Excursie bergvennen 2017
Zondag 16 juli 2017
Vandaag staat een excursie naar de Bergvennen en het Breckelenkampse Veld op het programma. Deze aaneengesloten natuurgebieden worden beheerd door Landschap Overijssel. De excursie zal vandaag vooral in het teken staan van vlinders en libellen, maar ook aan de flora, zoals de zeldzame waterlobelia en oeverkruid, zal veel aandacht worden besteed.
Vandaag staat een excursie naar de Bergvennen en het Breckelenkampse Veld op het programma. Deze aaneengesloten natuurgebieden worden beheerd door Landschap Overijssel. De excursie zal vandaag vooral in het teken staan van vlinders en libellen, maar ook aan de flora, zoals de zeldzame waterlobelia en oeverkruid, zal veel aandacht worden besteed.
De Bergvennen is een heidegebied op dekzandruggen. Het is ooit onderdeel geweest van een veel groter heidegebied dat zich uitstrekte langs de Duitse grens. Het gebied heeft nu nog 4 grotere en een aantal kleinere vennen. De vennen, met luisterrijke namen als Pluzenven, Bokjesven en Brakenven, zijn natuurlijke laagtes, die waarschijnlijk na de ijstijd zijn ontstaan door smeltwater. De vennen liggen fraai in het landschap en worden door heide en bos omgeven. Langs de vennen liggen smalle gordels met overgangen van natte naar droge heide met een struweel van gagel.
Het Brecklenkampse Veld ligt direct ten noorden van de Bergvennen en samen vormen ze een gebied van ruim 100 hectare. Het Brecklenkampse Veld bestaat uit een mozaïek van grove dennenbos, vochtige eiken-berkenbossen, droge heide op de dekzandruggen, vochtige heide, blauwgrasland en nat heischraal grasland.
Ruim tien jaar geleden hebben in dit gebied als gevolg van verzuring herstelmaatregelen plaatsgevonden en is het gebied uitgebreid. Bos en strooisellagen zijn verwijderd en in de daaropvolgende jaren worden de geplagde delen beheerd door ze in het najaar te maaien. De ontwikkelingen daarna waren zeer verrassend. Veel bijzondere planten zijn terug gekeerd met Rode Lijstsoorten als parnassia, vetblad, vleeskleurige orchis, moerashertshooi, oeverkruid, enz.
Het Brecklenkampse Veld ligt direct ten noorden van de Bergvennen en samen vormen ze een gebied van ruim 100 hectare. Het Brecklenkampse Veld bestaat uit een mozaïek van grove dennenbos, vochtige eiken-berkenbossen, droge heide op de dekzandruggen, vochtige heide, blauwgrasland en nat heischraal grasland.
Ruim tien jaar geleden hebben in dit gebied als gevolg van verzuring herstelmaatregelen plaatsgevonden en is het gebied uitgebreid. Bos en strooisellagen zijn verwijderd en in de daaropvolgende jaren worden de geplagde delen beheerd door ze in het najaar te maaien. De ontwikkelingen daarna waren zeer verrassend. Veel bijzondere planten zijn terug gekeerd met Rode Lijstsoorten als parnassia, vetblad, vleeskleurige orchis, moerashertshooi, oeverkruid, enz.
Door de grote en afwisselende diversiteit in het landschap met heide, vennen, bos en schrale graslanden hopen we verschillende soorten libellen en dagvlinders te zien. Het weer werkt vandaag echter niet mee, want het is niet alleen erg bewolkt, maar ook erg winderig. Met Vincent de Lenne als excursieleider starten we met 14 deelnemers bij de Bergvennen. Later sluit zich nog een 15e deelnemer bij ons aan.
Bij het eerste ven scheren gierzwaluwen door de lucht op jacht naar insecten. Zoals tegenwoordig in veel natuurgebieden ontbreekt ook hier de grauwe gans niet. Zeker 150 stuks rusten er in de omgeving of op het water van het grootste ven. Langs de oever zien we slechts een enkele scholekster en een foeragerend witgatje, maar verder geen watervogels.
|
Langs de rand van het water bloeit de waterlobelia zeer talrijk. Dit uiterst zeldzame bloempje stelt strenge eisen aan de groeiplaats (voedselarm, zwak zuur en heldere waterbodem). Kennelijk voldoet de Bergvennen volledig aan deze voorwaarden. Ook groeit er kleine zonnedauw en kleine waternavel. Mooi om te zien is hoeveel de fotografen onder ons er voor over hebben om een jong heikikkertje op de foto te krijgen. Een vieze broek wordt daarbij maar voor lief genomen. Op de achtergrond laat de geelgors zich volop horen.
Voor de tijd van het jaar is het nog wat aan de vroege kant om een klokjesgentiaan te zien bloeien; er worden er al wel een aantal in knop gezien. De lijsterbes kleurt alweer oranje en de vuilboom zit al vol met zwarte en rode bessen. Het valt op dat veel struiken en bomen en zelfs biezen en russen gallen bevatten. Eén daarvan is de afgebeelde Livia-gal oftewel de russenbladvlo. Foto 6
|
De struikheide begint hier en daar al een roze gloed te krijgen en zal binnenkort gaan bloeien. We zien hier een schorpioenvlieg en een vrouwtje bruinrode heidelibel tussen de struiken. Putters, grote bonte specht en fitis laten zich zien dan wel horen.
We wandelen richting het fietspad, ook wel ‘smokkelpad’ genoemd, op de grens van Nederland en Duitsland. We zien daar aan de overkant een graanveld met zomergerst. Er wordt verteld dat zomergerst een platte aar heeft met 2 zaden naast elkaar en wintergerst een dubbele aar, meer vierkant. We vervolgen links het fietspad en staan even stil bij de zaaddozen van dolle kervel met z’n roodkleurige bladeren. |
In een deel van het Breckelenkampse Veld zien we vele bijzondere plantensoorten zoals brede wespenorchis, moeraswalstro, kleine kattenstaart, gevlekte orchis, basterdwederik, wolfspoot, (een verlate) pinksterbloem en zelfs het zeldzame stijve moerasweegbree. Een hoop blauwgrijze veren wijst op een blauwe reiger, die gepredeerd is. De veerschachten zijn niet aangevreten; geen roofdier dus. Het moet welhaast een roofvogel geweest zijn. Eigenlijk best wel bijzonder.
|
In een deel van het Breckelenkampse Veld heeft afgelopen voorjaar een forse brand gewoed, maar het herstel is volop gaande. Jonge dop- en struikheide kleuren het gebied al weer groen en hier en daar groeit al weer moeraswolfsklauw en kleine zonnedauw. We horen groene specht, grasmus, boompieper en zien bruine zandoogjes fladderen.
Vervolgens wordt een roodbont heide-uiltje ontdekt; een nachtvlindertje met hele bijzondere kleuren. Ook zien we op akkerdistel een St. Jansvlinder, een wesp en/of tijgerspin en nog enkele andere spinnen, zoals de kleine gerande oeverspin met in de directe nabijheid een spinselkoepel met haar jongen. In de directe nabijheid “hangt” een tangpantserjuffer aan het grasspriet en iets verderop zijn dambordvliegen aan het paren. De wereld in het klein kan er ook heel mooi uitzien. |
Het waarnemen van bijzondere plantensoorten houdt niet op: stijve moerasweegbree, watermunt, koninginnenkruid, moerasvergeet-mij-nietje, moerashertshooi, holpijp en heidekartelblad (mooi roze) worden genoteerd. Een rietcicade met groene vleugeltjes wordt gefotografeerd, als ook een blauwtje. Omdat de laatste aanvankelijk de vleugels gesloten houdt, is er twijfel. De meningen zijn verdeeld over een icarusblauwtje of een heideblauwtje. Nadien blijkt, als de vlinder de vleugels opent, dat het een blauw bestoven vrouwtje is van het icarusblauwtje. Eigenlijk best wel een mooie waarneming, omdat deze kleurfase niet zo veel voorkomt.
|
Sprinkhanen zijn er eveneens te kust en te keur. Alhoewel we ons in deze insectengroep niet echt hebben verdiept, kunnen toch al snel de algemene bruine sprinkhaan, maar ook bijzondere soorten als zomp- en moerassprinkhaan worden genoteerd. Meerdere zweefvliegen worden gesignaleerd, zoal de doodshoofdzweefvlieg en de grote langlijf.
Verdere vlinderwaarnemingen op deze dag zijn onder meer van: boomblauwtje, bont zandoogje en kleine vos. Aan vogels kunnen worden aangeturfd: goudhaantjes, boompiepers en staartmezen en een gekraagde roodstaart. Omdat de vlinders en libellen nauwelijks vliegen, is het knap dat dichtbij de grond een vrouwtje blauwe glazenmaker (het vrouwtje is groen) wordt ontdekt. Natuurlijk wordt ook deze op de gevoelige plaat vastgelegd.
|
Langs een voedselakker bloeit phacelia, wilde haver, boekweit en staan de zonnebloemen volop in knop. Langs het pad groeit heksenkruid waar achter de naam van deze plant een heel verhaal schuil zal gaat. Volgens overlevering werd heksenkruid vroeger veelvuldig gebruikt door heksen en kruidenvrouwen vanwege de hallucinerende, verdovende, geneeskrachtige en rustgevende werking.
Langs de verharde weg lopen we verder richting een kijkscherm waar we in de verte twee foeragerende ooievaars en een aantal blauwe reigers zien. Het scherm voldoet niet helemaal aan de verwachtingen. De kijkgaten zijn of te hoog of te laag voor ons gezelschap.
Langs de verharde weg lopen we verder richting een kijkscherm waar we in de verte twee foeragerende ooievaars en een aantal blauwe reigers zien. Het scherm voldoet niet helemaal aan de verwachtingen. De kijkgaten zijn of te hoog of te laag voor ons gezelschap.
Verder wandelend valt ons oog op verschillende bloeiende bloemen langs de weg, zoals: vlasleeuwebek, kattenstaart, knopig helmkruid en moerasspirea langs de sloot en vervolgens wilde bertram en wederik en een weiland vol met avondkoekoeksbloemen. We komen weer terug bij het beginpunt van de excursie en stellen vast dat we een mooie tocht achter de rug hebben; een excursie met veel bijzondere flora en fauna.
Auteurs: Henk en Sylvia Schepers
Foto's: Wim Wijering en Frans Stopel
Foto's: Wim Wijering en Frans Stopel