Excursieverslag Lauwersmeer 2021
Op zaterdag 21 augustus j.l. reisden we met 13 personen af naar het Lauwersmeergebied. Eindelijk konden en mochten we weer! Uit veiligheidsoverwegingen werden evenwel toch meer auto’s ingezet dan te doen gebruikelijk. Deze jaarlijks terugkerende excursie naar Groningen en Friesland levert vrijwel steeds een grote diversiteit aan vogelsoorten op en valt dan ook bij de excursiegangers steevast in goede smaak. Dit keer sloten ook een 3-tal nieuwelingen zich bij ons aan.
De weersberichten voorspelden een alleszins redelijke dag met geregeld zon en warempel het klopte! Toen we tegen kwart over negen bij onze startplek “het Jaap Deensgat” arriveerden, werden we meteen al getrakteerd op grote vluchten grauwe- en brandganzen, terwijl ons ook diverse boeren- en huiszwaluwen een tijdje gezelschap hielden. Een aantal excursieleden, die op eigen gelegenheid wat eerder waren vertrokken, hadden al een aantal waarnemingen te melden, waaronder leuke soorten als bosruiter, tapuit, paapje en roodborsttapuit.
|
Het Jaap Deensgat staat in deze tijd van het jaar niet alleen garant voor een groot aantal soorten, maar ook grote vogelaantallen. Ook dit keer werden er weer duizenden foeragerende en aan en op het water pleisterende vogels waargenomen. Naast de genoemde ganzensoorten konden ook al snel Canadese gans, Nijlgans en casarca worden aangevinkt. Ook eendensoorten waren volop aanwezig, waaronder slobeenden, bergeenden, krakeenden, wintertalingen, kuifeenden, smienten en wilde eenden. Veel van deze eenden zitten nu in hun overgangskleed (eclipskleed), waardoor determinatie nog wel eens lastig is
|
Diverse lepelaars gaven eveneens acte de présence, waarvan twee met kleurringen. Uiteraard sprongen ook verschillende grote zilverreigers in het oog en lieten de eerste bruine kiekendieven zich zien. De vrijwel altijd aanwezige slechtvalk hield het dit keer voor gezien. De diversiteit aan steltlopers had wat ons betreft op deze locatie wat meer gemogen. Nochtans konden wel veel kemphanen en bontbekplevieren worden genoteerd, met hiertussen een enkele kleine plevier, tureluur, oeverloper en zwarte ruiter. Verder vlogen hier een viertal groenpootruiters voorbij. De kwikstaarten hier waren overduidelijk ook op trek. Tussen de vele aanwezige witte kwikstaarten zat namelijk menige gele. In de buurt van het Roodkeelplasje vloog een witgatje op, krijste een waterral in het riet en werden van nabij rietgorzen, putters en baardmannetjes gezien.
In de kijkhut van het Jaap Deensgat hadden zich gewoontegetrouw weer meerdere paartjes boerenzwaluw gesetteld met in de nesten al dan niet vliegvlugge jongen. De vogels trokken zich van ons gezellig babbelende gezelschap evenwel niets aan en zoefden met precisie door de kijkgaten.Sommigen schrokken hier toch wel even van. Andere leuke soorten die hier op het lijstje konden worden aangekruist, waren onder meer: een klein groepje (juveniele) grutto’s, enkele kleine- en grote mantelmeeuwen, maar ook tenminste 4 reuzensterns, ook geen verkeerde soort. Er vloog tevens een oranje luzernevlinder rond
Op de terugweg naar de auto hadden we uiteraard oog voor de overige flora en fauna. Zo konden we met z’n allen volop genieten van bloeiende parnassia; een soort die het landelijk allesbehalve goed doet. Overal zag je verder stijve ogentroost, rol- en citroengele honingklaver en -tig uitgebloeide orchissen. Ook kleine vos en hooibeestje waren present en her en der hipten bruine kikkertjes rond. Aan hommels werden genoteerd: koekoekshommel, steenhommel en akkerhommel. Voorts kon in de bushbush nog een tuinfluiter op de gevoelige plaat worden vastgelegd.
Na het Jaap Deensgat vertrokken we naar de Vlinderbalg, waar we een tijdje het Lauwersmeergebied hebben verkend vanaf de aldaar geplaatste uitkijktoren. De toren is ook ontworpen om ’s nachts naar de sterren te kijken. Van hieraf heb je overdag een mooi uitzicht op de water- en rietrijke omgeving. Een veldleeuwerik liet zich er horen en er waren kuif- en krakeenden op het water te zien. Een mannetje van de bruine kiekendief ”dook” redelijk vlakbij het riet in. Enkelen onzer hebben - met de camera’s in de aanslag – tevergeefs gewacht tot het beestje nogmaals tevoorschijn kwam. Op het platform zelf was het wat minder aangenaam toeven. Het stierf er namelijk letterlijk en figuurlijk van de kleine vliegjes.
|
De volgende stop was op de parkeerplaats bij het Nieuwe Robbengat, waar we – in tegenstelling tot onze eigen omgeving – werden getrakteerd op de aanwezigheid van diverse kleine vossen.
We kenden deze soort tot voor kort als één van de meest talrijke vlindersoorten van ons land, maar dat is de afgelopen jaren al lang niet meer zo. Nu prijken vooral atalanta’s en dagpauwogen op de hoogste tredes. |
In de vegetatie, niet ver van het natuurdorp Suyderoogh, scharrelde ook een grote groene sabelsprinkhaan rond. Aan de lange legschede was te zien dat het om een vrouwtje ging. Deze groene beestjes vallen normaliter bijna niet op; een close-up van de koptekening komt dan wel “binnen”. In de winter is het Nieuwe Robbengat het domein van onder meer kleine zwaan en brilduiker. Op vogelgebied was er nu niet veel te beleven; op wat aalscholvers, meeuwen, knobbelzwanen en boerenzwaluwen na. De laatste liet zich trouwens mooi portretteren op een natuurlijk kunstwerk.
|
Natuurlijk konden we het ook wel waarderen dat een tweetal blauwe reigers (een volwassen en een juveniel exemplaar) mooi poseerden voor de camera. Vooral het volwassen exemplaar bovenin een struik met welig bloeiende bosrank liet zich alle aandacht ongestoord welgevallen. Ondertussen liet de roep om het bekende visje zich steeds nadrukkelijker horen. Op dus naar de haven van Lauwersoog, vanwaar we hopelijk over twee maanden een weekendexcursie naar Schiermonnikoog gaan maken.
|
Voordat de honger gestild kon worden werd eerst nog een rondje door het havengebied gemaakt. Meestal levert dat nog wat leuke soorten op, maar veel meer dan een enkele visdief diverse juveniele zilvermeeuwen en wat steenlopers, leverde dat niet op. Vanwege de enorme drukte van vakantiegangers, die op zee nog een hengeltje wilden uitgooien, moesten we al snel rechtsomkeert maken.
|
Mede door de grote drukte moesten we in het visrestaurant langdurig in de rij staan voordat we buiten in het zonnetje van het gebruikelijke visje (niet zelden kanjers), konden genieten. Daarvoor moest overigens wel veel excursietijd worden ingeleverd, maar daar maalde niemand om. Sterker nog: het toetje (een grote toef softijs) werd evenmin vergeten.
|
Aansluitend vervolgden we “in karavaanstijl” onze trip naar de Bantpolder, waar halverwege de parallelweg een stop werd ingelast. Dat leverde niet alleen onze enige wulp op, maar ook veel kieviten en goudplevieren (veelal nog in zomerkleed). Voorts konden hier soorten als dodaars, tafeleend en graspieper worden genoteerd. Een witte vogel in de verte hield ons lange tijd in spanning. Gehoopt werd op een koereiger, maar toen eindelijk de kop uit de veren kwam, bleek het helaas een lepelaar te zijn. Ook mooi, maar toch . . . . .
|
Na de Bantpolder werd koers gezet naar Ezumakeeg; voor velen één van de mooiste vogelgebieden vanwege de hoge aantallen steltlopers, die hier soms van zeer dichtbij bekeken kunnen worden. Ook worden hier vaak bijzondere gasten waargenomen. We besloten eerst een kijkje te gaan nemen aan de zuidzijde. Hier vloog meteen al een witoogeend voorbij; ook bepaald geen alledaagse soort. Het was hier redelijk druk met mensen, zodat het even duurde voordat we een geschikt plekje hadden gevonden. Mede hierdoor zaten veel vogels op afstand, waardoor de telescopen goed van pas kwamen. Foto 21 Spectaculaire soorten konden we hier niet ontdekken. Wel genoten we van diverse foeragerende en rondvliegende kluten en lepelaars. Met op de achtergrond een kudde koniks leverde dit een toch alleszins mooi plaatje op. Foto 22
Net als op de andere locaties kregen we ook hier geregeld bezoek van (fietsende) passanten, waarvan menigeen wilde weten wat voor bijzondere vogels we inmiddels al gespot hadden. Aardig als we zijn stonden we iedereen netjes te woord, pakten de vogelboeken erbij en lieten ze meekijken door de telescopen. Zo zagen we op afstand ook een clubje knobbelzwanen. Eén hiervan droeg een gele halsring met zwarte lettercijfercombinatie. Naderhand op de PC kon de ringcode PN4 worden ontcijferd.
Na een poosje werden de bakens verzet naar Ezumakeeg Noord, waar het nog drukker was; zowel met vogelspotters als met vogels. Na wat passen en meten was er op voldoende afstand van elkaar toch plek voor ieder van ons. Ook hier bivakkeerde een gezonde mix aan gevleugelde vrienden, waartoe kok, storm- en zilvermeeuw, grote zilverreiger, lepelaar, aalscholver, bergeend, Nijlgans, grauwe gans, slob-, kuif-, krak- en wilde eend, wintertaling, kluut, kemphaan, maar vooral grote aantallen kieviten en goudplevieren. Meer dan eens vloog vooral het gezelschap van die laatste twee soorten “en masse” de lucht in. Je verwacht dan op z’n minst een zeearend, slechtvalk of havik te zien te krijgen, maar dat zat er deze excursie niet in.
|
Als je met verschillende vogelaars de omgeving afzoekt, komt er altijd wel wat bijzonders tevoorschijn. Zo doken er op enig moment 2 geoorde futen op en in de buurt van een groep lepelaars zelfs één enkele zilverplevier (in overgangskleed). Naderhand bij het nakijken van de foto’s werd tussen de kemphanen ook nog één enkele watersnip ontdekt. Toen de hele zwik weer eens opvloog zag één der onzen eindelijk een viertal steltkluten vertrekken, waar we de hele dag al naar op zoek waren. Tot dan hebben ze kennelijk kans gezien om buiten beeld te blijven. De meesten waren op dat moment gespitst op de tafereeltjes voor ons, want niemand heeft ze op dat moment opgemerkt. In het riet doken namelijk voortdurend rietzangers en enkele kleine karekieten op, met in hun kielzog enkele jongen. Het was een lust voor het oog om te zien hoe die beestjes links en rechts hapten naar de vele vliegjes in het riet.
|
Even na half vijf werd besloten de aftocht te blazen. De planning was namelijk om tegen zevenen terug te zijn in Weerselo. Na bijna iedereen een goede thuisreis te hebben gewenst, besloten de inzittenden van twee auto’s om toch nog een laatste blik te werpen aan de zuidzijde. Toen de rest al een poosje was vertrokken, kregen deze die-hearts toch nog de gewenste steltkluten in beeld. Het bleken er geen vier, maar zes te zijn. We houden het op een ouderpaar met 4 jongen. Kortom; een prachtsoort om de excursie mee af te sluiten.
Even voor vijven werd ook door hen koers gezet richting Twente. Iedereen was na afloop meer dan voldaan om elkaar eindelijk weer eens gezien en gesproken te hebben. Als we goed geluisterd hebben, heeft iedereen genoten van deze bijzondere vogelexcursiedag, waar lang naar uitgekeken is. Natuurlijk hebben we op 21 augustus ook nauwgezet ons vogellijstje bijgehouden, waarbij we een verdienstelijke score hebben gehaald van 83 soorten.
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Wim Wijering, Rob Zonder, Marcel Grunder en Wim en Wil van der Veen
Foto’s: Wim Wijering, Rob Zonder, Marcel Grunder en Wim en Wil van der Veen
Slotwoord:
Foto 26 Tot slot willen we u onderstaand excursierelaas van twee nieuwelingen in onze gelederen, te weten Wim en Wil van der Veen, niet onthouden. Zij schreven:
“Na 33 jaar in Hilversum te hebben gewoond zijn wij Wim en Wil van der Veen nieuwkomers in Twente en wel in Almelo. Wij zijn de regio te voet en per fiets aan het ontdekken. Om meer te weten en te zien van het vogelbestand zijn wij lid geworden van de Natuur- en vogelwerkgroep “de Grutto”. De uitgebreide website en het prachtige jaarverslag geven al veel informatie en opent nog meer onze ogen voor al het moois hier.
Zaterdag 21 augustus hebben wij ons vroeg in Weerselo gemeld voor de excursie naar het Lauwersmeer. Met onze bescheiden vogelkennis, veldkijker en fotocamera is het determineren van vogels best een puzzel. Maar de andere deelnemers lieten ons regelmatig meekijken in hun telescopen en zo zagen wij voor het eerst casarca’s en baardmannetjes.
Met zoveel kennis om ons heen duizelde het ons aan het eind van de dag van wat wij allemaal gezien en gehoord hebben. Wij hebben genoten, onze dank hiervoor aan Wim Wijering en de andere deelnemers en graag tot een volgende keer!”
Foto 26 Tot slot willen we u onderstaand excursierelaas van twee nieuwelingen in onze gelederen, te weten Wim en Wil van der Veen, niet onthouden. Zij schreven:
“Na 33 jaar in Hilversum te hebben gewoond zijn wij Wim en Wil van der Veen nieuwkomers in Twente en wel in Almelo. Wij zijn de regio te voet en per fiets aan het ontdekken. Om meer te weten en te zien van het vogelbestand zijn wij lid geworden van de Natuur- en vogelwerkgroep “de Grutto”. De uitgebreide website en het prachtige jaarverslag geven al veel informatie en opent nog meer onze ogen voor al het moois hier.
Zaterdag 21 augustus hebben wij ons vroeg in Weerselo gemeld voor de excursie naar het Lauwersmeer. Met onze bescheiden vogelkennis, veldkijker en fotocamera is het determineren van vogels best een puzzel. Maar de andere deelnemers lieten ons regelmatig meekijken in hun telescopen en zo zagen wij voor het eerst casarca’s en baardmannetjes.
Met zoveel kennis om ons heen duizelde het ons aan het eind van de dag van wat wij allemaal gezien en gehoord hebben. Wij hebben genoten, onze dank hiervoor aan Wim Wijering en de andere deelnemers en graag tot een volgende keer!”