NATUUR- EN VOGELWERKGROEP --"DE GRUTTO"
  • Home
  • Werkgroepen
    • Weidevogel bescherming
    • Aktiviteiten >
      • Landschapsonderhoud
      • Excursie verslagen
      • Ringaktiviteiten
      • Waarnemingen
    • Uilen
    • Zwaluwen
    • Nestkasten
  • Foto 's
    • Recente foto's
    • Natuurkalender
    • Amfibieën en reptielen
    • Flora
    • Juffers en libellen
    • Landschappen
    • Paddenstoelen
    • Vlinders
    • Vogels
    • Zoogdieren
    • Aruba
  • Jeugd
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2020
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2019
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2018
    • Scholenproject Red de vlinder en de Bij 2017
    • Scholenproject Red de vlinder en de bij 2016
    • Jeugdnatuurgroep
    • Voorlichting en educatie
  • Overig
    • Vogeltrektellingen
    • Soortbeschrijving
    • Bijzondere verhalen
    • Reisverslagen
    • Natuurnieuws
    • Vraag en Antwoord
    • Uit de oude doos
    • In memoriam
  • Contact

natuurkalender januari 2016

Januari 2016 gaat beslist niet als wintermaand de boeken in. Vooral in de laatste week leek het wel een beetje voorjaar. Er werden namelijk behoorlijke aantallen overvliegende kraanvogels gezien, zingende merels gehoord en er kwamen al waarnemingen binnen van ontwaakte adders en atalanta’s. Hoe zo Koning Winter? Nu is deze weergave niet helemaal correct, omdat het medio januari wel degelijk even behoorlijk koud is geweest met zo hier en daar zelfs een pakket(je) sneeuw. Uiteraard hebben we van die korte koude opleving maximaal weten te profiteren, zodat we u toch wat winterse beelden kunnen laten zien. 
​
Voorts kwam één van onze nieuwe leden het natuurfotografengilde versterken. Zijn inbreng deze keer: twee opnames met daarop de grillen van moedertje natuur. Voor deze  bijzondere opnames is dit keer een uitzondering gemaakt, omdat deze niet in januari maar in oktober zijn gemaakt.

Wij hebben in de afgelopen kalendermaand diverse vogelsoorten op de gevoelige plaat weten vast te leggen. Het uiteenlopende gevleugelde gezelschap bestaat deze keer uit: glanskop, koolmees, heggenmus, roodborst, goudvink (2 x), groene- en zwarte specht, krak- en kuifeend, smient, Nijlgans, ekster, watersnip, ijsvogel, torenvalk (2 x) en blauwe kiekendief. Daarnaast hebben we twee soorten trilzwammen (gele- en klontjestrilzwam) weten te vinden, evenals een hele laat of vroeg bloeiende paarse dovenetel, wat larixappeltjes in de sneeuw en een mooie macro-opname van rafelig bekermos. Een landschapsfoto van de Rietplas bij Emmen en twee heel bijzondere opnames van een misvormde gewone pad completeren de januarisessie. 

Hiermee hebben we de spits van het nieuwe jaar afgebeten. Hopelijk zien we ook in de komende maanden weer kans om veel natuur bij u in de huiskamer te bezorgen. Wij wensen u veel kijk- en leesplezier toe en verwijzen u nu al naar de eerstvolgende natuurfoto’s, die u medio februari in de rubriek “Recente Foto’s” van ons mag verwachten.

Glanskop  ~op ijs ~ 21-01-2016 omgeving Lochem foto Fons WijeringGlanskop ~op ijs ~ 21-01-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Tijdens de korte periode van sneeuw en ijs hebben we nochtans kans gezien om verschillende winterse plaatjes te maken, te beginnen met deze Glanskop (Poecile palustris) op het ijs. Omdat de opname vanuit een laag standpunt is gemaakt, is mooi te zien hoe deze onopvallende mezensoort zich met zijn nagels op het ijs “staande” houdt. Daar waar kool- en pimpelmezen vaak nadrukkelijk aanwezig zijn, is dat bij glanskoppen absoluut niet het geval. Ze wachten veel liever hun beurt af. Beuken zijn voor glanskoppen erg belangrijk. De zaden zijn in de herfst en winter namelijk van levensbelang voor deze soort. In het voorjaar zoeken ze vooral hun voedsel in eiken. Om het helemaal compleet te maken: broeden doen ze het liefst in aangetaste of dode naaldbomen.

Koolmees ~ met teek aan de kop ~ 18-01-2016 omgeving  Lochem foto Fons WijeringKoolmees ~ met teek aan de kop ~ 18-01-2016 omgeving Lochem foto Fons Wijering
Om in de mezensfeer te blijven tonen we u deze keer ook een Koolmees (Parus major). Voor velen is het een vrij gemakkelijk te fotograferen soort vanwege zijn geringe schuwheid. Hij / zij is bovendien vaak in de buurt van de mens (voedertafels en nestkastjes) te vinden. Het afgebeelde exemplaar wilden we u laten zien, omdat deze een grote uitwas (vermoedelijk een teek) bij het oog heeft. Niet alleen teken, maar ook mijten, veerluizen en luisvliegen parasiteren op vogels. Ze voeden zich met bloed, veren of huidschilfers. De conditie van een vogel kan daar behoorlijk onder lijden. Bij trekvogels, die grote afstanden moeten overbruggen (zoals zwaluwen), kan dat al snel fataal aflopen.

Heggenmus 17-01-2016 Wilgenkamp Losser  foto Leo WijeringHeggenmus 17-01-2016 Wilgenkamp Losser foto Leo Wijering
In deze winterse opname zult u al gauw een Heggenmus (Prunella modularis) ontdekken. Normaliter valt deze soort amper op als d’ie rondscharrelt in de tuin en zich schuil houdt onder de struiken. Zelfs bij voedertafels moet je goed opletten om deze weinig opvallende vogels in het vizier te krijgen. Er is wel eens discussie over de noodzaak van het bijvoederen van vogels in de winter. Wij echter staan daar positief tegenover. Kleine vogels kunnen tijdens een koude winternacht immers wel tien procent van hun lichaamsgewicht verliezen. Bovendien is de tijd om voedsel te zoeken ’s winters maar kort. Om hun lichaamstemperatuur op peil te houden, hebben ze dan ook veel voedsel nodig. Met wat bijvoedering komen veel vogels dan ook prima de winter door. Wintervoedering van vogels zorgt daarnaast ook voor veel kijk- en fotografieplezier. Vogels, zoals de heggenmus, die anders verscholen blijven, laten zich dan mooi bekijken.

Larixappeltjes in de sneeuw 18-01-2016 omgeving Lochem  foto Wim WijeringLarixappeltjes in de sneeuw 18-01-2016 omgeving Lochem foto Wim Wijering
Larixappeltjes ~ ook wel kegels genoemd ~ worden vaak gebruikt bij het maken van Kerstdecoraties, waarvoor je overigens wel wat creativiteit nodig hebt. De creativiteit zit ‘m deze keer, zonder de appeltjes te hebben aangeraakt, in de “appeltjes” in de sneeuw. Dat geeft een dergelijk winters beeld altijd toch iets extra’s. Kruisbekken hebben ook iets met larixappeltjes. Niet vanwege het decoratieve aspect, maar vanwege de inhoud. Ze zijn namelijk verzot op de zaden. We kennen de Larix (Larix decidua) daarnaast ook vanwege de verkleuring van de naalden. Deze zijn in de lente aanvankelijk heldergroen, worden daarna zachtgroen en in de herfst kleuren ze oranjegeel.

Watersnip 18-01-2016 Oelemars Losser  foto Leo WijeringWatersnip 18-01-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
De spaarzaam in Nederland nog broedende Watersnippen (Gallinago gallinago) trekken in de winterperiode weg naar Zuid-Engeland en Zuidwest-Europa. Wij krijgen dan bezoek van soortgenoten, die afkomstig zijn uit een gebied dat tot diep in Rusland reikt. Ook de afgebeelde watersnip zou maar zo uit die contreien afkomstig kunnen zijn. De vogel kon worden geportretteerd in de vroege ochtendzon met rijp op de bodem en ijs op het water. Heel vaak vallen watersnippen niet op, omdat ze volledig opgaan in hun (moerasachtige) omgeving. Bij deze opname is dat evenwel niet het geval. Watersnippen vertrouwen op hun camouflagekleuren en vliegen vaak pas laat en zigzaggend op met iets wat klinkt als “etsch etsch”. 

Krakeend ~ vrouw ~ 18-01-2016 Oelemars Losser  foto Leo WijeringKrakeend ~ vrouw ~ 18-01-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
De titel bij deze foto zou kunnen luiden:  Spiegeltje, spiegeltje aan de wand ….., maar of dat bij een onregelmatige ijsvloer ook opgaat? Toch was de eerste reactie van één van mijn broers op de foto: “Je kunt meteen zien dat het een vrouwtje is “. En dat laatste klopt, want het is inderdaad het vrouwtje van de Krakeend (Anas strepera), die naar beneden kijkt. Het gaat deze soort voor de wind, want krakeenden hebben zich de afgelopen jaren in ons land met de factor 10 vermenigvuldigd. In de winter komen er zelfs nog meer krakeenden uit het Noordwesten van Europa bij om hier de koude maanden door te brengen. Het krakeendvrouwtje lijkt veel op het vrouwtje van de wilde eend. Het verschil zit ‘m in de oranjegele snavelrand en heel treffend:  de witte “spiegel” in de vleugel.

Kuifeenden ~ paartje in de vlucht ~ 13-01-2015 Schipbeek omgeving Diepenheim foto Fons WijeringKuifeenden ~ paartje in de vlucht ~ 13-01-2015 Schipbeek omgeving Diepenheim foto Fons Wijering
Het fotograferen van vogels in de vlucht is een stuk moeilijker dan vogels op een paal, op de grond of in een boom. Dat zal iedere natuurfotograaf onmiddellijk met ons eens zijn. Bij dit paartje laag over het water vliegende Kuifeenden (Athya fuligula) is dat ons inziens aardig gelukt. Het kost echter wel veel oefening om dergelijke foto’s te maken. Ook de technische knowhow van de cameramogelijkheden speelt daarbij een belangrijke rol. Een beetje geluk hoort er natuurlijk ook bij. In dit geval vlogen de vogels bijvoorbeeld boven en niet naast elkaar, zodat zowel het mannetje als het vrouwtje voldoende scherp in beeld konden worden gebracht.

Smient ~ man vleugel strekkend ~ 22-01-2016 Oelemars Losser  foto Leo WijeringSmient ~ man vleugel strekkend ~ 22-01-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Na krak- en kuifeend hebben we nog een eendensoort voor u “in de aanbieding”, te weten de Smient (Anas penelope). Ook deze soort kom je in zachte winters geregeld tegen. Smienten zitten vaak in grote groepen in het weiland om er te grazen. De “fluitende” roep van deze soort is vaak al van ver te horen. Bij (strenge) vorst houden smienten het niet lang uit. Hun vetlaag biedt voor hooguit drie dagen uitkomst. Daarna moeten ze verkassen naar warmere oorden. Op de foto ziet u een mannetje, herkenbaar aan zijn kastanjebruine kop met gele bles. De vleugelstrekhouding op de foto heeft enerzijds ten doel om het verenkleed te fatsoeneren en anderzijds om de spieren weer los te krijgen. 

Nijlgans ~ poetsend ~ 26-01-2015 Parc Sandur Emmen  foto Wim WijeringNijlgans ~ poetsend ~ 26-01-2015 Parc Sandur Emmen foto Wim Wijering
Een vogel, die je de laatste decennia ook geregeld op of bij het water kunt tegenkomen is de Nijlgans (Alopochen aegyptiacus) . Zoals de wetenschappelijke benaming al duidelijk maakt, komt deze eendensoort (het is geen gans) van origine uit Egypte. Aan de donkere vlek rondom het oog is de soort goed te herkennen. Uit waterwildcollecties ontsnapte exemplaren hebben er vanaf de zeventiger jaren voor gezorgd dat de Nijlgans gaandeweg een gewone verschijning in ons land is geworden. Hij weet zich zelfs zo goed te handhaven dat de aantallen jaarlijks nog steeds toenemen. Op de foto ziet u een exemplaar bezig om het verenkleed te fatsoeneren. Daar zijn vogels dagelijks vele uren mee bezig. 

IJsvogel~met braakbal ~ 18-01-2016 Oelemars Losser  foto Leo WijeringIJsvogel~met braakbal ~ 18-01-2016 Oelemars Losser foto Leo Wijering
Een soort, die zich niet prettig voelt bij winterse omstandigheden is de IJsvogel (Alcedo atthis). Vooral als veel waters dichtvriezen, heeft deze exotisch uitziende vogel het moeilijk. Gelukkig voor deze soort zijn we al tijden verstoken van strenge winters. Bovendien zijn er op veel plaatsen beekherstellende werkzaamheden uitgevoerd.  Het gaat de ijsvogel de laatste jaren dan ook weer voor de wind. Met enige regelmaat kun je ze weer tegenkomen, zoals in dit geval bij de Oelemars te Losser. IJsvogels voeden zich voornamelijk met vis en slikken deze in zijn geheel in. Niet alles wordt evenwel verteerd.  Meerdere keren per dag braakt de ijsvogel een braakbal op. Deze bestaat uit samengeperst onverteerd voedsel, zoals schubben, graten, stukjes gebeente etc. Op de foto ziet u een dergelijke braakbal, die kort daarna werd uitgespuugd. 

Roodborst 26-01-2016 Parc Sandur Emmen  foto Wim WijeringRoodborst 26-01-2016 Parc Sandur Emmen foto Wim Wijering
Over braakballen gesproken. Van uilen en roofvogels is dit fenomeen alom bekend en sinds de vorige foto nu dus ook van de ijsvogel. Wat u wellicht niet weet  is dat er nog veel meer vogelsoorten zijn die braakballen produceren. Wat te denken van: blauwe reiger, merel, kauw, ekster, maar ook tal van meeuwen en sterns. Ook veel (kleinere) zangvogels produceren braakballen, zoals de Roodborst (Erithacus rubecula). Ook bij deze soort worden de voedseldelen, die niet in de vogelmaag verteerd kunnen worden, uitgebraakt. Samensteller dezes was bij de afgebeelde roodborst getuige van de braakneigingen van het diertje, voorafgaand aan het uitspugen van de braakbal of beter gezegd het braakballetje, want groot zijn deze in de regel niet. Alhoewel niet, zoals bij de ijsvogel, het moment suprême kon worden vastgelegd, is nog wel de braakhouding te zien. 

Torenvalk ~ geringd exemplaar met prooi ~ 28-01-2016 De Marsen Drenthe  foto Leo WijeringTorenvalk ~ geringd exemplaar met prooi ~ 28-01-2016 De Marsen Drenthe foto Leo Wijering
Als je maar lang genoeg op de juiste plek blijft wachten, heb je soms het geluk dat een Torenvalk (Falco tinnunculus) na het bemachtigen van een prooi op zijn geliefkoosde “prooipaal” gaat zitten. Als je haar (het is namelijk een zij) ook nog eens ruimschoots de kans geeft om zich tegoed te doen aan de lekkernij (iets meer dan een gewoon muizenhapje), dan kun je daarna in alle rust opnames maken. Als je goed kijkt zie je dat de vogel aan de rechterpoot geringd is. De (gehele) ring kon niet worden afgelezen. Na enige tijd zal ook deze torenvalk van de onverteerbare delen een braakbal produceren. Het onderwerp zal bij u intussen wel niet al te smakelijk overkomen, maar daar heeft dit beestje natuurlijk maling aan.

Torenvalk ~ vrouw in duikvlucht ~ 28-01-2016 De Marsen Drenthe foto Fons Wijering (2)Torenvalk ~ vrouw in duikvlucht ~ 28-01-2016 De Marsen Drenthe foto Fons Wijering
Dezelfde Torenvalk (Falco tinnunculus) kwam een tijdje later wederom naast onze auto “bidden”. Deze keer waren we gefocust op het moment van toeslaan. Het begon spannend te worden toen de vogel zich iets laat zakken door even de vleugels stil te houden. Vervolgens werden de vleugels stijf tegen het lichaam gedrukt en de staart gespreid. Dan weet je dat het bijna zo ver is. De vogel laat zich aansluitend ~ met gespreide klauwen ~ als een baksteen schuin naar beneden vallen om zijn prooi te grijpen. Vlak voordat de vogel toesloeg, werden de vleugels en staart nogmaals gespreid. Dit moment kon, zoals u zelf kunt constateren, mooi op de gevoelige plaat worden vastgelegd. 

Blauwe kiekendief ~ vrouw in de vlucht ~ 25-01-2016 De Marsen Drenthe  foto Fons WijeringBlauwe kiekendief ~ vrouw in de vlucht ~ 25-01-2016 De Marsen Drenthe foto Fons Wijering
Een andere roofvogelsoort die we deze maand hebben weten te “kieken” (om maar eens een  woordspeling te gebruiken), is de Blauwe kiekendief (Circus cyaneus). Net als fazanten zijn Blauwe kiekendieven polygaam. Dat wil zeggen dat het blauwgrijs gekleurde mannetje er meerdere vrouwtjes op na houdt. Ooit is er op Terschelling een mannetje gesignaleerd met maar liefst 7 vrouwtjes! Als broedvogel is deze elegante roofvogelsoort bijna uit ons land verdwenen. De populatie is vermoedelijk gedaald tot onder de 20 broedparen. In de winterperiode zijn het er enkele honderden meer, want dan kunnen we hier wintergasten uit Scandinavië verwelkoment. Jagen doen ze hier voornamelijk op veldmuizen. De afgebeelde vogel -  een vrouwtje - kon worden vereeuwigd in Drenthe. Er vlogen er op dat moment vier; één mannetje en drie vrouwtjes. In tegenstelling tot de mannetjes zijn de vrouwtjes bruin van kleur, maar hebben net als de mannetjes een witte stuit. 

Rietplas bij Emmen 26-01-2016  foto Wim WijeringRietplas bij Emmen 26-01-2016 foto Wim Wijering
De Grote Rietplas is een kunstmatig aangelegd recreatiemeer aan de zuidkant van Emmen. Het werd aan het eind van de jaren 90 aangelegd. Deze omvangrijke plas werd indertijd verbonden  met de reeds bestaande Kleine Rietplas. De omgeving is erg belangrijk voor tal van vogels, die er in de rietkragen, op het water of in de kruidenrijke omgeving foerageren en jongen groot brengen. Bijgaande opname met veel lisdoddes, geeft u een indruk van dit meer dan interessante plassengebied. Kort geleden hebben we - kort voor zonsondergang - van nabij mogen meemaken dat de Grote Rietplas ook fungeert als voorverzamelplaats. Verschillende vogelsoorten, die in de nabijheid hun slaapplaats hebben, verzamelen zich hier in de wintertijd, voordat ze hun gezamenlijke slaapplek opzoeken. Hierbij valt te denken aan enorme aantallen kokmeeuwen, kauwen, roeken, spreeuwen, eenden en ganzen.  

Paarse dovenetel ~ bloeivorm ~ 13-01-2016 Beneden Dinkeldal Lattrop  foto Wim WijeringPaarse dovenetel ~ bloeivorm ~ 13-01-2016 Beneden Dinkeldal Lattrop foto Wim Wijering
Als medio januari de Paarse dovenetel (Lamium pupureum) nog in bloei staat, dan moet er welhaast iets met het weer (de temperatuur) aan de hand zijn. En dat was ook zo. Door het milde weer in december en de eerste helft van januari hebben veel wilde planten hun bloeitijd verlengd, terwijl ze bij een “normale” winter veel eerder zouden zijn gestopt. Dat kan ook het geval zijn geweest bij deze in bloei staande Paarse dovenetel. Op andere plaatsen werden begin januari ook soorten als madeliefje, paardenbloem, klein kruiskruid en herderstasje in bloei gemeld. De paarse dovenetel is een kleine, in West-Europa algemeen voorkomende lipbloemige soort. Het is in het voorjaar verder één van de vroegere bloeiers. 

Gerafeld bekermos 12-01-2016 Grote Veld omgeving Lochem foto Fons WijeringGerafeld bekermos 12-01-2016 Grote Veld omgeving Lochem foto Fons Wijering
Altijd lastig te determineren zijn de bekermossoorten, die in ons land voorkomen. Je zou aan de hand van de naamgeving verwachten dat dit plantjes zijn, maar een korstmos is niets anders dan een samenlevingsvorm (symbiose) van een alg met een schimmel. Bekermossen behoren samen met de rendiermossen en heidestaartjes tot de zogeheten Cladoniagroep. Hiervan komen in ons land 50 soorten voor, waarvan er 20 op de Rode lijst staan. Alhoewel we geen echte kenners zijn van korstmossen, menen we bij deze foto toch het Rafelig bekermos (Cladonia ramulosa) te herkennen. Deze groeit zowel op bomen, als op de grond, als op hout. Kenmerkend schijnt de “ontplofte” beker te zijn, die er plat en “vertakt” uitziet. Korstmossen zijn goede indicatoren hoe het met het milieu is gesteld.

Klontjestrilzwam 15-01-2016 Grote Veld omgeving Lochem foto Fons WijeringKlontjestrilzwam 15-01-2016 Grote Veld omgeving Lochem foto Fons Wijering
De Klontjestrilzwam (Myxarium nucleatum) staat wetenschappelijk ook te boek als (Exidia nucleata). Het is een in Nederland algemeen voorkomende  trilzwam. Het vruchtlichaam ziet er kussen- tot kogelvormig uit en heeft een diameter tot 1,5 cm. De kleur is wit tot roze-achtig. Deze slijmerige zwam komt voor op allerlei soorten takken; vooral op loofhout. De kenmerkende klontjes in de zwam zijn op de foto niet goed zichtbaar. Even was er twijfel of het geen Kerntrilzwam (Tremella encephala) kon zijn, die op dode naaldbomen te vinden is, maar daarvoor bleken de verschillen te groot..

Gele trilzwam 13-01-2016 Beneden Dinkeldal Lattrop  foto Wim WijeringGele trilzwam 13-01-2016 Beneden Dinkeldal Lattrop foto Wim Wijering
Ook kon in deze kalendermaand de Gele trilzwam (Tremella mesenterica) worden gefotografeerd. De Nederlandse naam "trilzwam" slaat op de geleiachtige structuur van het vruchtlichaam. Het geleiachtige vruchtlichaam is bij deze soort helder geel van kleur, maar niet zelden komen ook knaloranje exemplaren voor. Ze kunnen flinke afmetingen bereiken tot wel 10 cm. De soort verschijnt meestal in koelere periodes. Dit kan in de late herfst zijn, in de winter, maar ook in het vroege voorjaar. Je treft ze veelal aan op rottend hardhout.  In Aziatische landen wordt deze zwam als geneesmiddel gebruikt bij longaandoeningen.

Gewone pad ~ misvormd exemplaar ~ 20-10-2015 foto Rinus BaayensGewone pad ~ misvormd exemplaar ~ 20-10-2015 foto Rinus Baayens
De natuur kan af en toe raar uit de hoek komen. Zo nu en dan zie je tweekoppige dieren of  zelfs kalveren met zes poten voorbijkomen, maar een “gedrocht”, zoals op bijgaande foto’s hebben we nog niet eerder gezien. Het diertje werd ontdekt terwijl er voor fotografiedoel-einden gezocht werd naar kleine paddenstoelen. Daarbij viel het oog plots op een beweging op het veenmos. Je gelooft eerst je eigen ogen niet, omdat moedertje natuur hier wel iets heel vreemds had “geboetseerd”. Het bleek onmiskenbaar een levende amfibie te zijn. Van achteren leek het in alle opzichten op een Gewone pad (Bufo bufo), maar van voren leek hij (of zij) meer op een “klein model zoetwaterkrokodil”. Zeg nou zelf!

Gewone pad ~ misvormd exemplaar ~ 20-10-2015  foto Rinus BaayensGewone pad ~ misvormd exemplaar ~ 20-10-2015 foto Rinus Baayens
Eerst leek het of dit exemplaar, wat inmiddels gedetermineerd is als een misvormde Gewone pad (Bufo bufo), volkomen blind was, maar dat bleek bij nader inzien niet zo te zijn.. Misvormingen kunnen het gevolg zijn van ernstige vervuilingen van de directe leefomgeving. Denk maar eens aan Tsjernobyl. Kikkers en padden zijn bovendien uiterst gevoelig voor vervuiling. De hormoonhuishouding kan hierdoor behoorlijk verstoord raken met als gevolg misvormingen en veranderingen in het uiterlijk. De foto is evenwel gemaakt in het Buurserzand en daar is van vervuiling geen sprake. Wij gaan er derhalve vooralsnog van uit dat de vreemdsoortige koptekening bij deze pad een aangeboren iets is, mogelijk als gevolg van vitaminegebrek bij de ouderdieren.

Ekster in de vlucht 26-01-2016 Parc Sandur Emmen  foto Wim WijeringEkster in de vlucht 26-01-2016 Parc Sandur Emmen foto Wim Wijering
Terug nu naar de vogelwereld. Eksters (Pica pica) lijken van afstand zwartwit van kleur te zijn, maar in het zonnetje komt ook de metaalgroene- of blauwe glans op het verenkleed tevoorschijn. In de vlucht is de vogel duidelijk herkenbaar aan zijn fladderende vlucht en de lange, trapsgewijs toelopende staart, wat hier op de foto goed te zien is. In tegenstelling tot de meeste kraaiachtigen hipt de ekster op de grond. Zijn familieleden doen dat niet, maar stappen gewoon in het rond. Zoals alle kraaiachtigen is de ekster een echte alleseter. Eksters zijn hondstrouw naar hun eigen partner toe en vormen levenslange broedparen, net als kauwen overigens. 
​

Zwarte specht ~ vrouw ~ 21-01-2016 omgeving Lochem  foto Leo WijeringZwarte specht ~ vrouw ~ 21-01-2016 omgeving Lochem foto Leo Wijering
Zwarte spechten (Dryocopus martius) zijn in de regel goed tot redelijk goed herkenbaar. Beide geslachten zijn namelijk zwartbruin van kleur en hebben een hoeveelheid rood boven op de kop. Bij mannetjes loopt het rood over de kop door tot aan de snavelbasis; bij vrouwtjes begint de rode verkleuring pas boven op de kop. Daar zit ‘m het belangrijkste verschil tussen man en vrouw. Als nestboom geven ze de voorkeur aan beuken. Daarin worden de meeste holtes “gehakt”, waar ook veel andere boomholtebewoners van mee profiteren. Foerageren doen ze  daarentegen het liefst in naaldbossen met verspreid staande loofbomen. In deze bossen consumeren ze vooral mieren; het hoofdvoedsel van de grootste spechtensoort van ons land. Recentelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de populatie zwarte spechten in ons land bij lange na niet zo groot is, als werd verondersteld. Recentelijk onderzoek door SOVON leverde niet meer dan circa 1600 broedparen op. 
​

Groene specht ~ man ~ 09-01-2016 Parc Sandur Emmen  foto Leo WijeringGroene specht ~ man ~ 09-01-2016 Parc Sandur Emmen foto Leo Wijering
Je kunt merken dat we de laatste jaren geen echte strenge winters met veel sneeuw meer hebben gehad. Daar kan een soort als de Groene specht (Picus viridus) namelijk niet goed tegen. Het lukt ze - vooral met een dik pak sneeuw - dan niet om voldoende voedsel te vinden. Deze spechtensoort is een stuk algemener dan zijn grotere zwarte neef. Daar waar je zwarte spechten vaak alleen aan bomen zult aantreffen, zie je groene spechten vaak op de grond, zoals op bijgaande foto. Het is dan ook een echte grondspecht. De rode vlek in de baardstreep maakt duidelijk dat we in dit geval te maken hebben met een mannetje. 
​

Goudvink ~ man ~ 28-01-2016 Parc Sandur  Emmen  foto Leo WijeringGoudvink ~ man ~ 28-01-2016 Parc Sandur Emmen foto Leo Wijering
Maar weinig vogels in ons land kunnen het fraaie uiterlijk van een ijsvogel overtreffen, maar het mannetje van de Goudvink (Pyrrhura pyrrhura) met zijn mooie kleuren mag er wat ons betreft ook zijn. Bovendien kan menigeen een voorbeeld nemen aan de hoffelijkheid van de goudvinkman. Tijdens het broeden wordt het vrouwtje namelijk keurig door het mannetje op het nest gevoerd. Daarnaast stelt de goudvinkman buiten de broedtijd veelal het vrouwtje als eerste in de gelegenheid om zich tegoed te doen aan beschikbaar voedsel of om de dorst te lessen. Als hij een auto zou hebben gehad zou hij zelfs de deur voor haar open hebben gehouden. Zelf houdt de goudvinkman bij dit alles nauwgezet een oogje in het zeil. Als er geen onraad te bespeuren valt, krijgt vrouwlief met een lokroepje te horen dat de kust veilig is. De aandacht voor elkaar is het hele jaar aanwezig. Ten opzichte van andere vinkensoorten is dat zeer ongebruikelijk.

Goudvink ~ vrouw foeragerend ~ 28-01-2016 Parc Sandur Drenthe foto Fons WijeringGoudvink ~ vrouw foeragerend ~ 28-01-2016 Parc Sandur Drenthe foto Fons Wijering
Na al deze loftuitingen is het goed om tot slot ook het vrouwtje van de Goudvink (Pyrrhula pyrrhula) bij u te introduceren. Qua uiterlijk zult u wellicht wat teleurgesteld zijn, omdat het vrouwtje er ten opzichte van het mannetje tamelijk onopvallend uitziet. Er zijn, zoals u ziet, wel degelijk overeenkomsten. Op de foto ziet u de goudvinkvrouw (pop)  in de bekende foerageerhouding. Het is in dit verband goed te weten dat in de vogelwereld de mannen mooier zijn dan de vrouwen. Daar heeft moedertje natuur goed over nagedacht. Onopvallende wijfjes vallen bij het broeden namelijk veel minder op dan wanneer ze er net zo uit zouden zien als hun partner. De onopvallende kleur is dus vooral uit praktisch oogpunt van belang. Hiermee zijn we ook meteen gekomen aan het eind van deze  januarisessie. 
​

Auteur:  Wim Wijering
​
Foto’s:    Leo, Fons en Wim Wijering en Rinus Baayens
Copyright © 2014 Natuur en Vogelwerkgroep "De Grutto" | Sitemap | Colofon | ​Contact​