de comeback van de ooievaar in woord en beeld
Woord vooraf:
Voor zover uit vroegere tijden bekend, waren er in de middeleeuwen veel ooievaars (Ciconia ciconia). Intensivering in de landbouw, het gebruik van bestrijdingsmiddelen, bejaging en industrialisatie hebben in de 19e en 20e eeuw echter geleid tot een sterke afname. Uit menig deel van Europa verdween deze zwart-witte vogel met rode snavel en rode poten zelfs volledig. In het midden van de jaren '70 was de soort ook zo goed als verdwenen uit Nederland. Beschreven staat dat de laatste in het wild levende ooievaar in ons land werd gezien in 1991! Dat is nog net geen 30 jaar geleden.
Voor zover uit vroegere tijden bekend, waren er in de middeleeuwen veel ooievaars (Ciconia ciconia). Intensivering in de landbouw, het gebruik van bestrijdingsmiddelen, bejaging en industrialisatie hebben in de 19e en 20e eeuw echter geleid tot een sterke afname. Uit menig deel van Europa verdween deze zwart-witte vogel met rode snavel en rode poten zelfs volledig. In het midden van de jaren '70 was de soort ook zo goed als verdwenen uit Nederland. Beschreven staat dat de laatste in het wild levende ooievaar in ons land werd gezien in 1991! Dat is nog net geen 30 jaar geleden.
Hoe anders is het nu.
Door het oprichten van ooievaarsstations en herintroductie vanaf de ’80 er jaren werd voorkomen dat hét symbool van nieuw leven voorgoed als broedvogel in Nederland zou uitsterven. Dankzij de tomeloze inzet van gepassioneerde vogelliefhebbers en aanwas uit andere landen leven er anno 2020 weer ruim 1100 broedparen in ons land. Kortom; de ooievaar is terug van weggeweest. Het afgelopen broedseizoen hebben er alleen al in Noordoost Twente zeker 15 – 20 paren gebroed. |
Ooievaar Dirk
Na alle misère in de zeventiger jaren vond het eerste broedgeval in Twente gelukkig reeds weer plaats in 1994. Dat was in Losser op het dak van een woonboerderij, nabij de Dinkel. Ooievaars en mensen zijn immers nauw met elkaar verbonden. Ze leven en broeden dan ook vaak in de onmiddellijke nabijheid van de mens. Ruim 24 jaar heeft ooievaar Dirk op de bewuste locatie de scepter gezwaaid en gezorgd voor veel nakomelingen. Deze unieke vogel heeft de basis gelegd voor de terugkeer van de ooievaar in Twente. Helaas is deze mannetjesputter in 2018 overleden. Hij heeft al met al 28 jaar geleefd en staat als één van de oudste ~ in vrijheid levende ~ ooievaars te boek. In al die jaren heeft hij gezorgd voor maar liefst 67 nakomelingen!
Na alle misère in de zeventiger jaren vond het eerste broedgeval in Twente gelukkig reeds weer plaats in 1994. Dat was in Losser op het dak van een woonboerderij, nabij de Dinkel. Ooievaars en mensen zijn immers nauw met elkaar verbonden. Ze leven en broeden dan ook vaak in de onmiddellijke nabijheid van de mens. Ruim 24 jaar heeft ooievaar Dirk op de bewuste locatie de scepter gezwaaid en gezorgd voor veel nakomelingen. Deze unieke vogel heeft de basis gelegd voor de terugkeer van de ooievaar in Twente. Helaas is deze mannetjesputter in 2018 overleden. Hij heeft al met al 28 jaar geleefd en staat als één van de oudste ~ in vrijheid levende ~ ooievaars te boek. In al die jaren heeft hij gezorgd voor maar liefst 67 nakomelingen!
Nestlocaties
In onze contreien maken ooievaars graag gebruik van menselijke bouwsels op palen, afgezaagde bomen, wagenwielen, schoorstenen etc. Van oudsher zijn het echter kolonievogels, die bijvoorbeeld in Spanje met behoorlijke aantallen gezamenlijk tot broeden kunnen overgaan op gebouwen en in bossen. Een goed voorbeeld in onze omgeving zijn de in de nabijheid gelegen dierentuinen in Rheine en Nordhorn, waar jaarlijks 10-tallen broedparen in kolossale eiken jongen grootbrengen.
In onze contreien maken ooievaars graag gebruik van menselijke bouwsels op palen, afgezaagde bomen, wagenwielen, schoorstenen etc. Van oudsher zijn het echter kolonievogels, die bijvoorbeeld in Spanje met behoorlijke aantallen gezamenlijk tot broeden kunnen overgaan op gebouwen en in bossen. Een goed voorbeeld in onze omgeving zijn de in de nabijheid gelegen dierentuinen in Rheine en Nordhorn, waar jaarlijks 10-tallen broedparen in kolossale eiken jongen grootbrengen.
De verrichtingen van de ooievaars in Gees (Drenthe)
Eén van ons brengt veel fotografietijd door in Drenthe. Al enkele jaren worden de verrichtingen van een paartje wilde ooievaars in de Boswachterij Gees op de voet gevolgd. De vogels maken daar gebruik van een “natuurlijke” nestboom. Gewoonlijk arriveert het mannetje vanuit het Zuiden vroeger in het broedgebied dan het vrouwtje. Dat is niet zelden al in februari het geval. Zo om en nabij half maart zijn ze met z’n tweeën weer terug op de vaste broedlocatie. |
De begroeting tussen beiden is doorgaans allerhartelijkst. Als je deze twee ooievaars zo innig samen ziet, zou je verwachten dat ze elkaar het leven lang trouw blijven, maar dat is niet het geval. Ooievaars zijn namelijk trouw aan het nest en niet aan elkaar. Dat verklaart waarom sommige paartjes toch langdurig bij elkaar blijven.
Als de echtelieden op het nest plaats nemen, verklaren ze elkaar de "liefde" met spectaculair snavelgeklepper. Het is mooi om te zien en te horen hoe ze elkaar op deze manier verwelkomen. Tot zingen zijn ze immers niet in staat. Op deze manier tonen ze elkaars wederzijdse genegenheid. Het snavelgeklepper is vooral bedoeld om de band tussen de beide vogels te verstevigen.
|
In de beginperiode wordt er veelvuldig door de vogels gepaard. Dat gebeurt na een uitgebreide balts, waarbij de ooievaars hun kop in de nek gooien en met hun snavels klepperen. Ze doen “het” niet alleen overdag, maar ook ’s nachts. Paringen gaan overigens vaak het hele broedseizoen door; alleen de frequentie wordt gaandeweg minder.
|
Het paar besteedt in de beginfase veel aandacht aan het opknappen van het nest. Daarvoor worden enorme hoeveelheden takken aangesleept. Voor de binnenbekleding van het nest wordt gras, hooi, mos en ander zacht plantmateriaal gebruikt. In kolonieverband wordt nogal eens nestmateriaal van elkaar gestolen. Dat dit tot grimmige confrontaties kan leiden, laat zich raden.
Een jarenlang bewoond en opgeknapt nest kan wel 2,5 meter hoog worden en tot wel 2 ton zwaar! Zo’n groot nest is niet zelden onderhevig aan instabiliteit, vooral als het flink gestormd heeft. Dat is in 2019 ook bij het nest van het ooievaarspaartje in Gees gebeurd. Het gevaarte is hier deels naar beneden gekieperd. Noodgedwongen moest elders opnieuw worden begonnen. Bijgaand één van de broedende vogels op het toen nog bestaande nest. Niet duidelijk is of het in dit geval het mannetje of het vrouwtje betreft. Beide ouders bebroeden namelijk om beurten de eieren.
Het voedsel van de ooievaar is zeer gevarieerd. Het bestaat uit muizen, mollen, hagedissen en allerlei insecten. Ze eten echter ook jonge vogels, regenwormen, aas en afval. Hoe vreemd ook, maar kikkers staan maar weinig op het menu. De jongen worden door beide ouders gevoerd met allerlei “lekkere hapjes”. Deze worden bij elkaar gesprokkeld in voedselrijke gras- en hooilanden en in de slokdarm opgeslagen. Als er voldoende prooidieren zijn verzameld, worden deze in de nestkom uitgebraakt, zodat de jongen ze kunnen eten. De oudervogels brengen op deze wijze ook water naar hun jongen.
|
Het vrouwtje draagt elk jaar zorg voor één legsel met gemiddeld vier eieren. Een ooievaar is al vruchtbaar vanaf het derde levensjaar. De eieren zijn kalkwit of doorzichtig geel van kleur, zonder enige tekening. Ze worden in de loop van het broedseizoen wat bruiner en beginnen ook wat meer te glanzen. Bijna 5 weken later komen de eieren asynchroon uit.
|
Als de jongen voortvarend opgroeien, beginnen ze met de eerste vliegoefeningen op het nest en maken daarbij de eerste sprongetjes. Gaandeweg raken de vliegspieren steeds meer geoefend. Bijzonder is verder dat de jongen tegen die tijd ook het voorbeeld van de ouders beginnen te volgen en hun uitwerpselen buiten het nest deponeren. Ze verlaten na 8 á 9 weken het nest en worden hierna nog 1 tot 3 weken gevoed door de ouders.
|
Jonge vogels hebben aanvankelijk rossige poten, die gaandeweg een rose-achtige kleur aannemen. De snavel van juveniele vogels is vaalzwart met een bruine punt. De poot- en snavelkleur van de jongen staan in schril contract met de helderrode snavel- en pootkleur van de volwassen vogels. Jonge ooievaars verkrijgen hun volwassen verenkleed pas in hun 2e zomer. Op de foto zijn twee nagenoeg vliegvlugge jongen op het nest te zien.
|
Op trek
Om energie te sparen maken ooievaars, net als grote roofvogels, tijdens de trek zoveel mogelijk gebruik van thermiek. Pas als de grond voldoende is opgewarmd en er thermiekbellen ontstaan, stijgen ze op. Bij gunstige weersomstandigheden kunnen ze wel 7 tot 8 uur per dag vliegen. Dat schiet behoorlijk op, want op die manier kunnen er wel 500 kilometer worden afgelegd. De trek vindt plaats vanaf augustus; rond deze tijd dus. Enkele jaren geleden trok er in de eerste week van augustus een grote groep ooievaars “thermiekend” over Weerselo. Het waren er meer dan 100, waarvan een aanzienlijk deel op de gevoelige plaat kon worden vastgelegd. |
Uit ringinformatie blijkt dat wilde ooievaars, die in Nederland zijn geboren, vooral de trekroute via Spanje volgen en via Gibraltar de oversteek wagen naar West Afrika om daar te overwinteren. Een aantal blijft evenwel ook “hangen“ in Zuid Europa. De mannetjes en vrouwtjes zijn niet van elkaar te onderscheiden. Doorgaans is het mannetje iets groter. Naast de witzwarte kleuren vallen in de vlucht de gestrekte hals en poten op.
Eerstejaars jongen gaan zo goed als allemaal op trek. De trek naar Afrika geldt evenwel niet voor alle ooievaars. Pakweg 20 – 30 % van de populatie blijft achter en overwintert hier. Dit zijn veelal exemplaren uit herintroductieprogramma’s. Deze vogels hebben geen trekdrang en overleven door bijvoedering bij particulieren, in dierentuinen en bij ooievaarsstations. Het blijft echter een vreemd gezicht om in een geheel witte wereld ooievaars tegen te komen.
|
Zwarte ooievaars
Naast gewone (witte) ooievaars worden ook geregeld zwarte ooievaars (Ciconia nigra) in ons land gesignaleerd. Dat gebeurt met name in de nazomer. Vooral augustus komt daarvoor in aanmerking. Veelal betreft het juveniele vogels. Al vele jaren staat deze soort aan de Nederlandse poort te “rammelen” om als nieuwe broedvogelsoort toegelaten te worden. Deze twee volwassen vogels hadden hier patent op kunnen krijgen. |
Tot dusverre is die wens van veel vogelliefhebbers nog niet in vervulling gegaan. Bijgaand nog een foto van een zwarte ooievaar, waarbij mooi te zien is hoe ze in het water foerageren. Beide foto’s zijn trouwens gemaakt bij de Geeserstroom, niet ver van hun zwartwitte neven.
|
Tot slot
De reizen die ooievaars ondernemen zijn gevaarlijk. Hoogspanningsleidingen, elektriciteitsmasten en windmolens eisen jaarlijks hun tol. Maar wat te denken van afschot en het ruïneren van nesten! Helaas worden er namelijk ook ooievaars opzettelijk gedood. Wijzen naar Zuid Europa is niet geheel op z’n plaats. In de eigen omgeving zijn sommige onverlaten kennelijk niet blij met de terugkeer van de ooievaar en is sprake van vervolging. Veel ophef ontstond er niet alleen dit jaar maar ook het jaar ervoor toen een ooievaarsnest in de Lutte het moest ontgelden. Tot twee keer toe moest een ooievaar zijn / haar aanwezigheid met de dood bekopen. Eén van de vogels werd zelfs broedend op het nest doodgeschoten. Gelukkig konden de bevruchte eieren in de broedmachine worden uitgebroed. Veel mensen hebben via livestream de geboorte van deze ooievaarskuikens kunnen bekijken. Naar het zich laat aanzien is vrijwel iedereen blij met de comeback van de ooievaar, zo ook deze landbouwer in Volthe.
De reizen die ooievaars ondernemen zijn gevaarlijk. Hoogspanningsleidingen, elektriciteitsmasten en windmolens eisen jaarlijks hun tol. Maar wat te denken van afschot en het ruïneren van nesten! Helaas worden er namelijk ook ooievaars opzettelijk gedood. Wijzen naar Zuid Europa is niet geheel op z’n plaats. In de eigen omgeving zijn sommige onverlaten kennelijk niet blij met de terugkeer van de ooievaar en is sprake van vervolging. Veel ophef ontstond er niet alleen dit jaar maar ook het jaar ervoor toen een ooievaarsnest in de Lutte het moest ontgelden. Tot twee keer toe moest een ooievaar zijn / haar aanwezigheid met de dood bekopen. Eén van de vogels werd zelfs broedend op het nest doodgeschoten. Gelukkig konden de bevruchte eieren in de broedmachine worden uitgebroed. Veel mensen hebben via livestream de geboorte van deze ooievaarskuikens kunnen bekijken. Naar het zich laat aanzien is vrijwel iedereen blij met de comeback van de ooievaar, zo ook deze landbouwer in Volthe.
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Leo en Wim Wijering
Foto’s: Leo en Wim Wijering