natuurkalender oktober 2024
Onlangs hebben we in oktober een extra editie uitgebracht ter gelegenheid van het 20 jarig bestaan van de natuurkalender. We hebben toen enkele favoriete foto’s van onze 9 natuurfotografen laten zien, samen met hun “koppies”. Nu dus de standaardsessie van oktober 2024.
Qua weer kunnen we kort zijn. Het was vooral zacht, vrij zonnig en droog, alhoewel de maand wel wat koeltjes begon. De kalendermaand was uiteindelijk goed voor een 13e plaats van warmste oktobermaanden sinds 1901.Wederom warm dus!
Zoals u van ons gewend bent, zijn we ook deze maand er weer geregeld met de camera op uit getrokken. De herfst heeft intussen zijn intrede gedaan, waardoor we u heel wat paddenstoelen kunnen laten zien, w.o. gele beukenkoraalzwam, alleekoraalzwam, witte koraalzwam, porseleinzwam, schubbige fopzwam, ivoorzwam en een amethistzwam met een verstekeling, Daarnaast laten we u guttatiedruppels van een paddenstoel zien, evenals enkele myxomyceten / ascomyceten. Achtereenvolgens zijn dat peervormig draadwatje, knikkend kalkkopje en mogelijk “Anamorf acremonium”.
Daarnaast brengen we 8 vogelsoorten in beeld, te weten: paarse strandloper, zwarte ruiter, pijlstaart, mandarijneend, ijsvogel, glanskop, sijs en watersnip. Voorts hebben we nog herfsttijloos, meriansborstel (rups), gewone zeehond en een 4-tal sfeerbeelden voor u in petto .
We starten met wat paddenstoelen en myxomyceten met daarna een aantal vogels.
Qua weer kunnen we kort zijn. Het was vooral zacht, vrij zonnig en droog, alhoewel de maand wel wat koeltjes begon. De kalendermaand was uiteindelijk goed voor een 13e plaats van warmste oktobermaanden sinds 1901.Wederom warm dus!
Zoals u van ons gewend bent, zijn we ook deze maand er weer geregeld met de camera op uit getrokken. De herfst heeft intussen zijn intrede gedaan, waardoor we u heel wat paddenstoelen kunnen laten zien, w.o. gele beukenkoraalzwam, alleekoraalzwam, witte koraalzwam, porseleinzwam, schubbige fopzwam, ivoorzwam en een amethistzwam met een verstekeling, Daarnaast laten we u guttatiedruppels van een paddenstoel zien, evenals enkele myxomyceten / ascomyceten. Achtereenvolgens zijn dat peervormig draadwatje, knikkend kalkkopje en mogelijk “Anamorf acremonium”.
Daarnaast brengen we 8 vogelsoorten in beeld, te weten: paarse strandloper, zwarte ruiter, pijlstaart, mandarijneend, ijsvogel, glanskop, sijs en watersnip. Voorts hebben we nog herfsttijloos, meriansborstel (rups), gewone zeehond en een 4-tal sfeerbeelden voor u in petto .
We starten met wat paddenstoelen en myxomyceten met daarna een aantal vogels.
Alleen al in ons land komen pakweg 5000 – 6000 verschillende paddenstoelen voor. Nog regelmatig komen er nieuwe soorten bij. Op de foto ziet u de zogeheten Alleekoraalzwam (Ramaria flavoides), welke eveneens gefotografeerd is in Brummen. Het is een bekende plek voor deze eveneens zeldzame soort. Naar verluidt heeft Hannie Wijers uit Brummen (paddenstoelendeskundige bij uitstek) deze soort voor het eerst in ons land ontdekt. In ieder geval was dat al in 2010, maar waarschijnlijk zelfs 2 jaar eerder (Leuvenheim september 2008). Aanvankelijk werd deze soort gedetermineerd als beukenkoraalzwam, wat uiteindelijk niet klopte.
|
We beginnen in deze herfstperiode maar direct met een uiterst zeldzame soort, namelijk de Gele Beukenkoraalzwam (Ramaria fagetorum), die kon worden vereeuwigd in het Zaaibroek in Brummen. In ons land zijn maar twee locaties bekend, waar de soort daadwerkelijk voorkomt. Het zijn in beide gevallen droge en arme lanen, waar deze koraalzwam zijn domicilie heeft. Volgens Waarneming.nl is onze jongste fotograaf de 6e waarnemer, die deze soort niet alleen heeft gevonden, maar ook op de gevoelige plaat heeft weten vast te leggen. Knap toch!
|
Het is mooi om te zien hoe verschillend onze fotografen naar paddenstoelen kijken en ze op hun eigen manier fotograferen. Deze Porseleinzwam (Oudemansiella mucida), liet zich bijvoorbeeld mooi van onderaf en met tegenlicht fotograferen. Het is een opvallend witte-, dan wel ivoorkleurige soort, waarvan de hoed bij droog weer er prachtig glanzend (als van porselein) uitziet. Je treft ze voornamelijk aan op takken en stammen van beuk. Bij vochtig weer is de hoed weliswaar fraai, maar ook kleverig. Zoals gezegd is de porseleinzwam door zijn doorschijnendheid (zoals te zien op de foto) bijzonder geschikt om er tegenlichtopnames van te maken. Op de foto valt op dat het om een plaatjeszwam gaat.
|
De Witte Koraalzwam (Clavulina cristata) is een witte tot crèmekleurige paddenstoel, die vrijwel over de gehele wereld voorkomt in gematigde klimaatzones. De zwam is te zien vanaf de late zomer tot in de winter. Deze koraalzwam komt weliswaar individueel voor, maar veel vaker in groepen. Ze zijn te vinden op humusrijke grond in zowel naald- als loofbossen, parken, plantsoenen, jonge bosaanplant en struikgewas. In ons land is het een vrij algemene soort. De witte koraalzwam is niet met zekerheid op basis van zijn kleur te onderscheiden. Oudere exemplaren kunnen namelijk naar grijs verkleuren. Kenmerkend zijn in ieder geval de kamvormige uiteinden van de takken
|
De volgende paddenstoel, die we u willen laten zien is de Schubbige Fopzwam (Laccaria proxima). Het is een algemeen in ons land voorkomende zwam met een oranjebruine tot donker okergele hoed, die geheel bedekt is met vezelige schubjes. De lamellen zijn bleek roze (vaak wit door de sporen) en staan wijd uiteen. De soort lijkt veel op de Tweekleurige Fopzwam (Laccaria bicolor). Beide soorten groeien vooral op zandige bodem bij berk, eik en den. Fopzwammen kunnen zeer variabel zijn, omdat het vruchtvlees verkleurt naar gelang het droog of vochtig is. In vochtige omstandigheden kunnen ze er zelfs paars of baksteenrood uitzien.
|
Een andere witte zwam, die we deze maand hebben weten te kieken, is de Ivoorzwam (Hygrophorus eburneus). De kleur van de hoed is aanvankelijk wit, later wordt deze ivoorkleurig en nog weer later crèmekleurig. De laatste twee kleurtinten zijn op bijgaand exemplaar goed te zien. De hoed i( doorsnede 3 – 9 cm) s in dit geval gewelfd; normaliter zijn ze halfkogelvormig tot afgevlakt. Ook deze soort staat als zeldzaam te boek en is niet voor niets op de Rode Lijst geplaatst. Verzuring en vermesting zijn in dit geval de boosdoeners. De ivoorzwam groeit vooral bij beuken en zomereiken in lanen en bossen met een dunne strooisellaag
|
Alhoewel we onze uiterste best doen om gefotografeerde soorten de juiste benaming te geven, lukt dat - zoals gezegd - niet altijd. Dat is bijvoorbeeld ook het geval bij de onderzijde van deze houtzwam, waarmee overigens wel iets bijzonders aan de hand is. Zoals u kunt zien hangen er druppels onderaan de zwam, welke niet afkomstig zijn van een regenachtig weerbeeld. Je zou het zweetdruppels kunnen noemen, die ontstaan tijdens actieve groei en bij hoge luchtvochtigheid. Ze produceren eenvoudigweg te veel vocht. Guttatiedruppel kunnen soms opvallende kleuren hebben, tot zelfs aan bloedrood toe. Deze druppelvormige vochtuitscheiding komt ook bij sommige bladplanten voor, zoals vrouwenmantel.
|
Eveneens algemeen in ons land voorkomend is de bekende Amethistzwam (Laccaria amethystina). Deze wordt – niet geheel ten onrechte - ook wel Rodekoolzwam genoemd. Om deze soort goed vereeuwigd te krijgen moet je echt door de knieën. Qua foto lijkt dat aardig te zijn gelukt. Wat deze foto apart maakt is dat kleine beestje wat zich op de hoed als verstekeling een plaatsje heeft veroverd. Bij het uitvergroten blijkt het te gaan om een springstaartje. Van deze microscopisch kleine beestjes komen in ons land pakweg 200 soorten voor. We zijn er maar niet aan begonnen om het afgebeelde exemplaar op naam te krijgen. Dat is voor ons vrijwel onbegonnen werk.
|
Eén der onzen heeft in de loop der jaren veel ervaring opgedaan bij het fotograferen van myxomyceten en aanverwante soorten. Dit zijn kleine slijmzwammetjes; niet zijnde paddenstoelen. Ze zijn veelal uiterst klein en het kost veel vaardigheid om deze scherp op de foto te krijgen. Bij deze Peervormige Draadwatjes (Trichia decipiens) is dat ons inziens prima gelukt. Al enkele jaren achtereen wordt in de herfst dezelfde plek bezocht, waar een forse omgevallen boomstam ligt. Ook nu weer hingen er een aantal minuscule slijmzwammetjes aan de onderkant van de natte verweerde stam. Deze bezoekjes leveren mooie en verschillende rijpingsstadia op. De afgebeelde draadwatjes bevinden zich in dit geval in fase 2, te herkennen als “bruine bolletje aan steeltjes”. Er zaten ook witte exemplaren tussen, die op de foto evenwel niet te zien zijn.
|
Wellicht net zo klein of wellicht nog kleiner is het Knikkend Kalkkopje (Physarum album). De diameter van deze vruchtlichamen zijn hooguit 1-2 mm. Voor deze slijmzwam geldt dat microscopische controle nodig is voor een zekere determinatie. Leven doen ze vooral op dood hout van naaldbomen en -struiken. Dit groepje zat overigens op een dode liggende berk. Ook dit kalkkopje groeit als het ware op steeltjes. Aan de bovenkant zijn de bolletjes wit tot ivoorkleurig. De afzet van sporen vindt plaats nadat de “bolletjes” zijn opengebarsten. De soort komt in ons land vrij algemeen voor. Zoals u kunt zien lenen deze ieniemienies zich mooi voor het maken van macrofoto’s. Ze zijn ook nog eens fotogeniek.
Na al het schimmelgeweld maken we nu een switch naar onze gevleugelde vrienden, te beginnen bij deze Paarse strandloper (Calidris maritima). Het is een arctische gast, die we in het Kustgebied nogal eens aan kunnen treffen, zoals in dit geval bij de sluizen in het Lauwershavengebied. Kenmerkend bij deze soort zijn de gele poten, de geeloranje snavelbasis en de licht gebogen snavel. Het paarsbruine kleed waar men in de boeken over spreekt, doet wat overdreven aan. Veel herkenbaarder is de geringe schuwheid, die deze beestjes aan de dag leggen. Ze zijn eenvoudigweg geen mensen gewend. Ze scharrelen graag rond op basaltblokken, langs dijken, pieren en strekdammen. Niet zelden zijn ze in gezelschap van steenlopers.
|
Van dezelfde hand is deze bijzondere opname van een schimmel, waarbij de indruk ontstaat dat er dauwdruppels zijn gefotografeerd. Dat is het in ieder geval niet. Het is mogelijk dat dit de ongeslachtelijke fase is van een schimmel in het anamorfe of imperfecte stadium. Helaas moeten we de naamgeving van deze schimmel schuldig blijven. Het zou, aldus een suggestie van de fotograaf een Acremoniumsoort kunnen zijn. Dat laat onverlet dat het qua compositie een fraaie foto is geworden, waar je lang naar kunt kijken.
|
De weekendexcursie naar Schiermonnikoog levert ieder jaar niet alleen veel vogels op, maar ook veel fotomateriaal. Binnenkort wordt van dit wederom geslaagde weekend verslag gedaan op onze site. Om alvast in de stemming te komen tonen we u naast de zwarte ruiter ook dit fraaie Pijlstaartmannetje (Anas acuta). Zoals u ziet is het een bijzondere eendensoort, die vrijwel even groot is als een wilde eend. Ze ogen (althans de mannetjes) evenwel slanker en sierlijker. Doorgaans springen de lange chocoladekleurige hals en de puntige staart bij deze soort het meest in het oog. Zo ook bij deze opname.
|
Een Zwarte Ruiter (Tringa erythropus) in broedkleed zou qua kleur met een zwarte specht kunnen wedijveren. Buiten de broedtijd evenwel, zoals in dit geval, is de kenmerkende inktzwarte kleur met witte spikkels bij deze soort ver te zoeken. In overgangs- en winterkleed lijkt hij zelfs op een tureluur. Z’n snavel is echter beduidend langer, evenals z’n lange oranjerode poten. Het beestje werd gekiekt toen d’ie tijdens onze jaarlijkse excursie naar Schiermonnikoog met succes een prooi wist te verschalken. Zwarte ruiters broeden in sub)arctisch gebieden. Het is bovendien een lange afstandstrekker. Z’n overwinteringsgebied ligt ten zuiden van de Sahara.
|
Ook de IJsvogel (Alcedo atthis) zou je qua verschijning zo maar kunnen onderbrengen bij de exotische garde. Z’n mooie blauworanje kleuren “spatten” ook nu weer van het scherm. Het beestje werd vereeuwigd op onze fotografieplek in Reutum. Met enige regelmaat laat hij zich daar zien. Op de bewuste fotografiedag heeft het beestje zich er wel een uur lang opgehouden, telkens vissend en van stek veranderend. IJsvogels voeden zich voornamelijk met vis en slikken deze in zijn geheel in. Niet alles wordt evenwel verteerd. Meerdere keren per dag braakt de ijsvogel een braakbal op, zoals te zien op deze foto. De “bal” bestaat uit samengeperst onverteerd voedsel, zoals schubben, graten, stukjes gebeente etc.
|
Wat dacht u verder van bijgaande exotische verschijning, die je eigenlijk niet in ons land zou verwachten. Het betreft een mannetje van de Mandarijneend (Aix galericulata), die zich deze maand ophield in Albergen op het Kanaal Almelo Nordhorn. Zoals te zien is de vogel zeer opvallend en kleurrijk getekend. Oorspronkelijk is het een inheemse soort uit Oost-Azië. Vanwege zijn kleurrijke uiterlijk is het een geliefde eendensoort in watervogelcollecties. Ontsnapte vogels broeden al vele jaren (eerste vestiging in 1967) in ons land. Ook in onze contreien hebben ze meer dan eens genesteld en jongen groot gebracht. Vooral nestkasten voor bosuilen zijn favoriet
|
In Lochem werd deze maand een foto gemaakt van een badderende Sijs (Spinus spinus). Omdat het zwarte “petje” ontbreekt, hebben we hier te maken met een vrouwtje. Goed om te vermelden is dat er van dit beestje, ondanks z’n geringe formaat, geen foto-uitsnede is gemaakt. U ziet hier dus de volle foto. De voor- en achtergrondkleuren zijn afkomstig van een achterliggende lange graspol, die momenteel herfstkleuren bezit. De laatste tijd worden er vanuit onze contreien amper sijsjes gemeld. Als ze al worden gemeld zijn het doorgaans maar enkelingen; uitzonderingen daargelaten. Het is van origine een wintergast; dus wie weet krijgen we er binnenkort meer te zien en kunnen we genieten van deze acrobaten, die bijzonder handig zaadjes uit elzen- en berkenproppen weten te peuteren.
|
Minder vaak in menselijk omgeving te zien dan kool – en pimpelmees, doch allerminst zeldzaam, is de Glanskop. Zoals bij meer vogelsoorten het geval, heeft deze mezensoort enige tijd geleden zijn wetenschappelijke naam Parus palustris moeten verruilen voor (Poecile palustris). De reden voor de wijzigingen in mezenland is gelegen in het feit dat aantoonbaar is gemaakt dat meerdere mezensoorten niet thuis horen in het geslacht “Parus”. Neem het gewoon voor kennisgeving aan. Menigeen weet dat de glanskop een regelmatige bezoeker is van voedertafels. Bekend is dat ze, net als bijvoorbeeld boomklevers, voorraden aanleggen in spleten tussen boomschors. Het gaat de soort zelfs voor de wind, mede door het ouder worden van het huidige bosareaal.
|
Deze maand kon eindelijk weer eens een Watersnip (Gallinago gallinago) op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Bijgaand exemplaar was, net als de glanskop, druk bezig met badderen. Dit keer bij de Oelemars in Losser. Deze (voormalige) weidevogel is vrijwel steeds aan te treffen langs wateroevers van beken, langs plassen en rivieren dan wel in drassige terreinen. In tegenstelling tot zijn kleinere en zwijgzame neefje, het bokje, vliegen watersnippen bij verstoring met een schorre roep zigzaggend weg. Weet u trouwens nog dat de watersnip ooit eens ons bankbiljet van 100 gulden sierde
|
Na de schimmels en de vogels, nu ook wat andere natuurfoto’s. Passend voor de tijd van het jaar laten we de bloeiwijze zien van Herfsttijloos (Colchicum autumnale). De soort is van oorsprong afkomstig uit West-Azië en het Middellandse Zeegebied. Intussen komt d ‘ie in vrijwel geheel Europa voor. De plant is in ons land vrij zeldzaam en heeft op het eerste gezicht veel weg van een krokus.. De opname is gemaakt op Schiermonnikoog. Tussen de bloeitijden van krokus en herfsttijloos zit een half jaar verschil. De plant wordt door insecten bestoven. De gevormde zaden worden door de wind of door mieren verspreid. Hoe mooi ook, wees wel voorzichtig, want de plant is zeer giftig.
|
Op Schiermonnikoog mocht samensteller dezes mee met Theun Talsma, die gewonde of zieke vogels / dieren opvangt voordat ze naar een asiel op het vasteland ( o.a. het zeehondenopvangcentrum in Pieterburen) worden overgebracht. Op 19 oktober j.l. werd melding gemaakt van een mogelijk zieke pup van de Gewone Zeehond (Phoca vitulina) op het strand bij paal 3. De jonge zeehond was snel gevonden, maar gelukkig behoorlijk vitaal. Het duurde maar heel even voordat het beestje weer koos voor het zilte nat. Natuurlijk is er wel eerst een foto van het bewuste beestje gemaakt. De stand van de gewone zeehond in de Waddenzee neemt de laatste jaren af. Ziekte, rustverstoring etc. eisen hun tol. Volgens Theun hebben veel jonkies de laatste tijd echter last van longworminfecties, waardoor er veel sterven.
|
Tijd nu voor een opmerkelijke rups, namelijk die van de Meriansborstel (Calliteara pudibunda), een nachtvlinder die algemeen op de hogere zandgronden in ons land voorkomt. Als het harder gaat waaien worden de rupsen niet zelden door de wind uit het gebladerte geblazen. Ze kruipen daarna over de grond weg naar een veilige verpoppingsplek. De opvallende rups wordt in september / oktober dan ook geregeld gezien. Ze staan rond die tijd aan de vooravond van de verpopping. Overwinteren doen ze als pop en in mei komen de vlinders tevoorschijn. De rups is normaliter onmiskenbaar vanwege z’n scheerkwastuiterlijk met rode pijl, maar dat is op deze foto minder goed te zien. De rups groeit in het voorjaar uit tot een eenvoudige grijze nachtvlinder.
|
Tot slot hebben we nog een viertal sfeerplaatjes voor u in petto, te beginnen met deze kleurexplosie in het Twickelse bos; het is immers herfst. Herfstkleuren is een fenomeen dat bij heel wat bladwisselende bomen en struiken voorkomt. De kleur van de bladeren van veel bomen en struiken verandert in deze tijd van het jaar langzaam van hun oorspronkelijke groene kleur naar een reeks kleuren, die variëren van geel, oranje tot rood en bruin. Mooi om te zien is dat de kleuren op deze foto ook terug komen in de weerspiegeling van het water.
|
Als Vereniging doen wij al jaren mee aan Eurobirdwatch; een trekvogelfestijn waaraan veel vogelaars uit ons land, maar ook veel andere Europese landen meedoen. Steevast staan we dan op de kijkheuvel bij de Sterrenwacht in Lattrop om te kijken naar overtrekkende vogels. Dat betekent vroeg uit de veren; het liefst staan we er vóór zonsopkomst. Er hangt lage mist wat het mystieke van de ochtend nog eens extra versterkt. Niet veel later komt er een vaag zonnetje tevoorschijn, tijd dus om de vogeltrek even te laten voor wat het is om snel wat sfeerfoto’s te maken. Dat zien we natuurlijk niet elke dag. Zelf zijn we meer dan tevreden met het resultaat; hopelijk u ook.
|
Het is zaterdagochtend 26 oktober en ook nu weer is er mist voorspeld. Dus wederom vroeg uit de veren en voor zonsopkomst naar de plek, die vooraf was gepland. Wat een geweldige ochtend werd het! Zie hier een prachtige zonsopkomst met grondmist over de Oelerbeek. Tijdens het maken van de opname kwamen er ook twee raven aangevlogen, die boven in de boom uitgebreid blijk gaven van hun aanwezigheid. Het geluid galmde over de beek, wat een wel zeer toepasselijke sfeer opriep. Hoe indrukwekkend kan het zijn in de vroege ochtend!
|
Het Noorderlicht is het laatste halfjaar al meerdere keren te zien geweest in Nederland. In mei was het zelfs met het blote oog te zien, net trouwens als in de nacht van 10 op 11 oktober j.l. In mei heeft dezelfde fotograaf als hiervoor foto’s van dit fenomeen in het Haaksbergerveen kunnen maken. Op10 oktober j.l. heeft hij het dichter bij huis gehouden. Bij de Deldeneresch hebben ze de Eschmolen gebouwd. Dat leek hem een mooie plek toe om nogmaals het bijzondere Noorderlicht te fotograferen; dit keer met een molen op de voorgrond. Met deze fraaie, maar vooral kleurrijke foto sluiten we de oktobersessie van 2024 in stijl af. Op naar november!
Samenstelling: Wim Wijering E-mail: [email protected] tel. 06.46202123
De foto’s zijn deze keer gemaakt door: Leo, Fons en Wim Wijering, Laurents ten Voorde, Marcel Grunder, Jaimey Wilbers en Johan Drop.
De foto’s zijn deze keer gemaakt door: Leo, Fons en Wim Wijering, Laurents ten Voorde, Marcel Grunder, Jaimey Wilbers en Johan Drop.
Er zijn deze maand nog veel meer natuurfoto’s gemaakt; evenwel zonder toelichting. Wilt u nog veel meer foto’s van ons zien, kijk dan eens bij de rubriek Nieuwsgierig geworden? Klik dan op “Recente foto's”.