NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Aktiviteiten >
      • Landschapsonderhoud
      • Excursie verslagen
      • Ringaktiviteiten
      • Waarnemingen
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Vogeltrektellingen
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender juli 2025

De maand juli 2025 startte met extreem hoge temperaturen. In Limburg steeg het kwik in de eerste dagen van de maand tot bijna 40 ° C! Er was dan ook overduidelijk sprake van een hittegolf. Gedurende de rest van de maand kregen we gelukkig te maken met gebruikelijker temperaturen. De vele zonovergoten dagen werden overigens wel zo nu en dan afgelost met felle plensbuien. 

Voor ons, als natuurfotografen, viel er deze maand - vooral op vlindergebied - veel te beleven. Aan de vogels werd wat minder aandacht besteed. Er moest wederom een keuze worden gemaakt uit een ruim aanbod aangeleverde foto’s. Vergeet daarom niet om ook een blik te werpen op de overige recente natuurfoto’s, die direct aan de natuurkalender gekoppeld zijn. 

De vlinderliefhebber komt bij beide rubrieken volop aan z’n trekken. Met toelichting komen hele bijzondere soorten aan bod, zoals: grote vuurvlinder (ondersoort Batava), zilveren maan, witbonte parelmoervlinder, keizersmantel, koninginnenpage, eikenpage, iepenpage, gele luzernevlinder, roeterebia, Julische glanserebia, Sint-Jansvlinder, glasvleugelpijlstaart en goudlichtmot. Qua libellen komen voorbij: grote keizerlibel, Oostelijke witsnuitlibel en vuurlibel.  

Verder passeren een rode veldsprinkhaan en een bijenwolfzandgoudwesp de revue, evenals de larve van een kamsalamander, een adder, de Beierse gentiaan en een kroontjesknotszwam. Vanuit de vogelwereld tonen we: purperreiger, kleine bonte specht en in één shot gevangen kleine plevier, oeverloper, krombekstrandloper en bonte strandloper. 
​
Wij hopen dat u ook deze keer onze foto’s weet te waarderen. Alle opnames kunt u vergroot bekijken door er simpelweg op te klikken. Wij wensen u als steeds veel kijk- en leesplezier toe en beginnen met een 13-tal vlinderfoto’s.
Afbeelding
Grote vuurvlinder 15-07-2025 Weerribben foto Wim Wijering
De uiterst zeldzame Grote Vuurvlinder (Lycaena dispar) is een standvlinder die in ons land slechts voorkomt in drie laagveengebieden in Noordwest-Overijssel en Zuidoost-Friesland. Het gaat om de Weerribben, de Wieden en de Rottige Meente. Het betreft in deze de ondersoort Batava, die nergens anders ter wereld voorkomt. Al jaren stond deze soort op ons verlanglijstje. De opname van dit fraaie mannetje kon worden gemaakt in de Weerribben. U zult er begrip voor moeten hebben dat we de exacte vlieglocatie graag geheim willen houden. Het beestje foerageerde op de bewuste dag onder andere op grote kattenstaart en rolklaver.
In hetzelfde gebied kon ook deze Zilveren Maan (Bolaria selene) worden geportretteerd.  De soort is een stuk minder zeldzaam dan de grote vuurvlinder. Wat deze opname bijzonder maakt, is dat de fotograaf in kwestie de opname van deze parelmoervlinder van onderaf en met tegenlicht heeft gemaakt. Alle details zijn daarom goed zichtbaar. Deze vlindersoort is zo’n beetje de hele dag actief en voedt zich met nectar van onder andere echte koekoeksbloem en kale jonker. We hebben in dit geval te maken met een vlinder van de 2e generatie, die te zien is van begin juli tot half september. De zilveren maan kwam vroeg in de 20e eeuw nog algemeen voor in vochtige, moerasachtige gebieden, daar waar de waardplant van de rups, het moerasviooltje, groeit. De soort is nu vrij zeldzaam, maar dat was niet altijd het geval.
Afbeelding
Zilveren maan 30-07-2025 foto Hennie Gunnink
Foto
Witbonte parelmoervlinder ~ man ~ 22-07-2025 Gletscherstrasse Sölden Oostenrijk foto Jaimey Wilbers
Het is nog niet zo lang geleden dat de Keizersmantel (Argynnis paphia) geheel en al uit ons land leek te zijn verdwenen. Er werden wel eens zwervers waargenomen, maar een hervestiging bleef lange tijd uit. Het lijkt er nu echt op dat de soort bezig is om ons land te heroveren. Met name op de zandgronden kun je deze prachtige vlindersoort steeds vaker tegenkomen. De maand juli is daarvoor de beste tijd. Het verschil tussen de beide geslachten zit ‘m in de “geurstrepen” op de bovenvleugels. Die hebben de mannetjes wel, maar de vrouwtjes niet.  Van origine is het een bosvlinder, althans van bosranden en open plekken in het bos, maar steeds vaker kan je ze ook in allerlei tuinen tegenkomen.
Een uitstapje naar Oostenrijk, om precies te zijn naar het Öztal in Tirol, leverde op 2860 meter hoogte een minstens zo spectaculaire parelmoervlinder op. Afgebeeld ziet u de zogeheten Witbonte Parelmoervlinder (Euphydryas cynthia). De soort dankt zijn naam aan de opvallend witte vleugeltekening van het mannetje.  Het vrouwtje ziet er echter uit als een 'gewone' parelmoervlinder.  De vlinders zijn te vinden in subalpiene en alpiene graslanden met een korte, grazige vegetatie en lage struikjes, maar ook op rotsachtige terreinen. Ze vliegen snel en dicht bij de grond en zonnen graag op kale stukken grond of op rotsen.
Foto
Keizersmantel 15-07-2025 foto Hennie Gunnink
Foto
Koniginnenpage 18-07-2025 Dulder Saasveld foto'Marcel Grunder
Daar waar de Koninginnepage nog steeds veelal zonder de letter n wordt geschreven is men bij de Eikenpage (Neozephyrus quercus) qua schrijfwijze veel stelliger. Deze vlindernaam wordt tegenwoordig zonder uitzondering met een n geschreven. Het is jammer dat deze pagesoort zo weinig zijn vleugels opent, want dan zouden we de fraaie blauwpaarse kleuren op de vleugels kunnen zien. Vooral op warme avonden zijn eikenpages geregeld te vinden op en rond de kruinen van grote eiken. Daarom wordt de soort maar weinig gezien. De vlinders voeden zich, net als mieren, met honingdauw en daarnaast met nectar van sporkehout, boerenwormkruid, braam en distel.
Niet ver uit onze contreien, namelijk in Saasveld, liet deze Koninginnepage (Papilio machaon) zich mooi vereeuwigen. Het is een pagesoort met een relatief grote spanwijdte tot wel 75 mm. Het is één van de grotere vlinders die in ons land voorkomen. De vleugels hebben overwegend gele kleuren en daarnaast een opvallende zwart-gele tekening met blauwe accenten, een rode vlek aan de achtervleugel en een langwerpig, zwart gekleurd vleugelaanhangsel dat de vleugelstaart of -slip wordt genoemd. Het is een vrij schaarse standvlinder, die lange tijd alleen in de zuidelijke helft van Nederland voorkwam. De laatste jaren worden er - waarschijnlijk door de opwarming van de aarde - steeds meer waarnemingen gedaan in de rest van ons land, zo ook bij ons
Foto
Eikenpage 01-07-2025 kanaal Z.Z. Albergen foto Marcel Grunder
Foto
Iepenpage ~ op koninginnekruid ~ 09-07-2025 omgeving Wichmond foto Fons Wijering
Een soort, die je ook zeker niet alle dagen in ons land zult aantreffen, is de Gele Luzernevlinder (Colias hyale). Meestal houdt het niet over met deze trekvlinder uit Midden-Europa. Ze zijn in staat om grote afstanden overbruggen. Logischerwijs worden ze vooral gezien bij luzerne- en klavervelden. Het beestje doet aldus z’n naam alle eer aan. Jaarlijks worden ze in ons land gezien, maar de aantallen zijn en blijven gering. Behalve als d’ie vliegt, zal je deze soort eigenlijk altijd met dichtgevouwen vleugels aantreffen. Bij vluchtige waarnemingen kan verwarring plaats vinden met de oranje luzernevlinder (Colias croceus).  De tweede generatie van de “gele” vliegt van begin juli tot eind oktober.
Met gesloten vleugels is de Iepenpage (Satyrium w-album) goed van de vorige soort te onderscheiden aan de hand van de W-vorm op de onderkant van de achtervleugel. Weet echter deze zeldzame pagesoort eerst maar eens te vinden! Ze houden er namelijk een zeer verborgen leefwijze op na. De vlinder brengt een groot deel van zijn leven door boven in de boomkroon van een iep. Daar zijn ze - zelfs met een verrekijker - lastig waar te nemen. ’s Ochtends, maar ook in de vroege avond, komen ze wel eens naar beneden en worden dan gezien op bloemen, zoals in dit geval op koninginnenkruid (omgeving  Gelderse Wichmond).  Voeden doen ze zich voornamelijk met honingdauw. De soort zit – ondanks het beperkte voorkomen – in de lift.
Foto
Gele luzernevlinder 26-07-2025 omgeving Glane foto Leo Wijering
Foto
Roeterebia 22-07-2025 Gletscherstrasse Sölden Oostenrijk foto Jaimey Wilbers
Op de voorlaatste dag van juli zag de jongste telg uit onze gelederen kans om wederom ’n echte topper in vlinderland te “scoren”. Daarvoor moest wel eerst een uitstapje worden gemaakt naar Slovenië. In het Nationale Park Triglav Narodni kon namelijk de Julische Glanserebia (Erebia calcaria) worden geportretteerd. Het is een endemische soort met een zeer beperkt  leefgebied, namelijk de Julische Alpen.  Ze leven op rots hellingen met stukjes gras, voornamelijk borstelgras. Juli en augustus zijn de beste maanden om ze te vinden.
In ons land zijn wel eens dagvlindersoorten als zomer-, bos en voorjaarserebia waargenomen, maar dat betrof steevast dwaalgasten. Om daadwerkelijk Erebiasoorten te kunnen zien en te fotograferen, moet je naar het buitenland. Onze jongste fotograaf zag in het Oostenrijkse Öztal kans om op de rotsen deze Roeterebia (Erebia pluto) te vereeuwigen. De soort komt voor in de Alpen en in het midden van Italië. De vlinder werd op bijna 3000 meter boven zeeniveau op de gevoelige plaat vastgelegd. Leven doet deze erebia vooral op puinhellingen en morenen. Het is een soort met een complexe variatie aan plaatselijke, geografische- en overgangsvormen.
Foto
Julische glanserebia 30-07-2025 Triglav Narodni NP Slovenië foto Jaimey Wilbers
Foto
Sint-Jansvlinder op Kartuizer anjer 01-07-2025 Landgoed Robbenhaar. foto Wim Wijering
Na tien dagvlinders, die altijd te herkennen zijn aan hun antennes met knopjes, is het nu tijd voor een tweetal nachtvlinders; beter gezegd dagactieve nachtvlinders. Eerst maar eens deze Sint-Jansvlinder (Zygaena filipendulae), die we ook kennen als Bloeddrupje. Op elke voorvleugel bezit de soort namelijk 6 bloedrode vlekken. In de vlucht is goed te zien dat de achtervleugels rood zijn. Af en toe zit er tussen deze vlinders een afwijkende vorm. In dat geval zijn de vlekken op de voorvleugels geel, evenals de achtervleugels. Vlinderfotografie is niet altijd even gemakkelijk, want menige soort vliegt onmiddellijk weg als je te dichtbij komt. Daar heb je bij de Sint-Jansvlinder echter geen last van. Die blijft rustig poseren en trekt zich doorgaans van niets of niemand iets aan. Dit exemplaar kon - foeragerend op een Kartuizer anjer - worden geportretteerd op het landgoed Robbenhaar bij Maria Parochie
Op de Borkeld tussen Markelo en Rijssen kon deze fraaie Glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis) worden gefotografeerd. De donkere achtergrond en het roze doorschijnende knoopkruid, waarop deze dagactieve nachtvlinder foerageert, maakt dat deze foto er surrealistisch uitziet. Het is een vrij zeldzame pijlstaartsoort, die qua gedrag en ook qua uiterlijk veel lijkt op de veel bekendere kolibrievlinder. Met z’n roodomrande doorschijnende vleugels en gedrongen behaarde lichaam heeft de glasvleugelpijlstaart ook wel wat weg van een hommel. In ons land komen 18 pijlstaartsoorten voor; in de hele wereld zelfs 1460. 
Foto
Goudlichtmot 17-07-2025 Borkeld Markelo foto Wim Wijering
Foto
Glasvleugelpijlstaart 17-07-2025 Borkeld Markelo foto Wim Wijering
In hetzelfde gebied kon ook een foto van deze Goudlichtmot (Selagia argyrella) worden gemaakt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we op deze zeldzame snuitmot door een plaatselijke insectenkenner opmerkzaam werden gemaakt, waarvoor alsnog grote dank. Het is een soort, die tot de zogeheten microvlinders (ook wel kleine vlinders of kortweg micro’s) worden gerekend. Het op naam brengen van micro's is lang niet altijd eenvoudig. Dat viel bij deze soort - met wat hulp - gelukkig mee. Met deze soort sluiten we deze bijzondere vlindersessie in stijl af.
Foto
Grote keizerlibel ~ man ~ 21-07-2025 Peddemorsplas Weerselo foto Leo Wijering
Vlinders en libellen worden vaak in één adem genoemd. Daarom is een switch naar een drietal soorten libellen niet ongebruikelijk. Bij de Peddemorsplas in Weerselo kon deze opname worden gemaakt van het mannetje van de Grote Keizerlibel (Anax imperator). Het is een zeer grote blauwe (althans het mannetje) en opvallende glazenmakersoort, die zeer mobiel is en nieuwe leefgebieden snel weet te bereiken. Het talrijkst is deze soort bij ons waar te nemen van juni tot augustus. Deze libellensoort is van Afrikaanse oorsprong, die zich al geruime tijd tot in noordelijk Europa heeft uitgebreid. Er bestaan nog twee soorten keizerlibellen; te weten de Amerikaanse- en de Zuidelijke keizerlibel
Foto
Oostelijke witsnuitlibel ~ man ~ 18-07-2025 Buursemeer foto Leo Wijering
De schitterende Vuurlibel (Crocothemis erythraea), die een poos terug nog als zeldzaam te boek stond, is nog altijd bezig aan een spectaculaire opmars. Ze zijn tegenwoordig in ons land al vrij algemeen en kunnen bij allerlei zonnige, stilstaande wateren worden aangetroffen. De uitbreiding heeft vrijwel zeker te maken met de opwarming van de aarde, in combinatie met de sterk verbeterde waterkwaliteit. Vuurlibellen zijn - zoals te zien bij dit mannetje - onmiskenbaar door hun brede achterlijf en vrijwel eenkleurige rode lichaam. Ze zijn agressief, vliegen snel en verjagen andere mannetjes uit hun territorium. De eerste exemplaren zijn vaak al te zien in april; de laatsten eind september.
In ons land komen 5 soorten witsnuitlibellen voor. Dat zijn naast de sierlijke- , de gevlekte-, de ven- en de Noordse- ook de Oostelijke witsnuitlibel (Leucorrhinia albifrons). Deze laatste is in ons land de zeldzaamste. Op de foto ziet u het mannetje. Deze heeft een geheel donker achterlijf, met helemaal aan het begin hiervan een lichte blauwgrijze berijping. Deze berijping is vaak ook boven op het borststuk (tussen de vleugelaanhechtingen) zichtbaar. De witte achterlijfaanhangselen steken af tegen het zwarte achterlijf. De ogen zijn blauwgrijs. Wat bij deze soort bij vooral de mannetjes opvalt, is het zwart witte pterostigma in de vleugels. Bij de gelijkende sierlijke witsnuitlibel is d’ie wit.
Foto
Vuurlibel ~ man ~13-07-2025 De Wieden foto Rob Zonder
Foto
Veldsprinkhaan (Chorthippus biguttulus-groep) ~ rode variant ~ 17-07-2025 Borkeld Markelo foto Wim Wijering
Goudwespen doen hun naam alle eer aan. Qua kleur behoren ze tot de mooiste insecten van ons land. Afgebeeld ziet u de zogeheten Bijenwolfzandgoudwesp (Hedychrum rutilans), gefotografeerd in het Natura 2000 gebied “de Borkeld” tussen Rijssen en Markelo. Zoals u ziet is het een prachtige solitaire goudwesp met iriserende kleuren; het zoveelste wondertje van moeder natuur. De vliegtijd van deze verhoudingsgewijs grote goudwespsoort vindt voornamelijk plaats in juli en augustus. De soort parasiteert, zoals uit de naam valt af te leiden, in ons land op de bijenwolf. Nederland kent circa 60 soorten goudwespen. De meeste soorten zijn doorgaans niet of nauwelijks op naam te brengen. Bij Scrabble zou de benaming van deze soort heel veel punten hebben opgeleverd.
Best bijzonder is ook deze veldsprinkhaan, die behoort tot de zogeheten Chorthippus biguttulus-groep. Deze groep wordt als verzamelnaam gebruikt voor de zeer veel op elkaar lijkende Ratelaar (Chorthippus biguttulus), de Bruine Sprinkhaan (Chorthippus brunneus) en de Snortikker (Chorthippus mollis). Alleen het getjirp van de mannetjes onderscheidt de soorten. Zoals op de foto te zien, hebben we in de onderhavige situatie te maken met een rode kleurvariant. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om een vorm van erythrisme. Kortweg gezegd heeft het rode pigment van de huid bij dit exemplaar de overhand gekregen. Ook kan er sprake zijn van een genetische afwijking. Een rode of roodachtige sprinkhaan is geen zeldzaamheid. Wel vallen ze ogenblikkelijk op. 
Foto
Bijenwolfzandgoudwesp (Hedychrum rutilans) 17-07-2025 Borkeld Markelo foto Wim Wijering
Foto
Purperreiger 13-07-2025 Zuidveen foto Rob Zonder
Eindelijk kon - na lange tijd - weer eens een Kleine Bonte Specht (Dendrocopos minor) worden gefotografeerd. Deze soort doet z’n naam alle eer aan. Het is een bont mini-spechtje; niet veel groter dan een mus. Mannetjes hebben een felrode kruin. Bij het vrouwtje ontbreekt deze, zoals te zien op bijgaande foto. In tegenstelling tot de meeste spechten is het geen uitgesproken bosvogel. Z’n voorkeur gaat uit naar de wat nattere gebieden. Ze zijn echter ook te vinden in de omgeving van verspreid staande bomen, zoals boomgaarden en parken. Net zoals de zwarte specht, krijg je ‘m niet al te vaak binnen zichtbereik. Slechts zijn roep / zang - een valk- of draaihalsachtig 'kikiki' - wil hem nog wel eens verraden. 
Doorgaans wordt in onze natuurkalender ruimschoots aandacht besteed aan onze gevleugelde vrienden. Dat is bij deze natuurkalendersessie minder het geval.  In de nazomer (juli en augustus) vindt bij de meeste vogels immers de rui plaats; ze laten zich ook veel minder zien, zingen niet en het verenkleed is doorgaans niet op z’n fraaist.  Nochtans hebben we ook nu weer een drietal vogelfoto’s voor u in petto.  We beginnen met deze Purperreiger (Ardea purpurea), gefotografeerd in de kop van Overijssel. Voor wie graag deze reigersoort wil fotograferen of bekijken, is vogelkijkhut “de Auken” bij Giethoorn een aanrader. De observatietoren is hier bijna 25 jaar geleden geplaatst.  Als je je een beetje gedeisd houdt, vliegen de vogels soms akelig dicht langs de hut.
Foto
Kleine Bonte Specht-vrouw~29-07-2025~omgeving Lochem foto Fons Wijering
Foto
Kleine plevier, Oeverloper, Krombekstrandloper, Bonte strandloper 12-07-2025 Oosterweilanden Vriezenveen foto Rob Zonder
Niet bij, maar in het water is de larve van de Kamsalamander (Triturus cristatus) te vinden.  In onze provincie (Overijssel) wordt de tamelijk zeldzame Kamsalamander geholpen met de aanleg van nieuwe poelen. Deze amfibiesoort is erg kieskeurig qua waterkwaliteit. Van de larve kon deze bijzonder “koptekening” worden gemaakt, waarbij de nog aanwezige uitwendige kieuwen goed te zien zijn. Binnenkort verdwijnen deze en gaan de dieren over op longademhaling. Als de kieuwen verdwenen zijn (na pakweg 3 maanden), verlaten ze het water. De najaarstrek vindt plaats tussen half juli en oktober. Dat is mede afhankelijk van het voedselaanbod in het water. 
Deze foto krijgt van ons de titel mee: “Vier voor de prijs van één”. In de omgeving van Vriezenveen konden in één shot maar liefst vier verschillende steltlopers op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Doe het maar eens na. Van links naar rechts zijn dat Kleine Plevier (Charadrius dubius), Oeverloper (Actitis hypoleucos), Krombekstrandloper (Calidris ferruginea) en Bonte Strandloper (Calidris alpina). De opname is op 12 juli j.l. gemaakt bij de zandwinplas Oosterweilanden. Goed is te zien dat zowel de krombekstrandloper als de bonte strandloper zich nog niet hebben ontdaan van hun zomerkleed.
Foto
Kamsalamander ~ larve ~ 06-07-2025 foto Hennie Gunnink
Foto
Adder 04-07-2025 Engbertdijksvenen foto Marcel Grunder
Omdat we fotodiversiteit hoog in ons vaandel hebben staan, hebben we ook een florafoto in de natuurkalender opgenomen. Het gaat hier om de fraaie Beierse Gentiaan (Gentiana bavarica). De plant is herkenbaar aan z’n diepblauwe, okselstandige en buisvormige bloemen met een gekielde kelkbuis, alsmede zijn kleine blaadjes. We hebben bij deze plantjes te maken met de ondersoort “subacaulis”.  Deze plant vormt doorgaans dichte kussens van zo’n 2 - 5 cm hoog. De stengels zijn zeer kort (0,5 -2 cm lang), en nauwelijks zichtbaar tussen de dicht opeengepakte bladeren. De bladeren zijn rond en staan in een rozetvormig patroon. De onderste zijn niet groter dan de bovenste. Ook deze opname is in het Oostenrijkse Öztal genomen.
Van een amfibiesoort naar een reptiel. Een bezoek aan de Engbertsdijkvenen leverde deze alleraardigste opname op van een Adder (Vipera berus); de enige gifslang van ons land. Met name heide- en hoogveengebieden herbergen nogal wat exemplaren. De adder heeft vergeleken met onze andere twee inheemse slangen, de ringslang en de gladde slang, een betrekkelijk gedrongen lichaamsbouw en een korte staart. Dat laatste is overigens niet te zien op de foto. Om het dier niet te verontrusten, werd in de onderhavige situatie gebruik gemaakt van een telelens.
Foto
Beirerse gentiaan subsp. subaucalis 22-07-2025 Gletscherstrasse Sölden Oostenrijk foto Jaimey Wilbers
Foto
Kroontjesknotszwam~26-07-2025~omgeving Lochem foto Fons Wijeriing
We sluiten de julirubriek af met een Kroontjesknotszwam (Artomyces pyxidatus). Deze zwam groeit op liggende, ontschorste stammen, vooral van (ratel)populieren. De vorm is kandelaarachtig met rechtopstaande “takken”. Het meest karakteristieke kenmerk is evenwel de kroonachtige vorm van de toppen van de takken. Zoals op de foto te zien staan “de takken” dicht bij elkaar. De kleur kan bleek vleeskleurig zijn tot beige of okergeel. Bij dit exemplaar zijn kennelijk door uitdroging extra “grote kroontjes” ontstaan. Om een goede foto te kunnen maken, is er bij deze opname gebruik gemaakt van handmatige scherpstelling. Op nu naar augustus
Samenstelling: Wim Wijering     E-mail: [email protected]     Tel. 06.46202123 
​
De foto’s zijn dit keer van: Leo, Fons en Wim Wijering, Jaimey Wilbers, Hennie Gunnink, Marcel Grunder en Rob Zonder.  
Er zijn deze maand nog heel veel meer natuurfoto’s (waartoe veel vlinder- en overige insectenfoto’s) gemaakt. Klik daarvoor op “Hier” of surf eenvoudigweg naar de rubriek: “Recente Foto’s”
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​