NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Aktiviteiten
    • Landschapsonderhoud
    • Jaarprogramma
    • Excursie verslagen
    • Ringaktiviteiten
    • Vogeltrektellingen >
      • Vogeltrektelling 10 september 2022
    • Waarnemingen
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender augustus 2021

Augustus 2021 gaat qua weer de boeken in als wisselvallig. Af en toe was het best aangenaam, maar soms ook bijna herfstachtig. Gedurende twee dagen was er zelfs sprake van extreme regenval, iets wat in een zomermaand vrijwel nooit voorkomt. Voor de vakantiegangers was de afgelopen maand teleurstellend vanwege de relatief weinige zonnige dagen. Een nazomer zat er dan ook niet in. Al met al was het vrij koud en somber. De agrarische wereld had deze keer echter weinig te klagen; het was vooral ook groeizaam weer. 

Voor de echte liefhebber van fotografie is het weer meestal geen allesbepalende spelbreker. De natuur heeft immers altijd wel iets bijzonders te bieden. Deze maand kregen de vogels weer eens extra aandacht. Dat vertaalde zich naar opnames van: tapuit, groene specht, drieteenstrandloper, bontbekplevier, watersnip, aalscholver, havik, huiszwaluw, kleine karekiet, lepelaar en zwarte kraai.
​
De insectenwereld werd evenmin vergeten met onder meer: koolwants, Oostaziatische dwergcicade, menuetzweefvlieg, puntbijvlieg, glimmende bladjager, zuidelijke heidelibel, drietand / psi- uil, eikenprocessievlinder en een paarsrode variant van het wekkertje.

Omdat we altijd streven naar het begrip “voor ieder wat wils”,  komen ook 2 opnames uit de wereld van de myxomyceten aan bod, te weten: gewoon ijsvingertje en gebundeld netpluimpje. Verder hebben we de tamelijk zeldzame grote gerande oeverspin “in de aanbieding” als ook klokjesgentiaan met als afsluiting een landschapsopname van het riviertje “de Swalm”.   

Nu eerst volop aandacht voor het ornithologische wereldje.
Foto
Groene Specht ~ juveniele man ~11-08-2021 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Voor binnenlandse begrippen mag je de Drieteenstrandloper (Calidris alba) best zeldzaam noemen. Dat ze zo ver landinwaarts trekken, zoals in dit geval de Oelemars bij Losser, gebeurt maar hoogst zelden. Het is bij uitstek een kustvogel, die dus behoorlijk uit de koers moet zijn geraakt. Bijzonder  om te zien is dat de vogel zich nog grotendeels in broedkleed bevindt. Ook dat kom je niet al te vaak tegen. De vogels broeden in Groenland, Canada en Siberië en overwinteren langs de kust van Europa, waar je ze ook bij ons aan de Noordzeekant vaak dribbelend langs de kustlijn kunt waarnemen
Foto
Bontbekplevier ~ juveniele vogel ~ 30-08-2021 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Een veel meer voor de hand liggende soort, die je geregeld bij de Oelemars kun waarnemen, is de Watersnip (Gallinago gallinago). Een groot deel van het jaar kun je die hier tegenkomen. Afgebeeld is een mooi bruin met geel gestreept exemplaar, die als het ware op de uitkijk staat. Stilstaand zijn ze gemakkelijk te fotograferen. Anders wordt het als ze met hun buitenproportioneel lange snavel in de modderige bodem boren op zoek naar voedsel, zoals larven, wormen, slakjes en spinnen. In ritmische bewegingen gaat dan de kop op en neer als een traag werkende naaimachine en probeer dat dan maar eens scherp vast te leggen. De Nederlandse broedvogels overwinteren in Zuid-Engeland en Zuidwest-Europa. De in Nederland overwinterende watersnippen zijn vrijwel steeds afkomstig uit het noorden
Foto
Aalscholver ~ met gevangen snoek ~ 12-08-2021 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Het fotograferen van een Havik (Accipiter gentilis) is door z’n verborgen leefwijze geen gemakkelijke opgave. We krijgen ze doorgaans dan ook maar weinig te zien. Slechts door vaak en langdurig gebruik te maken van een schuilhut heb je sporadisch de kans om deze geduchte jager op korte afstand te kunnen observeren. Nog mooier is het om zo’n schuwe soort dan van dichtbij op de gevoelige plaat te kunnen vastleggen. In het onderhavige geval hebben we te maken met een juveniele vogel wat onmiddellijk te zien is aan het bruine verenkleed, de gele ogen en de verticale en langgerekte strepen op buik, borst en poten. Bij deze havik is deels al de kenmerkende wenkbrauwstreep te zien. Haviken zijn uitgesproken vogelvangers, maar willen ook wel eens een konijntje of een haas “verschalken”.
Foto
Huiszwaluw ~met jongen in kunstnest ~ 30-08-2021 Oldenzaal foto Wim Wijering
Deze maand hebben we gelukkig weer veel vogelopnames kunnen maken. De eerste, die we u willen laten zien is deze Groene specht (Picus viridis) foeragerend op een bemoste bodem. Het is nog een jong beestje wat te zien is aan het gespikkelde verenkleed. Aan de rechterkant op de foto ziet u verder een aardappelbovist, wat met een vluchtige blik wel iets weg heeft van een ei. Het rood onder het oog van de vogel verraadt dat het een mannetje is. Bij vrouwtjes is deze kleur zwart. Groene spechten zitten graag en vaak op de grond. Daar doen ze zich te goed aan vooral mieren. Het is een relatief grote specht, die vaker wordt gehoord (”lachen”) dan gezien.
Foto
Drieteenstrandloper ~ overgangskleed ~ 24-08-2021 Oelemars Losser foto Rinus Baaijens
Eveneens bij de Oelemars kon ook deze Bontbekplevier (Charadrius hiaticula) worden geportretteerd. Ze broeden weliswaar in ons kikkerlandje, maar ze zijn in de broedtijd toch redelijk schaars (minder dan 500 paar). Als trekvogel zien we ze -tig keer vaker, met name langs de kust. Dat is het geval in de nazomer, de herfst en in het voorjaar. Een enkeling wil trouwens wel eens overwinteren. Het betreft in dit geval een beestje wat alvast het winterkleed heeft aangetrokken. De poten lijken wat oranjeachtig, wat jonge vogels (nog) niet hebben. In winterkleed ontbreekt verder de oranjezwarte snavel, evenals de zwarte band op het voorhoofd. 
Foto
Watersnip ~ alert ~ 30-08-2021 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Dat Aalscholvers (Phalacrocorax carbo) best wel grote prooien aan kunnen is ons bekend. Het is niet de eerste keer dat we ze behoorlijke vissen naar binnen hebben zien schrokken. Het duurt vaak een poosje, maar het lukt ze telkens weer. Er gaan weliswaar verhalen in het rond dat aalscholvers kunnen stikken in hun veel te grote prooi, maar dat komt maar hoogst zelden voor. Met deze snoek had de afgebeelde aalscholver geen enkele moeite, zolang de prooi maar “kopwaarts” naar binnen kan worden gewerkt. Het lijkt ons dat d’ie daarna een week lang niet meer hoeft te vissen. Snoeken kunnen d’r zelf ook wat van. Niet zelden eten ook zij behoorlijke grote prooien. Beide soorten staan te boek als echte “schrokoppen”. In dit geval zou je kunnen zeggen dat de ene schrokop de andere schrokop een kopje kleiner heeft gemaakt. 
Foto
Havik ~ juveniele vogel ~15-08-2021omgeving Lochem foto Fons Wijering
Tijdens de jaarlijkse telling van de Huiszwaluw (Delichon urbica) wordt steevast de camera meegenomen en met wat geluk zijn er dan soms mooie actiefoto’s te maken. In dit geval vloog één van de oudervogels ruggelings weg bij een kunstnest met jongen. Het zijn dan ook echte luchtacrobaten. Dat moet ook wel omdat ze immers afhankelijk zijn van vliegend voedsel. Huiszwaluwen eten enorme hoeveelheden muggen en andere vliegende insecten. Deze worden in volle vlucht gevangen, waarbij de wendbaarheid van de zwaluwen goed van pas komt. Op menige huiszwaluwlocatie hangen kunstnesten. Die worden met name geplaatst op locaties waar de vogels minder goed aan geschikt nestmateriaal kunnen komen.
Foto
Kleine karekiet ~ jonge vogel happend naar vliegjes ~ 21-08-2021 Lauwersmeergebied foto Wim Wijering
Een andere actiefoto kon worden gemaakt tijdens onze recentelijke excursie naar het Lauwersmeergebied. Het was ons namelijk op verschillende plekken opgevallen dat er In en op het riet zeer veel vliegjes zaten. Kortom; voedsel te over voor een groepje oudervogels van de Kleine Karekiet (Acrocephalus scirpaceus) met in hun kielzog enkele uitgevlogen jongen. Het was best lastig om deze door de rietdichtheid binnen lensbereik te krijgen en te houden. Menige opname kon dan ook al snel de prullenbak in, maar bijgaande foto van een jonge vogel met een happende beweging naar de bewuste vliegjes, kan ons inziens de toets der kritiek doorstaan. Kleine karekieten lijken overigens bijzonder veel op bosrietzangers.  
Foto
Poetsende en rustende lepelaars 21-01-2021 Lauwersmeergebied foto Wim Wijering
De Lepelaars (Platalea leucorodia) in ons land doen het goed. De vogels komen hier tot broeden in  maar liefst 50 verschillende kolonies. Ze zijn herkenbaar aan de merkwaardig gevormde snavel en hun helder witte verenkleed. Vaak zien we ze naar voedsel “lepelen” in het water door hun snavel snel heen en weer te bewegen. In augustus en september verzamelen zich grote groepen in het Wadden- en Deltagebied. Alleen al in het Waddengebied verblijven er dan meer dan 3000 exemplaren. De lepelaars die in West-Europa broeden, overwinteren vooral langs de West-Afrikaanse kust. Een klein deel blijft in Europa en overwintert langs de kusten van Frankrijk, Spanje en Portugal. Soms worden er in Nederland ook overwinterende lepelaars gezien.
Het fotograferen van kraaiachtigen in de vrije natuur is voor veel natuurfotografen niet bepaald iets waar ze warm voor lopen of er moet iets bijzonders mee zijn. Bij dit exemplaar zou je kunnen denken dat het gaat om een juveniele roek, omdat de veren rond de snavelbasis lijken terug te wijken door het wroeten in de bodem. In werkelijkheid betreft het evenwel een juveniele Zwarte Kraai (Corvus corone). Bij jonge vogels is het verschil tussen beide soorten vrijwel niet te zien. In dit geval moet je letten op de snavelvorm, die aan de voorkant licht gekromd is. Dat heeft een zwarte kraai wel en een roek niet. Roeken hebben doorgaans rechte puntige snavels. Het bruin in het verenkleed duidt zowel bij de zwarte kraai als bij de dode kokmeeuw op een jonge vogel. Dat kraaien zich graag tegoed doen aan de karkassen van dode dieren behoeft geen verder betoog.
Foto
Zwarte kraai ~ op dode kokmeeuw ~ 26-08-2021 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Foto
Tapuit 23-08-2021 Beuningerveld foto Leo Wijering
Over nu naar een aantal insecten. Een fraaie opname kon er deze maand worden gemaakt van de eieren en enkele nimfen van de Koolwants (Eurydema oleracea), die net uit het ei waren gekropen. Daar loop je soms zo maar tegen aan. Om een woordspeling te gebruiken: “Wantsen zijn nauw verwant aan cicades en plantenluizen”. Van die eerste leven ruim 600 soorten in ons land. Op het eerste gezicht hebben ze wel wat weg van kevers. Koolwantsen zijn -  als ze volwassen zijn - fraaie beestjes met hun zwartwitte glanzende lijf. Ze zijn een halve tot driekwart centimeter lang. Je hebt zowel vegetarische als carnivore wantsen. De koolwants is het allebei; het zijn omnivoren. Eigenlijk hebben ze niet zo veel met kool, maar veeleer met andere kruisbloemigen.
Als tegenwicht op de reclame van “Bolletje”, hebben wij een nieuwe slogan bedacht, namelijk “alleen voor een tapuit trek ik er op uit”.  Dat geldt natuurlijk alleen voor de maanden augustus en september, wanneer de doortrek van de Tapuit (Oenanthe oenanthe) plaats vindt. In deze tijd zie je ze vaak in familieverband op akkerlanden zitten en op weidepaaltjes. Onderweg naar het zuiden moet immers de voedselvoorraad voortdurend worden aangevuld. Als ze opvliegen is de opvallende staarttekening te zien; te weten een zwarte T-vorm op een verder witte staart. Als broedvogel heeft de soort het moeilijk in ons land. Ze broeden graag in konijnenholen. Door de afname hiervan is er veel nestgelegenheid verloren gegaan.
Foto
Koolwantsen ~ nimfen net uit het ei ~ 116-08-2021 Losser foto Leo Wijering
Foto
Oost-Aziatische dwergcicade 12-08-2021 Enschede foto Rinus Baaijens
Zweefvliegen lijken in veel gevallen op bijen en wespen. Het verschil zit ‘m niet alleen in het zweefgedrag, maar ook in het aantal vleugels. Zweefvliegen hebben namelijk maar één paar vleugels, terwijl bijen en wespen voorzien zijn van twee paar. De mannetjes en de vrouwtjes van de zweefvlieg zijn in veel gevallen uit elkaar te houden door te letten op de ogen. Zitten die aan elkaar vast dan hebben we vrijwel altijd te maken met een mannetje. Bij de vrouwtjes zijn de ogen gescheiden van elkaar. Op deze fraaie vooraanzichtfoto van een Puntbijvlieg (Eristalis nemorum) is duidelijk te zien dat we hier met een vrouwtje van doen hebben.   
Een mooi stukje macrowerk betreft deze opname van de Oostaziatische Dwergcicade (Japananus hyalinus). Het is een betrekkelijke nieuwkomer in ons land. Ze leven op allerlei soorten esdoorns en dan vooral in stedelijke gebieden. Van origine zijn ze inheems in Oost-Azië. Vanwege de handel in gecultiveerde esdoorns zijn ze overal mee naartoe “gelift” en worden op steeds meer plekken aangetroffen in Europa, zo ook in ons land. Erg zeldzaam schijnen ze inmiddels al niet meer te zijn. Nochtans zijn er nog niet veel opnames van deze cicadesoort gemaakt, met in dit geval alle credits aan de fotograaf. Het beestje wordt ook wel de Japanse esdoornbladspringer genoemd. Met deze soort erbij is de Nederlandse dwergcicadenfauna de afgelopen jaren met maar liefst vijftien al dan niet exotische soorten uitgebreid. 
Foto
Puntbijvlieg ~ vooraanzicht ~ 20-08-2021 IJzeren Man Weert foto Jaimey Wilbers
Foto
Menuetzweefvlieg ~ paring ~ 24-08-2021 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Door het slanke achterlijf en de dikke dijen lijken bladjagers met wat fantasie wel wat op menuetzweefvliegen. Bladjagers behoren evenwel tot de roofvliegen. Afgebeeld is de Glimmende bladjager (Dioctria cothurnata), die in de Lemselermaten te Weerselo niet aan de aandacht is ontsnapt. Het betreft hier een vrouwtje wat te zien is aan de bruinrode poten. Bij de mannetjes zijn de poten hoofdzakelijk zwart. De soort heeft z’n naam te danken aan het glimmende borststuk. Hierop zijn - als u goed kijkt - 3 vage streepjes zichtbaar.
Foto
Wekkertje ~ paarsrode variant ~ 04-08-2021 Lemselermaten Weerselo foto Wim Wijering
Bij deze foto van een paartje Menuetzweefvliegen (Syritta pipiens) hoeven we niet veel moeite te doen om het geslacht te bepalen. Tien tegen één dat het bovenste een mannetje is en de onderste het vrouwtje. Deze slanke zweefvlieg is niet al te groot; pakweg 5 - 9 mm met sterk verdikte dijen. De soort komt door het hele land voor en kan in veel verschillende biotopen worden waargenomen. Dit stelletje heeft zich laten betrappen in de tuin, waarin ze vaak te vinden zijn. Er zijn meer van dit soort gelijkende zweefvliegen. Een goed kenmerk van de menuetzweefvlieg is het ingesnoerde achterlijf. Het schijnt dat er op de dijen ook een rode vlek zichtbaar moet zijn, maar dat is op de foto in ieder geval niet te zien.  
Foto
Glimmende bladjager ~ vrouw ~ 04-08-2021 Weerselo Lemselermaten foto Jaimey Wilbers
Bij het fotograferen van insecten in dezelfde Lemselermaten viel een drietal sprinkhanen op met opvallende paarsrode kleuren. Rood, paars en roze kleuren en combinaties hiervan bij sprinkhanen zijn weliswaar niet zeldzaam, maar wel bijzonder; zeker als er meer exemplaren in één en hetzelfde gebied voorkomen. Deze afwijkende kleurvariant kun je onder andere aantreffen bij soorten als krasser, wekkertje en bruine- , rosse en moerassprinkhaan. De kleur ontstaat waarschijnlijk door het ontbreken van groen en of bruin pigment. Door hun kleurafwijking vallen de diertjes eerder op en zijn hierdoor kwetsbaar. Bijgaand een paarsrood gekleurd Wekkertje (Omocestus viridulus). De twee andere afwijkend gekleurde exemplaren zijn te vinden in de rubriek “Recente foto’s”.
Veel natuurfotografen hebben naast vogels ook een zwak voor vlinders en libellen. Voor wat betreft de dagvlinders en de libellen is het aantal soorten, althans in ons land, te overzien. Anders wordt het bij soorten, die tot de nachtvlinders en de microvlinders worden gerekend. Daarvan hebben we er maar liefst 2350. We laten u deze keer kennis maken met de Drietand / Psi-uil. Deze twee soorten (Acronicta tridens en Acronicta psi) zijn elkaars evenbeeld en zijn als volwassen vlinder niet uit elkaar te houden of je zou genitaliënonderzoek moeten doen. En dat laatste mag je van de doorsnee fotograaf natuurlijk niet verwachten. Zoals op bijgaande foto is te zien, is dit exemplaar uitstekend gecamoufleerd en vrijwel onzichtbaar op boomschors
Foto
Eikenprocessievlinder 24-08-2021 Enschede foto Rinus Baaijens
Foto
Drietand Psi-uil 12-08-2021 Enschede foto Rinus Baaijens
Een andere nachtvlindersoort, waarbij bij menigeen letterlijk en figuurlijk de haren overeind gaan staan, is de Eikenprocessievlinder (Thaumetopoea processionea). Het is niet zozeer de vlinder als wel de behaarde rups waar we last van ondervinden. Een deel van de beharing bestaat namelijk uit microscopisch kleine brandharen. Deze komen vrij in de lucht en kunnen hevig irriterende reacties aan huid en slijmvliezen veroorzaken. De vlinder komt van oorsprong voor in Zuid- en Centraal-Europa, maar heeft zich steeds noordelijker verspreid. Deze kwelgeest houdt zich nu pakweg 25 jaar in Nederland op. De eik is de waardboom voor deze vlinder. Omdat het altijd alleen maar over de rupsen gaat, tonen we u hier een volwassen vrouwtje, die iets groter en bruiner is dan het mannetje
De Zuidelijke Heidelibel (Sympetrum meridionale) is een oprukkende soort in ons land. Tot 2000 kwam deze soort nauwelijks voor in Nederland en werd slechts uit één atlasblok gemeld. Anno 2021 is dit aantal intussen opgelopen tot 323 atlasblokken. De soort is weliswaar nog steeds redelijk zeldzaam, maar de kans om ‘m te zien te krijgen, wordt allengs groter. Het is een slanke en zeer bleek ogende heidelibel met gele poten waarop smalle zwarte strepen te zien zijn.  Dit is op bijgaande vooraanzichtfoto goed te zien. Ze hebben een minder zwarte tekening op poten, borststuk, achterlijf en kop dan andere heidelibellen. Als het een zwerver betreft uit Zuid-Europa, zijn er vaak rode mijten op de vleugeladers zichtbaar.
Foto
Grote gerande oeverspin 20-08-2021 IJzeren Man Weert foto Jaimey Wilbers
Foto
Zuidelijke heidelibel 25-08-2021 Weerterbos foto Jaimey Wilbers
Niet iedereen is even gecharmeerd van spinnen. Mijn eigen eega heeft bijvoorbeeld een spinnenfobie. Toch is het goed om eens wat meer aandacht aan spinnen te besteden, omdat het in feite hele nuttige beestjes zijn. Ze voeden zich onder andere met vliegen, pissebedden, muggen en zilvervisjes. Allemaal beestjes waar we het niet zo op hebben. Ze dragen dus bij aan het evenwicht in de natuur. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, behoren spinnen niet tot de insecten. Er komen in ons land pakweg 640 soorten voor. Sommige zitten al dan niet opvallend in een web of lopen in de zon over muren, andere verstoppen zich in kleine holletjes, maar er zijn er ook die je alleen ’s nachts kunt tegenkomen. Sommige soorten zijn zelfs in staat om een stukje “muziek” te produceren. Onze jongste fotograaf lukte het om de Grote Gerande Oeverspin (Dolomedes plantarius) op de gevoelige plaat vast te leggen; een soort die in ons land vrij zeldzaam is. 
Voor de broodnodige variatie schakelen we nu over naar een tweetal slijmzwammen, ook wel myxomyceten genoemd. Alhoewel het Gewoon IJsvingertje of IJspegeltje (Ceratiomyxa fruticulosa) algemeen voorkomt in ons land, zullen er maar weinig mensen zijn, die van deze soort weet hebben. Dat is best jammer, want ze zien er in onze ogen niet alleen apart, maar ook mooi uit. Als u een blik werpt op bijgaande foto, zult u het met ons eens zijn dat de naam zo gek nog niet is gekozen. De pakweg 1 mm lange “vingertjes” zijn waterig en doorschijnend. De soort is wereldwijd verspreid en komt vaak voor op dood hout van loofbomen. Ze groeien bij voorkeur op donkere en vochtige plekken.
Foto
Gebundeld Netpluimpje~17-08-2021~ omgeving Lochem foto Fons Wijering
Foto
Gewoon IJsvingertje 23-08-2021 Omgeving Lochem foto Fons Wijering
Misschien wel de mooiste foto van de maand is voorbehouden aan het Gebundeld Netpluimpje (Stemonitis fusca), die verassend veel weg heeft van een mini puddinkje. U kent vast wel die jelly puddinkjes, die als je ze beweegt zo’n heerlijk “It’s alive” effect kunnen sorteren. Dat kun je met deze slijmzwam maar beter achterwege laten, want de flinterdunne steeltjes, die de langwerpige vruchtlichamen op z’n plaats moeten houden, gaan dat beslist niet redden. Het gebundeld netpluimpje groeit in bundels op dood hout. Aanvankelijk zijn ze rozerood van kleur en kleuren daarna bij van rozebruin naar donkergrijsbruin. Ze komen matig algemeen in ons land voor.
De voorlaatste foto is voorbehouden aan deze fraai ogende zomerbloeier, de Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe). De bloeitijd van dit blauwkleurige plantje ligt meestal tussen half juli en eind augustus. Alhoewel de soort sinds 2017 niet meer op de Rode Lijst voorkomt, neemt ze nog steeds in aantal af en is betrekkelijk zeldzaam (geworden). Dat geldt in nog veel sterkere mate voor het gentiaanblauwtje, die aangewezen is op deze gentiaansoort. De vrouwtjes zetten hier namelijk hun eieren op af. Natte heidevelden en blauwgraslanden zijn van origine dé groeiplaatsen voor de klokjesgentiaan. Verdroging is het sleutelwoord voor de achteruitgang.
Foto
Swalm 25-08-2021 Swalmen Groenewoud foto Jaimey Wilbers
Met de laatste foto van deze kalendersessie hoopt onze jongste fotografietelg hoge ogen te gooien bij een fotografiewedstrijd. En het moet gezegd: met amper 15 jaar “schiet hij met regelmaat prachtige platen”, zo ook deze schitterende landschapsfoto van de Swalm, een kleine zijrivier van de Maas in de grensstreek met Duitsland en Midden-Limburg. We hopen dat de jury oog heeft voor detail, compositie en lichtschakering. Als het aan ons lag . . . . . . . . . Met deze foto zijn we al weer aangekomen bij het slotakkoord van augustus 2021. Op richting nazomer en begin van de herfst
Foto
Klokjesgentiaan 20-08-2021 Enschede foto Rinus Baaijens
Samenstelling: Wim Wijering    E-mail: wimwijering@hotmail.com           Tel. 06.46202123 
​
Foto’s: Fons, Leo en Wim Wijering, Rinus Baaijens en Jaimey Wilbers.
In augustus zijn er nog beduidend meer mooie natuurfoto’s (zonder toelichting) gemaakt, die eveneens het bekijken meer dan waard zijn. Klik op “Hier” of surf eenvoudigweg naar de rubriek: “Recente Foto’s”.
​
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​