn voor weidevogels. Deze opname van een alarmerende Grutto (Limosa limosa) kon bijvoorbeeld worden gemaakt in Noord Holland bij het dorpje Oostwoud. Daar vlogen ons op de weg de grutto’s letterlijk en figuurlijk om de oren, ten teken dat er vlakbij jongen in de buurt moesten lopen. Tijdens het 25-jarig bestaan van onze vereniging (2008) hebben we dit boegbeeld van de weidevogels in onze verenigingsnaam opgenomen. Niet uit luxe, maar vooral omdat het slecht gaat met deze soort in Nederland en we er alles aan willen doen dat we deze nationale vogel niet uit onze contreien kwijt willen raken. Het voortbestaan van de grutto hangt dan ook aan een zijden draadje, ook al wordt er steeds meer aandacht besteed aan het behoud van de soort, waarvoor vooral Nederland verantwoordelijkheid dient te dragen.  
Foto
Wulp ~ jonkie ~ 28-06-2021 Fleringen foto Johan Drop
Foto
Tureluur 09-06-2021 Texel foto Laurents ten Voorde
Vanwege de enorme achteruitgang van alle weidevogels in ons land, staat ook de Tureluur (Tringa totanus) al enige tijd onder grote druk. In onze contreien werden vorig jaar nog maar 7 broedparen geteld. Een jaar eerder waren het er nog minder. Het is soms om tureluurs van te worden. De jongen houden zich graag op bij water, vaak slootjes. Daar zoeken ze langs de slootranden naar voedsel. Bij gevaar zien ze kans om zich snel in de vegetatie te verstoppen. De afgebeelde vogel is niet hier, maar op Texel gefotografeerd. Daar zijn gelukkig nog wel behoorlijke aantallen te vinden. De Nederlandse broedvogelpopulatie overwintert aan de kusten van Portugal, Spanje en Noordwest Afrika. Tureluurs maken graag gebruik van de mogelijkheid om in de nabijheid van felle nestverdedigers, als grutto, scholekster en kievit, tot broeden over te gaan. 
​
Van de drie soorten kiekendieven die ons land rijk is, is de Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) de meest algemene. Hoe gaaf is het dat een dergelijke soort zo maar spontaan het lensbereik van de camera “binnenvliegt”. Kiekendieven zijn veelal te herkennen aan hun V-vormige vlieghouding.  Tijden het jagen zweven ze daarbij laag over de vegetatie. Bij deze jachtvluchten zie je ze geregeld plotselinge wendingen maken om zich vervolgens op een prooi “te storten”. Bruine kiekendieven zijn praktisch even groot als buizerds, maar hun jachttechniek is heel verschillend. Buizerds zijn veel logger en veel minder wendbaar. 
Foto
Wapendrager 16-06-2021 Enschede foto Rinus baaijens
Nog zo’n meester in camouflage is het Groentje (Callophrys rubi). Deze dagvlinder is schaars, maar zeker niet zeldzaam. Veel mensen zullen ‘m waarschijnlijk nog nooit hebben gezien. Dat komt vooral door z’n schutkleur, maar ook omdat je ‘m in tuinen niet zult tegenkomen. Zijn territorium is veelal de overgang van heideveld naar bos of op open plekken in het bos waar bosbes groeit. De groene kleur waarmee dit vlindertje behept is, valt geheel weg als ze met gesloten vleugels op frisgroene bladeren hebben plaats genomen. Pas als ze vliegen heb je kans om ze op te merken. Merkwaardig genoeg eindigt de wetenschappelijke naam van deze geheel groene vlinder op het woord rubi, wat in het latijn rood betekent. De wetenschappelijke benamingen zijn dan ook lang niet altijd te begrijpen.  
​
Foto
Bruine korenbout ~ man ~ 02-06-2021 IJzeren Man Weert foto Jaimey Wilbers
Foto
Bruine Kiekendief ~ man ~ Texel 08-06-21 foto Laurents ten Voorde
Na al dit vogelgeweld is het nu tijd voor een aantal andere, maar niet minder leuke fladderaars, zoals deze Wapendrager (Phalera bucephala). Deze nachtvlindersoort, die tot de zogeheten tandvlinders, behoort, heeft wel iets weg van een vliegend berkentakje. Zodra ze gaan zitten zijn ze bijna niet meer te onderscheiden van een stukje berkenhout, zoals te zien op bijgaande foto. De camouflage is dan ook verbluffend. Zelfs hun kopje doet denken aan een afgebroken stukje hout. Geen wonder dat ze heel erg vaak niet worden opgemerkt, terwijl ze toch vrij algemeen in ons land voorkomen. Ze zijn bovendien alleen ‘s nachts actief. Je zou ze op veel plekken in ons land kunnen aantreffen, zoals in tuinen, parken, weiden en loofbossen. Wilg, populier, berk, linde en es zijn de belangrijkste waardbomen. 
Foto
Groentje 01-06-2021 Bargerveen foto Wim Wijering
Van de vlinders naar de libellen is een kleine stap. Afgebeeld is de Bruine Korenbout (Libellula fulva); in dit geval een mannetje. Uitgekleurde mannetjes zijn, in tegenstelling tot wat de naam zou doen veronderstellen, opvallende blauwe verschijningen. In dit geval is de soort vooral te herkennen aan het zwarte mondstuk. Vrouwtjes en jonge mannetjes doen met hun bruine verschijning hun naam overigens wel alle eer aan. De bruine korenbout maakt deel uit van de zogeheten korenbouten. Ze staan als vrij zeldzaam te boek, maar worden door ons toch met enige regelmaat gezien en op de gevoelige plaat vastgelegd. 
Een relatief kleine glazenmakersoort is de Glassnijder (Brachytron pratense), die al vroeg vliegt en reeds eind april kan worden aangetroffen. De meeste glassnijders worden evenwel gezien in mei en juni. Ze vertonen veel overeenkomsten met de paardenbijter, maar die begint pas te vliegen als de glassnijder het voor gezien houdt. De waarnemingsdatum is dus van belang. De mannetjes van de glassnijder vliegen laag en dicht langs de oevervegetatie; op zoek naar vrouwtjes en uiteraard voedsel. Jagende glassnijders zijn vaak te vinden langs bosranden, in open rietmoeras en boven hooilanden. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in de grote laagveengebieden en in delen van het rivierengebied. Libellen zijn oogjagers en moeten hun prooi zien bewegen willen ze ‘m kunnen bemachtigen. Sommige jagen continue, anderen gaan op een vaste plek zitten en ondernemen daarvandaan kleine jachtvluchten. Op de foto ziet u de paring van de glassnijder. 
Foto
Glassnijder ~ paring ~ 03-06-2021 Woldlakebos Weerribben foto Leo Wijering
Foto
Vliegende herten ~ bakkeleiende mannetjes ~ 26-06-2021 Mander foto Wim Wijering
Een veel minder goede vlieger, maar wel heel erg imposant is het Vliegend Hert (Lucanus cervus); de grootste kever, die we in ons land kunnen tegenkomen. Vooral de mannetjes spreken tot de verbeelding, omdat ze tot wel  9 cm groot kunnen worden. Ze zijn bovendien voorzien van machtige kaken, die veel weg hebben van een klein formaat hertengewei. Eén van de weinige plekken in ons land waar je ze kunt tegenkomen is de omgeving van Mander. Daar werd een ‘bruidsboom” ontdekt met daarin 3 volwassen mannetjes en 1 volwassen vrouwtje. Om de boom vloog zo nu en dan zelfs nog een tweede vrouwtje. Twee mannetjes konden op de gevoelige plaat worden vastgelegd. De hoop was gevestigd op een heus gevecht tussen twee rivalen. Dat laatste bleef evenwel uit. Onder de boom lagen trouwens de karkassen van 4 andere mannetjes, die vrijwel zeker gepredeerd waren. 
​
Foto
Roodpootroofvlieg 29-06-2021 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Soms hoef je voor het maken van natuurfoto’s niet eens de deur uit. Op één van de ramen van de eigen woning zat eind juni deze roofvlieg, die als het ware in het glaswerk driedimensionaal kon worden geportretteerd. Het bleek te gaan om de Roodpootroofvlieg (Neomochtherus pallipes), die in onze contreien zeer zeldzaam is en er een heel bijzonder verspreidingspatroon in ons land op na houdt. In delen van Utrecht, Gelderland, Noord Brabant en Limburg kom je ze wel tegen en ook in zuid Overijssel, maar elders in ons land niet. Bijzonder vreemd.  Door de kleur van de poten (geelrood) is deze roofvlieg niet te verwarren met enige andere roofvliegsoort.
Foto
Kleine sachembij 27-06-2021 Groote Peel foto Jaimey Wilbers
Loopt ondergetekende met kleinzoon te wandelen in de Groote Peel, valt ons een bijtje op die voor zijn formaat nogal wat “noten op z’n zang” had (lees: hoog gezoem). De interesse was gewekt, maar het beestje bleef maar vliegen en stil zitten ho maar. En dan komt het doorzettingsvermogen van de jongste goed van pas. Intuïtief besefte hij dat dit wel eens een heel bijzonder bijtje zou kunnen zijn. Met veel geduld lukte het hem om er uiteindelijk vijf opnames van te maken, waartoe bijgaande foto. Het bleek te gaan om het mannetje van de Kleine Sachembij (Anthophora bimaculata), die 44 jaar geleden in ons land werd beschouwd als uitgestorven. In 2017 werd de soort evenwel herontdekt in Limburg. Vanaf 2020 zijn er slechts vier opnames van de kleine sachembij gemaakt en kleinzoon Jaimey produceerde de vijfde! Hoe cool is dat. De groenige ogen, het gele gezicht, de drukke en snelle vlucht alles viel direct op z’n plaats. 
Foto
Gewone kameleonspin ~ met prooi ~ 25-06-2021 omgeving Ahlen Dld foto Gerard Benerink
Een bezoek bij onze oosterburen leverde dit aandoenlijke plaatsje op van het mannetje van de  Gewone Kameleonspin (Misumena vatia), die zo te zien verwikkeld is een innige omhelzing met deze dansvlieg. Schijn bedriegt evenwel. Mijnheer heeft geduldig gewacht tot een prooi zich kwam melden. Vervolgens heeft hij  bliksemsnel toegeslagen en de prooi met krachtig gif geïnjecteerd om deze daarna leeg te zuigen. Geen goede afloop dus, althans voor de dansvlieg. De naam kameleonspin is overigens alleen van  toepassing op de vrouwtjes, die in staat zijn van kleur te veranderen en zodoende zich te camoufleren. Mannetjes en jongen zijn hiertoe niet in staat. Pakweg 30 jaar geleden kwam deze spinnensoort amper tot niet bij ons voor. Door de opwarming van de aarde schuift deze spinnensoort echter steeds noordelijker op. 
Foto
Reekalfjes 22-06-2021 Schans Haaksbergen foto Rinus Baaijens
Ook Eekhoorns (Sciurus vulgaris) zijn guitig om te zien, zoals ook dit exemplaar. Het zijn echter geen katjes, die je zonder handschoenen kunt aanpakken. Ze kunnen namelijk behoorlijk bijten. Het zijn dan ook niet bepaald lieverdjes, ook al zien ze er met hun pluimstaart wel zo uit. Meer dan eens hebben we bij nestkastcontroles geconstateerd dat bewoonde nestkasten door eekhoorns, maar ook door steenmarters waren geplunderd. Als ze dat eenmaal hebben aangeleerd dan wil dat wel eens tot problemen leiden. Hun voedsel bestaat normaliter uit de zaden van dennenappels, maar eikels, kastanjes, hazelnoten en beukennoten worden evenmin versmaad. Ook insecten staan geregeld op het menu. Het zijn en blijven nochtans leuke diertjes om te zien, vooral als je ze in de bomen van tak naar tak ziet springen of dat ze zich op de voedertafel tegoed doen aan pinda’s en nog meer van al dat lekkers dat we ze voeren.   
Foto
Levendbarende hagedis 02-06-2021 Boswachterij Gees foto Leo Wijering
In Duitsland kon in een prachtig natuurgebied bijgaande Roggelelie (Lilium bulbiferum) worden geportretteerd. We ontdekten er vier, waarvan alleen deze in bloei stond. In Nederland staat deze voormalige akkerplant als zeer zeldzaam te boek en zeer sterk afgenomen. Onbekend is hoe dat bij onze oosterburen is. In ons land wordt de soort in ieder geval in zijn voortbestaan bedreigd. Vroeger stonden ze vaak tussen de winterrogge, maar die wordt weinig meer verbouwd. Daarnaast is de grond rijker geworden door bemesting, hebben chemische bestrijdingsmiddelen hun intrede gedaan en wordt er dieper geploegd dan vroeger. De knolletjes krijgen daardoor geen kans (meer) om zich te ontwikkelen. Vrijwel zeker hebben we bij dit exemplaar te maken met de ondersoort Croceum. 
Foto
Hars 14-06-2021 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Een stuk aandoenlijker zijn deze twee reekalfjes (Capreolus capreolus), die zich gewillig lieten  vereeuwigen in de buurt van de Harrevelderschans in Haaksbergen; een overblijfsel uit de tachtigjarige oorlog. Reekalveren worden vanaf half april tot eind juni geboren. Meestal zijn het er twee, maar soms wordt er één en in een enkel geval drie geboren. Ze zijn vooral te herkennen aan de donkere en lichte vlekken op hun vacht. Hierdoor vallen ze bijna niet op als ze zich schuil moeten houden. Reekalfjes drinken zo'n zes tot tien keer per dag melk bij hun moeder. Als ze wat ouder zijn wordt dit teruggebracht tot 2 of 3 keer per dag. De moedermelk is vet en gezond. Als de kalfjes oud genoeg zijn eten ze net als de volwassen dieren jonge bladeren en knoppen van bomen. 
​
Foto
Eekhoorn 17-06-2021omgeving Lochem foto Fons Wijering
Ook het vastleggen van Levendbarende Hagedissen (Zootoca vivipara) is op zich een leuke bezigheid. Ze liggen vaak, zoals ook in dit geval, te zonnen op houten vlonders en andere voorwerpen, die snel door de zon worden opgewarmd. Het zijn niet voor niets koudbloedige dieren. Je moet in dat geval altijd uiterst voorzichtig te werk gaan, want in een mum van tijd zijn ze verdwenen. In de omgeving van de boswachterij Gees (Drenthe) ontdekten we er na wat zoekwerk zegge en schrijven 7. Van twee exemplaren konden opnames worden gemaakt, waartoe het beestje op de foto. Ze zijn niet erg groot. Veel langer als 18 cm worden ze niet. Heide en hoogveen vormen hun voorkeurshabitat.   
Foto
Roggelelie 25-06-2021 omgeving Beckum Dld foto Gerard Benerink
We zijn inmiddels aangekomen bij de slotfoto van juni met een welbekend, maar niet al te vaak gefotografeerde substantie uit de natuur, namelijk Hars. We hebben het uiteraard over natuurhars. Deze wordt vooral uitgescheiden door naaldbomen, is doorschijnend, taai en kleverig en heeft een lichtgele tot bruinachtige kleur. U kent dat vast wel. Hars werd vroeger afgetapt om er lijm van te maken. In bomen wordt het aangemaakt ter afdichting van bastbeschadigingen. Bekend zijn ook harsblaren op stam en takken, zoals bij de fijnspar. Door onder meer rode bosmier en waarschijnlijk ook andere dieren wordt voorts hars gebruikt om bacteriën en schimmels af te remmen. En dan kennen we ook nog hars in de vorm van barnsteen als fossiel gesteente, niet zelden met ingesloten insecten uit een ver verleden. Hiermee sluiten we de junisessie op een wel heel bijzondere manier af.  
Samenstelling: Wim Wijering        E-mail: wimwijering@hotmail.com           Tel. 06.46202123 

Foto’s: Fons, Leo en Wim Wijering, Laurents ten Voorde, Rinus Baaijens, Gerard Benerink, Jaimey Wilbers en Johan Drop. 
​
Zoals eerder verwoord zijn er deze maand nog aanzienlijk meer mooie natuurfoto’s (zonder toelichting) gemaakt, die eveneens het bekijken meer dan waard zijn. Klik op “Hier” of kijk hiervoor eenvoudigweg bij de rubriek: “Recente Foto’s”. 
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​