nationale bijentelling 2021
Wood vooraf:
In het weekend van 17 en 18 april 2021 werd voor de 4e keer op rij de Nationale Bijentelling georganiseerd voor iedereen, die zich het lot van bijen aantrekt en mee wil doen aan tellingen m.b.t. deze bestuivers bij uitstek. De organisatie was ook deze keer in handen van LandschappenNL, IVN Natuureducatie, Natuur & Milieu en Naturalis. Nauwe samenwerking vindt plaats met EIS Kenniscentrum Insecten en Waarneming.nl. De jaarlijks terugkerende tuintellingen geven wetenschappers inzicht niet alleen in de trends van bijenpopulaties, maar ook in de verschillen tussen regio’s, stedelijke omgeving en het platteland. Door meer te weten te komen over de stand van de in ons land levende bijen is er logischerwijs betere bescherming mogelijk. En dat is hard nodig, want van de 358 soorten wilde bijen in Nederland wordt de helft bedreigd. Ook voor ons heeft dit grote gevolgen, want 80 % van de eetbare gewassen is afhankelijk van bestuiving.
|
Zoals bekend mag worden verondersteld, zetten we ons binnen de vereniging al jaren in voor “de vlinder en de bij” door stroken bloemrijk in te zaaien, voedselakkers te creëren en daar waar mogelijk voorlichtend bezig te zijn. Dat doen we gelukkig niet alleen, maar samen met diverse andere natuurwerkgroepen in de regio. We worden ons immers steeds bewuster van het belang van wilde bijen en zijn bereid om ons daar voor in te zetten.
Weersomstandigheden en deelname:
De landelijke resultaten
Tijdens de nationale telling werden in totaal 201.929 bijen en zweefvliegen geteld. Deze laatsten worden meegeteld omdat veel zweefvliegen (*), maar ook wespen (˜) nu eenmaal veel overeenkomsten vertonen met bijen.
|
Er werd gespeculeerd dat de winterse kou in de eerste week van april wel eens zijn effecten kon hebben op het aantal hommels. Dat bleek naderhand evenwel niet het geval. De hommels blijken veerkrachtiger, dan voorheen werd aangenomen. In het telweekend zelf was het zonnig en liep de temperatuur op naar waarden tussen de 14 en de 17 ° C. Het beste kon er ’s middags geteld worden bij aangename temperaturen met geregeld een zonnetje. Veel tellers lieten weten dat er op de dag van de telling nog maar weinig planten in bloei stonden, maar dat was inherent aan de koude periode hiervoor.
Duizenden Nederlanders (zowel jong als oud) hebben op 17 en / of 18 april j.l. meegedaan aan de Nationale Bijentelling en gespeurd naar bijen in hun tuin, op het balkon of in het park. Het waren er om precies te zijn 11.144; een record! Gewoon een half uurtje tellen. Pas dan kom je er achter hoe boeiend de wereld in het klein kan zijn.
|
|
Met meer dan een kwart van de getelde soorten nam - net als de voorgaande 3 jaar - de honingbij de eerste plek in. De rosse metselbij (een echte bewoner van insectenhotels) behaalde net als vorig jaar de tweede plaats. Plek 3 was dit jaar voorbehouden aan de overbekende aardhommel. Ter info: ook hommels zijn gewoon wilde bijen.
Het telformulier:
Het telformulier wat voor de telling gebruikt kon worden, is vrij simpel gehouden zodat juist ook minder ervaren tellers konden meedoen. Bovendien zijn de data bewust vroeg gekozen, omdat er dan nog maar relatief weinig soorten vliegen. Dit is uiteraard wel afhankelijk van de weersomstandigheden.
Het formulier is ingedeeld in 4 categorieën, namelijk a. Bijen; b. Hommels; c. Zweefvliegen en d. Wespen. Bij de bijen konden 7 soorten worden aangevinkt; bij de hommels 6 soorten, bij de zweefvliegen 3 soorten en bij de wespen hoefde - zonder verdere specificatie - alleen wesp te worden aangekruist. Uiteraard konden bij deze categorieën ook gewoon onbekende bij, hommel of zweefvlieg worden ingevuld.
|
Om het allemaal wat gemakkelijker te maken kon vooraf een bijengidsje worden gedownload waarop een 15-tal soorten bijen, hommels en zweefvliegen staan afgebeeld met de nodige toelichting. Meer ervaren tellers konden hun gedetermineerde soorten via Waarneming.NL doorgeven. Dit leverde uiteindelijk een veelvoud aan waargenomen soorten op.
Enkele gegevens uit het eigen Verenigingsgebied
In tenminste 3 tuinen (Saasveld, Deurningen en Weerselo) is er in het bewuste weekend binnen ons Verenigingsgebied ook meegedaan aan de bijentelling. Die gegevens willen we u uiteraard niet onthouden. Onder het motto: “Wat zoemt er in je (achter)tuin werden achtereenvolgens genoteerd
Saasveld |
Aantal |
Deurningeen |
Aantal |
Weerselo |
Aantal |
Rosse metselbij |
6 |
Rosse metselbij |
2 |
Rosse metselbij |
1 |
Roodgatje |
6 |
Meidoornzandbij |
1 |
Grasbij |
80 |
Gehoornde metselbij |
1 |
Akkerhommel |
1 |
Tuinhommel |
1 |
Franse veldwesp~ |
11 |
Aardhommel |
1 |
Kortsprietwespbij |
3 |
Blinde bij* |
1 |
Weidehommel |
1 |
Smaragdgroefbij |
1 |
Groefbij (onbekend) |
1 |
||||
Kegelbijvlieg* |
1 |
||||
Gewone wesp~ |
1 |
Toelichting:
Mede vanwege de aanwezigheid van vroege bloeiers en de warme omstandigheden kwamen in Weerselo al snel een 80-tal grasbijen uit hun ondergrondse nestjes tevoorschijn met in hun kielzog een 3-tal parasiterende kortsprietwespbijen. In Saasveld vlogen zeker 6 rosse metselbijen en 6 roodgatjes met daarnaast 11 Franse veldwespen. In Deurningen verschenen 3 hommelsoorten in de voortuin, namelijk akker-, aard- en weidehommel. Alle genoemde soorten zijn er doorgaans vroeg bij.
|
Tot slot:
De indruk bestaat dat er het afgelopen jaar geen sprake is geweest van een verdere achteruitgang van bijen; althans in de bewoonde leefomgeving. Dat komt waarschijnlijk omdat er de afgelopen jaren veel aandacht is geweest voor bijen.
|
Niet alleen hebben veel gemeenten hun maaibeleid verbeterd; ook veel tuineigenaren hebben beduidend meer aandacht besteed aan een natuurlijke en bijenrijke tuin. Meer groen en bloemen, minder tegels en een bijenhotel hebben veel tuinen aantrekkelijker gemaakt voor bijen. Het afgelopen jaar zal Corona zeker ook een rol hebben gespeeld. Menigeen heeft door het thuisblijven ontdekt dat je in de eigen tuin niet alleen van vogels en bloemen, maar ook van vlinders en bijen kunt genieten.
Iedereen kan een eenvoudige bijdrage leveren aan de bescherming van wilde bijen. Te denken valt aan het a. aanplanten van bijvriendelijke planten in de tuin; b. het creëren van nestgelegenheid (plaatsing van bijenhotels e.d.); c. niet op eigen houtje gemeentelijke bermen gaan maaien, maar d. vooral door het gebruik van bestrijdingsmiddelen achterwege te laten.
|
Tot slot is het goed te vermelden dat ons van gemeentewege kortelings is gevraagd om mee te denken, mee te praten en mee te doen om het bermbeheerplan in de gemeenten Tubbergen en Dinkelland mede gestalte te geven. Hoog tijd derhalve om voor de wilde bijen ook binnen de eigen gelederen eens wat meer aandacht te vragen.
Voor meer informatie over de Nationale Bijentelling kan men contact opnemen met de communicatieafdeling van Naturalis Biodiversity Center via [email protected] of 06-35112999.
Bijgaand nog een diaserie met nog meer bijen, hommels, zweefvliegen en wespen
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Jaimey Wilbers en Wim Wijering
Bijgaand nog een diaserie met nog meer bijen, hommels, zweefvliegen en wespen
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Jaimey Wilbers en Wim Wijering