Kraanvogelexcursie diepholz
Ondanks de niet zo’n geweldige weersvoorspelling zijn we vol goede moed op de bewuste zaterdagochtend met 7 personen vanuit Weerselo vertrokken naar Diepholz. Het weer viel aanvankelijk reuze mee. Het was weliswaar fris, maar zo nu en dan was zelfs de zon te zien.
Na een voorspoedige reis van pakweg een uur en drie kwartier kwamen we aan op onze startplek in het Boller Moor / Lange Lohe, genaamd: “An der Dadau”. Daar aangekomen voegden zich nog 2 leden van onze vereniging bij ons, die op eigen gelegenheid waren gekomen.
Na een voorspoedige reis van pakweg een uur en drie kwartier kwamen we aan op onze startplek in het Boller Moor / Lange Lohe, genaamd: “An der Dadau”. Daar aangekomen voegden zich nog 2 leden van onze vereniging bij ons, die op eigen gelegenheid waren gekomen.
Het zien van de eerste grote groepen kraanvogels, welke aan het foerageren waren of luidkeels over vlogen, maakte op ons een overweldigende indruk. Het leidde meteen al tot groot enthousiasme. Dit jaarlijkse fenomeen werd van meet af aan ervaren als het absolute hoogtepunt van de dag.
De meegenomen verrekijkers, telescopen en fotocamera’s maakten dan ook overuren. Tussen dit alles door was er nog even tijd voor het nuttigen van meegenomen broodjes en koffie, maar de dag kon direct al niet meer stuk. |
Daarna werd het tijd om het gebied verder te verkennen, meestal over kleine smalle landbouwweggetjes. Bij voorkeur met de lichten uit en vooral ook niet uit de auto stappen is het parool!! De kraanvogels, zo merken wij elk jaar weer opnieuw, zijn nu eenmaal bijzonder schuw en gaan al snel op de wieken.
|
De gedorste maïsvelden in het Moorgebied zijn de favoriete plekken van de kraanvogels, omdat ze daar hun kostje bij elkaar scharrelen. De aantallen waren haast niet te tellen; het waren er ieder geval duizenden. Op heel veel plekken zagen we ook kraanvogels samen of op enige afstand van grote(re) groepen grauwe- en kolganzen, met daartussen ook kleine groepjes toendrarietganzen.
Tussen het vogels kijken door werd er nog een korte wandeling gemaakt in het turfveengebied van het Drebberscher Moor. Het was er bijzonder drassig, maar toch mooi om te zien hoe het gebied na de turfwinning weer voor natuurdoeleinden wordt ingericht. Hier vloog overigens ook een houtsnip op.
|
Tijdens de voortzetting van onze trip waren er menigmaal grote groepen spreeuwen, houtduiven en veldleeuweriken te zien en zelfs éénmaal een koppel van circa 8 patrijzen. Ook ontdekten we een groepje huis- en ringmussen. Opvallend was verder het grote aantal fazanten, die we her en der tegenkwamen. Op één bepaalde plek in het Ochsenmoor zaten tussen diverse graspiepers zelfs enkele waterpiepers met daarbij ook nog een witte kwikstaart.
|
De volgende stop ging naar de Dümmersee. Bij Olgahafen aangekomen, bleek het haventje evenwel compleet te worden gerenoveerd. De uitkijktoren was evenwel bereikbaar, maar van bovenaf viel er helaas niet al teveel te zien. Er zaten maar weinig eenden op het water. Zo hier en daar zwommen zowel groepjes wilde- als krakeenden. Verder waren het hoofdzakelijk kleine groepen aalscholvers en enkele futen. Het geringe aantal watervogels hier kwam waarschijnlijk doordat de wind pal op de haven stond.
Aan de tegenoverliggende oever zagen we na verloop van tijd vanaf een volgend uitkijkplateau veel meer watervogels. Die zochten in enorme aantallen de luwte op. Er zaten niet alleen veel wilde eenden op het water, maar ook het aantal wintertalingen was groot. Tussen al die eenden zaten ook groepjes kuifeenden, smienten, slobeenden, pijlstaarten en krakeenden. Vanuit het riet schreeuwde voorts een waterral.
|
De volgen etappe was het Naturschutzstation Dümmer in het Ochsenmoor bij de Dümmersee. Hier wordt met infoborden en maquettes een goed beeld geschetst van de omgeving, de vogels en dieren, die er voorkomen en de wijze waarop het natuurbeheer plaats vindt.
Ook werden er maar liefst 3 rode wouwen vanaf deze plek waargenomen. Later hoorden we dat de inzittenden van de 3e auto op een andere plek ook nog 2 rode wouwen hadden gespot. Dat brengt het totaal op 5 rode wouwen; iets wat we tot dusverre op geen enkele andere excursie hebben meegemaakt.
|
Achter het centrum langs liepen we aansluitend naar wederom een prachtige uitkijktoren, die uitzicht biedt op een groot plas/dras gebied in het Ochsenmoor. In het voorjaar zijn hier vele weidevogels te zien. Het hoogtepunt op deze locatie was het geruime tijd kunnen aanschouwen van 2 zeearenden, waartoe één volwassen vogel. Deze was te herkennen aan z’n witte staar
|
Zoals elk jaar zagen we op meerdere plekken ook grote zilverreigers. De teller bleef uiteindelijk steken op 17. Er zullen er ongetwijfeld ook een aantal over het hoofd zijn gezien. Tevens werd voor “de leuk” het aantal reeën geturfd. Dat waren er om en nabij de 23. Het is bijzonder om te zien dat deze dieren zich ophouden op grote open vlaktes. Ook zij doen zich tegoed aan de voedselresten op de akkers.
Het liep inmiddels tegen vieren; de hoogste tijd om te verkassen naar het ,,Gosses Moor’’ bij Uchte / Darlaten (een autoritje van bijna 1 uur). Deze slaapplek voor kraanvogels en ganzen staat de laatste jaren hoog genoteerd op de bezoeklijst van veel vogelaars. Jammer dat het uitgerekend hier naartoe begon te regenen.
Het liep inmiddels tegen vieren; de hoogste tijd om te verkassen naar het ,,Gosses Moor’’ bij Uchte / Darlaten (een autoritje van bijna 1 uur). Deze slaapplek voor kraanvogels en ganzen staat de laatste jaren hoog genoteerd op de bezoeklijst van veel vogelaars. Jammer dat het uitgerekend hier naartoe begon te regenen.
Eenmaal bij het “Aussichtsplattform” aangekomen, bleken we niet de “enige bezoekers’’ te zijn. Het stond er mudvol met kraanvogelliefhebbers. We stonden maar liefst 4 rijen dik. De hut is gelukkig uitgevoerd in 2 niveaus wat voldoende was om iedereen te kunnen laten genieten van duizenden kraanvogels en misschien wel net zo veel ganzen, die terugkeerden naar hun slaapplek. Het valt moeilijk te beschrijven, maar het was gewoon fantastisch om dit alles te mogen aanschouwen en te aanhoren en zo de excursie te kunnen afsluiten.
Het werd inmiddels steeds donkerder en werd het tijd om met een zeer voldaan gevoel naar het Twentse land terug te keren. |
Auteur: Ton Bruns
Foto’s Wim Wijerin
Foto’s Wim Wijerin