Excursie Zwillbrocker Venn 2024
Onze eerste excursie voor dit jaar gaat naar het Zwillbrocker Venn. Rond 8 uur in de ochtend vertrekken we met 21 deelnemers vanaf de parkeerplaats bij het voormalige gemeentehuis in Weerselo. Het is koud, het had in de nacht nog licht gevroren, maar het is droog en de zon laat zich geregeld zien. Het Zwillbrocker Venn is een natura 2000 gebied van 150 ha. dat net over de grens in Duitsland ligt en dat bekend staat als de noordelijkste broedplaats van flamingo’s.
Wie vogels gaat kijken in het Zwillbrocker Venn zal dat in eerste instantie te doen zijn om de aanwezigheid van de flamingo. In de jaren tachtig streken de eerste flamingo’s hier neer en sindsdien broeden ze er elk jaar. De laatste jaren schommelt het aantal ongeveer rond 50 stuks, bestaande uit 2 soorten nl. de Europese en de Chileense flamingo. De Chileense flamingo is een uit gevangenschap ontsnapte soort die zich in het wild heeft weten te manifesteren. De flamingo’s overwinteren merendeels rond het Grevelingenmeer in Zeeland en komen omstreeks maart weer terug naar het Zwillbrocker Venn. In hun overwinteringsgebied doen ze zich veelal tegoed aan kleine kreeftjes, waardoor hun verenkleed prachtig roze kleurt. Ze broeden in kolonie en op pikafstand op het eiland en leggen een ei. Na een broedtijd van 30 dagen komen de jongen uit het ei. Flamingo’s voeden hun jongen de eerste maanden met energierijke kropmelk, net als duiven dat ook doen. Het broedsucces in Zwillbrock is nogal wisselend. Er zijn jaren geweest dat als gevolg van droogte geen jongen groot werden o.a. door predatie van de vos. De laatste jaren gaat het echter beter door beschermingsmaatregelen. In 2023 werden 14 jongen vliegvlug.
|
Wij parkeren onze auto bij het barokkerkje in Zwillbrock, gelegen in de driehoek Eibergen – Groenlo en het Duitse Vreden. Lopend richting de eerste kijkhut zien we op de natte weilanden diverse paartjes grauwe ganzen met veel kuikens, de ingedutte krakeend en worden we begeleid door het gezang van fitissen. Het geluid van het gekrijs van de kokmeeuwen komt steeds dichter bij. Het eiland in het Venn wordt grotendeels opgeëist door een grote (broed)kolonie kokmeeuwen. Ongeveer 16.000 meeuwen hoor je er in het voorjaar krijsen. Het is een oorverdovend lawaai, maar ondertussen natuurlijk wel fascinerend. In een meeuwenkolonie zindert het namelijk elk ogenblik van leven. Burenruzies zijn aan de orde van de dag. De meeuwen zijn op dit moment druk doende met het aanslepen van nestmateriaal, immers het broedseizoen staat op beginnen. Tussen de kokmeeuwen bevinden zich ook vaak zwartkopmeeuwen, maar door het drukke heen en weer vliegen hebben wij deze soort niet in het vizier kunnen krijgen.
|
We vervolgen onze weg. Door de vele regen is het op sommige plaatsen in het bos erg nat. Ook het pad is niet altijd goed begaanbaar, maar soms springend over plassen, wadend door de modder of huppend van de ene pol naar de andere, lopen we over het bospad met aan de linkerzijde grensstenen. Op de aangrenzende weilanden enkele kieviten, scholeksters en witte kwikstaarten. De belangstelling werd gewekt toen iemand een bijzondere vogel dacht te hebben ontdekt. Na grondige bestudering bleek het hier te gaan om een ‘zandvogel’ (kloeten zaand)
|
Als we onze weg vervolgen naar de volgende kijkhut, ontdekken we een boomkruiper die druk doende is nestmateriaal te verzamelen voor een nest achter de gevel van het informatiegebouw. Natuurlijk wemelt het in het gebied van de zangvogels in het voorjaar. Onderweg horen we o.a. de zanglijster, gekraagde roodstaart, bonte vliegenvanger, boompieper, tuinfluiter, koolmees, grote lijster, geelgors, tjiftjaf, vink, fitis en bonte specht. Ook de zwartkop laat nadrukkelijk van zich horen. Ondertussen genieten we van prachtige doorkijkjes. Aangekomen bij de 2e kijkhut wordt een paartje roodborsttapuit gespot. Vanaf deze hoge kijkhut is er ook prima zicht op het flamingo-eiland. In de lucht een buizerd en een torenvalk.
Een derde kijkhut geeft een prachtig uitzicht over het Venn. Op het water watervogels als de slobeend, wilde eend, grauwe gans, brandgans, nijlgans, krakeend, kuifeend, smient, meerkoet, fuut en doodaars, maar ook minder algemene soorten als de tafeleend, wintertaling en zelfs een zomertaling. |
Auteur: Henk Schepers
De foto’s zijn beschikbaar gesteld door Jos Visschedijk, Mieke van Teeffelen en Marcel Grunder.
De foto’s zijn beschikbaar gesteld door Jos Visschedijk, Mieke van Teeffelen en Marcel Grunder.