Kraanvogelexcursie Diepholz e.o.
Na een lange coronastilte kunnen we eindelijk weer op excursie naar met name de kraanvogels!
Op deze ietwat frisse, mistige en vroege zaterdagochtend vertrekken we met slechts drie personen uit Weerselo richting Duitsland. Wel dient te worden opgemerkt dat 3 andere verenigingsleden (omdat ze op de 6e niet konden) een week eerder al de Diepholzer Moorniederung in Duitsland met een bezoek hebben vereerd.
Op deze ietwat frisse, mistige en vroege zaterdagochtend vertrekken we met slechts drie personen uit Weerselo richting Duitsland. Wel dient te worden opgemerkt dat 3 andere verenigingsleden (omdat ze op de 6e niet konden) een week eerder al de Diepholzer Moorniederung in Duitsland met een bezoek hebben vereerd.
In de buurt van Vechta, om precies te zijn An der Dadau, voegen zich nog vier verenigingsleden bij ons. Zij zijn op eigen gelegenheid gekomen. De stemming zit er gelijk goed in. Meteen enthousiast over de eerste kraanvogels die we zien, foeragerend op de maisakkers en luidkeels overvliegend! De verrekijkers en fotocamera’s gaan al snel in de aanslag. Geweldig! Dan komen na een poosje de thermoskannen met koffie tevoorschijn en menig broodje. Het weer is goed, onze dag kan nu al niet meer stuk.
Tijd om verder te rijden van het ene rustige landweggetje naar het andere, met de autolichten uit. Dit om grote groepen kraanvogels niet te verstoren! Het voelt fijn om na jaren weer in dit bekende terrein te mogen zijn!
|
Kraanvogels hebben een spanwijdte van maar liefst 2 tot 2,3 meter, waardoor de vlucht majestueus van aanblik is. Ze vliegen, net als ooievaars, met gestrekte nek en poten. Het zijn actieve vogels, die zich zeer opvallend gedragen, vooral tijdens de balts waarbij ze luidruchtig naar elkaar roepen. Ze springen en dansen er dan lustig op los met uitgestrekte vleugels. De sprongen zijn niet zelden enkele meters hoog. Van dat speelse karakter hebben wij - zij het op beperkte schaal - op deze dag ook een aantal keren kunnen genieten.
Hier in het Groszes Moor bivakkeren al gauw enkele duizenden kraanvogels! Over niet al te lange tijd zijn ze allemaal op weg naar hun overwinteringsgebied in vooral Spanje. Er worden gaandeweg heel wat foto’s gemaakt; grote groepen bij elkaar, in de vlucht of gewoon foeragerend op een akkerland. De vogels zijn - zoals we weten - bijzonder schuw. Ze gaan bij het minste en geringste op de wieken. De meeste kans om ze te portretteren krijg je bij oudervogels met jongen. Die staan vaak apart en vliegen wat minder snel weg.
|
De maisakkers hier {Groszes Moor} zijn favoriet bij de kraanvogels. De mais wordt hier nog gedorst; iets wat je bij ons niet meer ziet. Er blijven voor de vogels gelukkig heel wat voedselresten achter. Ze hebben dagelijks per individu ook heel veel nodig. Voor een volwassen vogel komt het al gauw neer op zo’n 300 gram per dag. In de akkerbouwgebieden eten ze graag de maisresten, granen en aardappeltjes, die op het land blijven liggen. Kraanvogels zijn trouwens alleseters. Wanneer ze in hun broedgebied of in hun winterverblijf zijn, eten ze voornamelijk dierlijk voedsel, zoals grote insecten, wormen en amfibieën. Daarnaast ook bessen, rijstkorrels en eikels
|
Tijdens onze rondrit zien we ondertussen meerdere fazanten, zilver- en blauwe reigers, zwermen kol- en grauwe ganzen, houtduiven, ringmussen, buizerds en twee keer een torenvalk. Gaandeweg worden ook roeken genoteerd, alsmede roodborstjes, gaaien, koperwieken en kramsvogels. Ook altijd mooi is het reewild wat we onderweg tegenkomen
Zowel op de heen- als de terugweg van de korte wandeling naar de Dümmersee zien we ineens een boerenzwaluw vliegen. Die is me toch een portie laat! Na het beestje even te hebben geobserveerd zien we dat deze een lekker warm plekje boven in de nok van het café opzoekt. Minder mooi is dat hij / zij naar alle waarschijnlijkheid de winter niet zal overleven.
|
Tijd om door te rijden voor een tweede stop bij de Dümmersee; even kijken of er wat te zien valt bij Olgahafen. Lopend naar de uitkijktoren horen we wat putters, enkele glanskoppen, een boomkruiper en het zachte roepje van een goudvinkmannetje. Iemand meent zelfs een beflijster te zien. Van bovenaf zien we even later menige aalscholver, wilde eend, meerkoet, smient, fuut en krakeend op het water. Erg spectaculair is het niet. Het is er bovendien behoorlijk druk met dagjesmensen.
|
We maken een lus om de Dümmersee en speuren het Ochsenmoor af, op zoek naar soorten als klapekster, smelleken en toendrarietgans. Alleen de laatste soort wordt gezien. Bij het bezoekerscentrum van de Dümmersee is alles gesloten i.v.m. corona. Wel maken we nog een korte wandeling door de botanische tuin.
We rijden door naar de parkeerplaats aan de andere kant van de Dümmersee, waar vandaan je aan de overkant Olgahafen ziet liggen. Qua bezoekers en vogels is het ook hier vrij rustig. Wel zijn er veel aalscholvers en eenden op het water. Het zijn zo’n beetje dezelfde soorten als aan de overkant, aangevuld met wat wintertalingen en slobeenden. Geregeld vliegen er groepjes kol- en grauwe ganzen over. De waterral laat het deze keer afweten en ook de zeearend is (vooralsnog) onzichtbaar.
Teruglopend naar de auto’s komen we groepjes landgenoten tegen. Daar hebben we - te oordelen naar de kentekens - er in de loop van de dag verschillende van gezien. Kraanvogels kijken in het najaar is bij veel vogelaars uit Nederland nog steeds “hot”.
|
Net toen we de dijk, waarover we lopen, hebben verlaten, horen we aan de hand van de geluiden dat er achter ons een enorme groep kolganzen op de wieken gaat. Dat kan maar één ding betekenen; de zeearend gaat op “strooptocht”. We speuren het luchtruim af, maar het enorme beest wordt niet gezien, althans niet door zes van de zeven. Onze voorzitter trekt evenwel een sprintje over de dijk en ziet nog net achter de bomenrij en het riet dat de “vliegende deur” op de grond gaat zitten aan de waterkant. We kunnen ‘m dus noteren. De foto is van een week eerder.
|
Met een blik op de klok wordt het de hoogste tijd om door te rijden naar een nieuwe kraanvogelplek voor ons! Het is een eindje rijden maar dan heb je ook wat! De verenigingsleden, die een week eerder het gebied hebben verkend, bevalen deze nieuwe kraanvogelslaapplaats van harte bij ons aan. Het zou een nog veel mooiere slaapplek zijn dan bij het traditionele Geestesmoor.
En jawel hoor; het is niets teveel gezegd. We gaan naar Steinloh, waar bij de “beobachtungsplek Darlaten” een groot en uitgestrekt veengebied ligt; het Uchtermoor. Nog maar net aangekomen merken we dat het meteen al een drukte van belang is in de lucht met kraanvogels, die van alle kanten komen aanvliegen! Werkelijk geweldig om al die duizenden roepende kraanvogelgeluiden tot je door te laten dringen!
|
We hebben een prachtig uitzicht vanaf de uitkijktoren waar veel liefhebbers, dik ingepakt tegen de snijdende koude wind, staan te genieten. We komen ogen en oren te tekort om alles in ons op te nemen. Het blijft maar doorgaan en doorgaan met aanvliegende en landende kraanvogels. De verrekijkers, telescopen, camera’s met telelenzen en mobieltjes zijn volop in actie. Het is werkelijk een voorecht om dit te mogen meemaken! We krijgen er geen genoeg van.
|
In het besef dat nog lang niet alle kraanvogels op de slaapplek zijn aangekomen, vinden we het tegen kwart over vijf echter welletjes, na eerst nog een “groepsfoto” te hebben gemaakt. Inmiddels begint het donker te worden en rijden we zeer voldaan terug richting Weerselo!
|
Het is een prachtige dag geweest, waar we in de auto nog volop over hebben nagepraat. We hebben het aantal kraanvogels natuurlijk niet kunnen tellen, maar als we het mogen inschatten hebben we op deze dag er waarschijnlijk tussen de 10.000 en 15.000 gezien. Volgend jaar ben ik er zeker weer bij.
Auteur: Gemma Potijk
Foto’s: Wim Wijering, Johan Drop en Wim van der Veen
Foto’s: Wim Wijering, Johan Drop en Wim van der Veen