eurobirdwatch 2025
Woord vooraf:
|
Vrijdag 03 oktober:
|
We zouden - net als vele jaren hiervoor ook in 2025 hebben meegedaan aan Eurobirdwatch 2025. Vanwege de zeer slechte weersvooruitzichten hebben we deze internationale telling evenwel noodgedwongen een dag moeten vervroegen. Naar later bleek hebben we daar heel verstandig aangedaan, want het was op de dag van Eurobirdwatch zelf (04 oktober 2025) bar en boos. Zware stortbuien, sterke windvlagen en de komst van storm Amy zorgden ervoor dat heel veel trektelposten het op deze dag volledig lieten afweten. Het was gewoon niet te doen.
|
Op de teldag zelf (vrijdag 03 oktober) kregen we onderweg eerst nog te maken met oponthoud. Er moest worden omgereden i.v.m. wegonderhoud op de toegangsroute. De hemel kleurde op dat moment (07.30 uur) prachtig rood. Uiteindelijk aangekomen bij de trektelpost (kijkheuvel bj de Sterrenwacht in Lattrop) werd die rode kleurenpracht allengs minder en minder. Dat leverde gelukkig nog wel bijgaand plaatje op, maar dat had er zonder omweg ongetwijfeld veel fraaier uitgezien. Het gezegde: “Morgenrood brengt water in de sloot”, bleek eens temeer waar, zoals iedereen een dag later heeft kunnen ervaren.
|
Er werd iets later gestart dan de bedoeling was, maar wat zou het. We hadden ons er toch al mee verzoend dat we niet mee zouden doen aan Eurobirdwatch. Aan onze telling op 03 oktober namen 4 leden van onze Vereniging deel, te weten: Jan Nijmeijer, Henk Schepers, Marcel Grunder en samensteller dezes. Er werd geteld tot 12.30 uur. We wisselden elkaar af bij het noteren van de soorten en de aantallen. In totaal telden we 712 vogels, verdeeld over 46 soorten.
Over het weer viel op de 3e niet te klagen. De aanvangstemperatuur lag op 9 ° C en toen we naar huis gingen was deze opgelopen naar 14 ° C. Aanvankelijk was het zwaar bewolkt, heel even heeft het nog gemiezerd, maar gaandeweg kregen we steeds meer de zon te zien. Kort voor vertrek stapelden de wolken zich evenwel weer op.
|
De telling:
In het eerste volle uur telden we meteen al 8 reigers, te weten: 5 blauwe reigers en 3 grote zilverreigers. Eén van de zilverreigers landde niet ver van ons vandaan in één van de weilanden in het Beneden Dinkeldal. Als te doen gebruikelijk ontwaakte ook al vroeg menige kauw. Die hebben waarschijnlijk een slaapplek in het bos tegenover de kijkheuvel. We telden er in het begin 54.
De spreeuw deed er een schepje bovenop. Van deze groepstrekker noteerden we er 67. Er vond in die prille fase lichte trek plaats van vink, maar van een aantal van 54 slaan we niet direct achterover. Dat zal ongetwijfeld in de loop van oktober en november nog wel komen. Dat laatste geldt uiteraard ook voor de ganzen. Grauwe ganzen zien we er vrijwel altijd, maar waar niet. Ook één enkele Nijlgans gaf die dag acte de présence. Kol-, brand- en rietgans hebben zich op de telplek op die dag (nog) niet laten zien.
|
De begroeiing langs de Gekanaliseerde Dinkel zorgt op de telochtenden vrijwel altijd voor het nodige determinatievertier. Alleen al in het eerste uur telden we in de boompjes in en om ons heen 24 pimpelmezen, 11 goudhaantjes, 8 koolmezen, 5 tjiftjaffen, 2 heggenmussen en 1 roodborst. Vooral de aanwezigheid van goudhaantjes met hun iele geluidjes betekende voor de fotografen een aardige “bijvangst”. Er werd op de heuvel dan ook heel wat afgeknipt. Gedurende de gehele ochtend “schoven” er minimaal 29 aan ons voorbij.
Opmerkelijk was het aantalsverschil op deze dag tussen pimpelmees en koolmees. In vijf uur tijd telden we maar liefst 50 pimpelmezen en “slechts” 24 koolmezen. Je zou ’t eerder andersom verwachten. Daarmee was het mezengilde nog niet compleet, want ook 5 staartmezen en 2 glanskoppen trokken al roepend langs ons heen. Dat roepen doen ze vooral om bij elkaar te blijven. Bij deze soorten is net als bij de andere 2 mezensoorten sprake van zwerfgedrag. Trekgedrag is niet aan de orde.
|
Van echte trek was sowieso op deze dag geen sprake. Dat was 14 dagen eerder tijdens de eerste najaar telling niet veel anders. Ook nu was het eigenlijk te mooi weer voor de tijd van het jaar. Alleen de boerenzwaluw stak er toen met kop en schouders bovenuit met maar liefst 1142 overtrekkende exemplaren. Op 03 oktober werd zegge en schrijve maar één boerenzwaluw gespot.
|
Alleen het aantal van 29 goudhaantjes op de eindscorelijst spreekt een beetje tot de verbeelding en in iets mindere mate de 22 tjiftjaffen, die we voorbij hebben zien komen. Voor deze laatste soort is de telplek uitermate geschikt. Je ziet de beestjes her en der bladluizen van de bladeren pikken. Zo zakken ze langzaam zuidwaarts af. Een enkeling liet zelfs zo nu z’n bekende riedeltje horen.
In de voorste gelederen waren dit keer te vinden kauw (111 exx.), vink (109 exx.), spreeuw (75 exx.), houtduif (54 exx.) en – zoals gezegd - pimpelmees (50 exx.). Lage scores waren er voor holenduif (4), kneu (2) en zanglijster (2). Normaliter trekken er begin oktober flink wat spreeuwen over, maar deze keer bleef de teller reeds steken bij 75. Twee weken eerder waren dat er trouwens slechts 66. Een jaar eerder tijdens Eurobirdwatch 2024 lag dat aantal aanmerkelijk hoger, namelijk 474.
|
De roofvogels lieten ons jammer genoeg in de steek. Geteld werden slechts 4 buizerds, die zich ook nog eens allemaal in de buurt ophielden. Opvallend was dat zich geen enkele sperwer, noch torenvalk, noch één van de kiekendiefsoorten liet zien. Tevergeefs werd verder het firmament afgespeurd naar soorten als havik, boomvalk, wespendief en visarend, maar ook die waren nergens te traceren. Gelukkig maakte een overvliegende rode wouw de dag nog enigszins goed.
|
Ook het aantal spechten hield niet bepaald over. We telden al met al 3 grote bonte spechten en één groene specht. De aanwezigheid van water in de buurt levert doorgaans wel wat (extra) soorten op. Nochtans waren de watervogels evenmin in grote aantallen aanwezig. Welgeteld ging het om 28 wilde eenden, 15 meerkoeten, 7 waterhoentjes, 3 krakeenden en 3 watersnippen. Tel daar nog 20 overvliegende aalscholvers, 11 grauwe ganzen, 21 niet gedetermineerde ganzen (vanwege de afstand), 1 knobbelzwaan en 1 wintertaling bij op en dat is het dan wel zo’n beetje.
|
De bekende “krenten in de vogelpap” waren dit keer, naast de rode wouw, ook 2 ijsvogels en 1 grote gele kwikstaart.
De soorten en de aantallen:
Onderstaand het overzicht van de waargenomen soorten, de tijdvakken en de aantallen.
Totaallijst vogeltrektelling 03 oktober 2025
Opm:
Ter vergelijking: Tijdens Eurobirdwatch 2024 (05 oktober 2024) werden op dezelfde locatie beduidend meer vogels geteld, namelijk 1820, verdeeld over 53 soorten.
Top 10 op vrijdag 03 oktober j.l.:
Onderstaand de top 10 van 03 oktober j.l. Ter vergelijking wordt ook de top 10 van 2024 getoond. Er zijn tussen beide jaargangen behoorlijke verschillen te zien, maar dat kan met meerdere oorzaken te maken hebben, zoals de weersomstandigheden, het aantal tellers etc. Ook werd er vorig jaar een half uurtje langer geteld. Feit is dat het ene jaar duidelijk het andere niet is.
Top 10 |
2025 |
Aantal |
Top 10 |
2024 |
Aantal |
1. |
Kauw |
111 |
1. |
Spreeuw |
474 |
2. |
Vink |
109 |
2. |
Kauw |
274 |
3. |
Spreeuw |
75 |
3. |
Grauwe gans |
204 |
4. |
Houtduif |
54 |
4. |
Houtduif |
96 |
5. |
Pimpelmees |
50 |
5. |
Pimpelmees |
81 |
6. |
Zwarte kraai |
42 |
6. |
Holenduif |
76 |
7. |
Goudhaan |
29 |
7. |
Tjiftjaf |
71 |
8. |
Wilde eend |
28 |
8. |
Kievit |
62 |
9. |
Koolmees |
24 |
9. |
Vink |
54 |
10. |
Tjiftjaf |
22 |
10. |
Kolgans |
39 |
|
Beknopte weergave landelijke Eurobirdwatch
Wij willen u een aantal resultaten van de landelijke Eurobirdwatch in dit artikel niet onthouden. Op 04 oktober 2025 werd er door verschillende die-hearts in eigen land ~ ondanks de barre omstandigheden ~ toch nog deelgenomen aan Eurobirdwatch. In totaal werden er op deze dag 50.941 vogels geteld, verdeeld over 174 soorten. Ter vergelijking met 2024: Toen werden er onder veel betere weersomstandigheden en met veel meer tellers 383.904 vogels geteld, verdeeld over 204 soorten.
Met name aan de Noordzeekust is het kennelijk tijdens de landelijke Eurobirdwatchdag mogelijk geweest om vooral zee- en (andere) watervogels te tellen. Dat blijkt onder meer uit onderstaande landelijke top 10. Ter vergelijking is ook de top 10 van 2024 bijgevoegd. Zie de enorme verschillen tussen beide jaargangen.
|
Landelijke top 10
Jaargang |
2025 |
Aantal |
Jaargang |
2024 |
Aantal |
1. |
Spreeuw |
6555 |
1. |
Spreeuw |
131383 |
2. |
Grauwe Gans |
4935 |
2. |
Vink |
53781 |
3. |
Kleine Mantelmeeuw |
3397 |
3. |
Zanglijster |
20029 |
4. |
Kievit |
3055 |
4. |
Grauwe gans |
18289 |
5. |
Grote Stern |
2789 |
5. |
Graspieper |
15711 |
6. |
Aalscholver |
2674 |
6. |
Veldleeuwerik |
15082 |
7. |
Zwarte zee-eend |
2447 |
7. |
Kokmeeuw |
13426 |
8. |
Stormmeeuw |
2303 |
8. |
Kauw |
10441 |
9. |
Kolgans |
1743 |
9. |
Smient |
9480 |
10. |
Jan-van-gent |
1640 |
10. |
Houtduif |
7112 |
|
Natuurlijk werden er ook weer heel wat bijzondere soorten gezien, zoals:263 kleine jagers, 248 grauwe pijlstormvogels, 32 koereigers, 16 zeearenden, 12 rode wouwen, 12 kraanvogels, 11 grote jagers, 7 vale stormvogeltjes, 7 middelste jagers, 6 Noordse pijlstormvogels, 4 visarenden, 3 krooneenden, 3 Noordse stormvogels, 2 kleinste jagers, 2 reuzensterns, 1 grote zee-eend, 1 Baltische mantelmeeuw, 1 kuifaalscholver, 1 grote pieper en 1 bladkoning.
|
Tot slot:
|
Het aantal vogels en ook het aantal soorten bleef op onze tellocatie de afgelopen twee jaar duidelijk achter bij eerdere jaren, maar dat zal beslist met het bestendige warme weer van de laatste jaren te maken hebben. Ook de opwarming van de aarde kan een rol van betekenis spelen. Met z’n vieren hebben we ons desalniettemin - een dag eerder dan gepland - prima vermaakt met zo nu en dan zelfs het zonnetje in de rug. Soms had de jas er wel even bij uit gekund
|
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Wim Wijering
Foto’s: Wim Wijering