Nationale Tuinvogeltelling 2019
De Nationale Tuinvogeltelling werd dit jaar voor de 16e keer in Nederland gehouden en wel in het weekend van 25 tot en met 27 januari j.l. Deze tellingen worden georganiseerd door Vogelbescherming Nederland samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. Het leverde een beeld op van de ontwikkelingen van de aantallen vogels, die in bovenstaand weekend in de Nederlandse tuinen aanwezig waren. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen wordt hierdoor zicht gekregen hoe belangrijk tuinen in feite zijn voor vogels.
In het gehele land namen aan de telling maar liefst 77316 mensen deel. Zij telden samen 1.271.486 vogels. Ter vergelijking: In 2018 deden aan de telling 65.030 mensen mee, waarbij 1.010.756 vogels werden geteld. Er is dus duidelijk sprake van meer interesse voor dit jaarlijks terugkerende vogelkijkfestijn. Daar dragen de zoekkaarten vast ook aan bij.
Gemeenten Dinkelland en Tubbergen
Uit de resultaten van Vogelbescherming Nederland kwam naar voren dat aan de oproep om mee te doen ook 183 gezinnen uit de gemeenten Dinkelland en Tubbergen gehoor hebben gegeven. Vorig jaar deden in beide gemeenten 98 mensen mee; aldus is er sprake van een forse toename. Allereerst de top 10 lijsten van beide gemeenten, alwaar veel (jeugd)leden en donateurs van onze vereniging woonachtig zijn.
Uit de resultaten van Vogelbescherming Nederland kwam naar voren dat aan de oproep om mee te doen ook 183 gezinnen uit de gemeenten Dinkelland en Tubbergen gehoor hebben gegeven. Vorig jaar deden in beide gemeenten 98 mensen mee; aldus is er sprake van een forse toename. Allereerst de top 10 lijsten van beide gemeenten, alwaar veel (jeugd)leden en donateurs van onze vereniging woonachtig zijn.
1. Dinkelland
Deelnemers: 114 Geteld: 2592 vogels Top 10:
|
1. Tubbergen
Deelnemers: 69 Geteld: 1619 vogels Top 10:
|
Toelichting Dinkelland / Tubbergen:
De 183 deelnemers in beide Naoberkrachtgemeenten telden samen 4211 vogels, hetgeen bijna een verdubbeling is van een jaar eerder. Dit aantal vogels kon worden verdeeld over 47 soorten (was 30) De soorten, die buiten de top 10 vielen betroffen achtereenvolgens: ringmus (97), boomklever (64), zwarte kraai (56), groenling (55), grote bonte specht (50), gaai (49), winterkoning (46), stadsduif (32), spreeuw (24), holenduif (20), staartmees (17), kokmeeuw (12), boomkruiper (11), groene specht (9), buizerd (7), zwartkop (6), zanglijster (6), putter (6), wilde eend (6), fazant (6), kauw (4), sijs (4), sperwer (4), blauwe reiger (4), waterhoen (3), bosuil (3), kleine bonte specht (3), keep (2), kuifmees (2), torenvalk (1), glanskop (1) en kramsvogel (1). De bekende krenten in de vogelpap waren dit keer: ooievaar (1), slechtvalk (1), middelste bonte specht (1), kerkuil (1) en zwarte specht (1). |
Evenals voorgaande jaren was de huismus weer veruit de meest getelde soort. Op de plekken twee en drie eindigden respectievelijk de koolmees en de pimpelmees. Landelijk waren de huismus en de koolmees de onbetwiste nummers 1 en 2, maar nestelde de vink zich op de 3e positie. Bij de top 10- gegevens in Dinkelland en Tubbergen zijn overigens nog wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Alhoewel de huismus bovenaan het lijstje prijkt, gaat het met deze soort - in vergelijking tot decennia geleden - nog altijd niet voor de wind. De soort laat weliswaar herstel zien, maar heeft in de loop der tijd toch heel wat “veren moeten laten”. Ook het aantal in de tuin getelde pimpelmezen neemt al gedurende een aantal jaren gestaag af. Verder was een soort als de merel in het recente verleden steevast in de top 3 terug te vinden. In onze omgeving duikelde deze vaste bewoner van onze tuinen evenwel naar de respectievelijke 4e en 5e plaats. De oorzaak van de achteruitgang heeft waarschijnlijk te maken met het zogeheten Usutuvirus.
|
Omdat aan de telling ook minder ervaren tellers hebben deelgenomen, moet de determinatie van de 6 zwartkoppen wellicht met een korreltje zout worden genomen. In ons land overwinteren namelijk maar heel weinig zwartkoppen. Er werd bovendien maar één glanskop gemeld, terwijl deze soort toch met enige regelmaat bij de voedertafel is waar te nemen. De waarnemingen van “zwartkoppen” hebben waarschijnlijk dan ook in de meeste gevallen betrekking op glanskoppen. Ook verwisseling van huis- met ringmus kan bij deze of gene hebben plaats gevonden.
Omdat we steeds vaker op natuurgebied in Noordoost Twenteverband met elkaar samenwerken, vermelden we ook de top 10- gegevens van de gemeenten Oldenzaal en Losser. Deze beide gemeentes leverden 134 tellers, hetgeen een vogelscore van 4014 vogels opleverde. In geheel Noord Oost Twente hebben aldus 317 mensen meegedaan aan de Nationale tuinvogeltelling. Zij telden samen het niet onaanzienlijk aantal van 8225 vogels. Onderstaande de top 10 gegevens van Oldenzaal en Losser.
Gemeente Oldenzaal
Deelnemers: 149 Geteld: 2354 vogels Top 10:
|
Gemeente Losser
Deelnemers: 85 Geteld: 1660 vogels Top 10:
|
Toelichting: Zoals u zelf kunt constateren is de top 3 samenstelling in Oldenzaal anders dan bij de omliggende gemeenten.
Landelijk gegevens
Deelnemers: 77.316 Geteld: 1.271.486 vogels
Top 25:
Deelnemers: 77.316 Geteld: 1.271.486 vogels
Top 25:
|
|
|
Vogelvriendelijke tuin:
In een vogelvriendelijke tuin vinden vogels niet alleen voedsel, maar ook veiligheid en een plekje om zich voort te planten. Met wat vogelvoer, een vers bakje water, een nestkastje en een haag bent u al een eind op weg. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Bijvoorbeeld door op minder zichtbare plekken blad te laten liggen in de tuin. Lijsterachtigen, maar ook heggenmussen, roodborstjes en winterkoninkjes zullen u daar dankbaar voor zijn. Zij vinden hierin namelijk nog heel wat natuurlijk voedsel. Besdragende heesters, zoals vuurdoorn, lijsterbes, wilde kamperfoelie en klimop mogen als voedselbron voor merels en lijsters evenmin ontbreken. Op mooie, maar ook vogelvriendelijke beplanting zoals zonnebloemen en grote kaardebollen en vruchtbomen, komen met graagte mezen, vinken en putters af. Later in het seizoen zijn de zaden hiervan ook aantrekkelijk voor menige soort. Belangrijk is ook om uitgebloeide planten te laten staan tot in het voorjaar. Hierin bevindt zich immers veel “nieuw leven”. Bedenk dat heesters en bomen in uw tuin voor nestelgelegenheid, maar ook voor extra voedsel kunnen zorgdragen. Wilt u meer weten over het inrichten van een vogelvriendelijk tuin of over alle resultaten van de nationale tuinvogeltelling 2019, surf dan naar www.vogelbescherming.nl |
Tot slot:
|
Bronvermelding: Vogelbescherming Nederland
Tekst en foto's: Wim Wijering
Tekst en foto's: Wim Wijering