NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Aktiviteiten >
      • Landschapsonderhoud
      • Excursie verslagen
      • Ringaktiviteiten
      • Waarnemingen
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Vogeltrektellingen
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender maart 2016

De maand maart 2016 gaat de boeken in als een (te) koude maand. Nochtans was het vrij zonnig met meer dan de gebruikelijke zonuren. Dat was vooral in de eerste helft van de maand het geval. De tweede helft van maart was juist erg somber. Na de op één na zachtste winter uit de geschiedenis bleef een vroege start van de lente deze maand uit. Het vroor maar liefst dertien keer. Dat is beduidend meer dan het normale aantal van acht vorstdagen. Ook was er geregeld sprake van mist, alhoewel dat in de fotografiewereld niet zelden ook een pré kan zijn. We zijn er in maart in ieder geval geregeld op uit getrokken met zelfs een weekje Lauwersmeer en omgeving. Dit alles heeft geresulteerd in verschillende mooie fotomomenten, waar we u graag deelgenoot van willen laten zijn.  

In deze kalendermaand zult u als steeds veel vogelfoto’s aantreffen. Daar ligt toch vooral onze fotografiepassie. Op volgorde van plaatsing zijn het deze keer: blauwe kiekendief, velduil, torenvalk, rouwkwikstaart, brandgans, brilduiker, eider, zwarte zee-eend, nogmaals eider, wintertaling, slobeend, kraanvogel, fazant, boomkruiper, kleine barmsijs, zwarte mees, graspieper, keep, houtduif,  kleine zilverreiger, fuut en wilde eend. Verder hebben we opnames gemaakt van:  golfslag, grauwe veldwants, wilgenkatjes, kerspruim, rode heidelucifer en adder. De sessie wordt afgesloten met twee sfeerfoto’s. Wij wensen u als steeds veel kijk- en leesplezier toe en verwijzen u graag naar de eerstvolgende natuurfoto’s, die u medio april in de rubriek “Recente Foto’s” van ons mag verwachten.

We beginnen de kalendermaand voor de verandering eens met een aantal roofvogels van het open land.

Blauwe kiekendief man 01-03-2016 omg OmleidingkanaalBlauwe kiekendief man 01-03-2016 omg Omleidingkanaal
Zoals u wellicht al opgemerkt hebt, doen we in de wintermaanden onze uiterste best om zo nu en dan een Blauwe kiekendief (Circus cyaneus) voor de lens te krijgen, ook al valt dat lang niet altijd mee. Ten eerste zijn het er nog maar weinig en ten tweede heb je bij het vastleggen van een dergelijke soort in de regel veel geduld nodig. Dit keer viel het oog op een mannetje Blauwe kiekendief, waarschijnlijk een 3e jaars exemplaar, zittend in een weiland.  Dat is weliswaar voor blauwe “kieken” heel gewoon, maar ze vallen zo bijna niet op, omdat ze van afstand meer op een houtduif lijken dan op een roofvogel. Het wordt een stuk eenvoudiger als ze gaan vliegen, want dan is de  karakteristieke vlieghouding een goed kenmerk. In het broedseizoen kom je ze in ons land vrijwel niet meer tegen. Naar verluidt broeden er jaarlijks nog hooguit 10 broedparen in ons land (Waddeneilanden en Oost Groningen).

Velduil 18-03-2016 Ezumakeeg foto Leo WijeringVelduil 18-03-2016 Ezumakeeg foto Leo Wijering
Net als de blauwe kiekendief was de Velduil (Asio flammeus) ooit ook een vrij gewone broedvogel in ons land. Vanaf de 80’er jaren ging het echter snel bergafwaarts met deze dagactieve uilensoort. Intussen zijn velduilen zeldzame grondbroeders geworden. Tot voor kort zag het er zelfs naar uit dat de soort geheel en al als broedvogel uit ons land zou verdwijnen. En plots was daar jaargang 2014 met z’n vele woelmuizen en kregen we te maken met een heuse opleving. Het broedjaar 2015 leverde dan ook flink wat vliegvlugge jongen op, waar we als vogelliefhebbers in de 2e helft van vorig jaar en deze winter heerlijk van konden genieten. Op de wellicht bekendste vogelspotplek van ons land (Ezumakeeg) hielden zich de afgelopen tijd meerdere exemplaren op, die zich bovendien weinig schuw gedroegen. Zeer veel natuurfotografen, waaronder wij,  hebben recentelijk dan ook van dit buitenkansje gebruik gemaakt. 

Torenvalk ~ man biddend ~ 19-03-2016 Haaksbergerveen  foto Laurents ten VoordeTorenvalk ~ man biddend ~ 19-03-2016 Haaksbergerveen foto Laurents ten Voorde
Biddende Torenvalken (Falco tinnunculus) langs de snelweg of boven een weiland zal  ieder van u wel eens hebben gezien. Door tegen de wind in te vliegen staan ze vrijwel stil in de lucht, waarbij ze afhankelijk van diezelfde wind klapwieken met hun vleugels en hun staart spreiden. De mannetjes zijn goed herkenbaar aan de grijsblauwe kop, de roodbruine rug, de vleugels met donkere vlekken en de grijsachtige staart met zwarte eindbandering. Het bijzondere aan deze foto is de symmetrie in het vliegbeeld, ook al is de kop niet zichtbaar. Dat maakt deze opname toch best wel speciaal. Daar waar de velduil verzot is op woelmuizen, is de torenvalk dat op zijn / haar beurt op veldmuizen. 

​

Rouwkwikstaart 20-03-2016 Ezumakeeg foto Leo WijeringRouwkwikstaart 20-03-2016 Ezumakeeg foto Leo Wijering
Drie van ons hebben deze maand meerdere dagen doorgebracht in het Lauwersmeergebied, hetgeen weer heel wat leuk fotomateriaal heeft opgeleverd, te beginnen met deze Rouwkwikstaart (Motacilla yarrellii).  Deze soort, die vroeger als ondersoort van de Witte kwikstaart (Motacilla alba) werd beschouwd,  heeft een zwarte, in plaats van een grijze rug.  Ze zijn eveneens herkenbaar aan twee opvallend witte vleugelstrepen. Toch blijft de determinatie lastig, omdat beide soorten regelmatig met elkaar hybridiseren. Ook bij deze vogel zou dat zo maar eens het geval kunnen zijn, vanwege het vele wit op de vleugeldekveren. In ons land worden overigens - met name langs de kust - in het voorjaar geregeld rouwkwikstaarten gezien. Broeden doen ze trouwens ook in ons land. Het zijn dan vaak mannetjes van de rouwkwikstaart, die een mengpaar vormen met een vrouwtje van de witte kwikstaart.

Brandganzen 16-03-2016 omgeving Anjum  foto Wim WijeringBrandganzen 16-03-2016 omgeving Anjum foto Wim Wijering
De kleuren zwart, wit en grijs van de rouwkwikstaart vind je ook terug bij de prachtig getekende Brandgans (Branta leucopsis). Deze relatief kleine ganzensoort broedt pas circa 30 jaar in ons land. Hun oorspronkelijke leefgebied is te vinden in Spitsbergen, Groenland en Noord-Rusland.  Bij  de uitbreiding van hun broedareaal zijn ze waarschijnlijk geholpen door de aanwezigheid van gedomesticeerde brandganzen, die als siervogels worden gehouden in parken en tuinen. In de loop der tijd zijn er veel van deze ganzen ontsnapt of vrij gelaten. Als wintergast is hij al helemaal niet meer uit ons land weg te denken. Soms overwinteren er hier wel meer dan 800.000 exemplaren. Ze steken wat dat betreft de kolgans naar de kroon. In Friesland zagen we in maart enorme aantallen foeragerende brandganzen, waarvan deze foto slechts een kleine afspiegeling is

Brilduiker vrouw ~18-03-2016 Lauwersmeer foto Fons WijeringBrilduiker vrouw ~18-03-2016 Lauwersmeer foto Fons Wijering
De eerste broedgevallen in ons land van de Brilduiker (Bucephala clangula) in ons land dateren eveneens van circa 30 jaar geleden. In tegenstelling tot de brandgans heeft deze eendensoort geen stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Het is een uiterst schaarse broedvogel gebleven, die in holen broedt, net als de bergeend. Wel trekken ze in grote aantallen door en mogen we ze in behoorlijke aantallen als wintergast begroeten. Vooral het Deltagebied is een echte trekpleister. Op de foto een vrouwtje van deze duikeend bij de Vlinderbalg in het Lauwersmeergebied, gemaakt vanuit een laag standpunt. Dat betekent in tijgersluipgang naar de waterkant als de vogel “onder” is en dan maar wachten tot d ‘ie dicht genoeg bij de kant komt.

Eider ~ man ~ 18-03-2016 Lauwershaven  foto Wim WijeringEider ~ man ~ 18-03-2016 Lauwershaven foto Wim Wijering
In de nabijgelegen Lauwershaven zijn niet zelden leuke opnames te maken, alhoewel dat in de nabije toekomst waarschijnlijk drastisch zal gaan veranderen, gezien de vele bouwactiviteiten van dit moment. Bijgaand dit mannetje van de Eider (Somateria mollissima), die met recht een aan de  kust gebonden zeevogel genoemd mag worden. In het binnenland zie je ze dan ook maar hoogst zelden. Eiders leven van schelpdieren, krabben en kreeftachtigen en broeden op eilanden en andere rustige plaatsen nabij de zee. Nederland ligt aan de zuidgrens van z’n broedareaal. Het fotograferen van het mannetje van de Eider is vaak erg lastig vanwege de bijzondere kleurtekening van deze soort. Vooral het goed belicht krijgen van de witte - en donkere delen stuit niet zelden op problemen, evenals het zichtbaar krijgen van het donkere oog.  

Zwarte zee-eend  ~ vrouw ~ 18-03-2016 Lauwershaven  foto Wim WijeringZwarte zee-eend ~ vrouw ~ 18-03-2016 Lauwershaven foto Wim Wijering
Ook dit vrouwtje van de Zwarte zee-eend (Melanitta nigra) kon op dezelfde locatie worden vereeuwigd. Meestal is deze soort ver op zee te zoeken en zie je slechts zwarte stipjes in de verte. Deze eendensoort kan behoorlijk diep duiken om voedsel te zoeken; tot wel 20 meter! Zwarte zee-eenden zijn doortrekkers langs de kust, die buiten het broedseizoen op onze kustwateren naar voedsel zoeken. Ze leefden tot voor kort vooral van schelpdieren, met name Spisula (nonnetjes en aanverwante soorten). In het recente verleden werden deze evenwel vooral door kokkelvissers opgevist. Vanaf de eeuwwisseling mag dat evenwel niet meer. De zwarte zee-eenden zijn hierdoor genoodzaakt geweest om op ander voedsel over te schakelen. Ze eten nu weliswaar jonge zwaardschedes, maar die kunnen de dichte Spisulabanken niet vervangen. De Nederlandse kustwateren zijn daardoor veel minder van belang geworden voor deze soort. Zoals op de foto te zien zijn de vrouwtjes niet zwart, maar ogen meer donkerbruin.  

Golfslag 17-03-2016 ~ wad Schiermonnikoog foto Fons WijeringGolfslag 17-03-2016 ~ wad Schiermonnikoog foto Fons Wijering
Als je toch in het Lauwersmeergebied bent is een dagje Schiermonnikoog aan te bevelen, vooral als er voorspeld wordt dat het een mooie zonnige dag gaat worden. Aldus namen we op 17 maart j.l. de boot naar dit mooie vogeleiland, waar we in het verleden al zo vaak geweest zijn en wat nimmer verveelt. Sterker nog: de zeelucht, de vele vogels en het eilandgevoel zorgen veelal voor veel inspiratie en extra energie. Weg van het verkeerslawaai en de druktes van alledag. Alleen de boottocht al is een belevenis op zich, waarbij zelfs de golfslag in de vroege ochtend nabij het wad een mooi fotomoment opleverde. ​

Eiders ~ in de vlucht ~ 17-03-2016 Schiermonnikoog foto Fons WijeringEiders ~ in de vlucht ~ 17-03-2016 Schiermonnikoog foto Fons Wijering
Kort voordat we bij de aanlegsteiger aanmeerden, vlogen er behoorlijke groepen en kleinere groepjes Eiders (Somateria mollissima) langs de wadkant met ons mee, waardoor de dag op voorhand al niet meer stuk kon. We hebben hiervan diverse mooie panoramafoto’s kunnen “schieten”, waarvan dit er één is.  Wist u trouwens dat eiders behoorlijk snel kunnen vliegen en wel tot boven de 110 kilometer per uur! We hebben trouwens op deze dag al lang niet meer zoveel eiders gezien aan de wadkant in vergelijking met een aantal jaren geleden. Hopelijk is dit een gunstig teken, want ook eiders hebben in het recente verleden behoorlijk te lijden gehad van de (mechanische) kokkel- en mosselvisserij. 

Wintertaling ~ man ~ 17-03-2016 Westerplas Schiermonnikoog   foto Wim WijeringWintertaling ~ man ~ 17-03-2016 Westerplas Schiermonnikoog foto Wim Wijering
In de winterperiode verblijven er grote groepen Wintertalingen (Anas crecca) in ons land, zo ook op Schiermonnikoog waar dit mannetje vanuit de kijkhut op de Westerplas kon worden geportretteerd. Scandinavië, maar ook Finland en Rusland herbergen enorme aantallen wintertalingen. Het is een fraai eendje, althans het mannetje in broedkleed, zoals te zien op de foto. Let maar eens op de bijzondere koptekening (bruin met groen en scherp begrensd door gele randen).  Het zijn echte grondelaars, die op deze wijze kleine waterdieren, maar vooral plantaardig materiaal op hun menu hebben staan.

Slobeend~17-03-2016~ Westerplas Schiermonnikoog foto Fons WijeringSlobeend~17-03-2016~ Westerplas Schiermonnikoog foto Fons Wijering
De Westerplas was op deze bijzondere dag een eldorado voor tal van eenden-, ganzen- en meeuwensoorten. Het was soms geduldig wachten totdat er weer wat exemplaren dicht in de buurt kwamen van de kijkhut. Daartoe dit paartje Slobeenden (Anas clypeata) wat knus tegenover en vlak bij elkaar aan het foerageren was, waardoor het een leuk tafereeltje heeft opgeleverd. Slobeenden zijn alleseters en worden tot de weidevogels gerekend. Ze hebben een bijzondere snavel, waarvan het bovenste deel over het onderste ligt. Hiermee slobberen ze kroos en waterdiertjes uit het water. In geen enkel ander Europees land broeden zoveel slobeenden als in Nederland.

Grauwe veldwants ~ Rhapigasater nebulosa ~ 08-03-2016 Nijstad Weerselo  foto Wim WijeringGrauwe veldwants ~ Rhapigasater nebulosa ~ 08-03-2016 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
Tot zover het eerste deel van onze vogelgalerij. Tijd nu voor wat aandacht aan andere natuuraspecten. Door de opwarming van het klimaat komen steeds meer soorten, die we hier vroeger nagenoeg niet tegenkwamen, steeds vaker voor. Dat geldt onder meer voor deze afgebeelde Grauwe veldwants (Rhaphigaster nebulosa), die tot voor kort vrij zeldzaam was in ons land. Dit exemplaar wat ook wel Grauwe schildwants wordt genoemd, werd met enkele soortgenoten op de zolderkamer aangetroffen, waar deze ontegenzeglijk heeft overwinterd. Enkele exemplaren hebben de winterperiode weliswaar niet overleefd, maar twee exemplaren kropen gezond en wel langs het dakraam. We hebben ergens gelezen dat ze thuis geheel onschuldig zijn en dat ze bij redelijk weer (geen vrieskou) naar buiten kunnen worden gebracht en aldus is geschied, niet echter dan nadat er foto’s van waren gemaakt.

Mannelijke wilgenkatjes ~ in bloei ~ 12-03-2016 Budel Dorplein   foto Wim WijeringMannelijke wilgenkatjes ~ in bloei ~ 12-03-2016 Budel Dorplein foto Wim Wijering
Dat de lente op komst is, merk je al een poos aan de in bloei staande Wilgenkatjes (Salix sp.). Die verschijnen al vroeg in het voorjaar, terwijl de takken nog kaal zijn. Omdat er nog geregeld vorst was, kwam de bloei dit jaar iets later op gang. Temperatuur en standplaats spelen echter bij dit alles een bepalende rol. De bloeiwijze van de wilg lijkt op die van een katje; vandaar de naamgeving. Wilgenkatjes zitten of zo u wilt staan op de tak, dit in tegenstelling tot de hangende katjes van populieren en hazelaars. De katjes zijn voor insecten een belangrijke leverancier van stuifmeel. Wist u trouwens dat het kauwen op een wilgentakje kan helpen tegen hoofdpijn? Dat komt namelijk door het salicylzuur wat er in zit.

Kerspruim ~ bloeivorm ~ 10-03-2016 Arboretum de Lutte  foto Wim WijeringKerspruim ~ bloeivorm ~ 10-03-2016 Arboretum de Lutte foto Wim Wijering
De bloeivorm van deze Kerspruim (Prunus cerasifera) willen we u in deze sessie evenmin onthouden.  De Kerspruim wordt ook wel  kroos of myrobalaan genoemd en is een plant uit de rozenfamilie. Van nature horen ze thuis in de Balkan en verder tot Midden-Azië. Ze zijn elders echter aangeplant vanwege de eetbare vruchten.  Dit vooral als fruitboom of in hagen. Verder wordt de kerspruim veel gebruikt als onderstam, om er andere Prunussoorten op te enten. Hierdoor zijn ze geschikt in laagstamboomgaarden. U begrijpt dat je dan niet op een krikkemikkige ladder hoeft te staan om de vruchten te oogsten. Ook in het Arboretum in de Lutte staan enkele bomen. Mogelijk is dit een hybride van de kerspruim met een sleedoorn.

Rode heidelucifer 06-03-2016 Buursermeertje  foto Rinus BaayensRode heidelucifer 06-03-2016 Buursermeertje foto Rinus Baayens
Van de kerspruim nu naar de fraai ogende Rode heidelucifer (Cladonia floerkeana). Dit is een korstmos, welke zowel voorkomt op venige als zandige grond en op rottend hout. Ze zijn te vinden in heiden, stuifzanden en duinen. Soms kom je ze zelfs op rieten daken tegen. Hoewel de rode heidelucifer beschouwd wordt als een bekermos, heeft het gek genoeg geen echte bekertjes. Het korstmos bestaat uit rechte stengeltjes. Net als Rood bekermos (Cladonia coccifera) maakt deze korstmossoort rode vruchtlichaampjes aan, die niet veel groter zijn dan de kop van een lucifer. Beide soorten lijken erg veel op elkaar en worden niet zelden met elkaar verward. Dat laat onverlet dat dit een alleszins kleurrijke foto is, die we graag met u willen delen.  ​

Adder 28-03-2016 Haaksbergerveen  foto Laurets ten Voorde  Adder 28-03-2016 Haaksbergerveen foto Laurets ten Voorde
Gebieden met veen en heide vormen ook het leefgebied van de Adder (Vipera berus). Vroeg in het voorjaar, dat kan al in februari, maar meestal in maart zijn, komen de mannetjes als eerste uit hun winterslaap tevoorschijn. Goede weersomstandigheden (temperatuur), gecombineerd met de inwendige klok spelen bij deze ontwaakcyclus een belangrijke rol. Het afgebeelde exemplaar is dan ook vrijwel zeker een mannetje. Pas in april verschijnen namelijk de vrouwtjes en de jongere dieren. Koudbloedige dieren, zoals de adder, hebben de zon nodig om op te kunnen warmen. De hele winter, zo vanaf oktober, hebben ze immers onder de grond doorgebracht. In de tweede helft van april gaan de mannetjes op zoek naar een vrouwtje. Als ze die hebben gevonden, volgt er een  ingewikkelde paring, waarna de dieren zich weer opsplitsen en ieder hun eigen weg gaan. ​

Kraanvogels 19-03-2016 veengebied  foto Laurents ten VoordeKraanvogels 19-03-2016 veengebied foto Laurents ten Voorde
Februari / maart is ook vaak de periode waarop we weer volop Kraanvogels (Grus grus) kunnen zien overtrekken. Als de groepen groot genoeg zijn hoor je ze niet zelden al van verre. De enorme kraanvogeltrek over zuidoost Nederland op  09 maart j.l. is voor velen niet onopgemerkt gebleven. Met regelmaat maakten de overvliegende kraanvogels op deze dag gebruik van de thermiek. Het zijn grote en majestueuze vogels en voor veel vogelaars één van de meest favoriete vogelsoorten. Zelf krijg ik van het nasale, schelle getrompetter van deze soort ook nog altijd kippenvel. De in Nederland doortrekkende kraanvogels broeden in Scandinavië en overwinteren in Zuid-Spanje en Noord Afrika. Al vijftien jaar broedt de soort gelukkig weer in ons land. Er is zelfs sprake van een lichte toename. Wellicht gaat het dit jaar ook lukken met dit tweetal, alhoewel het nog veel te vroeg is om daar nu al een uitspraak over te doen. 

Fazant haan in laat zonlicht 05-03-2016 Beuningerachterveld foto Leo WijeringFazant haan in laat zonlicht 05-03-2016 Beuningerachterveld foto Leo Wijering
Kraanvogels zijn nauw verwant aan de hoenderachtigen, maar dat verwacht je eigenlijk niet. Bij deze familie denk je toch eerder aan een soort als de Fazant (Phasianus colchicus) dan aan een kraanvogel.  Dat neemt niet weg dat een Fazantenhaan er - zeker als het late zonnetje er op schijnt - prachtig gekleurd uitziet.  Het oorspronkelijke leefgebied van de fazant ligt vooral in Azië. De soort komt echter ook voor in een aantal voormalige Russische landen. Bij ons is de fazant lang geleden als jachtvogel ingevoerd. De thans in ons land voorkomende fazant is ontstaan uit een mix  van verschillende ondersoorten en varianten. Het zijn, wat men noemt, loopvogels, die bij onraad het eerst op een lopen zetten. Pas als de dreiging te groot wordt zal een fazant met veel lawaai en luid fladderende vleugels  op de wieken gaan. 

Boomkruiper 22-03-2016 omgeving Lochem  foto Fons WijeringBoomkruiper 22-03-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Na deze flink uit de kluiten gewassen vogelsoorten  is het nu tijd voor een aantal wat kleinere soorten, te beginnen met deze Boomkruiper (Certhia brachydactyla).  Alhoewel ze niet schuw zijn, valt het lang niet altijd mee om ze scherp op de foto te krijgen, omdat ze voortdurend in beweging zijn. Dat is bij dit exemplaar echter prima gelukt. Zoals u zelf kunt constateren zijn het qua kleurstelling geen opvallende vogels. Ze hebben echte “muskleuren”. Wat wel opvalt zijn de stugge staartveren, die vooral gebruikt worden bij het naar boven kruipen langs de stam van een boom, zoals je dat ook ziet bij spechten. Ook de dunne sikkelvormige snavel is een opvallend kenmerk bij deze soort. Hiermee peuteren ze insecten en larven uit de schors van bomen. 

Kleine Barmsijs 22-03-2016 omgeving Lochem  foto Fons WijeringKleine Barmsijs 22-03-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
In Nederland kun je in de winterperiode meerdere soorten barmsijzen tegenkomen. Er is er echter maar één, die ook in Nederland broedt en dat is de afgebeelde Kleine barmsijs (Carduelis cabaret). Het aantal broedparen van deze soort is echter zeer beperkt. De kleine barmsijs lijkt sterk op de grote barmsijs. In de winter kun je ze in gemengde groepen tegenkomen.  De kleine barmsijs is normaliter goed te herkennen aan z’n donkerbruine uiterlijk.  Omdat we een vooraanzichtfoto hebben gemaakt, is dat in dit geval wat minder goed te zien. Wel goed te zien is de rode (voor)kruin en het zwarte befje. Ze voeden zich vooral met het zaad van berken.  Niet zelden hangen ze, net als mezen, ondersteboven aan takjes. 

Zwarte mees 10-03-2016 omgeving Lochem  foto Leo WijeringZwarte mees 10-03-2016 omgeving Lochem foto Leo Wijering
Van vergelijkbare grootte als zijn beide voorgangers is de Zwarte mees (Parus ater), die wel wat weg heeft van een klein formaat koolmees, maar duidelijk minder kleurrijk is. Het zijn echte naaldhout-bewoners, die vooral spinnen en insecten eten, die ze in de bovenste lagen van de bomen vinden. In de winter schakelen ze over op zaden. Dat verklaart meteen waarom dit exemplaar aan de waterkant kon worden gefotografeerd om z’n dorst te lessen.  De Nederlandse broedvogels zijn echte standvogels. In het winterhalfjaar krijgen ze gezelschap van vogels uit (Noord) Oost Europa. De zwarte mees behoort tot de weinige bosvogels die de laatste decennia een duidelijk negatieve trend vertonen. De kuifmees vertoont een vergelijkbaar patroon.

Graspieper 28-03-2016 De Marsen Drenthe  foto Leo WijeringGraspieper 28-03-2016 De Marsen Drenthe foto Leo Wijering
We staan er wellicht niet vaak bij stil, maar vogels krijgen natuurlijk wel regelmatig te maken met allerlei weerelementen. Ze hebben -  om maar wat te noemen - geen verwarmd huis / auto, een paraplu of droge kleren. Als u de foto van deze Graspieper (Anthus pratensis) vluchtig bekijkt dan valt u op het eerste gezicht waarschijnlijk niets bijzonders op. Als je echter beter kijkt,  dan zie je dat de vogel zich als het ware tegen het draad aandrukt en deze met zijn poten / nagels stevig omklemt. De foto is dan ook genomen bij windkracht 6, waarbij de vogel -  al balancerend - zwaar op de proef werd gesteld. Natuurlijk zullen de betweters zeggen: “wat een dom beest; was toch gewoon in het gras gaan zitten”, maar ja, wie zijn wij!?

Keep ~ man ~ 26-03-2016 omgeving Lochem  foto Fons WijeringKeep ~ man ~ 26-03-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Een tikkeltje groter is de Keep (Fringilla montifringilla); zeg maar de noordelijke tegenhanger van  onze vink. Als broedvogel kom je deze vinkachtige in Nederland vrijwel niet tegen. Hoe anders is dat in Scandinavië, waar de keep één van de meest talrijke broedvogels is. Gek genoeg ontbreekt daar echter de gewone vink. In de winter verblijven er soms grote aantallen Scandinavische kepen in Nederland. Dat is echter lang niet elke winter zo. Vinken en kepen trekken in deze periode graag in gemengde groepen met elkaar op en zijn vooral te vinden op plekken met beukennootjes. Daar zijn ze namelijk verzot op. Als zo’n groep vinken opvliegt dan haal je de kepen er zo tussenuit. Hun witte stuit valt namelijk erg op. Op de foto ziet u een mannetje wat al aardig op weg is naar zijn kleurrijke zomerkleed.  

Houtduif 10-03-2016 omgeving Lochem  foto Leo WijeringHoutduif 10-03-2016 omgeving Lochem foto Leo Wijering
Houtduiven (Columba palumbus) kom je in ons land in feite overal tegen. Je ziet ze in tuinen, parken, houtwallen, bossen etc. Meestal zijn de vogels op de grond aan het foerageren. Vooral eikels eten ze graag. Niet zelden zitten ze in een boom of op een gebouw luid te koeren, waar niet ieder op elk moment van de dag van gediend is. Vooral niet in de vroege ochtend. Ook de duivenpoep wordt niet altijd geapprecieerd. Kortom; de houtduif wordt door de mens nogal eens met een scheef oog aangekeken. Hopelijk mag de houtduif na het zien van deze foto op wat extra krediet rekenen. De opname is gemaakt vanuit een laag standpunt, terwijl de vogel grotendeels schuil gaat achter een hoeveelheid mos.

Kleine zilverreiger 18-03-2016 Bantpolder Lauwersmeergebied  foto Leo WijeringKleine zilverreiger 18-03-2016 Bantpolder Lauwersmeergebied foto Leo Wijering
Een heel stuk minder algemeen is de Kleine zilverreiger (Egretta garzetta). Voor een dergelijke soort moet je heel wat meer moeite doen om deze te zien te krijgen. In de achtertuin of op het dak van de woning zal je deze vogels beslist niet tegenkomen.  Het is dan ook een bewoner van moerassen en andere gebieden met ondiep zoet of zout water. In Zeeland en op de Wadden heb je de grootste kans om ze tegen het lijf te lopen.  En dat is nu net waar de afgebeelde vogel op de gevoelige plaat kon worden gezet. Kleine “zilvers” kunnen niet goed tegen winterse periodes. Het is van origine dan ook een reigersoort, die z’n domicilie heeft in Zuid Europa. Ze onderscheiden zich van hun grotere neven, de grote zilverreigers, door het kleinere formaat, de zwarte snavel en de gele “voeten”.  

Fuut ~ rustend in het gras ~ 19-03-2016 Bantpolder foto Leo WijeringFuut ~ rustend in het gras ~ 19-03-2016 Bantpolder foto Leo Wijering
Dan nu een tweetal foto’s, waarbij de opnamelocatie op z’n minst wat vraagtekens oproept. Zoals u ziet zit deze Fuut (Podiceps cristatus) niet op het water, maar op het land en dat terwijl het een echte watervogel  is en eigenlijk nooit op land te vinden is. De reden is namelijk dat zijn ver naar achter geplaatste zwempoten het moeilijk maakt om te lopen. Je zou denken dat d’ie wellicht hier vliegend terecht is gekomen, maar vliegen doen ze evenmin graag. Dat gebeurt pas als het echt nodig is. Zwemmen en duiken is wat ze het liefst doen. Waarom dit dier dan zijn heil heeft gezocht in het gras zal wel altijd een vraagteken blijven. De mogelijkheid van ziekte of slachtoffer van het een of ander is natuurlijk altijd mogelijk, maar daarvoor was geen enkele aanwijzing.  

Ochtendnevel 06-03-2016 Buurserzand  foto Rinus BaayensOchtendnevel 06-03-2016 Buurserzand foto Rinus Baayens
We sluiten de maartsessie af met twee sfeerbeelden. Allereerst deze. Het is vroeg in de ochtend en het vriest. De ochtendnevel hangt nog over de velden. Het zicht is heel beperkt en er is weinig kleur.  Maar daar staat wel die eenzame eik midden in een weiland. Eenvoud in optima forma, maar wel sfeervol. Het lijkt wellicht eenvoudig om een dergelijke foto te maken, maar trek er eerst onder deze omstandigheden maar eens op uit. Menigeen gaat eenvoudigweg de deur niet eens uit. Verder neigt de camera onder dergelijke omstandigheden al snel naar grauwe en grijze tinten. Je zult dus de belichting moeten compenseren. En zo zijn er meer aangelegenheden waar rekening mee moet worden gehouden. Het gaat immers ook over de beleving. Citaat van de fotograaf:  “Ik word iedere keer weer stil als het s’ morgens gevroren heeft en dan ook nog mistig is. Wat een sfeer! “

Wilde eend ~ vrouw op pergola ~ 22-03-2016 Nijstad Weerselo foto Wim WijeringWilde eend ~ vrouw op pergola ~ 22-03-2016 Nijstad Weerselo foto Wim Wijering
De Wilde eend (Anas platyrhynchos) is met voorsprong de bekendste watervogel. Maar wat heeft een vrouwtje wilde eend te zoeken in een woonwijk, in een begroeide tuin van amper 9 x 10 meter met rondom een stenen muur, een coniferenhaag en een houten schutting? Maar plots was ze er, aanvankelijk op het muurtje, daarna op de coniferen, aansluitend in het minuscule vijvertje (2 x 2 ½ meter) en tot slot op de pergola. Vier dagen was ze bij ons te gast en hield nauwgezet de bewegingen vanuit de woning in de gaten. Al die tijd hebben we niet gezien dat ze at, noch dat ze door legnood op zoek was naar een plek om te nestelen. Het meest vreemde was dat ze zeker 2 volle dagen op de pergola zat en alleen maar zo nu en dan de kop bewoog. Dat leverde bijgaand plaatje op wat we de titel “invliegopening te klein“ willen meegeven. U mag d’r zelf - indien gewenst - wat anders bij verzinnen. Op dag 5 zagen we het vrouwtje lopen, midden op straat en nog steeds in de woonwijk!

Zonsondergang 27-03-2016 Kempen-broek Budel Dorplein  foto Wim WijeringZonsondergang 27-03-2016 Kempen-broek Budel Dorplein foto Wim Wijering
De slotfoto is deze keer in het Paasweekeinde gemaakt, ver van huis. Om precies te zijn in het Kempen-Broek, op de grens van Belgisch Limburg, Nederlands Limburg en Noord-Brabant. Hopelijk kan deze foto  met: a. riet op de voorgrond; b. een zon, die op het punt staat onder te gaan; c. de dreigende lucht ; d. het rimpelige water en e.  de kleurstelling van het geheel, uw goedkeuring wegdragen. Wij zijn er in ieder geval meer dan tevreden over. Bij een dergelijke foto komt meestal toch het nodige kijken. Het is sowieso cruciaal om te weten hoe laat de zon onder gaat, want je moet er ruim van tevoren zijn. Uiteraard is het ook een pré om vooraf te weten waar je de foto gaat maken en last but not least is het vroegtijdig  inschatten wat de wolken gaan doen ook een belangrijk item. Wolken en kleurstelling bepalen vaak een belangrijk deel van de compositie. ​

Auteur: Wim Wijering
​

De foto’s zijn vervaardigd door: Leo, Fons en Wim Wijering
                                              Laurents ten Voorde
                                              
Rinus Baayens
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​