natuurkalender januari 2016
Januari 2016 gaat beslist niet als wintermaand de boeken in. Vooral in de laatste week leek het wel een beetje voorjaar. Er werden namelijk behoorlijke aantallen overvliegende kraanvogels gezien, zingende merels gehoord en er kwamen al waarnemingen binnen van ontwaakte adders en atalanta’s. Hoe zo Koning Winter? Nu is deze weergave niet helemaal correct, omdat het medio januari wel degelijk even behoorlijk koud is geweest met zo hier en daar zelfs een pakket(je) sneeuw. Uiteraard hebben we van die korte koude opleving maximaal weten te profiteren, zodat we u toch wat winterse beelden kunnen laten zien.
Voorts kwam één van onze nieuwe leden het natuurfotografengilde versterken. Zijn inbreng deze keer: twee opnames met daarop de grillen van moedertje natuur. Voor deze bijzondere opnames is dit keer een uitzondering gemaakt, omdat deze niet in januari maar in oktober zijn gemaakt.
Wij hebben in de afgelopen kalendermaand diverse vogelsoorten op de gevoelige plaat weten vast te leggen. Het uiteenlopende gevleugelde gezelschap bestaat deze keer uit: glanskop, koolmees, heggenmus, roodborst, goudvink (2 x), groene- en zwarte specht, krak- en kuifeend, smient, Nijlgans, ekster, watersnip, ijsvogel, torenvalk (2 x) en blauwe kiekendief. Daarnaast hebben we twee soorten trilzwammen (gele- en klontjestrilzwam) weten te vinden, evenals een hele laat of vroeg bloeiende paarse dovenetel, wat larixappeltjes in de sneeuw en een mooie macro-opname van rafelig bekermos. Een landschapsfoto van de Rietplas bij Emmen en twee heel bijzondere opnames van een misvormde gewone pad completeren de januarisessie.
Hiermee hebben we de spits van het nieuwe jaar afgebeten. Hopelijk zien we ook in de komende maanden weer kans om veel natuur bij u in de huiskamer te bezorgen. Wij wensen u veel kijk- en leesplezier toe en verwijzen u nu al naar de eerstvolgende natuurfoto’s, die u medio februari in de rubriek “Recente Foto’s” van ons mag verwachten.
Voorts kwam één van onze nieuwe leden het natuurfotografengilde versterken. Zijn inbreng deze keer: twee opnames met daarop de grillen van moedertje natuur. Voor deze bijzondere opnames is dit keer een uitzondering gemaakt, omdat deze niet in januari maar in oktober zijn gemaakt.
Wij hebben in de afgelopen kalendermaand diverse vogelsoorten op de gevoelige plaat weten vast te leggen. Het uiteenlopende gevleugelde gezelschap bestaat deze keer uit: glanskop, koolmees, heggenmus, roodborst, goudvink (2 x), groene- en zwarte specht, krak- en kuifeend, smient, Nijlgans, ekster, watersnip, ijsvogel, torenvalk (2 x) en blauwe kiekendief. Daarnaast hebben we twee soorten trilzwammen (gele- en klontjestrilzwam) weten te vinden, evenals een hele laat of vroeg bloeiende paarse dovenetel, wat larixappeltjes in de sneeuw en een mooie macro-opname van rafelig bekermos. Een landschapsfoto van de Rietplas bij Emmen en twee heel bijzondere opnames van een misvormde gewone pad completeren de januarisessie.
Hiermee hebben we de spits van het nieuwe jaar afgebeten. Hopelijk zien we ook in de komende maanden weer kans om veel natuur bij u in de huiskamer te bezorgen. Wij wensen u veel kijk- en leesplezier toe en verwijzen u nu al naar de eerstvolgende natuurfoto’s, die u medio februari in de rubriek “Recente Foto’s” van ons mag verwachten.
Tijdens de korte periode van sneeuw en ijs hebben we nochtans kans gezien om verschillende winterse plaatjes te maken, te beginnen met deze Glanskop (Poecile palustris) op het ijs. Omdat de opname vanuit een laag standpunt is gemaakt, is mooi te zien hoe deze onopvallende mezensoort zich met zijn nagels op het ijs “staande” houdt. Daar waar kool- en pimpelmezen vaak nadrukkelijk aanwezig zijn, is dat bij glanskoppen absoluut niet het geval. Ze wachten veel liever hun beurt af. Beuken zijn voor glanskoppen erg belangrijk. De zaden zijn in de herfst en winter namelijk van levensbelang voor deze soort. In het voorjaar zoeken ze vooral hun voedsel in eiken. Om het helemaal compleet te maken: broeden doen ze het liefst in aangetaste of dode naaldbomen.
Om in de mezensfeer te blijven tonen we u deze keer ook een Koolmees (Parus major). Voor velen is het een vrij gemakkelijk te fotograferen soort vanwege zijn geringe schuwheid. Hij / zij is bovendien vaak in de buurt van de mens (voedertafels en nestkastjes) te vinden. Het afgebeelde exemplaar wilden we u laten zien, omdat deze een grote uitwas (vermoedelijk een teek) bij het oog heeft. Niet alleen teken, maar ook mijten, veerluizen en luisvliegen parasiteren op vogels. Ze voeden zich met bloed, veren of huidschilfers. De conditie van een vogel kan daar behoorlijk onder lijden. Bij trekvogels, die grote afstanden moeten overbruggen (zoals zwaluwen), kan dat al snel fataal aflopen.
In deze winterse opname zult u al gauw een Heggenmus (Prunella modularis) ontdekken. Normaliter valt deze soort amper op als d’ie rondscharrelt in de tuin en zich schuil houdt onder de struiken. Zelfs bij voedertafels moet je goed opletten om deze weinig opvallende vogels in het vizier te krijgen. Er is wel eens discussie over de noodzaak van het bijvoederen van vogels in de winter. Wij echter staan daar positief tegenover. Kleine vogels kunnen tijdens een koude winternacht immers wel tien procent van hun lichaamsgewicht verliezen. Bovendien is de tijd om voedsel te zoeken ’s winters maar kort. Om hun lichaamstemperatuur op peil te houden, hebben ze dan ook veel voedsel nodig. Met wat bijvoedering komen veel vogels dan ook prima de winter door. Wintervoedering van vogels zorgt daarnaast ook voor veel kijk- en fotografieplezier. Vogels, zoals de heggenmus, die anders verscholen blijven, laten zich dan mooi bekijken.
Larixappeltjes ~ ook wel kegels genoemd ~ worden vaak gebruikt bij het maken van Kerstdecoraties, waarvoor je overigens wel wat creativiteit nodig hebt. De creativiteit zit ‘m deze keer, zonder de appeltjes te hebben aangeraakt, in de “appeltjes” in de sneeuw. Dat geeft een dergelijk winters beeld altijd toch iets extra’s. Kruisbekken hebben ook iets met larixappeltjes. Niet vanwege het decoratieve aspect, maar vanwege de inhoud. Ze zijn namelijk verzot op de zaden. We kennen de Larix (Larix decidua) daarnaast ook vanwege de verkleuring van de naalden. Deze zijn in de lente aanvankelijk heldergroen, worden daarna zachtgroen en in de herfst kleuren ze oranjegeel.
Het fotograferen van vogels in de vlucht is een stuk moeilijker dan vogels op een paal, op de grond of in een boom. Dat zal iedere natuurfotograaf onmiddellijk met ons eens zijn. Bij dit paartje laag over het water vliegende Kuifeenden (Athya fuligula) is dat ons inziens aardig gelukt. Het kost echter wel veel oefening om dergelijke foto’s te maken. Ook de technische knowhow van de cameramogelijkheden speelt daarbij een belangrijke rol. Een beetje geluk hoort er natuurlijk ook bij. In dit geval vlogen de vogels bijvoorbeeld boven en niet naast elkaar, zodat zowel het mannetje als het vrouwtje voldoende scherp in beeld konden worden gebracht.
Een andere roofvogelsoort die we deze maand hebben weten te “kieken” (om maar eens een woordspeling te gebruiken), is de Blauwe kiekendief (Circus cyaneus). Net als fazanten zijn Blauwe kiekendieven polygaam. Dat wil zeggen dat het blauwgrijs gekleurde mannetje er meerdere vrouwtjes op na houdt. Ooit is er op Terschelling een mannetje gesignaleerd met maar liefst 7 vrouwtjes! Als broedvogel is deze elegante roofvogelsoort bijna uit ons land verdwenen. De populatie is vermoedelijk gedaald tot onder de 20 broedparen. In de winterperiode zijn het er enkele honderden meer, want dan kunnen we hier wintergasten uit Scandinavië verwelkoment. Jagen doen ze hier voornamelijk op veldmuizen. De afgebeelde vogel - een vrouwtje - kon worden vereeuwigd in Drenthe. Er vlogen er op dat moment vier; één mannetje en drie vrouwtjes. In tegenstelling tot de mannetjes zijn de vrouwtjes bruin van kleur, maar hebben net als de mannetjes een witte stuit.
De Grote Rietplas is een kunstmatig aangelegd recreatiemeer aan de zuidkant van Emmen. Het werd aan het eind van de jaren 90 aangelegd. Deze omvangrijke plas werd indertijd verbonden met de reeds bestaande Kleine Rietplas. De omgeving is erg belangrijk voor tal van vogels, die er in de rietkragen, op het water of in de kruidenrijke omgeving foerageren en jongen groot brengen. Bijgaande opname met veel lisdoddes, geeft u een indruk van dit meer dan interessante plassengebied. Kort geleden hebben we - kort voor zonsondergang - van nabij mogen meemaken dat de Grote Rietplas ook fungeert als voorverzamelplaats. Verschillende vogelsoorten, die in de nabijheid hun slaapplaats hebben, verzamelen zich hier in de wintertijd, voordat ze hun gezamenlijke slaapplek opzoeken. Hierbij valt te denken aan enorme aantallen kokmeeuwen, kauwen, roeken, spreeuwen, eenden en ganzen.
De natuur kan af en toe raar uit de hoek komen. Zo nu en dan zie je tweekoppige dieren of zelfs kalveren met zes poten voorbijkomen, maar een “gedrocht”, zoals op bijgaande foto’s hebben we nog niet eerder gezien. Het diertje werd ontdekt terwijl er voor fotografiedoel-einden gezocht werd naar kleine paddenstoelen. Daarbij viel het oog plots op een beweging op het veenmos. Je gelooft eerst je eigen ogen niet, omdat moedertje natuur hier wel iets heel vreemds had “geboetseerd”. Het bleek onmiskenbaar een levende amfibie te zijn. Van achteren leek het in alle opzichten op een Gewone pad (Bufo bufo), maar van voren leek hij (of zij) meer op een “klein model zoetwaterkrokodil”. Zeg nou zelf!
Auteur: Wim Wijering
Foto’s: Leo, Fons en Wim Wijering en Rinus Baayens
Foto’s: Leo, Fons en Wim Wijering en Rinus Baayens