Twentse vogelaars in de ban van zeldzame dwergganzen.
Woord vooraf:
Zoals al eerder verwoord op onze maandelijkse natuurkalender worden er met enige regelmaat bijzondere gasten gemeld vanaf de Oelemars bij Losser. Een soort, die de vogelaarsgemoederen al enkele dagen bezig houdt, is de huidige aanwezigheid op deze zandwinningsplas van een respectabel aantal zeldzame dwergganzen (Anser erythropus). Over het juiste aantal bestaat nog steeds geen concensus; het zijn er in ieder geval 17, alhoewel er ook aantallen van 18 en 19 worden genoemd. De soort wordt ernstig in z’n voortbestaan bedreigd en de populatie is klein. Ze broeden in het hoge noorden tussen de arctische toendra en de taiga |
Hoe het begon:
Het ving allemaal aan op 13 oktober j.l. rond het middaguur toen broer Leo, die regelmatig te vinden is in de plaatselijke vogelkijkhut, een groepje van 11 dobberende ganzen portretteerde op het water. Meteen al had hij het gevoel dat dit welhaast iets bijzonders moest zijn. Om die reden werd al snel één van de foto’s doorgestuurd naar ondergetekende. Meteen werd duidelijk dat we te maken hadden met de zeldzame dwerggans, herkenbaar aan het kleine formaat, de korte snavel, de witte kol die doorloopt tot op de kop, maar vooral het gele oogringetje. Daarom worden ze ook wel liefkozend goudoogjes genoemd. Vanaf dat moment ging het snel, want het nieuws ging in sneltreinvaart rond in vogelaarskringen. Hans Verhoeven van de bevriende vogelwerkgroep Losser ontdekte een dag later dat er tussen de ganzen meerdere geringde exemplaren zaten. Hij seinde op zijn beurt verenigingsgenoot Sander Wansing in, die een passie heeft voor het uitlezen van vogelringen
Het ving allemaal aan op 13 oktober j.l. rond het middaguur toen broer Leo, die regelmatig te vinden is in de plaatselijke vogelkijkhut, een groepje van 11 dobberende ganzen portretteerde op het water. Meteen al had hij het gevoel dat dit welhaast iets bijzonders moest zijn. Om die reden werd al snel één van de foto’s doorgestuurd naar ondergetekende. Meteen werd duidelijk dat we te maken hadden met de zeldzame dwerggans, herkenbaar aan het kleine formaat, de korte snavel, de witte kol die doorloopt tot op de kop, maar vooral het gele oogringetje. Daarom worden ze ook wel liefkozend goudoogjes genoemd. Vanaf dat moment ging het snel, want het nieuws ging in sneltreinvaart rond in vogelaarskringen. Hans Verhoeven van de bevriende vogelwerkgroep Losser ontdekte een dag later dat er tussen de ganzen meerdere geringde exemplaren zaten. Hij seinde op zijn beurt verenigingsgenoot Sander Wansing in, die een passie heeft voor het uitlezen van vogelringen
Na de uitgelezen ringgegevens te hebben doorgegeven ontving Sander een telefoontje van Kees Koffijberg van Sovon. Laatstgenoemde was begin september nog in Zweden geweest en had daar de ringen van dezelfde groep dwergganzen afgelezen in Hjälstaviken, een natuurreservaat ten noordwesten van Stockholm. Deze locatie ligt op 1.042 km van de Oelemars. Kees wist te vertellen dat de vogels van een ring waren voorzien door de Zweedse ringer Niklas Liljebäck. Op zijn beurt werd deze ringer via de site van Geese.org op de hoogte gebracht van het feit dat “zijn” groep dwergganzen inmiddels Nederland had bereikt. De groep was blijkbaar wat uit de koers geraakt, want hun overwinteringsgebied ligt langs het riviertje de Lippe tussen Hamm en Lippstadt (Duitsland). Hier brengen ze normaliter tot maart de winterperiode door in de natuurgebieden Disselmersch en Ahsewiesen. Deze gebieden liggen op ruim anderhalf uur rijden van Losser.
|
Het belang van het aflezen van vogelringen:
Toen Sander bij de Oelemars poolshoogte ging nemen, werd een groepje van 16 dwergganzen geteld, waarvan er maar liefst 9 geringd waren. Eén van de geringde vogels bleek tevens te zijn uitgerust met een zender. De groep bestond op dat moment uit 5 geringde adulte vogels, 4 geringde jonge vogels en 7 ongeringde juveniele exemplaren. Leuk om te vermelden is dat dit het grootste aantal dwergganzen betrof wat ooit als groep in Overijssel is waargenomen. Het was een intensieve klus, maar uiteindelijk konden alle 9 ringen worden afgelezen. Dankzij de BirdRing app werd al snel duidelijk waar deze vogels waren geringd. Dat bleek een gebied te zijn in Zweeds Lapland, om precies te zijn in het Vasterbottens Lan. Dit ligt op iets meer dan 60 km ten zuiden van de poolcirkel en op ruim 1.600 km afstand van de Oelemars. |
Van dit groepje dwergganzen is inmiddels bekend dat ze in het voorjaar via de Oder door Polen en de Baltische Staten weer terugvliegen naar Zweden. Daar verzamelt een groot deel van de populatie (die slechts iets meer dan 100 vogels groot is) zich in Ammarnäs, zoals gezegd in Zweeds Lapland. Het schijnt dat 2021 voor deze kleine populatie een goed broedseizoen is geweest met ten minste 21 in het wild geboren jongen; het beste resultaat sinds 2012. Van de bij de Oelemars getraceerde, gezenderde vogel is bekend dat deze in de nacht van 11 op 12 oktober 2021 nog in Hjälstaviken verbleef. Het is waarschijnlijk dat de groep met de gezenderde vogel op 12 oktober j.l. in de ochtend is vertrokken. In wellicht iets meer dan een dag hebben de ganzen dus maar liefst 1000 km overbrugd. Ga d’r maar aanstaan.
|
Tot slot:
Zelf heeft ondergetekende de dwergganzen ook mogen bewonderen vanuit de vogelkijkhut in Losser Toen waren het er tenminste 17, waaronder het afgebeelde geringde exemplaar met de letter/cijfercombinatie A / 5, met daarbij een uniek ringnummer. Verder zij vermeld dat de dwergganzen, die in Nederland worden waargenomen en hier overwinteren, voor het merendeel afkomstig zijn van hetzelfde herintroductieproject in Zweden, uitgevoerd tussen 1981 en 1991, wat sindsdien een vervolg heeft gekregen. De vraag is hoe lang de vogels op de Oelemars zullen blijven. Het is soms best lastig om ze op te sporen tussen het grote aantal andere ganzen die zich hier momenteel ophouden. Bovendien zijn op afstand de verschillen met de kolgans soms moeilijk te zien. Wie meer wil weten over het soortbeschermingsproject m.b.t. de dwerggans kan zijn hart ophalen bij: https://www.sovon.nl/nl/node/
|
Resteert een dankwoord aan Sander en Kees voor alle extra informatie en het mogen gebruiken hiervan. Laatstgenoemde heeft toegezegd de omzwervingen van de dwergganzen te blijven volgen en deze te delen met de Twente vogelaars.
Samenstelling: Wim Wijering
Foto’s: Leo en Wim Wijering
Foto’s: Leo en Wim Wijering