Excursie lauwersmeer 2017
Op zaterdag 19 augustus reisden we met 12 personen af naar het lauwersmeergebied. Deze jaarlijkse terugkerende excursielocatie levert altijd een grote diversiteit aan vogelsoorten op en valt dan ook bij veel excursie-gangers erg in de smaak.
Hoewel de weerberichten niet heel veel goeds voorspelden bleef de regen met name beperkt tot buien in de vroege ochtenduren. Toen we tegen kwart voor negen bij onze startplek “het Jaap Deensgat” arriveerden, brak warempel de zon door. Een aantal excursieleden die rechtstreeks waren gekomen waren al wat eerdere gearriveerd en hadden al een aantal leuke waarnemingen te melden, waaronder een wespendief.
Het Jaap Deensgat staat altijd garant voor een groot aantal soorten en grote aantallen. Hier werden ook dit keer weer duizenden foeragerende en pleisterende aan water gebonden vogels waargenomen. Opvallend waren de grote aantallen ganzen die ieder jaar weer in grotere getale aanwezig lijken te zijn. Het betrof voornamelijk grauwe en brandganzen. Maar ook andere ganzensoorten als Canadese gans, Nijlgans en casarca waren in minder grote aantallen aanwezig. Van de laatst genoemde soort (casarca) werden maar liefs 31 exemplaren geteld. Ook eendensoorten waren volop aanwezig. Er werden tientallen slobeenden, bergeenden, krakeenden, wintertalingen, kuifeenden en smienten gezien. Vele van deze eenden zitten in hun overgangskleed (eclipskleed) waardoor determinatie soms best lastig kan zijn.
Ook waren diverse lepelaars aanwezig waarvan een aanzienlijk deel met kleurringen. Vanwege het hoge water was het minder interessant voor steltlopers. Wel konden enkele kemphanen, watersnippen en zwarte ruiters worden toegevoegd aan de lijst. Laatstgenoemde soort liet zich mooi van dichtbij bekijken; foeragerend nabij een plasje dichtbij het pad. Na enig zoekwerk konden ook nog groenpootruiter, bosruiter en witgat worden toegevoegd. Tussen de vele aanwezige kwikstaarten werd ook nog een leucistisch exemplaar ontdekt; dat blijft altijd weer een apart gezicht. In de kijkhut van het Jaap Deensgat was het aanvankelijk een drukte van belang. Het paartje boerenzwaluwen wat hier hun nest had met vliegvlugge jongen, trok zich hier echter niets van aan.
|
Naast de vele vogels was er ook oog voor andere flora en fauna. Bij het verlaten van de kijkhut werd bijvoorbeeld een jonkie van een gewone pad opgemerkt, die uiteraard even van nabij moest worden bekeken. Datzelfde gold even later voor een segrijnslak (met een groene stinkwants op z’n huisje), die kennelijk een “date” had met een gewone wegslak en dat alles op een schelpenpaadje! Ook een overstekende rups van de witte tijger (een beervlindersoort) ontkwam niet aan de spiedende blik van de fotograaf.
|
Andere leuke soorten die als nel op het lijstje konden worden aangekruist waren: reuzenstern, grote mantelmeeuw, zeearend, smelleken, blauwe kiekendief, havik, slechtvalk, regenwulp, bruine kiekendief, grote zilverreiger en gele kwikstaart. Ook de grote aantallen zwaluwen vielen hier op. Tussen de tientallen huis- en boerenzwaluwen werden ook verschillende oeverzwaluwen en enkele late gierzwaluwen ontdekt.
|
Ook werden al snel plantensoorten als parnassia, stijve ogentroost, citroengele honingklaver, knoopkruid en wilde cichorei op naam gebracht. Verder werden verschillende vlindersoorten (o.a. icarusblauwtje, hooibeestje en klein geaderd witje) gezien. Over het hooibeestje bleek eerst nog wat discussie te zijn, maar deze kon uiteindelijk ook onmiskenbaar worden gedetermineerd.
|
Na het Jaap Deensgat vertrokken we via de Vlinderbalg richting oud Robbengat. Hier was enkele dagen geleden een Grote grijze snip gezien, een soort waarvan de broedgebieden in Alaska, Canada en het noorden van Siberië liggen. Een behoorlijk afgedwaald exemplaar dus. Helaas werd deze niet gevonden. Wel werden veel andere soorten gezien; echter veelal dezelfde soorten als bij het Jaap Deensgat, aangevuld met grote aantallen aalscholvers en knobbelzwanen.
|
Ondertussen werden een aantal personen behoorlijk hongerig. De roep om het bekende visje liet zich dan ook steeds nadrukkelijker horen. Maar voor de honger gestild kon worden, werd eerst nog even een rondje door het Lauwershavengebied gemaakt. Dit leverde nog enkele zangertjes op als tapuit, putter, zwarte roodstaart en kneu. Daarnaast waren er diverse steenlopers, enkele scholeksters en wat visdiefjes aanwezig in de haven waar ze van dichtbij bekeken konden worden. Een ideaal moment om deze vogels op de gevoelige plaat vast te leggen. Ook op zee vlogen tientallen visdiefjes rond.
Op een aantal droog liggende platen voor Schiermonnikoog waren tevens een groot aantal meeuwen en stellopers aanwezig. Dit bleken voornamelijk kokmeeuwen, stormmeeuwen, scholeksters en wulpen te zijn. Deze zaten echter zo ver weg dat een zekere determinatie van alle soorten niet mogelijk was.
|
Tijdens het gebruikelijke visje (de lekkerbekjes waren overigens kanjers), werd uitgebreid gediscussieerd over de “dress code“ bij sommigen. Nadat hierover consensus was bereikt, werd aanstalten gemaakt om naar de Bantpolder te rijden. Hier werden nog enkele groepjes goudplevieren, lepelaars, kieviten en watersnippen gezien. De aantallen vielen hier echter tegen in vergelijking tot andere jaren.
Na de Bantpolder werd koers gezet naar Ezumakeeg; voor velen een van de mooiste gedeelten van het Lauwersmeer vanwege de hoge aantallen steltlopers, die soms van zeer dichtbij bekeken kunnen worden. We besloten eerst aan de zuidzijde te gaan kijken. Hier zaten zeer veel steltlopers op de plaat, waarvan het overgrote deel kemphanen bleken te zijn. Kemphanen zijn zeer variabel in zowel grootte, als uiterlijk. Door de grote aantallen konden deze dan ook mooi vergeleken worden. Tussen de kemphanen zat tevens een groep van 30 à 40 krombekstrandlopers, waarvan een deel nog gedeeltelijk in zomerkleed. Ook deze konden vanwege de relatief geringe afstand mooi bekeken worden. Een reegeit kon het niet laten om achter onze rug het weiland over te steken. Het beestje werd echter wel opgemerkt en niet alleen bekeken, maar ook geportretteerd.
Overige steltlopers, die gezien werden waren een aantal zwarte ruiters en een enkele groenpoot- en bosruiter. Op de voorgrond liep tevens een grote groep bontbekplevieren, waartussen zich een tiental kleine strandlopers en een enkele Temmincks strandloper bevond. Tussen de bontbekplevieren bevonden zich eveneens enkele juveniele vogels. Na wat zoekwerk werd tevens een exemplaar gevonden die opvallend licht was zonder duidelijk zwarte halsstreep. Er werd in eerste instantie gedacht aan een strandplevier maar na wat naslagwerk bleek dit niet helemaal te kloppen. Er werd echter voorbijgegaan aan de kleine plevier; een soort die aan het einde van het broedseizoen ook vaak in Ezumakeeg te vinden is. Het bleek dan ook om een juveniel exemplaar van de kleine plevier te gaan.
n de “Keeg” bleek tevens nog een morinelplevier te zitten die na wat zoekwerk gevonden werd en door iedereen bewonderd kon worden; zij het van enige afstand. Geen alledaagse soort en voor menige excursie-ganger de eerste keer dat deze soort gezien werd. Na het zuidelijk deel werd besloten om naar het noordelijk deel te gaan. Hier was onder andere een groot aantal kluten, kemphanen en warempel grutto’s te zien. Van de laatst genoemde soort die het als broedvogels landelijk helaas steeds slechter doet, werden tenminste 50 exemplaren gezien. Het betrof allemaal jonge vogels, wat gelukkig aangeeft dat er toch nog steeds behoorlijk wat exemplaren vliegvlug worden in deze regio. De welbekende krenten in de pap hier waren nog een aantal reuzensterns, een tweetal oeverlopers, een pijlstaart en enkele kleine strandlopers. In het riet voor ons waren tevens enkele baardmannetjes actief. Slechts incidenteel liet een enkele vogel zich zien; ook de rietzanger bleek present in het riet.
|
Tegen goed 17.00 uur werd weer koers gezet richting Twente, onderweg werden nog diverse bruine kiekendieven waargenomen. Deze soort werd met 20-25 exemplaren veelvuldig gezien deze dag. Ook een ooievaar en een gaai konden nog op het lijstje worden aangekruist. Natuurlijk hielden we gewoontegetrouw nauwgezet ons vogellijstje bij, waarbij we een score haalden van maar liefst 86 soorten. Iedereen was dan ook zeer voldaan over deze bijzondere vogel- en soortenrijke dag.
Auteur: Vincent de Lenne
Foto's: Wim Wijering, Frans Stopel, Laurents ten Voorde en Marcel Grunder
Foto's: Wim Wijering, Frans Stopel, Laurents ten Voorde en Marcel Grunder
Hieronder vindt u nog meer foto's van de excursie.