natuurkalender november 2024
Natuurfotografie en weersomstandigheden zijn nauw met elkaar verweven. Dat is de reden waarom wij elke maand in het kort ook aandacht besteden aan het weer. November 2024 was zeer wisselvallig. Er kwamen klassieke herfstdagen voor met storm en regen, maar het kwam ook tot vorst en sneeuw en het was laat in november zelfs nog extreem zacht. November was kortweg gezegd: nat en somber, maar wel met gebruikelijke temperaturen.
Rekening houdend met het weer zijn we er deze maand weer geregeld met de camera op uit getrokken. Als te doen gebruikelijk wordt er in november extra aandacht besteed aan het herfstgebeuren, waarin uiteraard het schimmelrijk volop aandacht krijgt. We laten u dit keer hele bijzondere en zeldzame soorten zien, zoals: inktviszwam (2 x), gele populierridderzwam, gestreept nestzwammetje, helm-, steppe- en stinkende koraalzwam en trechtercantharel. In dezelfde categorie komen ook braakrussula, bitterzoete melkzwam, harslakzwam, oranje oesterzwam en oranje druppelzwam met daarop bolvormige springstaartjes aan bod.
Daarnaast brengen we 7 vogelsoorten in beeld, waartoe: goudhaan, boomkruiper, baardman, sneeuwgors, koperwiek, steenloper en kraanvogel. Voorts hebben we in de categorie allerlei: nerveuze najaarsvlieger, kleine watersalamander, gewone berenklauw in de aanbieding en sluiten we af met twee sfeerbeelden.
We starten eerst maar eens met een aantal bijzondere en of zeldzame soorten paddenstoelen. Daarna komen wat meer algemenere soorten aan bod.
Rekening houdend met het weer zijn we er deze maand weer geregeld met de camera op uit getrokken. Als te doen gebruikelijk wordt er in november extra aandacht besteed aan het herfstgebeuren, waarin uiteraard het schimmelrijk volop aandacht krijgt. We laten u dit keer hele bijzondere en zeldzame soorten zien, zoals: inktviszwam (2 x), gele populierridderzwam, gestreept nestzwammetje, helm-, steppe- en stinkende koraalzwam en trechtercantharel. In dezelfde categorie komen ook braakrussula, bitterzoete melkzwam, harslakzwam, oranje oesterzwam en oranje druppelzwam met daarop bolvormige springstaartjes aan bod.
Daarnaast brengen we 7 vogelsoorten in beeld, waartoe: goudhaan, boomkruiper, baardman, sneeuwgors, koperwiek, steenloper en kraanvogel. Voorts hebben we in de categorie allerlei: nerveuze najaarsvlieger, kleine watersalamander, gewone berenklauw in de aanbieding en sluiten we af met twee sfeerbeelden.
We starten eerst maar eens met een aantal bijzondere en of zeldzame soorten paddenstoelen. Daarna komen wat meer algemenere soorten aan bod.
Op de tweede foto ziet u de volledige ontplooiing van de “armen” van twee Inktviszwammen (Clathrus archeri). Het merkwaardige uiterlijk van deze paddenstoel valt nu pas goed op en zie je meteen hoe de soort aan zijn naam is gekomen. De soort behoort tot de stinkzwammenfamilie en verspreidt een echte kadavergeur. Groeien doen ze vooral in vochtige schaduwrijke weilanden, maar ook in licht beboste omgeving. Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit Australië en Tasmanië. De sporen zijn waarschijnlijk meegekomen met Australische troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De soort werd in 1921 voor het eerst in ons land ontdekt. Lange tijd is hij zeldzaam geweest, maar dat is al enige tijd niet meer zo. Het is eigenlijk een invasieve exoot, maar apart zijn ze wel.
|
We beginnen met een zeer ongewone foto van de “geboorte” van een Inktviszwam (Clathrus archeri) uit een soort “heksenei” wat ruikt naar radijs. Het geheel doet erg surrealistisch aan. Wat we hier in feite zien is de ontplooiing van een “jonge paddenstoel” vanuit een op de grond liggend omhulsel ~ of zo u wilt ~ ei van een inktviszwam. Als deze openbarst vormen zich hieruit vier tot zeven slanke lange armen, die inderdaad veel lijken op die van een inktvis. De “tentakels” zijn in eerste instantie met de toppen aan elkaar verbonden en ontvouwen zich daarna. Op de foto valt meteen de rozerode binnenkant op. Normaliter is de inktviszwam te vinden in de periode van juli t/m september. Dat was nu een heel stuk later, namelijk 04 november 2024
|
Zo-even hadden we te maken met de “geboorte uit een soort heksenei”. Wart dacht u van deze nestzwammetjes met op het oog “volle legsels”. Hier hebben we te maken met het Gestreept Nestzwammetje (Cyathus striatus), die bij toeval werd ontdekt. Het is één van de soorten nestzwammetjes waarbij de sporen gevormd worden in eivormige lichaampjes, die op hun beurt weer in een nestvormige beker zitten. De soort is te vinden op houtresten van verschillende soorten bomen, maar ook op bladeren en plantenresten. Nestzwammetjes schieten hun sporen in pakketjes af. Waterdruppels, die het “nestje” raken, zorgen ervoor dat de “eitjes” als het ware het nest uit worden geschoten. Aangetoond is dat het gestreept nestzwammetje dat het verst doet en het Mestnestzwammetje (Cyathus stercoreus) het hardst. Wat zit de natuur toch wonderlijk in elkaar
|
De afgebeelde Helmkoraalzwam (Ramaria ammophila) staat te boek als zeer zeldzaam en behoort tot het geslacht van de koraalzwammen. Een geslacht waar we ook deze keer weer enkele soorten van hebben weten te “verschalken”. De eerste bevestigde waarneming van deze soort stamt uit 2020; ook al zijn er een paar oudere (onbevestigde) waarnemingen. De vindplaatsen zijn allemaal aan de kust, waar helmgras groeit en de soort sterk aan gebonden lijkt. Zo ook in dit geval in Hoek van Holland, waar onze “wetenschappen in de dop” meer dan 3 uur voor moest reizen om ze te zoeken, te vinden en te fotograferen. Maar dan heb je ook wat
|
Een andere koraalzwam, die we u graag willen laten zien, is de Steppekoraalzwam (Ramaria roellinii). Dit is ook een soort die je, op een paar hoge uitzonderingen na, alleen aan de kust kan vinden. Dit exemplaar stond in de buurt van de vorige soort. Deze ~ eveneens zeldzame soort ~ kennen we in Nederland sinds 2012. Het is net als eigenlijk alle koraalzwammen een mooie verschijning. Groeien doet deze ~ dicht op elkaar vertakkende soort ~ op humusarme zandgronden in de duinen, met name op dichte “tapijten” van klauwtjesmos, zoals op bijgaande foto is te zien.
|
Van de drie behandelde koraalzwammen is de Stinkende koraalzwam (Ramaria spinulosa) de enige, die niet aan de kust te vinden is. In bepaalde stadia stoot deze paddenstoel een stinkende geur uit, waar de naam van afgeleid is. Dit exemplaar werd aangetroffen in de bossen bij Brummen. Dit is een gebied met oude beuken waar je de meest bijzondere paddenstoelen kan aantreffen. Deze koraalzwam valt zeker onder de bijzonderheden, aangezien er hiervan het afgelopen jaar maar één exemplaar werd gevonden. Hoe zeldzaam wil je ze hebben.
|
De volgende bijzondere soort is de gele Populierridderzwam (Tricholoma frondosae), waarvan dit jaar ook maar op één plek waarnemingen zijn gedaan. In dit geval stond de paddenstoel in een moerassig gebied in Veenendaal. Ook dit is een schitterend gebied in de provincie Utrecht, waar nog veel meer bijzondere paddenstoelen te vinden zijn. Vanwege de nattigheid is het exemplaar aan wat verkleuring onderhevig. Er werden van deze zeer zeldzame paddenstoel tot voor kort slechts in 5 atlasblokken waarnemingen gedaan, aldus de Nederlandse verspreidingsatlas paddenstoelen.
|
In de culinaire wereld wordt de afgebeelde Trechtercantharel (Cantharellus Tubaeformis) ook wel het herfstalternatief van de gewone cantharel genoemd. Cantharellen worden namelijk graag gegeten. We hebben echter veel liever ~ zeker bij deze soort ~ dat men er met de vingers vanaf blijft. Bekijk ze, bewonder ze en laat ze staan, is ons credo. De soort is namelijk vrij zeldzaam aan het worden. Ze hebben erg te lijden van hoge stikstofwaarden. De gewelfde hoed en de gele steel zijn herkenbare kenmerken. In onze contreien hebben we in bepaalde beukenbossen gelukkig nog enkele goede plekken waar je ze kan tegenkomen.
|
Als je niet beter zou weten dan zou je in deze paddenstoel zomaar een zacht gekookt en ontdopt eitje kunnen zien. Nou liggen die normaliter niet zomaar in het bos tussen de beukenbladeren. Afgebeeld ziet u in werkelijkheid een Braakrussulasoort, waarvan we niet weten of we hier te maken hebben met de Grootsporige Braakrussula (Russula emetica) dan wel met de Kleinsporige Braakrussula (Russula silvestris). Microscopisch onderzoek is namelijk noodzakelijk om beide soorten van elkaar te onderscheiden. Het zijn giftige paddenstoelen waar je behoorlijk ziek van kan worden. Wat denk je waar anders de naam van afgeleid is. De roodoranje kleur is kenmerkend voor deze soorten.
|
Een andere aan de russula’s verwante soort is de Bitterzoete Melkzwam (Lactarius subdulcis). Deze paddenstoel groeit relatief laat in het jaar onder beuken. Niet zelden gebeurt dat in grote groepen. De kleur van de hoed varieert van dofbruin tot kastanjebruin, okerkleurig, leerkleurig tot vuil oranjebruin. De soort komt wijd verspreid voor in Europa, Noord-Amerika, Azië en Australië. In ons land staat de bitterzoete melkzwam te boek als algemeen. Melkzwammen vormen een populaire groep paddenstoelen. Bij de meeste soorten vloeit bij beschadiging van lamellen en vruchtvlees rijkelijk melk uit het gekneusde weefsel
|
Paddenstoelen; je vindt ze in allerlei kleuren en vormen. Wat te denken van deze Harslakzwammen (Ganoderma resinaceum), die samen werden aangetroffen met een aantal echte tonderzwammen. De harslakzwam veroorzaakt witrot waardoor zijn gastheer na een aantal jaren dood gaat en omvalt. In dit geval is de bewuste boom al een eind op weg. Het is een snelle eenjarige groeier. Het vruchtlichaam kan tot wel 60 cm breed worden, is waaiervormig met een glanzend golvende bruinachtige bovenzijde, wat op de foto goed te zien is.
|
De voorlaatste paddenstoel in deze sessie is de Oranje Oesterzwam (Phyllotopsis nidulans). Deze soort is pas sinds 2007 bekend in ons land. Het is aannemelijk dat deze zich langzamerhand in ons land uitbreidt. De zwam komt echter vooral in Noord-Amerika voor. Tijdens een wandeling in het Schaddenveld bij Deurningen werd een aantal mooie exemplaren ontdekt op een dode berkenstam. Dankzij zijn prachtige "Nederlandse" kleur is het een opvallende verschijning, die nauwelijks over het hoofd te zien is. Hij heeft zijn naam overigens mede te danken aan het oestervormige uiterlijk. Drie jaar geleden werd de soort verkozen tot paddenstoel van het jaar
|
De laatste paddenstoel, die we deze maand laten zien, is de Oranje Druppelzwam (Dacrymyces stillatus). Het gaat bij deze opname evenwel niet specifiek over deze trilzwam. Zoals u kunt zien hebben zich op deze zwammetjes een tweetal Bolvormige Springstaartjes verschanst; kortom “twee voor de prijs van één”. Het op naam brengen van deze diertjes is vrijwel niet te doen. In ons land alleen al zijn er 232 soorten bekend, die allemaal minuscuul klein zijn en in grootte variëren van 0,2 tot 5 mm. Het zijn bijzondere diertjes, die zo’n beetje overal voorkomen. Veel mensen weten het bestaan er niet eens van. Ze danken hun naam aan het feit dat ze grote sprongen kunnen maken.
|
Deze afgebeelde schietmot draagt sinds kort de Nederlandse naam Nerveuze Najaarsvlieger (Anabolia nervosa). De volwassen dieren van deze soort zijn gemakkelijk te herkennen. Ze zijn verhoudingsgewijs groot (bijna2 cm), hebben afgeronde, warmbruine vleugels met enkele witte vlekjes. Vliegen doen ze overdag. Het is een algemene soort die van september tot half november te vinden is langs allerlei stilstaande en stromende, wateren. De larven van deze schietmot kennen we als kokerjuffers. Het is een fotogenieke soort; die zich gemakkelijk laat fotograferen.
|
Sommige plantensoorten stellen het einde van het groeiseizoen zo lang mogelijk uit. Tot diep in het najaar zijn ze nog bloeiend te vinden. Gewone bereklauw (Heracleum sphondylium) is zo’n doorzetter, zoals te zien op bijgaande foto. Normaliter heeft deze schermbloemige witte bloempjes. Dit exemplaar heeft evenwel rozerode bloempjes. In vrijwel het hele land zijn ze te vinden op voedselrijke, stikstofrijke en vochtige gronden, zowel in de volle zon als in halfschaduw. De plant wordt graag bezocht door allerlei vliegen en kevers. Z’n naam tenslotte is afgeleid van de bladeren, die ~ met wat fantasie ~ wel wat weg hebben van een klauw.
|
Op 25 november j.l. kroop deze Kleine Watersalamander (Lissotriton vulgaris) ’s avonds laat bij samensteller dezes over de beklinkerde oprit. Natuurlijk ontkwam het diertje niet aan een klein oponthoud om er een fotootje van te maken. Het beestje was kennelijk op zoek naar een vorstvrij plekje om te overwinteren. Klaarblijkelijk had deze salamander daarvoor de carport uitgezocht. Zoals al onze inheemse amfibieën, houden salamanders er geen winterslaap op na. Als het enigszins kan profiteren ze van het mildere weer van de afgelopen jaren en komen zo nu en dan tevoorschijn om te foerageren. Gek genoeg is er In de verre omgeving geen vijver of ander water bij ons te vinden. Jaren geleden hebben we ook al een exemplaar onder een stoeptegel gevonden.
|
Met een lengte van amper 12,5 cm behoort de Boomkruiper (Certhia brachydactyla) eveneens tot de kleintjes in de vogelwereld. Net als een specht gebruikt deze weinig opvallende soort met zijn sikkelvormige snavel de staart als steun als hij tegen boomstammen omhoog kruipt. Dit exemplaar probeerde op de bewuste dag te badderen, maar werd daarbij door andere vogels verstoord. We zien ‘m hier dan ook in een naburige boom, wachtend op een hernieuwde kans. Zoals te zien, is de boomkruiper qua kleurtekening uitstekend gecamoufleerd. Het voedsel van de boomkruiper bestaat uit insecten die, met z’n aangepaste snavelvorm, achter schors vandaan gepeuterd worden.
De Sneeuwgors (Plectrophenax nivalis) komt voornamelijk als wintergast langs de kust van Nederland voor. Ze komen vanaf eind september naar ons land. Tot november lopen de aantallen op. Daarna nemen die geleidelijk weer af. Eind maart zijn ze doorgaans weer uit onze contreien verdwenen. Meer dan 60 % van de sneeuwgorzen, die in Nederland overwinteren, is afkomstig uit IJsland (ondersoort insulae). Via de Engelse oostkust trekken ze naar ons land. De beide exemplaren op de foto, weinig schuw dat ze zijn, zijn gefotografeerd in de haven van Lauwersoog.
|
Uiteraard was er deze maand ook aandacht voor onze gevederde vriendjes, te beginnen met dit badderende Goudhaanvrouwtje (Regulus regulus). Dit dwergje onder de vogels, behoort samen met de nauw verwante vuurgoudhaan tot de kleinste Europese soorten. Ze zijn slechts 8,5 cm groot en wegen amper 10 gram. Goudhaantjes zijn vaak zo intensief bezig met het zoeken naar voedsel dat je ze haast kunt aanraken. Ze hebben dan ook veel energie (lees: voedsel) nodig om op temperatuur te blijven. Een gezond verenpak is daarbij van levensbelang.
Tijdens een bezoek aan het Lauwersmeergebied kon ook dit Baardmannetjes (Panurus biarmicus) worden vereeuwigd. De mannetjes hebben opvallende baardstrepen, die bij het afgebeelde vrouwtje ontbreken. Dit beestje zou dan eigenlijk een “baardvrouwtje” hebben moeten heten. Vroeger was het gemakkelijker. Toen gingen ze als baardmezen door het leven. Het zijn prachtige oranjebruine vogels, die zich volledig thuis voelen in het riet. ’s Winters schakelen ze van insecten over op een dieet van zaden van riet en rietgras. Op die manier zijn ze in staat om hier te blijven, terwijl veel andere insectenetende rietvogels naar het zuiden trekken. In de wintermaanden zwerven baardmannetjes wat meer rond en zijn dan ook buiten de grote rietmoerassen te zien.
|
Op bijgaande foto ziet u een opmerkelijk tafereeltje van een Steenloper (Arenaria interpres) bij een dode Hondshaai (Scyliorhinus canicula). De opname werd gemaakt in de buurt van de visafslag in de haven van Lauwersoog. Hoe de haai aan zijn eind is gekomen, is niet duidelijk, maar omdat het dier in de buurt van de visafslag lag, is het aannemelijk dat het een onbedoelde bijvangst is geweest tijdens het vissen op de Noordzee. Steenlopers eten van alles; van insecten, kreeftachtigen, mosselen, wormen, zeesterren, visjes, eieren en aas van vis, vogels of zoogdieren. Ze zijn zelfs niet vies van weggegooid of achtergelaten brood en patat!
|
Een andere wintergast uit het “hoge Noorden” is de Koperwiek (Turdus iliacus), die met zijn kastanjebruine ”oksels” en lichte oogstreep duidelijk verschilt van zijn neefje, de zanglijster. Deze kenmerken vallen op bijgaande foto goed op. Koperwieken trekken vooral in oktober en maart door ons land. Je kunt ze met name aantreffen in weilanden; niet zelden in gezelschap van hun grotere neven; de kramsvogels. De landelijke aantallen zijn hartje winter gewoonlijk niet groot. Dat hangt overigens samen met de aard van het winterweer. Koperwieken zijn voorts echte nachttrekkers en zijn verzot op bessen. In de onderhavige situatie moeten de hulstballetjes eraan geloven.
|
De herfst is misschien wel één van de kleurrijkste seizoenen van het jaar, maar vooral ook fotogeniek. In dit jaargetijde verkleuren de bladeren en zijn er mooie landschapsfoto’s te maken, waarbij de kleuren rood, oranje, bruin, geel en groen overheersen. Dat vindt u allemaal terug op dit landschapsplaatje, gemaakt op het “Landgoed het Waarrecht”, gelegen tussen het Buurserzand, het landgoed Zonnebeek en het Witteveen. Het is een aaneengesloten gebied met een oppervlakte van circa 80 hectare en maakt deel uit van het Natura2000-gebied Buurserzand en Haaksbergerveen
|
Onze jaarlijks terugkerende kraanvogelexcursie vond dit jaar plaats op 02 november j.l. We beginnen meestal An der Dadau in de buurt van Vechta (omgeving Diepholz - Duitsland), waar ook dit plaatje van een paartje Kraanvogels (Grus grus) met hun twee jongen, is gemaakt. Echt mooie of bijzondere plaatjes maken, zoals in voorgaande jaren, zat er deze keer niet in. De kraanvogels zaten daarvoor te ver weg en waren erg onrustig. Van nature zijn ze sowieso vrij schuw en gaan vaak al op grote afstand op de wieken. De reden voor de onrust op deze dag werd al snel duidelijk. Uitgerekend op deze ochtend kwam namelijk de massale trek naar het zuiden op gang.
|
Onze webmaster, tevens natuurfotograaf, onderhoudt een sterke band met het Haaksbergerveen en komt er om die reden veelvuldig. Zo ook op de laatste dag van de maand toen de zon al een poosje echter de horizon was verdwenen. Niet zelden kan je dan nog prachtige foto’s maken met de resterende oranjerode kleuren en het laatste licht. De bomen, de lucht en de kraaien op weg naar hun slaapplaats komen op deze foto dan ook mooi tot hun recht. Hiermee sluiten we de novembersessie af en maken ons op voor de laatste maand van 2024.
Samenstelling: Wim Wijering E-mail: [email protected] tel. 06.46202123
De foto’s zijn deze keer gemaakt door: Leo, Fons en Wim Wijering, Laurents ten Voorde, Marcel Grunder, Jaimey Wilbers, Gerard Benerink en Johan Drop.
De foto’s zijn deze keer gemaakt door: Leo, Fons en Wim Wijering, Laurents ten Voorde, Marcel Grunder, Jaimey Wilbers, Gerard Benerink en Johan Drop.
Er zijn deze maand overigens nog veel meer natuurfoto’s gemaakt; evenwel zonder toelichting. Wilt u nog veel meer foto’s van ons zien, kijk dan eens bij de rubriek “Overige Recente foto’s”. Nieuwgierig geworden? Klik dan op “Recente foto's”.