voorjaarsexcursie haaksbergerveen
Op zaterdag 22 april zijn we op excursie geweest naar het 600 ha grote Haaksbergerveen, één van de mooiste hoogveengebieden van Nederland.
Hoogveen en natte heide, zoals in het Haaksbergerveen, zijn zeldzaam geworden in Nederland. Er heeft natuurherstel plaatsgevonden en het hoogveen krijgt de kans om zich net als vroeger te ontwikkelen. Hiervoor zijn bomen en opslag van vooral grove den en berk verwijderd. Zo verdampt er minder water, zodat het veen goed nat blijft. De werkzaamheden waren op de excursiedag net afgerond.
We starten (met een groep van 22 personen) op de parkeerplaats van Staatsbosbeheer aan de Niekerkerweg. Na een avond en nacht met zware (onweers)buien begint de dag bewolkt, maar in de loop van de ochtend klaart het steeds meer op en wordt het stralend weer. We worden verwelkomt door het gezang van verschillende soorten vogels. Meteen wordt er al een bonte vliegenvanger gespot bij een nestkast. Deze vogel komt rond half april altijd weer terug en is duidelijk herkenbaar aan zijn gezang. Jan Nijmeijer vertelt dat, omdat deze vogel iets later terugkeert uit Afrika, voor deze vogelsoort soms geen nestkastje meer vrij is en dat er daarom vogelliefhebbers zijn die de vliegopening van een aantal nestkasten met een kurk dicht maakt, om deze half april er weer uit te halen.
Het is nog even bewolkt en zien we op meerdere de fitis met zijn onmiskenbare gezang, grauwe ganzen, een boomkruiper, grote bonte specht en in het water kuifeendjes met witte flanken en horen we de dodaars. Al snel wordt er het geluid van de koekoek gehoord en daarna laat hij zich ook prachtig zien in de vlucht op diverse plekken in het veengebied.
|
De zon komt tevoorschijn en we zien soorten als sperwer, geelgors, roodborsttapuit, een overvliegende scholekster, boerenzwaluw, rietgors, kneu, kokmeeuw en een blauwe reiger, volop genietend van het uitzicht.
|
Een korte pauze wordt ingelast bij een bankje en worden kijkers gericht op de blauwborst, fitis en roodborsttapuit, die afwisselend te zien zijn op de uitlopende braamstruiken en jonge grove dennen. Omdat de zon zich inmiddels goed liet zien hadden wij het geluk dat we 2 adders bij elkaar zagen die zich lekker, in elkaar verstrengeld, lieten opwarmen door de zon. Een mooi plaatje!
Even verderop werd een aantal keren het geluid van de wulp en kievit waargenomen. En weer de rietgors, duidelijk herkenbaar aan de witte halsband. We liepen over een mooi zandpad toen we in de verte een kraanvogel meenden te zien. En ja hoor… twee stuks die zich langzaam verplaatsten. Twee wandelaars liepen in de directe omgeving van de kraanvogels, maar zagen ze niet. Het is maar waar je oog voor hebt.
|
Meerdere keren zagen we torenvalken, maar ook boompiepers, met hun karakteristieke baltsvlucht. Bijzonder waren ook enkele plantensoorten zoals rankende helmbloem, holpijp (die hier en daar net uit de grond tevoorschijn kwam) en lavendelheide met prachtige zachtroze bloemetjes. Lavendelheide is een hoogveensoort die in natte heide met actieve veenvorming voorkomt. Er ontstond een discussie over het verschil tussen veenpluis (deze heeft meerdere aren) en het één-arig wollegras. De naam zegt het al, deze laatste heeft één aar. Het ging hier om het veenpluis dat op diverse plekken in het veen groeide
Aan het einde van de excursie deden we nog een bijzondere waarneming: een witkopstaartmees liet zich prachtig zien, op een witte berk. Rond 12 uur keerden we, terugkijkend op een mooie excursie, voldaan huiswaarts.
Verslag: Sylvia Schepers
Foto’s: Mieke van Teeffelen, Jos Visschedijk en Gerard Schothuis
Foto’s: Mieke van Teeffelen, Jos Visschedijk en Gerard Schothuis